Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

toekomst

All of the posts under the "toekomst" tag.

De bibliotheek moet naar buiten

push it

Het was een interessante discussie, afgelopen dinsdagavond in Spui 25. Het debatcentrum van de Universiteit van Amsterdam organiseerde een avond over de bibliotheken van nu, onder de titel: Nu! Flirten met feiten. Onder leiding van de directeur van de bibliotheek van de UvA werden er korte presentaties gegeven door de bazen van de Bijzondere collecties van de UvA, de bibliotheek van de Hogeschool van Amsterdam, de OBA en onze hoogleraar Bibliotheekwetenschap. Van die avond heeft Bibliotheekblad een prima verslag gemaakt dat is na te lezen op hun (gelukkig slotvrije) site

Het zaaltje zal vol, met voor zover ik kon zien een zeer gemengd publiek. Ik herkende zelf twee mensen in de zaal maar voor zover uit de vragen na afloop van de presentaties was op te maken waren er ook veel mensen die daar niet beroepsmatig zaten maar uit pure liefde voor het verschijnsel bibliotheek. Daar leerde ik het beste antwoord op de vraag waarom de open uitlening toch was opgeheven “want er is toch niks heerlijk dan tussen lange rijen met boekenkasten dwalen en je laten verrassen door de vondst van een bijzondere uitgave”. “Wat u beschrijft is een hele dure vorm van ontsluiting, namelijk die van het toeval. En daar hebben we niet genoeg geld voor, om onze hele collectie via het toeval te ontsluiten” aldus De Bijzondere Collecties.

Ik werd vooral erg blij van het verhaal van Martin Berendse de, inmiddels niet meer zo nieuwe, directeur van de OBA. Hij vindt dat de bibliotheek veel meer naar buiten moet, veel meer de mensen moet opzoeken en moet kijken naar waar hulp nodig is. Hij ziet voor de bibliotheek een rol als helper. Lezers die dit blog al langer volgen zullen snappen waarom ik daar zo blij van wordt.

Alleen wel weer jammer dat de avond werd afgesloten met de opmerking dat ze bij de UvA ook vinden dat de bibliotheek meer naar buiten moet treden en dat “we daarom allerlei nieuwe mensen aannemen, die daar verstand van hebben. Die koppelen we dan aan informatiespecialisten die zoveel verstand van de collectie hebben zodat we mensen ook buiten de bibliotheek kunnen opzoeken.” Daarmee wordt de verantwoordelijkheid hiervoor buiten de bibliotheek gelegd en dat lijkt me een misverstand.

Want ik vind dat je altijd vanuit de inhoud naar buiten moet, niet vanuit de vorm. En over die inhoud, daar gaan bibliothecarissen over. Door die reflex om maar meteen marketingmensen in te schakelen in dit soort vernieuwingen neem je je eigen medewerkers niet serieus. Ja, er zijn bibliothecarissen die alleen maar over catalogussystemen, metadata of nog erger, over etiketten en stickers willen praten maar er zijn ook mensen met ideeën over hoe je je gebruikers op een ander manier kunt bereiken. Die kennis hebben van technische of maatschappelijke ontwikkelingen en die gebruikerservaringen kunnen koppelen aan de collectie. Helaas worden die vaak pas ingeschakeld als de fotograaf langskomt vanwege de foto’s voor de glossy folder die de afdeling communicatie heeft laten maken. En ja, marketing en communicatiemensen zijn echt nodig in een bibliotheek, geen kwaad woord over hun inbreng. Maar bij het opzoeken van je gebruikers moet de inhoud het uitgangspunt zijn. Of het nou gaat over pop-up bibliotheken, makerspaces of het koppelen van digitale bestanden, daar hebben bibliothecarissen ideeën over. De meeste wel. Echt waar. Neem ze serieus en vraag het ze.

Nieuwjaarswens

wensDeze nieuwjaarswens van Neil Gaiman is al uit 2001. Hij heeft er daarna nog meer geschreven, maar dit vind ik wel de mooiste. En ik sluit me er van harte bij aan: laten we onszelf verrassen.

Gelukkig Nieuwjaar!

Kansen voor de bibliotheek in het sociale domein

bieb3d
Decentralisatie sociaal domein en de bibliotheek” is een nogal suffe titel voor een conferentie. Dat is zo’n beetje de enige kritiek die ik heb op de conferentie die vanmiddag werd georganiseerd door ProBiblio en Bisc, want het was een hele nuttige conferentie. Ik wist dat met ingang van 2015 de zorg gedecentraliseerd wordt, ik lees wel eens een krant dus ik  had een idee van de grotere verantwoordelijkheden die de gemeentes krijgen en van het geruzie met de zorgverzekeraars. En ik las over bezuinigingen en over clichés als  ‘uitgaan van eigen kracht’.

Maar hoe het nou precies zat met die decentralisatie wist ik niet. En dat het gaat om drie grote decentralisaties wist ik ook niet, al had ik de term 3d wel eens opgevangen. De gemeentes worden per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de AWBZ, de jeugdzorg en de participatiewet, althans voor de opvolgers van die regelingen. Als het allemaal door gaat tenminste, want de wetten zijn nog in verschillende stadia van vastgesteld zijn. Na deze conferentie weet ik nog steeds niet alle details, maar ik heb in elk geval een idee van de omvang van de veranderingen. Ik snap nu beter de stress bij de gemeentes want het zijn nogal wat veranderingen die er aan komen. En ik snap nu ook dat dit decentralisatieproces vervelende gevolgen voor de bibliotheek kan hebben want het gaat de gemeentes erg veel werk opleveren en erg veel geld kosten. Dat betekent minder aandacht, minder energie en minder geld voor andere zaken (zoals de bibliotheek) binnen de gemeente. Maar het kan ook nieuwe kansen opleveren.

Het was een heel helder programma vanmiddag: vóór de pauze legden drie deskundigen de uitgangspunten van de verschillende decentralisaties uit. Dat betekende veel nieuwe begrippen als “de kanteling”, “loonvormend werk”, “beperkte verdiencapaciteit” en “inkomensondersteuning”. Daarvan heb ik onthouden dat regionale samenwerking versterkt wordt en dat de CJG’s nog belangrijker worden.

Na de pauze waren er twee verhalen uit de praktijk. De wethouder van de gemeente De Ronde Venen ontvouwde haar visie op de plek van de bibliotheek binnen deze decentralisaties. Zij ziet de bibliotheek op de eerste plaats  als ontmoetingsplaats (o.a.  ter bestrijding van eenzaamheid) en daarnaast heeft de bibliotheek in haar ogen vooral een taak op het gebied van leesbevordering, zowel voor de jeugd (gekoppeld aan jeugdzorg) als voor ouderen (bestrijding van laaggeletterdheid en mediawijsheid, gekoppeld aan de participatiewet). Opmerkelijk vond ik dat in de gemeente De Ronde Venen de bibliotheek op de onderwijsbegroting staat en niet op die van cultuur. Biedt meteen een heel ander perspectief…

Als afsluiting presenteerde Charles Noordam (bibliotheekdirecteur) zijn ervaringen met de Taskforce in Den Haag. In de bibliotheek worden servicepunten ingericht, workshops georganiseerd en worden mensen begeleid bij het gebruik van websites van de overheid. Daarnaast wordt volgens Noordam preventie steeds belangrijker: in het kader van de informatiefunctie van de bibliotheek worden collecties aangepast op de vraag en worden er samen met partners spreekuren georganiseerd. Hij beschreef ook de kansen en de risico’s die de decentralisatie met zich meebrengt: een risico is dat de bibliotheek uit beeld raakt bij de gemeente, een kans is de grote bereidheid bij partijen om met de bibliotheek samen te werken omdat bibliotheken echt iets te bieden hebben.

Het was een goed georganiseerde middag waar ik heel wat van heb opgestoken. En waar ik positief gestemd uit kwam: ik kijk graag naar de kansen die de decentralisatie voor de bibliotheek kan opleveren. De sociale functie die een bibliotheek kan vervullen lag me altijd al na aan het hart, dus ik zie dit graag als een bevestiging. Zeker met de slotopmerking: “bibliotheken hebben veel te bieden in dit proces, jullie moeten minder bescheiden zijn.”

Instituten die zichzelf opnieuw moeten uitvinden

jay roederTijdens de presentatie van de Beste Bibliotheek 2013 gebruikte Anne Vegter de term “participatiebibliotheek”. Bedacht in het jurybusje tijdens de tocht kriskras door Nederland van de ene naar de andere bibliotheek. Het was geen officieel beoordelingscriterium maar de jury gebruikte de term om aan te geven in hoeverre genomineerde bibliotheken samenwerkten met andere instanties en in welke mate burgers betrokken werden bij hun bibliotheek.

Want participatie is het nieuwe toverwoord. Was dat een paar jaar geleden nog professionalisering en daarna marktwerking en/of verdienmodel, nu gaat het opeens over participatie. Met dat begrip kunnen openbare bibliotheken in elk geval een stuk beter uit de voeten dan met product-markt-combinaties, want bij participatie liggen de wortels van ons bestaan, daar zijn wij ooit voor opgericht, om mensen te helpen met participeren. We noemden dat toen alleen anders.

In de Groene Amsterdammer van deze week staat een interessant essay van Nico de Boer en Jos van der Lans De verzorgingsstaat voorbij, de stad als sociaal laboratorium. Over de opkomst en de ondergang van de verzorgingsstaat. Het staat achter een slotje, maar als het goed is kun je het hier lezen. (ik begrijp dat De Groene zijn beveiliging heeft aangepast en ik de deur niet meer kan openzetten, maar kijk maar even op de leeszaal zometeen).

Het artikel beschrijft hoe de basis voor onze huidige verzorgingsstaat werd gelegd in 1942 en hoe die na de oorlog doortastend werd opgebouwd. En hoe, toen de welvaartsstaat eind jaren zestig compleet was, al de eerste waarschuwingen tegen de ongebreidelde groei daarvan kwamen. Dus de huidige afbraak komt helemaal niet uit de lucht vallen en is ook zeker niet alleen een kwestie van bezuinigingen.

De opkomst van de diverse burgerinitiatieven heeft grote gevolgen voor de samenleving: …niet langer draait alles om de staat en de professionele interventies. Niet alles draait meer om het aanbod van grote instituties. Voor de (staats)instituties is dat een buitengewoon lastige opgave. Zij moeten zich opnieuw uitvinden (…). Zij moeten zich opnieuw enten in een netwerksamenleving, die systematisch knaagt aan de oude, verticaal georganiseerde instituties. Het daagt deze uit zich opnieuw uit te vinden en zich horizontaal te organiseren. In feite is dat wat een organisatie als Buurtzorg in de praktijk brengt. Zij legt macht en verantwoordelijkheden weer bij de professionals die het werk met burgers verrichten. Ze herstelt daarmee in een eigentijds jasje een werkwijze die in het grote institutionele geweld van de laatste decennia verloren is gegaan. Zo moet er een nieuwe sociale infrastructuur ontstaan.

Nou hoeven bibliotheken zich niet zozeer opnieuw uit te vinden, ze moeten hoogstens hun prioriteiten bijstellen. Als het goed is zijn bibliotheken al geënt in hun netwerksamenleving en in Fablabs/Medialabs werken professionals al samen met burgers. Op kleine schaal nog, maar bij dit soort initiatieven ligt de toekomst van de bibliotheek lijkt me. Niet persé in fablabs, maar in het actief werken met en voor burgers op lokale onderwerpen. Kleinschalig en inhoudelijk. Door betrokken medewerkers en met persoonlijk gevoel.

Er moet zeker wat veranderen in de bestaande organisaties en dat zal niet pijnloos zijn, maar de bibliotheek heeft toekomst. Zeker nu. Juist nu.

Bibliotheken die er toe doen

Op Mental Floss staat een artikel met als titel 4 Innovative Libraries Transforming Lives Around the World. Een hartverwarmend stuk over bibliotheken die het verschil maken, bibliotheken die er toe doen.

Zoals het Arid Lands Information Network (ALIN) dat vijftien kenniscentra in Kenia, Oeganda en Tanzania beheert. Die kenniscentra (zogeheten Maarifa Centers) bieden mensen toegang tot het internet, organiseren cursussen en helpen met het vinden van praktische informatie over gezondheidszorg, landbouw of techniek.

Of het READ Nepal project dat via bibliotheken het opleidingsniveau in afgelegen gebieden van Nepal wil vergroten. READ organiseert alfabetiseringscursussen voor vrouwen, biedt toegang tot het internet en stimuleert activiteiten als bijvoorbeeld een coöperatieve bank waarmee vrouwen financieel zelfstandig worden.

Uiteraard hebben ze daar ook boeken, let op de Anne Franks in de collectie. Maar om die boeken draait het niet, het gaat om het verschil maken. Het gaat om iets betekenen voor de lokale gemeenschap. Zoals ook die man die bij TedxAthens vertelt over de bibliotheek van Veria, Griekenland (na ongeveer 30 seconden in het filmpje schakelt hij over van Grieks naar Engels, hou even vol). Of die Community Centers in de Dominicaanse Republiek met hun cursussen en bibliotheken die zwaar gesteund worden door de vrouw van de President.

Daar zijn bibliotheken voor: om mensen en kennis aan elkaar te koppelen. En daar ligt onze toekomst: in het toevoegen van waarde. Niet in het uitlenen van boeken, analoog of digitaal. Dat toevoegen van waarde kan overal anders zijn, want de behoeftes zijn overal anders. En dat is onze belangrijkste opdracht voor de komende tijd, uitvinden wat de behoeftes van onze eigen gemeenschap zijn. En daar dan op inspelen.

Een reünie

nijenrodeIn het schooljaar 2005/2006 volgde ik het programma Nieuw Elan, een programma dat was ontwikkeld door Universiteit Nijenrode in opdracht van de VOB. Omdat wij de vierde groep waren die dit programma volgde waren wij Nieuw Elan IV. Ruim een half jaar lang zaten we elke maand drie dagen lang op de campus van Nijenrode en hielden we ons bezig met strategisch denken, positionering, co-creëren, organiseren en ondernemen. Werkgroepen van ’s ochtends vroeg tot diep in de avond met meestal nog een discussie na aan de bar. Het was een hele leerzame en vooral ook inspirerende tijd, niet in de laatste plaats door de inspirerende programmadirecteur Marijke Broekhuijsen. Het draaide allemaal om persoonlijke ontwikkeling en voor mijn gevoel waren we allemaal een kop groter gegroeid toen we klaar waren.

Vandaag kwamen we voor het eerst sinds zeven jaar weer bij elkaar. Om te horen wat er allemaal gebeurd is in de tussentijd en om over het vak te praten. En dat was prettig. Omdat we elkaar goed kennen en omdat we ons niet beter hoeven voor te doen dan we zijn. Omdat we niet politiek-correct hoeven te zijn of op onze woorden moeten passen maar open en vrij kunnen praten over wat ons bezig houdt. We hebben het gehad over hoe we om gaan met gemeentes, met politiek en met bezuinigingen, over reorganisaties en samenwerkingsverbanden. Met als terugkerende vraag Is de bibliotheek het tuinpad van mijn vader? Iets van vroeger, iets waar we misschien naar terug verlangen maar wat voorgoed voorbij is? We hebben geen eenduidig antwoord op die vraag kunnen formuleren, maar we hebben allemaal weer eens met een nieuwe blik naar ons eigen vak gekeken en dat is altijd goed. En ook dit keer gingen we na het officiële gedeelte aan de borrel. Ook weer gezellig. Deze bijeenkomst is ons allemaal erg goed bevallen. Over twee jaar gaan we het opnieuw doen, in Emmen dit keer. Daar kijk ik nu al naar uit.

DSC01678

Over ijzeren vooroordelen gesproken

Jenni Holma op FlickrPaul Schnabel heeft een heel helder beeld van wat een openbare bibliotheek is: een uitleenfabriek voor papieren boeken. En het papieren boek is aan het verdwijnen dus kan de openbare bibliotheek ook wel weg. Niks moeilijks aan.

En als hij een interview geeft aan het Bibliotheekblad dan legt hij dat gewoon nog een keer uit, dat die bibliotheken een aflopende zaak zijn. Dan kan die interviewer wel met allerlei voorbeelden komen die iets anders zeggen maar dat is natuurlijk onzin. Want jij hebt een mening en daar ga je dan natuurlijk niet van afwijken.

Zelden zo’n vooringenomen interview gelezen als dat met Schnabel in het laatste nummer van Bibliotheekblad (nr. 4). Jakkes, wat een nare man is dat zeg. In dat interview althans, ik ken hem niet persoonlijk. Het is misschien een reuze aimabele man met een zeer genuanceerde mening die voor alles open staat, maar dan even niet op het moment dat hij met Bert Ummelen sprak. Die laatste doet zijn best en komt met argumenten die laten zien dat bibliotheken op dit moment een zinvolle rol in de samenleving vervullen maar hij veegt al die argumenten van tafel: die zijn onwaarschijnlijk, niet waar of niet belangrijk.

Hij is niet alleen lomp, maar hij laat ook zien dat hij geen realistisch beeld van de maatschappij heeft: hij vindt het onwaarschijnlijk dat er mensen zijn die geen internet hebben want “wat kost internet helemaal?”.  En helemaal mooi is: “Zelf heb ik thuis een grote bibliotheek. Ik betrap mezelf erop dat als ik zit te werken en even iets wil weten ik niet meer naar boeken grijp maar op mijn pc zoek.” Dit is de klassieker ik gebruik het niet meer dus kan het wel weg. Nee stomme zak: niet iedereen is zo hoog opgeleid en kan over zoveel voorzieningen beschikken als jij. En voor de mensen die dat niet kunnen, daar is de bibliotheek voor. En dat zijn er veel meer dan jij denkt in je ivoren toren.

En ja, het is best een legitieme vraag of bibliotheken buurt- en clubhuiswerk moeten gaan doen. Maar het is je blijkbaar ontgaan dat er de laatste tijd flink gesneden is in het buurt- en clubhuiswerk. Dat dat op sommige plekken al is opgeheven, of in elk geval heel erg is geslonken. Bibliotheken vullen het gat op dat daardoor is ontstaan. En ja: “het ontwikkelingsniveau van een gemiddeld iemand is de laatste veertig, vijftig jaar veel hoger geworden”. Maar de maatschappij is de laatste veertig, vijftig jaar ook heel erg veel ingewikkelder geworden, dus dat ontwikkelingsniveau moest ook wel omhoog, alleen al om bij te blijven. Dat zegt dus niks.

Dit interview is het eerste deel uit een serie Buitenstaanders van Bibliotheekblad. Goed idee, zo’n serie. Maar dan ben ik meer geïnteresseerd in de mening van een buitenstaander met een echt idee over bibliotheken. Mag best een slecht idee zijn, als het maar wel doordacht is. Niet zo’n hoop flauwekul uit de losse pols. Want dit soort clichés horen we al genoeg.

Wat de bedoeling is van de Airport Library

DSC01580Omdat ik merk dat het niet voor iedereen duidelijk is wat precies de bedoeling is van de Airport Library leg ik het hier graag nog een keer uit:

Ons belangrijkste doel is het promoten van Nederlandse kunst en cultuur. Dat is de reden waarom we subsidie krijgen van het Ministerie van OCW en daarom zitten we op de Holland Boulevard en daarom zitten we naast het Rijksmuseum. Omdat we hele logische partners zijn. Daarom werken we ook samen met Nederlandse musea en culturele instellingen, om zo de Nederlandse cultuur onder buitenlandse bezoekers die wel op Schiphol, maar niet in Nederland zijn te promoten.

Daarnaast wil de Airport Library een plek van rust zijn, een toevluchtsoord, zoals elke bibliotheek dat in zekere mate is. Een oase in die commerciële wereld van het vliegveld. Een plek waar je niks moet, waar je niks hoeft te kopen, niks hoeft te consumeren, maar waar je gewoon mag zitten en waar je dan net iets beter zit dan op die honderden andere wachtstoeltjes op Schiphol want wij hebben een tafel en leeslampjes en stopcontacten. En informatie over Nederland.

En de Airport Library wil ook alle voorbijgangers laten zien dat een bibliotheek meer is dan alleen een boekenkast en dat een bibliotheek overal kan zijn, op de meest onverwachte plekken, dus ook op een vliegveld.

Sommige mensen lijken te denken dat we zo maar iets doen daar op Schiphol,  maar we hebben heel goed nagedacht over zowel het concept als de uitvoering. Daarom is het ook zo’n succes. En daarom heb ik alle vertrouwen in de toekomst van de bibliotheek.

Verhalen uit de Airport Library #10 de bibliotheek als USP

DSC01582Hoelang de Airport Library nog blijft bestaan is onduidelijk, want de subsidieperiode van het Ministerie van OCW loopt dit jaar af. Projectleider Dick van Tol schrijft er op zijn blog uitgebreid over.

Schiphol is in elk geval nog steeds erg blij met ons. Dat zei Hans Nijhuis, de directeur van Schiphol in zijn toespraak bij het 10-jarig jubileum van het Rijksmuseum. En de Social Media-afdeling vind ons ook nog steeds leuk, getuige een reactie op Twitter. Hun antwoord op de vraag van Rianne naar twee unique selling points van Schiphol was:

Dag Rianne, wat dacht je van meer dan 300 bestemmingen en de Airport Library.

En nou maar hopen dat die mensen van de Social Media afdeling nog ergens invloed hebben…

Mijn bijdrage voor #1825 dagen

In de nasleep van de Innovatie Doe Dag in Middelburg ontstond bij een aantal deelnemers het idee om de verschillende innovatieve ideeën die her en der leven te bundelen in een boek onder de titel 1825 dagen. Hoe zou de bibliotheek er over vijf jaar uit kunnen zien? Hier kun je lezen wat de bedoeling is. Inzendingen zijn nog steeds welkom, dit is mijn bijdrage:

De bibliotheek van de persoonlijke aandacht

Een trend die volgens mij een rol moet gaan spelen in de toekomst van de bibliotheek is de behoefte aan persoonlijke aandacht en lokale gebondenheid. In een wereld van internationalisering en automatisering zie je mensen steeds vaker en steeds meer terug verlangen naar aandacht en persoonlijk contact en zoeken ze steeds vaker het kleine en het lokale op.

Een bibliotheek zou geworteld moeten zijn in de lokale gemeenschap, maar in alle fusieprocessen en professionalisering- en efficiencyslagen van de afgelopen jaren is die lokale link vaak flink verwaterd. Terwijl zo ooit openbare bibliotheken zijn ontstaan: particulieren die vanuit een persoonlijke betrokkenheid een openbare leeszaal oprichtten om kennis en literatuur ter beschikking te stellen aan degenen die daar niet zelf over beschikten, aangepast aan de plaatselijke behoefte.

Om een begin te maken met meer persoonlijke aandacht en lokale gebondenheid hoef je als bibliotheek niet eens zo heel erg veel te doen: een praatje maken kost niks. Het is vooral een kwestie van loslaten denk ik: minder nadruk op hoe snel de boeken weer in de kast staan, minder energie stoppen in cijfers en structuren en meer energie stoppen in het stimuleren van medewerkers. Meer aandacht voor de verhalen van mensen (ook die over de kleinkinderen, het hoeft helemaal niet bibliotheek gerelateerd te zijn) en meer energie in het zoeken naar wat er leeft en waar de bibliotheek bij kan aansluiten.

Zoek aansluiting bij je dorp, je wijk, je gemeente. Kijk wat er leeft, maak contact en kijk waar mensen mee bezig zijn. Vraag wat mensen willen. Vraag niet wat ze willen van de bibliotheek want dan zullen ze meer boeken willen, dat is de associatie die mensen hebben bij een bibliotheek. Vraag wat ze willen. Punt. En bedenk dan of en hoe je daar als bibliotheek een bijdrage aan kunt leveren.

Wees flexibel. Als mensen dingen vragen die niet passen binnen de huidige structuur van je organisatie, kijk dan of je de organisatie kunt aanpassen. Zoeken mensen een plek om te vergaderen op dinsdagochtend maar is de bibliotheek dan gesloten? Maak een uitzondering, pas een rooster aan zodat er toch iemand de deur kan komen open maken en je tegemoet kunt komen aan een bestaande vraag.

Oordeel niet te snel. Een vraag is een vraag en domme vragen bestaan niet. Dus ook een vraag vanuit de gemeenschap is een vraag. Misschien zou jij als bibliotheekmedewerker die vraag helemaal niet stellen, of op een hele andere plek maar ze stellen hem nu en ze stellen hem aan jou. Dus probeer er serieus op in te gaan. Misschien zijn er wel heel veel plekken in het dorp waar je kunt vergaderen, maar deze mensen willen graag in de bieb zitten. Mag dat? Ik zou zeggen, ja graag. Moet je dan maar overal blind op in gaan? Dat ook weer niet, maar de praktijk is nu vaak dat initiatieven stranden op regels en structuren. En daardoor worden mooi initiatieven in de kiem gesmoord.

Niet te benauwd. Doe eens gek. Probeer eens wat. Misschien mislukt het, maar misschien lukt het ook wel. Van je mislukkingen kun je leren en je weet maar nooit of daar nog eens iets anders moois uit voort komt. Begin eens ergens aan voordat je alle voor- en nadelen 26 keer overwogen hebt, maar gewoon omdat je iets een goed idee vindt. Of omdat het leuk is.

Dan wordt de bibliotheek weer een levend onderdeel van de gemeenschap, en worden we (weer) relevant. Dan gaan we er weer toe doen. Daar ben ik van overtuigd.

31 december 2012

get_footer() ?>