Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

televisie

All of the posts under the "televisie" tag.

Diva gedrag en Bibliotheekplaza

nasi foto flex“Nasi Rames, ya. Met Rendang en lekkere groenten. Beter ya” zei de man van de toko terwijl hij een dampend bord voor mijn neus zette. Na afloop van Bibliotheekplaza (nadat ook de borrel afgelopen was) wilde ik in Utrecht nog snel een hapje eten en een oud-collega verwees me daarvoor naar Toko Mitra. Het was er niet druk en terwijl ik nog stond te zoeken hoe het daar werkte vroeg een man achter de toonbank wat ik wilde bestellen. “Rendang” riep ik maar snel, want dat is altijd lekker en ik had haast. Ja, met rijst en ja, hier opeten. Maar in plaats van een bord witte rijst met rendang kreeg ik dus een bord vol met niet alleen rendang maar ook andere dingen. Lekkere dingen inderdaad. De man had gelijk: dit was veel beter dan alleen zo’n saai bordje witte rijst.

Ik vond het erg aardig van die man, dat hij afweek van wat ik bestelde. Hij wist beter wat ik wilde hebben dan ik zelf. Tijdens het eten schoot me opeens het woord diva-gedrag te binnen. Die vriendelijke meneer achter de toonbank was bepaald geen diva, daar was hij veel te aardig voor. Maar het was wel een soort van overtuigd zijn van je eigen aanbod en daarom eigenwijs zijn. Een beetje zoals Diewke Wynia die ochtend aan tafel zat bij Erik Boekesteijn. De uitdrukking “blakend van zelfvertrouwen” is te zuinig om haar houding te beschrijven: zij zat daar als een echte diva. Daar heeft ze natuurlijk ook alle reden toe want ze is de baas van het succesvolste televisieprogramma van de Nederlandse televisie op dit moment. Heel geroutineerd gaf ze antwoord op Erik’s vragen (het enige wat zij zich afvraagt bij de beslissing of een item in het programma komt of niet is “boeit het?”) maar elke zweem van kritiek of suggestie tot samenwerking wimpelde ze resoluut af of kaatste ze terug. En dat kan ze zich permitteren, want ze heeft het gelijk aan haar kant. Erg sympathiek maakte die houding haar niet maar ik heb niet de indruk dat ze het erg vindt dat mensen haar niet zo mogen. Jammer dat ze zo aan de oppervlakte bleef, ik had graag van haar iets gehoord over communityvorming, of over hoe ze al die teams binnen de redactie laat samenwerken. Maar ze kent haar product en laat zich door niemand vertellen dat het anders zou kunnen.

Wat mij betreft is hun methode van werken wel het ultieme bewijs van dat je moet doen wat jíj leuk vindt. Wat jíj interessant vindt, wat jouw boeit. Want dat doen zij ook en kijk eens wat het oplevert. Niks marktonderzoek, productmanagers en accountmanagers. Boeit het?

Voor wie op zoek is naar een verslag van de hele dag verwijs ik naar Mark Deckers, die heeft evenals vorig jaar weer geliveblogd. Inmiddels heeft ook Conny Reijngoudt een blog geschreven over gisteren. Eentje waar ik me wel ik kan vinden, qua oordeel. En ook Ton de Kruyff heeft een mooi verslagje geschreven. Iemand nog en suggestie voor een onderwerp waar Ton en ik het over oneens kunnen zijn? Want dat is natuurlijk een van de mooie aspecten van een bijeenkomst als Bibliotheekplaza: je spreekt nog eens iemand.

Trouwens nog bedankt voor de tip, Tanja!

Verhalen uit de Airport Library #24 Lang leve Twitter

Via de Twitter account van de Airport Library probeer ik in de gaten te houden wat mensen over de bibliotheek zeggen. Meestal zijn dat dingen in de categorie Wat leuk, een bibliotheek op een vliegveld. Maar afgelopen donderdagochtend las ik een heel ander bericht: een Canadees schreef om 4 uur ’s nachts dat hij probeerde te slapen in de Airport Library met porn casually playing on the TV’s. Wtf Holland. En hij voegde er een fotootje bij om zijn opmerking te bewijzen.
Aan dat fotootje te zien was hij in een van de lounges achter onze bibliotheek verzeild geraakt, in die ruimtes staan inderdaad tv’s. Meestal staan die afgesteld op Nederland 1, maar nu had iemand de zender blijkbaar verzet naar een van de commerciëlen. En daar zijn ’s nachts nou eenmaal blote dames te zien. Het irritante is dat wij daar niks aan kunnen doen, omdat de tv’s niet bij ons horen, maar dat hebben veel bezoekers niet door. Dus heb ik toch maar even gereageerd.

Ja, ja, channel schrijf je met twee n-en, maar het was ’s ochtends vroeg, dan is mijn Engels niet op z’n best. En ik stond op het punt om naar mijn werk te gaan… We hebben Schiphol gebeld met het verzoek om de tv’s weer op een neutralere zender te zetten en dat is gebeurd. Opgelost!

Gelukkig kon Jordan Johnsen de humor er wel van inzien, maar zijn tweet was al twee keer geretweet en had al 6 likes gekregen. Niet echt de manier waarop we bekend willen worden in Canada. Maar dit is wel zo’n moment dat ik blij ben met Twitter, dat ik een manier heb om de bibliotheek een gezicht te geven en om hem minder anoniem te maken.

Laaggeletterden als strohalm

Klitschko vs. Illiteracy from Klitschko vs. Illiteracy on Vimeo.

Afgelopen dinsdagavond zag ik net als een heleboel andere bibliothecarissen het NCRV tv-programma Altijd Wat (“staat stil waar anderen doorhollen en gaat verder waar anderen ophouden”). Ik kende het programma niet, maar was aangenaam verrast. Het was een interessant programma, met dit keer als thema: wat zijn de gevolgen van de bezuinigingen op de kunsten. Eerst een item over hoe het kan dat er overal bibliotheken gesloten worden terwijl er steeds meer laaggeletterden komen en  daarna maakte Pierre Bokma zich boos over de onverschilligheid van Nederlandse politici ten opzichte van de kunsten en het verschil met Duitsland waar men cultuur ziet als een steunpilaar van de maatschappij.

Ik vond het een interessant programma en heel genuanceerd: het bibliotheekitem werd vanuit verschillende kanten besproken, er kwamen politici aan het woord, een bibliotheekdirecteur, een wetenschapper, een deskundige en een laaggeletterde. Iedereen werd serieus genomen en in 13 minuten werd kort en duidelijk uitgelegd dat laaggeletterden in Heerlen heel veel baat hebben bij de bibliotheek en dat er steeds meer bibliotheken gesloten worden. De conclusies mocht je zelf trekken.

Schrijverdezes zag een heel ander programma. Ze zag natuurlijk hetzelfde programma, maar zij kreeg er hele andere gedachten bij dan ik. Ze twitterde er eerst over en daags erna heeft ze er een stuk over geschreven op haar blog. Een aantal van de vragen die ze stelt zijn inmiddels al beantwoord door Frank Huysmans en de Stichting Lezen & Schrijven. Maar ze stelt interessante vragen en daarom kom ik er graag op terug. Ze vraagt zich onder andere af: waarom vraagt nou nooit niemand in zo’n reportage eens: Tot voor kort waren er nog overal bibliotheken en toch zijn er 1,5 miljoen laaggeletterden in Nederland, hoe zit dat? Zijn die 1,5 miljoen niet te helpen of hebben de bibliotheken dat niet voldoende geprobeerd? En wat verderop zegt ze: Ik heb een beetje de indruk dat de bibliotheek in de laaggeletterden ineens een strohalm ziet om zich aan vast te klampen in deze tijd van onzekerheid.

Ten eerste die cijfers: hoe het daar precies mee zit wordt in de commentaren uitgelegd. Maar daarnaast is het zo dat de wereld steeds ingewikkelder wordt, je moet steeds meer en steeds beter kunnen lezen om je te kunnen redden, om mee te doen in de maatschappij. Met andere woorden: de lat wordt steeds hoger gelegd. Iemand die 20 jaar geleden redelijk kon lezen kan tegenwoordig een probleem hebben als hij in de afgelopen 20 jaar geen routine heeft opgebouwd of niks heeft bijgeleerd. Als je niet weet hoe je met een computer moet omgaan heb je een probleem en al helemaal als je geen geroutineerde lezer bent want je moet nogal wat lezen op zo’n scherm. Dus die groep wordt steeds groter. Ik weet niet zeker of digibeten ook bij die 1,5 miljoen laaggeletterden worden gerekend, maar er is daar zeker een verband tussen. Dus het is zeker niet zo dat alle inspanningen (van bibliotheken en de Stichting Lezen & Schrijven o.a.) geen resultaat hebben gehad. Je weet niet hoe de situatie zou zijn als er al die tijd niks gebeurd was.

Ten tweede die opmerking over die strohalm: die is ijzersterk. Want veel bibliotheken hebben nu opeens de mond vol van laaggeletterdheid maar wat doen ze daar nou precies voor? Of tegen? Wat hebben ze de laaggeletterden in hun gemeente te bieden? Meer dan een plankje met eenvoudige boeken dat vaak de grootse naam Lees en Schrijfplein heeft gekregen? Waar vervolgens niemand gebruik van maakt omdat niemand weet dat het er is? Hoeveel bibliotheken organiseren activiteiten voor laaggeletterden? Natuurlijk zijn er bibliotheken die dat wél doen, die samenwerken met ROC’s en die uitgebreide collecties hebben. Maar dat is wel een minderheid.

Er is geen bibliotheekdirecteur meer die laaggeletterden niet een belangrijke doelgroep voor bibliotheken vindt, maar ik herinner me ook de eindeloze discussies in het niet-eens-zo-verre verleden met de verschillende retailformuleteams over het Makkelijk Lezen Plein en het Lees en Schrijf Plein. Die zouden niet in de retailformule passen en dus was er geen plaats voor in de “nieuwe bibliotheek”. Tot vervelends toe is daar over gepraat, maar uiteindelijk is er toch ruimte gemaakt binnen de formule. Gelukkig maar. En ik ga er van uit dat alle bibliotheken binnenkort niet alleen met woorden belijden dat ze bestrijding van laaggeletterdheid belangrijk vinden, maar ook met daden.

In de commentaren concludeert Schrijverdezes: Wat mij het allerbelangrijkste lijkt in de strijd tegen de laaggeletterdheid is uitdragen dat lezen de moeite waard is. Omdat het leuk is, omdat je er door op andere gedachten komt, omdat je andere werelden en denkwijzen leert kennen. Dat uitdragen en overbrengen van liefde voor lezen en literatuur (in ruime zin) zou, vind ik, de bibliotheek veel meer moeten doen. Dat is niet alleen goed tegen de laaggeletterdheid, maar ook tegen kortzichtigheid en vooroordelen. En daar kan ik het alleen maar van harte mee eens zijn.

Overigens is het filmpje hierboven een actie van de Oekraïense bokser Wladimir Klitschko. Hiermee wil hij geld inzamelen om wereldwijd meer kinderen toegang tot onderwijs te bieden. Mooi filmpje vind ik en best toepasselijk.

Bloggen of televisie?

[vodpod id=ExternalVideo.781801&w=425&h=350&fv=]
Een paar weken geleden maakte Christiaan Weijts zich in de Groene Amsterdammer boos over het feit dat Nico Dijkshoorn niet meer alleen dicht op internet maar ook wekelijks  in het tv-programma De wereld draait door. Volgens Weijts gooit hij hiermee zijn cultstatus te grabbel en is het een kwestie van tijd voordat Nico ook deel gaat uitmaken van de literaire kliek in café De Zwart.

Nou ken ik Nico nog uit de tijd dat hij kon schrijven zonder bril en ik weet zeker dat hij hoogstens in café De Zwart komt om in het bier van A.F.Th. van der Heijden te spugen. Maar het is interessant om te zien waarom Weijts zich zo opwindt. Volgens hem was Nico’s werk dichten twee-punt-nul, online, live en interactief, de nieuwe-media-variant van de troubadour die gelegenheidsverzen uit zijn mouw schudt op dorpspleinen en in kroegen. Dit is dichten waar pretentie noch papier aan te pas komt.

Weijts ziet het als een soort verraad dat Nico nu op tv komt, volgens hem zoekt hij (als representant van de nieuwe media) erkenning bij de oude media. De route naar roem loopt van blogger naar boekcontract, van YouTube naar MTV en van reaguurder naar De wereld draait door. Nieuwe media blijken allerminst een nieuw epicentrum te zijn vol users en producers die nooit meer een voet buiten de virtuele realiteit zetten; ze bewijzen juist hun status van cultuur in de marge, waaruit van tijd tot tijd iemand kan bovendrijven.

Daar zou Weijts best wel eens gelijk in kunnen hebben , en wat is daar mis mee? Een dichter (schrijver, kunstenaar) woont misschien in sprookjes op een lekkend zolderkamertje en wordt door niemand begrepen maar volgens mij wil iedereen toch het liefst gehoord worden. Je wil erkenning, liefst van een zo groot mogelijk publiek. Dus het lijkt me heel logisch dat als zo’n publiek zich aandient, je die kans grijpt.

Weijts vertolkt de stem van de teleurgestelde 2.0-er: internet zou ooit de oude media wegvagen maar in plaats daarvan slokken de oude media de nieuwe op. Waar blijft die nieuwe wereld? Volgens mij is dat niet zo simpel: zoals ik denk dat het boek zal blijven bestaan, ondanks de opkomst van internet, zullen de oude media ook blijven bestaan. Er wordt minder gelezen, minder tv gekeken en meer op het internet gedaan. Het bestaat wat mij betreft allemaal naast elkaar en beïnvloedt elkaar. De term cultuur in de marge klinkt nogal sneu,maar hij klopt feitelijk wel. Dat er wekelijks tientallen mensen op woensdagavond achter hun pc zaten te wachten zodat ze als eerste de gedichten van P. Kouwes konden lezen is natuurlijk fantastisch, maar als hij ze op tv voorleest zien 1 miljoen mensen dat. Dan lijkt de keuze me niet zo moeilijk. Het verandert weinig aan de inhoud, alleen de vorm is anders.

De troubadour staat niet meer op één dorpsplein maar op een heleboel dorpspleinen tegelijkertijd, volgens mij zijn de verhalen nog hetzelfde.

get_footer() ?>