Tenaanval wordt melancholiek
Vanmiddag hebben we afscheid genomen van onze collega’s Ria (aka LibraryLingo) en Tony Smith. Het was een gezellig feestje: vrolijk, met veel humor en veel mooie woorden. Maar ook met melancholie want dat hoort bij terugblikken. Er werd terug gekeken op vierendertig jaar bibliotheekwerk, met name op de beginperiode. Het waren optimistische tijden toen, vol idealen en mogelijkheden en positivisme.
Van al dat terugblikken werd ik zelf ook melancholiek (of door de rosé, dat kan ook) want ik realiseerde me hoe anders het was toen ik in het vak begon. Ik haalde in 1984 mijn diploma op de Bibliotheek en Documentatie Academie (mijn JB-diploma, voor de kenners) en de tijden waren toen echt heel erg anders. Niks optimisme en zeker geen idealen maar afbraak en stilstand. De bibliotheekwet was opgeheven, de docenten waren teleurgesteld (realiseerde ik me pas veel later) en in de laatste weken voor het afstuderen kregen we les over hoe we een uitkering moesten aanvragen. Uitzicht op werk was er nauwelijks; het was de tijd van de grote jeugdwerkeloosheid en de hele bibliotheekbranche zat muurvast op slot. De mobiliteit onder bibliotheekmedewerkers was toen ook al bijna nihil dus er viel weinig te solliciteren en als er al eens een vacature was werd die intern opgevuld. Ik had het geluk dat ik vrij snel een baantje vond bij de PBC Noord-Brabant, op de afdeling Automatisering. Wat het werk precies inhield is stof voor een andere blogpost maar het kwam neer op het controleren en maken van titelbeschrijvingen in het kader van de eerste schreden van de Brabantse bibliotheken op het automatiseringspad. Een baantje van niks maar als 20-jarige was ik maar wat blij dat ik in elk geval betaald werk had, in tegenstelling tot allerlei klasgenootjes die niet verder kwamen dan een baantje als vrijwilliger.
Als ik al idealen had gingen die over het afschaffen van kernwapens, niet over mijn werk. Met idealen waren we niet zo bezig. Waarom zouden we? We hadden toch geen toekomst, dus daar hoefden we ons ook niet druk over te maken. Onze mening werd niet gevraagd. Niet aan onze generatie in het algemeen en al helemaal niet binnen het bibliotheekwerk. Want daar waren de babyboomers net lekker bezig met hun eigen ding en die zaten helemaal niet te wachten op nieuwe mensen. Het merendeel van mijn klasgenoten is in de loop der tijd in een andere branche terecht gekomen, ergens waar wel nog werk was. Daar plukken we nu de wrange vruchten van, maar dat terzijde.
Ik schrijf dit niet omdat ik wil mopperen of zielig wil doen, maar ik realiseer me dat ik al bijna 26 jaar in de branche werk. Geen jubileum, want ik begon met allerlei vage, tijdelijke constructies en ik ben er ook nog even tussenuit geweest en daar houden administraties en pensioenfondsen niet zo van. Maar in al die 26 jaar is er maar zelden sprake geweest van idealen of grote woorden. Pas de laatste jaren ben ik me daar actief mee bezig gaan houden, en daar wordt vaak een beetje meewarig op gereageerd. Eigenlijk vind ik het wel weer tijd om terug te gaan naar een aantal idealen, de t-shirts van toen zijn ook weer terug, dus waarom de idealen van vóór die tijd dan niet?
Ria en Tony zijn weg, maar Ria heeft beloofd om in de buurt te blijven voor advies dus misschien kan ik nog eens bij haar aankloppen. Ik moet sowieso nog eens contact met hen opnemen, want ik geloof dat ik bij het afscheid nemen niet veel verder kwam dan een hand en “nou dag” en dat is wel erg karig voor mensen die met zoveel overgave hun werk gedaan hebben.
Ik vind dit een hele mooie bijdrage. Op de een of andere manier relativeert het altijd behoorlijk, als mensen in jaren gaan praten en aan de andere kant vind ik het dan ook mooi om te zien dat leeftijd of ervaring er niet toe hoeven te doen, als het gaat om idealen. Het is mooier om ze later te zien oplaaien dan om ze na verloop van tijd te zien uitdoven…
En wat gaan we doen met onze idealen? Ik heb ze ook hoor en ik zou graag werk doen waarin ik ze een beetje kon verwezenlijken, maar ik heb het gevoel dat pragmatisme en uiterlijk de bibliotheekwereld meer en meer beginnen te beheersen. Als de koffie maar goed is, dan komen de bezoekers vanzelf wel, dat idee.
Heel herkenbaar allemaal, tenslotte schelen wij maar 12 dagen als ik het me goed herinner :-). Ik was een jaartje later klaar, in 1985 en toen was er toch al wat meer licht aan de horizon, hoewel ook veel klasgenoten in een andere branche terechtkwamen en inderdaad missen we die nu als opvolgers van de babyboomers die ons allemaal gaan verlaten. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat we met vrije toegang tot media voor alle gewenste doeleinden bijdragen aan de democratie en vond en vind het bibliotheekwerk een prachtig vak. Ik hoop er weer terecht te komen:-). Grappig, ik ben ook min of meer begonnen als titelbeschrijver, in de OB Amsterdam, geen baantje van niks hoor, want ik droeg bij aan de ontsluiting en dus toegankelijkheid van de collectie! Wat mij betreft houden we het idealisme stevig vast.
Mooie bijdrage. Ik had in de aanloop naar het afscheidsfeest en tijdens het feestje ook steeds meer het gevoel een enorme bofkont te zijn geweest, om de opbouw van bibliotheekwerk van nabij te hebben meegemaakt. Maar misschien ligt daar ook wel het probleem dat jij signaleert, nl dat er in 26 jaaar nooit sprake was van grote idealen. Misschien waren wij babyboomers simpelweg al zo blij met het realiseren van bibliotheken met steeds mooiere gebouwen, collecties en administraties dat er veel te weinig aandacht is besteed aan een wetenschappelijke/filosofische/maatschappelijke visie waarom bibliotheken belangrijk zijn en meer zijn dan een goedkope manier om boeken te lezen. Met de bezuinigingen van nu wreekt zich dat natuurlijk verschrikkelijk. Door jou verhaal realiseer ik me dat de crisis van de jaren ’80 er o.a toe geleid heeft dat een generatie potentiele bibliothecarissen voor het vak verloren is gegaan. En dat is een kwalijke zaak; nieuwe input,ideeen, een frisse visie zijn daardoor ongetwijfeld verloren geraakt. Ik kan alleen maar hopen dat de crisis van nu er vervolgens niet toe zal leiden dat de bibliotheek zelf verloren gaat.
Gelukkig trek jij af en toe ten aanval!
@ Edwin en Schrijver,
Het is nooit te laat voor idealen lijkt me. Er navolging aan geven wordt alweer een stuk lastiger maar de constatering dat we idealisme missen is volgens mij al een eerse stap naar verbetering.
@ Esther,
Ik weet niet of het verschil in situatie te maken heeft met het afstudeerjaar of de locatie: over de Amsterdamse opleiding hoor ik toch wel andere verhalen dan die ik ken uit Tilburg. Maar misschien hebben de Amsterdammers een rozere bril dan de brabanders.
@ Ria,
Als ik af en toe nog eens op jou mag leunen als ik in de aanval ga dan hou ik het nog wel even vol.