Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

Tenaanval

All of the posts under the "Tenaanval" tag.

Wraak van de bibliothecarissen

Die titel was niet de reden om dit boekje te bestellen, dat was ik sowieso al van plan, maar het maakte de bestelling wel extra leuk.* Tom Gauld is een Britse cartoonist die publiceert in The New Yorker, New Scientist en The Guardian. In die laatste krant publiceert hij wekelijks iets dat te maken heeft met het boekenvak of met bibliotheken. Ik volg hem al langer op Twitter en toen hij daar aankondigde dat er een boek met een verzameling van die literaire strips zou uitkomen heb ik dat meteen gereserveerd.

Het boek is nog leuker dan ik had verwacht. Elke cartoon krijgt één pagina, dat is soms een stripje, soms een enkel plaatje. Het stripje hierboven is de eerste pagina uit het boek, dat meteen de titel verklaart. Op de tweede staat een cartoon over Kafka en vlak daarna een stripje over schrijvers met een writer’s block. Om maar aan te geven dat het niet alleen over bibliothecarissen gaat. De tekeningen zijn vrij eenvoudig en heel duidelijk maar het draait om de grap, niet om de plaatjes. Het is geen boek om achter elkaar uit te lezen, ik neem aan dat je er dan snel genoeg van krijgt. Maar van regelmatig doorbladeren word ik heel erg vrolijk. Helemaal vrolijk werd ik toen ik boek voor het eerst open maakte en het envelopje zag dat voor in het boek geplakt zit. Want inderdaad: daar zat een boekkaartje in. Een aanrader, dit boek.

*Die wraak past niet alleen bij de naam, maar ook bij de uitgangspunten van dit blog, namelijk dat ik vind dat bibliothecarissen veel te weinig voor zichzelf opkomen.

Het vak van bibliothecaris

Voor de lezers die hier terecht kwamen dankzij het interview dat Karen Bertrams met mij had, voor de site van Probiblio, en die teleurgesteld waren toen ze een oud bericht over Ethan Hawke zagen hierbij een stukje dat wél over bibliotheekwerk gaat. Over dat bibliothecaris zijn een vak is en dat er daarom een volwaardige opleiding voor zou moeten zijn. Op minimaal HBO-niveau. Toen ik daar in 2015 voor het eerst een stuk over schreef werd daar zeer wisselend op gereageerd: de reacties onder het stuk zelf waren instemmend maar daar bleef het wel zo’n beetje bij. In ‘de echte wereld’ werd er op zijn vriendelijkst een beetje om gegrinnikt, meestal werd het niet serieus genomen en ik werd één keer echt uitgelachen toen ik het in een vergadering noemde, over wat er nodig was voor de toekomst van de branche. Nu overal steeds meer bibliothecarissen met pensioen gaan begint eindelijk breed door te dringen dat daarmee toch wel erg veel kennis verdwijnt.

Ja, de afgelopen jaren is er echt wel het een en ander op dat gebied gebeurd en ik weet inmiddels ook dat je niet zomaar een nieuwe hbo-opleiding uit de grond tovert. Sterker nog: dat is bijna onmogelijk door de ingewikkelde structuur van het hoger onderwijs. Dus we zijn aangewezen op modules waarin zo goed mogelijk verschillende losse trainingen bij elkaar gevoegd kunnen worden tot één deelcertificaat. Daarbij is het heel fijn dat NBD biblion een opleiding voor collectioneurs is gestart. Misschien een beetje vreemd dat een leverancier van bibliotheekmaterialen ook een opleiding verzorgd over hoe je die materialen aanschaft, maar ik klaag niet want hoera er is een serieuze cursus. Als er érgens kennis over collecties zit is het bij NBD biblion, dus ik heb alle vertrouwen in de kwaliteit er van.

Ik hoop dat er binnen die modules ook ergens zoiets als beroepseer aan de orde gaat komen. Dat plaatje hierboven, van Stephen Colbert die over ex-president Trump zegt dat “he’s going to get taken down by the librarians”, dat klopt natuurlijk niet. Want bij de National Archives werken geen bibliothecarissen maar archivarissen. Alleen: ‘archivists’ bekt niet zo lekker en iedereen begrijpt meteen wat Colbert bedoelt met zijn ‘They’re organised, they know where everything is’. Er zijn grote verschillen tussen archieven en bibliotheken, maar ‘organised’ zijn en weten waar alles is is wel een kernwaarde voor zowel bibliotheken als archieven. Een van de grootste verschillen tussen openbare bibliotheken en archieven is dat archieven een bewaarfunctie hebben en bibliotheken niet. Daar draait het om de toegankelijkheid, om het ’ter beschikking stellen van informatie’. Dat is bij archieven ook belangrijk, maar het bewaren is de hoofdtaak en de archivaris is daar een spil in. Ik kan me niet voorstellen dat er in archieven schamper wordt gedaan over regels die gevolgd moeten worden of dat ze daar hun eigen opleiding zouden laten opheffen. Daarbij helpt het natuurlijk dat er wettelijke voorschriften voor archieven zijn. In een bibliotheek zijn er heel veel mensen met andere dingen dan de collectie bezig, dus dat het technische deel van bibliotheekwerk minder centraal staat is best begrijpelijk. Maar het gebrek aan vakkennis begint soms schrijnende vormen aan te nemen. Zo las ik laatst een stukje van een bibliotheekmedewerker waarin ze uitlegde dat kinderen die A-boeken lezen in de midden- of bovenbouw van het basisonderwijs zitten. Het is echt basiskennis, om te weten hoe dat wel zit (want dat is ECHT NIET zo), dus dat vond ik tamelijk verontrustend.

Voor die collectioneurs-cursus van de NBD was zoveel belangstelling dat ze een tweede klasje gaan maken. Dat vind ik heel bemoedigend maar het is ook heel pragmatisch dat die cursus zo’n succes is: al die boeken komen niet vanzelf in de kast. Gebrek aan kennis en ervaring in de front-office valt veel minder op dus ik hoop dat ook op dat gebied snel trainingen komen. Binnenkort start Jannie van Vugt als coördinator Brancheopleiding bij de VOB. Ik heb veel vertrouwen in haar, ik ga er van uit dat de erkenning van het vak van bibliothecaris hiermee weer een stukje dichterbij is gekomen. En anders schrijf ik er gewoon weer een stukje over..

10, 10, 10, 10!

Vandaag bestaat mijn blog precies 10 jaar. Op 22 januari 2008 maakte ik een blog aan in WordPress en schreef ik daar een stukje over, als eerste opdracht van de 23 dingen. Dat ik de neiging heb om uit te gaan leggen wat 23 dingen is geeft al aan dat er sinds die tijd veel gebeurd is. In de wereld en in de branche en ook op dit blog. Wat begon als huiswerk bij een cursus werd een uitlaatklep voor mijn ergernissen en een verzamelpunt voor alle leuke dingetjes die ik tegenkwam tijdens mijn omzwermingen in de sociale media. Van een WordPress blog werd het een WordPress website (die ik nog steeds niet echt in de vingers heb) en het schrijven ging van eens per week via twee keer per week terug naar eens per maand. In het begin werd ik alleen gelezen door een handjevol directe collega’s, daarna kwamen daar andere collega’s uit de branche bij en inmiddels heeft mijn publiek zich ook uitgebreid tot buiten de branche. Raar hoor, om in de rij te staan bij een receptie en door een wildvreemde te worden aangesproken met “he, ik ken jou! Jij bent Tenaanval! Hoe heet je ook alweer echt?”. Ok., dit was een archivaris, dus dat is niet zo’n hele grote stap, maar toch. (Ik bleek Maartje trouwens ook te lezen. Kan ik jullie aanraden.)

Tien jaar geleden werkte ik bij ProBiblio en was ik hoofd van de afdeling Flexibele Bibliotheek. Vijf weken nadat ik dit blog had aangemaakt viel het besluit om de bibliobussen die bij mijn afdeling hoorden op te heffen. Het was een hele andere tijd. Een tijd waarin de term bibliotheekvernieuwing een toverwoord was. Een tijd waarin sommige bibliotheken zoveel mogelijk op boekwinkels wilden lijken, waar alles draaide om zo hoog mogelijke uitleencijfers. Er waren collega’s die concepten en formules verzonnen zodat alle bibliotheken in het hele land er hetzelfde uit zouden gaan zien want dat verhoogde de herkenbaarheid. Of ze bedachten dat de bibliotheek wel dicht kon “want het gaat om de functie en niet om het gebouw”. Daarna brak de strijd los tegen het negatieve toekomstbeeld voor bibliotheken in de buitenwereld. Die worsteling hebben we ook overleefd en gelukkig hoor je nog maar zelden: “waar hebben we nog een bibliotheek voor nodig want alles staat toch op het internet?”. De enkeling die dat nog wel eens zegt (standaardreactie bij een krantenartikel op het web over bibliotheken) wordt meestal snel gecorrigeerd door andere lezers. Er is een Bibliotheekwet gekomen en we hebben e-books. Er is de Bibliotheek op School, Digisterker en er zijn FabLabs in bibliotheken.

Kortom: er is veel gebeurd. Ook met mijzelf: na de bibliobussen en de Strandbibliotheek kwam de Airport Library en de Stationsbibliotheek. Ik ging naar de Bollenstreek waar ik leerde hoe het er echt aan toeging in de bibliotheekwereld en daarna kwam ik naar Roermond. Toen ik met dit blog begon dacht ik dat het maar voor een paar weken zou zijn, ik had nooit gedacht dat ik het zo lang vol zou houden. Ik heb in al die jaren heel veel nieuwe mensen ontmoet, virtueel en in het echt. Sommige mensen was ik misschien op een andere manier ook wel tegen gekomen, maar heel veel mensen ken ik toch echt dankzij Twitter en de sociale media. En dat maakte alles net een beetje leuker. Dus hartelijk bedankt voor de aandacht, de reacties, alle aardige woorden en de discussies die ik heb mogen voeren in de afgelopen 10 jaar. Het was leuk! Voorlopig dobber ik nog wel een beetje verder, in die grote digitale oceaan. Eens kijken hoe lang ik het nog vol hou.

 

Voor wie meer wil weten over de achtergronden van dit blog moet maar even de terugblikken lezen die ik o.a. schreef toen ik drie jaar bestond, of bij mijn eerste lustrum en bij mijn zesde verjaardag.

Je bent bibliothecaris als

Column geschreven voor de Middag van de bibliothecaris, in de Rotterdamse Schouwburg, op 29 oktober 2017. Georganiseerd door Alek Dabrowski.

“Echte” bibliothecarissen beginnen zeldzaam te worden. De klassieke bibliotheekopleiding is al een aantal jaren geleden opgeheven en de grote uitstroom van gediplomeerde bibliothecarissen van pensioengerechtigde leeftijd is begonnen. Is dat erg? Daar kun je over discussiëren, dat heb ik de laatste jaren al vaak gedaan. Dat er nieuwe, jonge, mensen het vak binnenkomen juich ik alleen maar toe en dat er nieuwe expertise op het gebied van leesbevordering, educatie, laaggeletterdheid en communicatie binnenkomt ook. Maar het is niet ondenkbeeldig dat er straks geen enkele bibliothecaris meer over is een bibliotheek en dat lijkt me zeer onwenselijk.

Wanneer ben je dan een bibliothecaris? Moet je per se een diploma hebben van een bibliotheekopleiding die niet meer bestaat? Zo’n diploma helpt wel, maar ik denk dat vooral een kwestie is van ervaring en van mentaliteit. Volgens mij ben je een bibliothecaris als:

* Je in een boekwinkel zonder er bij na te denken een verkeerd geplaatst boek op de juiste plek in het alfabet terug zet.

* Of erger: in een vreemde bibliotheek zonder er bij na te denken in één zwaai de boeken aanschuift. (Want die scheefgezakte boeken zijn toch een beetje zielig.)

* Of nog erger: in de supermarkt of in een warenhuis dingen “goed” gaat zetten. (potje pindakaas bij de appelstroop, potlood tussen de balpennen, daar wordt je iebelig van)

* Je, als je ergens bent je onbewust altijd kijkt hoe de boekenkasten ingedeeld zijn. Niet alleen privé maar ook als je op een zakelijke afspraak bent. (Ik heb vrienden die hun boekenkasten op kleur sorteren. Daar krijg ik elke keer weer een beetje buikpijn van. Al is het een prachtig gezicht.)

* Je op vakantie in het buitenland altijd minstens één bibliotheek wil bekijken. (Altijd handig als je reisgenoten ook bibliothecaris zijn, dat scheelt een hoop onderhandelen)

* Je op verjaardagen altijd moet uitleggen dat bibliotheken nog steeds bestaan, ondanks het feit dat alle gasten op die verjaardag hun boeken zelf kopen / alleen nog maar digitaal lezen. (Ja maar wij zijn er ook niet voor jullie. Want jullie kopen je boeken en jullie kunnen al digitaal lezen. Wij zijn er juist voor die anderen)

* Je op de meest onverwachte momenten gevraagd wordt of je nog een leuk boek weet. (Mijn huisarts. Nog voordat ik kon zeggen wat ik mankeerde: “ik ga binnenkort op vakantie. Weet je nog een leuk boek?”)

* Mensen het nodig vinden om zich bij je te verontschuldigen dat ze niet genoeg lezen, omdat ze het zo druk hebben. (vind ik helemaal niet erg, dat jij niet veel leest. Zolang jij je kind maar voorleest)

* Je niet begrijpt dat mensen niet doorhebben dat de files op de radio worden voorgelezen in numerieke volgorde. (“De radio kan nu wel uit, er zijn blijkbaar geen files op de A2. Hij is al op de A10”)

* Eigenaren van een Little Free Library denken dat ze zich bij jou moeten verontschuldigen. Omdat ze denken dat je hen als concurrent van de bibliotheek ziet. (Nee natuurlijk niet. Want een Little free Library is geen bibliotheek maar een boekenkast die het lezen bevordert. Goed juist)

* Mensen denken dat lezen je hobby is / dat je alle boeken in de bibliotheek gelezen hebt. (Dat geldt voor sommige collega’s ja, dat lezen hun hobby is. Het is mijn vak om iets van die boeken af te weten, niet om ze allemaal te lezen.)

* Bezoekers denken dat je alles weet. Ook het wachtwoord voor hun mail of voor hun DigiD.

Dat laatste is soms wel aandoenlijk. Pijnlijk, en aandoenlijk. En ingewikkeld om uit te leggen dat jij het echt niet weet en dat je er ook niks aan kan doen en dat de computer het ook niet weet. Maar het laat wel zien dat bibliothecarissen serieus genomen worden door hun klanten. Dus dat wat meer zelfbewustzijn helemaal zo gek niet is. En dat we best wat trotser mogen zijn op ons vak. Misschien is het tijd voor een Nederlandse versie van het T-shirt met de tekst “I’m a librarian. To save time let’s assume I’m never wrong”. Dat lijkt me een mooie aanvulling voor de collectie bedrijfskleding van de retailformule.

Aanvulling 6/11/2017: John Valk heeft de hele middag van de bibliothecaris opgenomen en hij was zo vriendelijk om de opname op youtube te zetten. Dus als je me bovenstaande column wil zien voorlezen dan kan dat hier:

Hoe het bevalt in het Zuiden

“En, hoe bevalt het in het Zuiden?” Die vraag wordt me de laatste tijd vaak gesteld. Begrijpelijk. Mijn standaardantwoord is altijd: “goed. Het bevalt me heel erg goed”. En dat is ook zo. Voor iedereen die ik de afgelopen maanden niet ‘in het echt’ heb ontmoet hierbij een iets uitgebreider antwoord op die vraag, in al zijn variaties. Mijn eerste honderd dagen zijn  inmiddels achter de rug dus dit lijkt me daar wel een goed moment voor.

Hoe is het om terug te zijn in Limburg?

Leuk. Vreemd, maar fijn vreemd. Ik ben geboren en opgegroeid in Limburg en al mijn familie woont in deze provincie dus voor mijn gevoel was ik er nooit weg. Ik woonde alleen vanaf mijn 17e ergens anders. Wat heel erg wennen is dat je de hele dag, met iedereen, Limburgs kunt praten. Dus ook op je werk. En dat is onverwachts fijn. Want Limburgs praten is toch “als mezelf praten”, zoals een nichtje dat als expatkind van Limburgse ouders in Azië opgroeide dat ooit noemde.

Hoe bevalt Roermond?

Heel goed. Het is een mooie stad en redelijk overzichtelijk. Ik kende er niemand en daarom ben ik me vanuit mijn nieuwe functie aan iedereen gaan voorstellen. Ik ga overal op bezoek om met zoveel mogelijk mensen kennis te maken dus zo leer ik ook meteen de stad kennen. Ik heb bij de gemeentearchivaris gezeten, de theaterdirecteuren, de burgemeester, de Deken en bij de winkeliers in de straat. Eerlijk gezegd kende ik de stad alleen als toerist (als geboortestad van Pierre Cuypers, en van de kathedraal en de Munsterkerk) maar het is ook de stad van de grootste outlet van Europa en ja, ook de stad van Jos van Rey. Met andere woorden: het is hier niet saai.

Hoe gaat het met de bibliotheek?

De bibliotheek van Roermond is een prachtig gebouw (het heeft niet voor niets ooit een architectuurprijs gewonnen) midden in de stad, met een prachtige collectie en we zijn stevig aanwezig op alle scholen in ons werkgebied via de Bibliotheek op School. De zaken zijn prima op orde. De basisbibliotheek Bibliorura werkt voor twee gemeentes: Roermond en Roerdalen, die laatste is een plattelandsgemeente en is zijn bibliotheekbeleid aan het herzien dus de komende tijd wordt het erg spannend.

Mis je Amsterdam niet?

Nee, ik mis Amsterdam niet. Ik mis mijn vrienden wel. En ik mis de culturele voorzieningen, want er zijn weliswaar twee theaters in Roermond maar daar is weinig toneel te zien. Inmiddels heb ik de programmeurs van beide theaters ontmoet (het voordeel van zo’n kleine stad) dus wie weet komen er in de toekomst wat meer toneelvoorstellingen naar de regio? In de omgeving zijn meer theaters, dat van Weert ligt een half uurtje rijden hier vandaan. Om het in perspectief te plaatsen: in Amsterdam deed ik er vanaf mijn huis bijna drie kwartier over om op de fiets naar Amsterdam-Noord te komen. Dus dat valt wel mee.

Hoe bevalt het om directeur te zijn?

Goed. Het is een hele nieuwe ervaring en dat was de bedoeling. Het was wennen om opeens niet meer in de uitvoering te zitten, maar de regie hebben begint steeds beter te bevallen. Daarbij helpt het enorm dat de collega’s van de bibliotheek allemaal zo aardig en welwillend zijn. Bijkomend voordeel van de functie is dat ik nu wordt uitgenodigd voor allerlei interessante gelegenheden, zoals de ledenvergadering van de VOB en de adviescommissie over het omslagstelsel van NBD biblion.

 

Hier is het de laatste maanden een stuk stiller. Deels omdat ik het erg druk heb gehad met verhuizen en het inrichten van mijn nieuwe huis maar ook omdat mijn hoofd niet echt naar bloggen staat. En ook wel omdat ik in mijn nieuwe functie voorlopig wat meer op mijn woorden wil passen. Voorlopig he, dus ik beloof niks. Maar om dat een beetje goed te maken hierbij een filmpje van een bekende Roermondenaar, die ik regelmatig door de stad zie fietsen. Om een beetje in de stemming te komen:

Tenaanval geïnterviewd

sound of music maria

Vorige week donderdag ben ik tijdens de Themabijeenkomst over Het Nieuwe Lezen bij ProBiblio geïnterviewd over het thema De digitale geletterdheid van de (Super)bibliothecaris. Karen Bertrams heeft me ten overstaan van een volle zaal een klein uurtje bevraagd over mijn beweegredenen voor mijn online presence: over mijn blog en mijn social media gebruik. Ter voorbereiding op dat interview heeft Karen me een aantal van de vragen die ze wilde stellen gemaild. De vragen en de antwoorden die ik daarop gaf deel ik hierbij graag. Het uiteindelijke interview verliep iets anders, maar al deze vragen zijn op de een of andere manier aan bod gekomen. Voor degenen die dit blog al langer volgen of de mensen die mij goed kennen zal het weinig nieuws zijn, voor anderen is het misschien wel aardig. Kijk maar.

 Hoe ziet je online dag er uit? (op welke tijdstippen doe je wat en waarom)

Er is een verschil tussen het weekend en werkdagen. Op dagen dat ik moet werken doe ik de meeste social media ’s avonds. Thuis op de bank. Met overdag misschien af en toe een blik op Twitter, tussen de bedrijven door. Als ik niet hoef te werken heb ik de neiging om veel op Twitter te kijken, op mijn telefoon of iPad. Bloggen doe ik sowieso meestal ’s avonds. Op de bank, voor de tv. Want het moet wel gezellig blijven. Dat is niet de meest effectieve manier omdat ik dan vaak toch één oog op de tv hou. Soms, als ik een heel lastig stuk wil schrijven of als ik overdag snel een berichtje wil plaatsen, laat ik de tv uit en dan gaat het een stuk sneller.

Ga je intuïtief, strategisch, impulsief te werk?

Ha, ha! Wat denk je zelf? Ik ga meestal heel intuïtief te werk, dat wil niet zeggen dat ik soms niet wat langer nadenk over een stuk. Maar ik schrijf op gevoel. Soms reageer ik heel impulsief, vooral als ik kwaad ben. Ik blog helemaal niet strategisch, maar soms pas ik de timing van een stuk om strategische redenen wel aan. En ik ben uit strategisch oogpunt wel voorzichtig met wat ik zeg en vooral met hoe ik iets zeg. Omdat ik wel nog een paar jaar wil werken in deze branche probeer ik niet op al te veel tenen te gaan staan.

Welke bloggers inspireren je, bewonder je?

Is het heel arrogant om te zeggen dat ik niet geïnspireerd word door andere bloggers? Ik bewonder wel mensen. Het begon natuurlijk allemaal met Edwin Mijnsbergen, alleen al omdat hij de eerste biblioblogger in Nederland was. Hij schrijft heel gemakkelijk en hij heeft mij geleerd dat je over alles kunt schrijven. En hij heeft het lang vol gehouden, dat is ook knap.

Iemand anders die ik heel goed vind is Wim Keizer. Allesbehalve een prototype blogger, hij zet zich juist altijd erg af tegen al die bloggers. Maar wat ik van hem heel goed vind is dat hij zich vastbijt in een bepaald onderwerp en niet meer loslaat. OK, hij is soms erg uitgebreid, maar het klopt altijd wel wat hij zegt en hij trekt zich niks aan van wat anderen van hem vinden. Hij kan heel goed schrijven, ook niet onbelangrijk. En je steekt er altijd wat van op. (de onderwerpen zijn soms allesbehalve sexy, maar daarom niet minder belangrijk)

En in diezelfde categorie valt Raymond Snijders met zijn Vakblog. Hij weet heel veel, deelt graag en zoekt heel veel dingen uit. Op een totaal ander vakgebied dan waar ik me begeef (veel auteursrecht, digitale gadgets en zo) maar toch heel interessant.

De meeste bloggers die ik bewonder zijn Amerikanen. Zoals Screwy Decimal en de Librarian in Black. Zij nemen geen blad voor de mond en gaan soms vol in de aanval. Al zijn ze beiden de laatste tijd nogal stil. En er zijn twee hele interessante blogs die door een groep bibliothecarissen worden bijgehouden: In the library with the lead pipe en The Library as incubator

Voor welke bloggers ben je bang?

Voor niemand. Er zijn wel bloggers die ik vervelend vind. Maar die lees ik gewoon niet meer. Die schrijven steeds over hetzelfde, ze schrijven niet goed of ze proberen relletjes te trappen. Dat vind ik saai.

Welk blog levert (je) de meeste aandacht / controverse / resultaat op?

Dat zijn een paar verschillende onderwerpen. Mijn best gelezen blog is (met afstand) een blog waarin ik het verschil uitleg tussen een A, B of C boek. Dat wordt nog steeds bijna dagelijks gelezen. Treurig maar waar. Het “best gelezen blog op een dag” is het blog waarin ik aankondig dat ik ontslag heb genomen bij ProBiblio en naar de Bollenstreek vertrek. Het meeste resultaat leverde mijn blog over het sluiten van de Airport Library. Daarmee heb ik wel de massa gemobiliseerd, althans zo voelde het.

De meeste controverse? Dat weet ik niet. Ik krijg zelden reacties. Soms zie je dat een blog heel veel geretweet wordt, of zie je opeens heel veel mensen op het blog binnenkomen vanaf een bepaalde mailserver, dan mailen collega’s het blijkbaar naar elkaar. Maar daar hoor ik weinig op terug. Misschien zijn sommige mensen heel erg boos op me maar dat hebben ze dan nog nooit tegen me gezegd. De meeste reacties krijg ik overigens op hele praktische of flauwe blogs. “in welke Nederlandse kinderboeken spelen bibliothecarissen een belangrijke rol”, dat soort dingen.

 Probeer je dat bewust te bereiken?

Ik schrijf nooit omdat ik een relletje wil trappen, soms wel omdat ik een discussie op gang wil brengen of omdat ik mensen ergens van wil overtuigen.

Lig je wel eens wakker over een te schrijven blog?

Nee, wakker nooit. Maar er zijn wel blogs waar ik op loop te broeden. Dan ben ik op zoek naar de juiste invalshoek om er over te schrijven. Of dan denk ik na over de juiste manier om iets te zeggen (dat laatste vooral als het over iets landelijks gaat)

Lig je wakker van reacties? Welke?

Nooit. Maar ik krijg dan ook weinig reacties en als ik ze al krijg zijn ze positief of in elk geval instemmend. Een heel enkele keer is iemand het niet met mij eens en daar lig ik niet van wakker. De mensen die mij heel stom vinden reageren waarschijnlijk gewoon niet.

Welke tips heb je voor je collegae voor het betreden van de arena ?

  1. Zoek iets wat je leuk vindt. Een vorm, een onderwerp, iets wat bij jou past.
  2. Blijf bij jezelf. Ga je niet anders voor doen dan je bent. Dat voelen mensen namelijk en onecht werkt niet.
  3. Hou vol. Zorg dat je een bepaalde routine opbouwt. Bouw een bepaalde regelmaat op. Bijvoorbeeld door minstens één keer per week een stukje te schrijven. Of minstens 5 keer per week een tweet te plaatsen. Dwing jezelf daartoe. Want anders verloedert het en dan hou je er snel weer mee op.
  4. Toon emotie. Nu en dan een heel enthousiast of heel verdrietig stuk is interessant. (niet overdrijven trouwens)

Welke ontwikkelingen zie je voor het nieuwe lezen? Hoe ziet dat er over 5 jaar uit?

Wat mij betreft gaan we weer terug naar de “ouderwetse” bibliothecaris. En dan bedoel ik ouderwets in de zin van 20 jaar geleden: toen mensen naar de bibliotheek kwamen met de vraag “weet u nog een leuk boek?” of om een gezellig praatje te maken over boeken of een actueel onderwerp. Die bibliothecarissen staan dan uiteraard naast mediacoaches en taaldocenten.

Welke input zou je willen geven aan een opleiding / hoe ziet die eruit?

Ik heb een duidelijk beeld van hoe die opleiding er uit zou moeten zien. Het credo zou moeten zijn: “inspireren, creëren en participeren”, met dank aan Rob Bruijnzeels. Het sociaal-maatschappelijke belang van de openbare bibliotheek zou het uitgangspunt moeten zijn en er zou een combinatie van vakken op het gebied van educatie, communicatie, bedrijfskunde, psychologie, onderwijskunde gegeven moeten worden. En uiteraard een flinke dosis geschiedenis van het vak en content curatie. Wat mij betreft zou dat een opleiding moeten zijn met veel aandacht voor algemene ontwikkeling maar waar ook het empathisch vermogen van de student wordt aangesproken. Want dat is een belangrijke grondhouding die je in het werk nodig hebt. Naast didactische en andere praktische vaardigheden.

Wie zijn je leermeesters?

Docenten van de BDAT. Daar denk ik de laatste jaren steeds vaker aan terug. Ik vond het toen allemaal niet erg spectaculair en vaak erg saai maar ik denk nu af toe “verdomd, je had gelijk”. En collega’s uit de bibliotheek van Amstelveen. Daar hebben ze een echte bibliothecaris van me gemaakt.

Wat beteken je als Persoonlijk SuperBibliothecaris voor Nico?

foto nico

Ik ben verhuisd

verhuizenNee ik niet, maar mijn blog is verhuisd. Het is verhuisd van WordPress.com naar mijn eigen site, naar deze site dus. En voor de mensen die mij niet op Twitter volgen is dat misschien een verrassing, want die hebben sinds maart waarschijnlijk niks meer van mij gehoord. Terwijl ik op mijn nieuwe site toch echt wel wat geschreven heb. Nog niet heel veel, want op de een of andere manier had ik de afgelopen maanden niet zoveel inspiratie. Waarschijnlijk omdat de site maar half af was. Ik vond het toch allemaal wat ingewikkelder dan ik dacht, of anders gezegd: ik had niet veel zin om me in de achtergronden van mijn nieuwe site te verdiepen.

De belangrijkste reden om over te stappen was dat ik me steeds meer ging storen aan de advertenties op mijn blog. Het duurde even voordat ik door had dat die op mijn blog stonden, want je ziet ze zelf niet. Ik snap het ook wel, want het blog is gratis en WordPress moet zijn geld toch ergens mee verdienen. Maar ik vond het wel irritant. En ook niet erg professioneel, zeker niet als ik mijn blog als visitekaartje voor mijn zzp-werk wil gebruiken. De domeinnaam Tenaanval.nl had ik al een paar jaar, die had ik gekoppeld aan het blog maar nu zit er dus een hele site achter. Waar mijn columns voor het Bibliotheekblad hun eigen pagina hebben en de recensies die ik heb geschreven ook. Die recensies moet ik overigens nog uploaden, maar dat gaat binnenkort gebeuren. Ik heb me eerst bezig gehouden met het aankleden van de site en daar had ik dus niet zo’n zin in dus dat is even blijven liggen . Een van de redenen waarom ik zo lang gewacht heb met het melden van de verhuizing is dat ik op mijn nieuwe site nog geen mogelijkheid had om je aan te melden via de mail. En ik weet dat mijn blog door veel mensen wordt gelezen via een email-attendering. Maar die mogelijkheid is er nu dus wel. Helaas kan ik de abonnees niet zelf verhuizen, dus als je mijn nieuwe site wil volgen zul je je opnieuw moeten aanmelden. Kijk maar even in de balk aan de rechterkant.

Dit bericht ga dubbelplaatsen: hier en op mijn oude blog. Maar dat is dan ook het laatste wat ik op mijn oude blog plaats, dat is nu echt klaar. Het enige dat ik nog moet uitzoeken is hoe ik alle links naar mijn oude blog moet doorlinken naar mijn nieuwe site. Want aan de statistieken te zien heb ik daar nog steeds bezoekers: meer dan 100.000 bezoekers heb ik daar gehad. Mooi. Op mijn nieuwe site heb ik pas sinds een week een tellertje staan en die staat nu op 236 bezoekers, dus ik heb nog een lange weg te gaan….

Dus voor al die mensen die de afgelopen maanden aan me hebben gevraagd: “waarom ben je zo stil de laatste tijd, heb je geen inspiratie meer?”: ik ben verhuisd. Volg me hier, via deze site en je zult zien dat ik nog inspiratie genoeg heb.

 

Ik wil ook een Nationale Bibliotheek Week

Gosling National Library weekDeze week is het National Library Week in de Verenigde Staten. Een initiatief van de American Library Association die dit al sinds 1958 organiseert. It is a time to celebrate the contributions of our nation’s libraries and librarians and to promote library use and support. All types of libraries — school, public, academic and special — participate. 

De ALA bedenkt een thema, zorgt voor een aansprekende ambassadeur en voor promotiemateriaal. Het thema is dit jaar Lives change @ your library en de ambassadeur is schrijfster Judy Blume, die ik alleen kende van haar Young Adult boeken uit mijn jeugd maar die zich tegenwoordig ook stellig uitspreekt tegen censuur. Binnen de National Library Week zijn er verschillende themadagen: National Library Workers Day, National Bookmobile Day en Celebrate Teen Literature Day. Overal in het land worden activiteiten georganiseerd en er is de hele week veel media aandacht voor bibliotheken.

En dat wil ik ook wel. Ik wil ook een Nationale Bibliotheek Week. Of een Nationale Bibliotheek Dag. En ja, we worden al dood gegooid met al die verschillende dagen: de dag van het brood, van de zorg, van het schaap en van het levenslied. Maar toch denk ik dat het een goed idee is om eens op een positieve manier de publiciteit te zoeken. En dan niet op dat verongelijkte Calimero toontje van “we zijn heus wel belangrijk hoor”. Maar naar analogie van de Amerikanen: laten we vieren dat we er zijn. Laten we positieve aandacht vragen voor ons vak, voor de bijdrage die we leveren aan de samenleving en voor het plezier dat onze bezoekers hebben.

Dan wil ik bibliotheken in het Journaal zien en bij Hart van Nederland, bibliothecarissen aan tafel bij Umberto Tan, een clubje middelbare scholieren die bij Matthijs van Nieuwkerk vertellen over hun favoriete boek, onder aanvoering van Joost Zwagerman en een groot interview in de Linda met een van de drie beste bibliothecarissen van Nederland. Of misschien met alledrie. Inclusief sexy fotoreportage. Dan nodigen we de voltallige gemeenteraad uit om die dag in de bieb te komen openen met een Nationale Bibliotheekdag Ontbijt. Dan lezen alle prinsessen van Oranje voor in hun lokale bibliotheekfiliaal en komen schoolkinderen tekeningen brengen om de bibliotheek mee te versieren. Geweldige actie lijkt me dat. Ik zie het helemaal voor me. Heb er nu al zin in.

Nu ben ik zes

aamilne

Now We Are Six – A. A. Milne

Vandaag is het precies 6 jaar geleden dat ik dit blog aanmaakte en mijn eerste bericht schreef. Eerlijk gezegd was ik vergeten dat vandaag de grote dag was, gelukkig herinnerde WordPress me er aan. Ze moeten alleen wel iets aan die rare tekst doen: Bedankt dat ujevoor ons heeft gekozen. Vorig jaar heb ik ter gelegenheid van het lustrum de hele maand januari elke dag geblogd, dat was niet echt voor herhaling vatbaar. Omdat ik vind dat je elk feestje moet vieren sta ik nu toch maar even stil bij het moment.

Terugdenkend aan het afgelopen jaar heb ik het gevoel dat het erg rustig is op mijn blog. Volgens mij wind ik me minder vaak over dingen op en kom ik minder interessante nieuwe dingen tegen die het vermelden waard zijn. Maar volgens de statistieken is dat alleen de laatste maanden zo. En had ik een dipje in juli en augustus. Alle andere maanden had ik juist meer bezoekers dan de jaren daarvoor. Die bezoekers laten alleen minder reacties achter, dus dan lijkt het waarschijnlijk rustiger. De best gelezen stukken van het afgelopen jaar zijn die over de Maarten Baas Countdownklok van het Rijksmuseum in januari en mijn woede uitbarsting over het interview met Paul Schnabel in Bibliotheekblad van april. Best representatief voor mijn blog dus…

Zes jaar bloggen heeft 538 stukken opgeleverd en meer dan 95.000 bezoekers. Niet gek. En dat worden er nog wel wat meer als het aan mij ligt. Want nu ben ik zes, en ben ik clever as clever. Zoals A.A. Milne het uitdrukt in zijn klassieker Now we are six.

Op Pinterest

Nu gebleken is dat Pinterest belangrijker aan het worden is dan Facebook kan ik ook wel  toe geven dat ik ook op Pinterest zit. Alle hardcore Pinners kunnen nu stoppen met lezen, want voor hen wordt dit een bekend verhaal. Maar aan degenen die denken dat Pinterest alleen voor Libellevrouwen is ga ik nu uitleggen dat het wel meer is dan dat. Ik kwam er terecht via dit plaatje dat ik tegenkwam via Twitter.

lolbrarian

Ik moest er erg om lachen en ik was tegelijkertijd verbaasd: dacht altijd dat Pinterest een verzameling van zoetige knutselplaatjes was. Misschien toch eens tijd om me er te gaan verdiepen. Ik maakte een account aan zonder veel verwachtingen maar je kunt pas oordelen als je weet waar je over praat, nietwaar? En de eerste paar dagen vond ik er inderdaad niet zoveel aan. Totdat ik na een dag of drie opeens deze foto tegenkwam, van de hoofdingang van de Brooklyn Public Library. “He, wat grappig: ik heb precies zo’n foto gemaakt toen ik daar 4 jaar geleden was.”

deur brooklyn

Toen ik mijn foto er eens bijhaalde om te vergelijken bleek het mijn eigen foto te zijn. Op Pinterest. In heel veel verschillende versies, tientallen keren gepind terwijl ik nergens van wist. Ik snapte er eerst helemaal niks van totdat ik me realiseerde dat ik die foto ooit op Flickr had gezet en dat ik hem ook al eens eerder op mijn blog had gebruikt, dus waarschijnlijk is hij op deze manier was gaan zwerven. Omdat ik het toch een beetje lullig vond dat de credits verdwenen waren heb ik hem zelf ook nog maar eens gepind.

Ik raakte er door geïntrigeerd: hoe werkt dat nou precies? En terwijl ik op zoek was naar hoever mijn eigen foto verspreid was op Pinterest kreeg ik een beeld van de diversiteit er van en dat het zeker niet zo zoetsappig was als ik dacht. Al doorklikkend raakte ik er door gegrepen en in een mum van tijd had ik ook een aantal boards vol leuke plaatjes. En werd ik er enthousiast over. Omdat het leuk speelgoed is maar je ook op een simpele manier met nieuwe werelden en nieuwe informatie in contact brengt. Als je daar voor open staat tenminste. Het is iets heel persoonlijks, dit plaatje zegt het wel wat mij betreft:

pinterest

 Je verzamelt wat jij de moeite waard vindt, om welke reden dan ook. Het gaat niet om volgen of terugvolgen of aantallen volgers. Het doet er ook niet toe wie je bent of waar je woont: het gaat alleen maar om het plaatje dat je gepind hebt. Het fijne is ook dat je niks hoeft, je mist niks als je een week niet op Pinterest zit en net zo makkelijk zit je een hele avond door te klikken, van de ene vage site naar de andere. Want dat is een van de leuke dingen: je komt op hele nieuwe sites terecht. Een beetje zoals je in de begintijd van het internet eindeloos kon surfen. Ik heb er in die paar maanden al een hoop leuke dingen aan over gehouden: niet alleen plaatjes voor op mijn blog maar ook nieuwe informatie en zelfs recepten. Mijn zus en ik hebben een extra manier gevonden om met elkaar te communiceren: we sturen elkaar nu Pinterestplaatjes. Dat is overigens ook het enige sociale dat ik aan dat hele Pinterest zie, qua Social Media. Ik zie dat er bibliotheken zijn die er boekenlijsten op bijhouden, maar daar kan ik me niet zoveel bij voorstellen.

Ik verzamel van alles: plaatjes van bibliobussen (uiteraard) en van bibliotheken op bijzondere plekken maar ook foto’s van architectuur en van mensen. En ik heb uiteraard een bord dat Tenaanval heet. Ik volg bibliothecarissen, designers, architecten,  een Australiër die hele verzamelingen oude reclameposters upload en een paar verzamelaars van pulp-art zodat ik regelmatig schaars geklede vrouwen die belaagd worden door woeste mannen/monsters/aliens voorbij zie komen.  Dat is de keuze die ik maak, maar als je wil kun je eindeloos veel knutselvoorbeelden krijgen, of tips voor kapsels, voor het organiseren van bruiloften of voor het inrichten van je huis.  Als je dat zou willen dan.

get_footer() ?>