Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

Rijksmuseum

All of the posts under the "Rijksmuseum" tag.

De Maarten Baas Countdown Clock voor het Rijksmuseum

rijks
Vanochtend onthulde het Rijksmuseum een grote klok aan hun gevel waarop wordt afgeteld tot de opening. Vandaag dus nog 99 nachten wachten totdat we de Nachtwacht weer op zijn oorspronkelijke plek kunnen zien.

Niet zomaar een klok, maar een speciale versie van de Analog digital clock van Maarten Baas. Ik ben vanmiddag even naar het Museumplein gefietst om naar die klok te kijken. Op het eerste gezicht is er niet zo heel veel bijzonders te zien, maar je moet er even voor blijven staan, wachten en goed opletten. Want dan zie je achter die rode cijfers opeens de schaduw van een mannetje dat die digitale cijfers gaat verschuiven. Het valt nog niet mee om daar een foto van te maken maar als je goed kijkt zie je op de foto een schaduw achter het cijfer 2.

Jammer dat er verder geen aandacht op wordt gevestigd, op hoe bijzonder het is. Want nu ziet niemand het. Ik heb daar een paar minuten gestaan, op dat plein, wachtend op een nieuwe kans om met mijn telefoon die schaduw op te vangen en veel voorbijgangers zeiden “o kijk, nog 99 dagen voordat ze open gaan”, maar niemand nam de tijd om te kijken wat het precies was. Jammer. Er had toch wel een bordje vanaf gekund?

Dit is de originele Analog Digital Clock. Althans, een gedeelte ervan…

Overigens is het niet vreemd dat het Rijksmuseum Maarten Baas inschakelde voor deze klok, ze hebben al een klok van hem in de collectie. De Grandfather Clock. Zelfde principe, andere uitvoering. Ook leuk.

De bibliotheek als doorgeefluik

De laatste tijd is er in de museumwereld enig rumoer rondom de vermeend populistische benadering van sommige musea. Rijksmuseumdirecteur Wim Pijbes kreeg kritiek op de tekstbordjes die hij maakte bij  een tentoonstelling van topstukken uit de gouden eeuw: beetje plat en overbodige informatie.

Het Tate Modern bestaat nu tien jaar en heeft in die periode 45 miljoen bezoekers getrokken en een heel nieuw publiek laten kennis maken met moderne kunst. The independent schrijft daarover: The highbrows thought it was very serious. The lowbrows thought it was boring or ludicrous. But we have changed all that. Het lijkt me dat niemand daar tegen kan zijn, maar ook bij het populariserende beleid van Tate Modern worden langzamerhand (kleine) kanttekeningen gezet: verliezen ze de kunsthistorische context niet teveel uit het oog? Ook daar is niks tegen lijkt me. 

Wat me de laatste tijd wel bezig houdt is het verschil met de bibliotheekwereld. Daar is het tegengestelde aan de hand: bij ons krijg je geen kritiek als je te populair bent maar juist als je niet populair genoeg bent. Als je geen retail doet, je uitleningen niet (liefst spectaculair) stijgen ongeacht wát je precies uitleent en je lezingen niet minimaal X bezoekers trekken.

Laat ik vooropstellen dat ik niks tegen popularisering heb en ik wil ook heel graag dat zoveel mogelijk mensen gebruik maken van de bibliotheek, maar niet ten koste van alles. En ja we werken met belastinggeld en natuurlijk moet dat zo goed mogelijk besteed worden, maar ik zou wel eens een discussie willen over wat dat “zo goed mogelijk” dan precies inhoudt. Gaat dat alleen maar over aantallen en niet over inhoud en niveau? Dat lijkt me wel erg plat. Afrekenen op cijfers is het simpelst maar sinds wanneer is simpel doorslaggevend? Het doel van de bibliotheek was toch lezen, leren en informeren? Met de nadruk op de thema’s Digitale bibliotheek, Collectie Nederland, Mediawijsheid en  Lezen en leesbevordering? Klinkt erg inhoudelijk, komt geen cijfer aan te pas.

En natuurlijk wil je met al die programma’s een zo groot mogelijk publiek bereiken, maar dat grote publiek is niet het doel, een zo goed mogelijk programma is het doel. Om bij de vergelijking met de musea te blijven: ik vermoed dat het Rijksmuseum een record aantal bezoekers zou trekken als ze een tentoonstelling zou organiseren rondom het werk van Ans Markus, zeker als ze daarbij de Libelle als mediapartner zouden aantrekken. Maar dat doen ze niet omdat Ans Markus niet voldoet aan de normen van het Rijksmuseum. Het Rijksmuseum houdt vast aan zijn eigen normen en waarden en probeert op een andere manier aan een groter publiek duidelijk te maken wat er zo bijzonder is aan het portret van Maria Trip. Bibliotheken proberen hun collectie beter onder de aandacht te brengen door het materiaal aantrekkelijker neer te zetten en de keuze te vergemakkelijken, maar dat is buitenkant. We doen erg weinig aan de inhoud. Als een boek (of een rubriek, of een schrijver) niet wordt uitgeleend schrijven we het af. Maar het is ooit aangeschaft met een reden, omdat we dachten dat het interessant zou zijn. Waarom proberen we dan niet om dat duidelijker te maken? En ik snap ook wel dat het gemakkelijker is om een tentoonstelling van 30 schilderijen toe te lichten dan om een hele bibliotheekcollectie aan de man te brengen, maar we proberen het niet eens. Openbare bibliotheken gaan erg passief met de inhoud om. We zien onszelf als doorgeefluik. Als schuiver van boeken, zonder enige waarde toe te voegen. Waarom? Zijn we daar te lui voor? Of te dom? Of te bescheiden? Of zijn we bang dat onze neutraliteit daarmee in het gedrang komt? Waarschijnlijk een combinatie van al die factoren.

En dat is jammer want ik denk dat we daarmee een heel potentieel laten liggen. Als we die rol goed zouden oppakken zouden we denk ik veel meer gebruikers trekken dan met de zoveelste ledenwerfactie of nieuwe inrichting. In Museumland wordt al langer gediscussieerd over welke kant het op moet: pretpark of pantheon, speelplaats of schatkamer, populair of elitair. Kunnen we zo’n discussie ook niet eens beginnen voor de bibliotheekwereld?

Het Rijksmuseum als voorbeeld

De informatie-functie van openbare biblio-theken staat onder druk: voorheen werd die voornamelijk ingevuld door hun non-fictie collectie maar de komst van Google maakte daar vrij hardhandig een einde aan. Met een nieuwe invulling van die functie worstelen de meeste bibliotheken nog.

Een paar weken geleden las ik dat het Rijksmuseum een breimiddag organiseerde naar aanleiding van de tentoonstelling Hendrick Avercamp: IJspret. Klonk op het eerste gezicht heel gekunsteld en tuttig. Maar gisteren las ik in Het Parool hoe die middag verlopen was en toen realiseerde ik me dat dit eigenlijk een nieuwe invulling is van de informatiefunctie van het museum.

Want het was niet zomaar een gezellig breimiddagje. Een van de bijzondere dingen van het werk van Avercamp is dat hij de kijker een blik gunt op de dagelijkse realiteit van de 17e eeuw. Om dat te benadrukken organiseert het museum een aantal activiteiten die een link leggen tussen de huidige tijd en die van toen en deze brei actie was er een van.

En het was ook niet zomaar breien: er werd historisch verantwoord gebreid, o.a. aan de hand van een patroon van de “bekende Britse breister” Sally Pointer, gebaseerd op de muts van een walvisvaarder uit de collectie van het Rijksmuseum. Tijdens het breien werden twee lezingen gegeven door conservatoren van het museum: een over de walvisvaart naar Spitsbergen en de mutsen die daar bij opgravingen zijn gevonden en een over kleding uit de tijd van Avercamp en over de geschiedenis van het breien.

Ter promotie van de middag is een weblog opgezet en via de breicommunity van Nederland werden er deelnemers gezocht. Het liep storm: binnen twee weken zat de inschrijving vol. Een Flickraccount erbij voor de enthousiaste foto’s en hup. Makkie.

Hoezo nu informatiefunctie? Afgelopen zondag hebben 160 mensen rechtstreeks kennis gemaakt met 17e eeuws breiwerk en Hollandse walvisvaarders. Die gaan allemaal met een leuk verhaal (en een muts) naar huis en reken maar dat daar nog lang over nagepraat gaat worden in brede kring. Zowel AT5 als RTV Noord-Holland hebben er gefilmd en diverse kranten hebben er verslag van gedaan. Een heel groot publiek heeft hiermee dus informatie over dit onderwerp tot zich genomen. Als het museum besloten zou hebben om een mooi boek uit te geven en breipatronen in de museumwinkel was gaan verkopen zou dat bereik een stuk kleiner zijn geweest. Dat noem ik een originele invulling van je informatiefunctie. Zouden meer mensen moeten doen.

Rondleidingen in mijn favoriete bibliotheek

 

 

 

De bibliotheek van het Rijksmuseum is een van de mooiste bibliotheken die ik ken. Nou ben ik als lid van het Cuypersgenootschap misschien wel een beetje bevooroordeeld, maar toch. Ik heb hem vroeger wel eens bezocht, helaas bleef het dan vaak beperkt tot een gestolen blik op weg naar de studiezaal.

In het kader van Amsterdam Wereldboekenstad worden er in de maand augustus rondleidingen georganiseerd. Geweldig! Maar: alleen op donderdagen, om 10 uur en om 11 uur. En dan moet ik werken. Dus eigenlijk zijn die rondleidingen alleen bedoeld voor bejaarden, huisvrouwen (en -mannen) of studenten. Of niet dan? Of zou het in zo’n mooie instelling precies zo werken als in sommige bibliotheken: eigenlijk durft niemand die rondleidingen te doen, of mensen willen het wel doen maar dan niet buiten de reguliere werktijden en zeker niet in het weekend.

Nou zie ik in het programmaboekje wel dat de rondleidingen in de andere deelnemende bibliotheken ook op doordeweekse dagen onder kantoortijd zijn, maar het zit me toch een beetje dwars dat mijn favoriete bibliotheek daar zo bezoekersonvriendelijk in is.

In het programmaboekje zie ik overigens ook dat de rondleidingen die op de site van het museum als “extra toegevoegd vanwege grote belangstelling” staan, bij het drukken van het boekje (in april) al gewoon ingepland waren. Flauw….

get_footer() ?>