Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

NYPL

All of the posts under the "NYPL" tag.

‘Miss Moore’ en de geschiedenis van het jeugdbibliotheekwerk

Een kinderboek over een jeugdbibliothecaris. Toen ik dat tegenkwam in een Amerikaans artikel over historische kinderboeken heb ik het meteen besteld. Want ooit zelf opgeleid tot jeugdbibliothecaris en dus geïnteresseerd in de geschiedenis van het vak was ik ook wel een beetje plaatsvervangend vereerd dat er een kinderboek over ‘ons’ geschreven was.

Het boek Miss Moore thought otherwise is een prentenboek over Ann Carroll Moore die de eerste echte jeugdbibliotheek van Amerika maakte in de nieuwe New York Public Library. Toen die in 1911 open ging was dat een sensatie omdat het de eerste bibliotheek was die echt op kinderen gericht was, ook in zijn inrichting, en waar kinderen nadrukkelijk welkom waren. Het leest als een soort sprookje: “Once in a big house in Limerick, Maine, there lived a little girl named Annie Carroll Moore.” Het beschrijft de gelukkige jeugd van een meisje dat door haar ouders gestimuleerd werd om te lezen maar opgroeide in een tijd dat vrouwen niet geacht werden te werken. Een van de weinige geschikte beroepen voor vrouwen was bibliothecaris vandaar dat ze in 1895 een bibliotheekopleiding ging volgen en na haar afstuderen jeugdbibliotheken ging opzetten in New York. Tot die tijd werden kinderen óf helemaal geweerd uit de bibliotheek óf mochten ze wel binnen komen maar mochten ze geen boeken lenen omdat men er niet op vertrouwde dat kinderen die ook onbeschadigd terug zouden brengen. Zij bracht daar verandering in. Ze liet kinderen hun naam in een groot zwart boek schrijven en een eed afleggen: When I write my name in this book I promise to take good care of the book I use at home and in the library, and to obey the rules of the library. Ja, ik vind dat schattig. En goed bedacht.

Moore ging actief de wijken in om contacten te leggen met o.a. scholen en ging in gesprek met kinderen op straat. Haar jeugdbibliotheken werden een groot succes. Ze maakte trainingen voor jeugdbibliothecarissen en gaf lezingen voor uitgevers en boekverkopers over waarom je kinderen geen zware, moralistische boeken moet voorzetten maar juist goed geschreven, fantasierijke boeken. Ze werd een ster en reisde vanaf de jaren 20 niet alleen de Verenigde Staten rond om lezingen te geven maar kwam ook naar Europa. Ze ging recensies van kinderboeken schrijven, voor vakliteratuur en voor kranten en werd zo nog invloedrijker.

Het boek over Miss Moore is (naar Nederlandse maatstaven) een beetje een suf boek , met quasi-naïeve illustraties en een tuttig toontje. En ik ben er nog steeds niet uit of ik dat toontje juist wel vind passen bij een boek over iemand uit de eerste helft van de twintigste eeuw of dat het juist heel storend is bij iemand die zelf het ‘goede kinderboek’ promootte. Maar misschien moet je het niet beoordelen als prentenboek maar als geschiedenisboek: achterin staat meer informatie over de geschiedenis van het jeugdbibliotheekwerk. Daar wordt ook nadrukkelijk vermeldt dat “Anne Carroll Moore DID NOT singlehandedly create the children’s library” want in 1887 werd er al de eerste speciale hoek voor kinderen in een bibliotheek gemaakt.

Daar staat ook “She had strong opinons about books and was never shy expressing them“. Ik begreep pas onlangs dat dit tamelijk eufemistisch is uitgedrukt. Want toen las ik een artikel over waarom het boek Goodnight Moon niet in de lijst staat van meest uitgeleende boeken aller tijden van de New York Public Library. Goodnight Moon is een prentenboekje van Margaret Wise Brown, bij ons meer bekend van het boekje over de Vijf brandweermannetjes. Het Goodnight Moon boek kwam uit in 1947 en ondanks het feit dat Anne Carroll Moore toen al ruim gepensioneerd was had ze nog steeds veel invloed op de collecties van de bibliotheek. Toen ze nog in de bibliotheek werkte had ze blijkbaar een stempel (!) met als tekst “NOT RECOMMENDED FOR PURCHASE BY EXPERT” en die gebruikte ze graag. Als de NYPL een boek niet kocht, dan kochten veel andere bibliotheken het ook niet. Moore had een duidelijke opvatting over wat goede kinderboeken waren en daar paste dat Goodnight Moon niet in. Dus schafte de NYPL het boek niet aan. Het werd een van de meest bekende Amerikaanse kinderboeken aller tijden, dus in 1972 kwam het uiteindelijk toch in de collectie. toen was Moore al meer dan 10 jaar dood. Maar toen werd het dus niet meer vaak genoeg uitgeleend om in de top 10 van meest uitgeleende boeken ooit terecht te komen.

Het is fascinerend om dat artikel te lezen want daarin wordt Anne Carroll Moore aan het einde van haar carrière beschreven als een ouderwetse, betuttelende bibliothecaris terwijl ze zich in het begin van haar loopbaan daar nou net tegen af zette. Maar dat maakt haar des te interessanter vind ik. En dat geeft de titel van het boek Miss Moore thought otherwise een net iets andere lading.

Naschrift 26 maart 17.45 uur: vandaag heb ik nog wat verder gelezen over Ann Carroll Moore (het is niet dat ik heel veel anders te doen heb…) en voor diegenen die meer willen weten hier nog twee andere interessante stukken: deze blog van een Amerikaanse jeugdbibliothecaris over de veranderende kijk op Moore en dit artikel in de New Yorker over Moore en de schrijver E.B, White. Het eerste lezend realiseerde ik me dat alle Amerikaanse bibliothecarissen Ann Carroll Moore waarschijnlijk kennen omdat ze bibliotheekgeschiedenis is en dat een onderdeel van de opleiding is. En dat ze ook echt veel betekend heeft voor het vak, maar zoals deze blogger schrijft  “ACM’s legacy hasn’t aged well“. En het artikel in de New Yorker is fascinerend omdat daarin beschreven wordt hoe Moore aan het einde van haar carrière probeert om nog één keer haar macht uit te oefenen en de schrijver en essayist E.B. White opjut om een kinderboek te schrijven. Als hij dan in 1945 eindelijk een kinderboek publiceert (Stuart Little) maar dat buiten haar om doet keert ze zich tegen hem. In dat artikel wordt ook het belang van Moore’s pionierswerk niet onderschat, met details als dat soldaten na de Eerste Wereldoorlog naar de NYPL kwamen om hun naam op te zoeken in het grote zwarte boek. Ze wilden hun eigen handschrift terug zien. Een teken uit de tijd dat de wereld nog onschuldig was. Tragisch.

De bibliobus is terug in New York

Na jaren van afwezigheid rijdt er sinds deze week weer een bibliobus door New York. Geen bus zoals wij die in Nederland kennen maar een omgebouwd sprinter busje, zo eentje waar New York vol mee staat en van waaruit ijsjes of hotdogs verkocht worden. Met zo’n zijraampje dat open klapt als een loket. Er kunnen ongeveer 1000 boeken in en het wordt bemand door twee medewerkers. Dit eerste busje staat voorlopig vier dagen in de week in de Bronx, er komen nog twee bussen bij en dan wordt de dienstverlening uitgebreid naar Manhattan en Staten Island.

Ik vind het geweldig. Daar zal ongetwijfeld in meespelen dat ik ooit voorzitter van het Landelijk Platform Bibliobussen was maar zeg nou zelf: dit is toch geweldig? Ze gaan er niet alleen mee naar scholen maar ze staan ook op vaste standplaatsen zo te zien. En ze gaan de busjes gebruiken als ergens een bibliotheek vanwege verbouwingen tijdelijk gesloten is. Zoals ze dat in Emmen op dit moment ook doen, bij de verbouwing van de centrale.

Mijn bibliothecarissenhart kromp wel een beetje ineen van die boekenkarren in de regen. Ik vraag me af hoe ze dat gaan doen als het echt slecht weer is. Maar daar verzinnen ze vast weer iets op. Ik ga ze in elk geval volgen. Dat is makkelijk want de bussen hebben hun eigen twitteraccount. Leve de bibliobus!

Hoe Ex Libris (de film) was

De VOB en ProBiblio organiseren deze week speciale vertoningen van Ex Libris, de veel geprezen en bekroonde film van regisseur Frederick Wiseman. Alleen toegankelijk voor bibliotheekmensen en hun gasten. Vanavond was ik bij de eerste vertoning in Sittard en ik heb genoten. De reacties om me heen waren gemengd: ik hoorde vooral dat mensen sommige stukken veel te langdradig vonden. “Die film had een stuk korter gekund.”

Ja dat klopt, die film had heel veel korter gekund, je had er makkelijk een documentaire van een uurtje van kunnen maken. Met een voice-over en de vermelding van namen en functies bij de diverse mensen die in beeld komen. En in plaats van de tijd nemen om de omgeving van een filiaal uitgebreid in beeld te brengen voordat de camera naar binnen gaat had Wiseman ook best even de vermelding Filiaal in Harlem kunnen maken. Maar zo’n soort film is het dus niet. Dit is een hele andere film. In de Chinese wijk filmt hij uitgebreid de vlaggenlijnen met alternerende Chinese en Amerikaanse vlaggetjes die symmetrische lijnen over de straat trekken, in de Bronx zie je de bibliotheek bijna niet liggen tussen alle schreeuwerige winkelpuien en de straat voor de New York Public Library for the Performing Arts is steeds weer opvallend leeg (en schoon).

Ik vond het een prachtige film, een echte aanrader. Als je je nog niet hebt aangemeld: snel doen. Hij draait nog op verschillende plekken, tot en met zondag. Als je eigenlijk te moe bent: toch gaan. Want de film is ook een soort van meditatie. Probeer vooral niet alle gesprekken te volgen want ruim 3 uur bij de les blijven en die soms hoog-intellectuele gesprekken in het Engels volgen is niet te doen. Maar laat je meevoeren met de beelden en kijk naar al die bijzondere mensen die in beeld komen. En ga je vooral niet ergeren aan het feit dat niemand benoemd wordt, dus dat je geen idee hebt wie daar allemaal aan het woord zijn. Het eerste half uur was ik een beetje jaloers: wat doen ze daar veel mooie dingen en wat organiseren ze dat goed. Totdat ik me realiseerde dat er in New York meer dan 100 keer zoveel mensen wonen als in Roermond en dat dus elke vergelijking mank gaat. Toen kon ik gewoon genieten van de betrokkenheid en gedrevenheid van iedereen die bij de bibliotheek betrokken is en bewonderde ik de strategische overleggen van het MT. Wellicht ten overvloede: het is dus geen bibliotheekfilm. Althans, geen film die haarfijn uitlegt hoe het er in een bibliotheek aan toe gaat. Het is een film die “toevallig” is opgenomen in de bibliotheek. Hij gaat net zoveel over de stad New York als over de NYPL.

Vandaag publiceerde de VOB een kijkwijzer op de site. Maar die las ik daarnet pas, na afloop dus. En gelukkig waren ze in Sittard eigenwijs en hadden ze daar toch een korte pauze ingelast. Goed idee Liesbeth. Want dat drankje tussendoor was wel heel fijn.

Nóg een bibliotheekfilm

Afgelopen donderdag maakte de voorzitter van de VOB, aan het einde van de ALV, bekend dat de VOB vertoningen gaat regelen van Ex Libris – The New York Public Library  van Frederick Wiseman, de documentaire die een paar weken geleden zoveel indruk maakte tijdens het IDFA. Hij duurt drie uur maar die uren schijnen voorbij te vliegen. Bart Janssen beschrijft de film in het Bibliotheekblad als een drie uur durende lofzang op de bibliotheek, maar meer nog is het misschien wel een ode aan New York en aan zijn inwoners, die de bibliotheek maken tot wat zij is.

Geweldig idee. Er is nog niks concreet maar ik begreep dat ze van plan zijn om de film op verschillende plekken in het land te vertonen, voor iedereen die er belangstelling voor heeft. Inmiddels heb ik ook begrepen dat er meerdere plannen zijn, o.a. van het Filmhuis in Den Haag. Helemaal goed. Op hoe meer plaatsen die film te zien is, hoe beter. Ik verheug me er al helemaal op. Liefst met een nazit met borrel en een goed gesprek, maar zonder dat vind ik het ook leuk.

En nou kwam Patrick vanochtend op Twitter met een film waar ik ook helemaal vrolijk van wordt. Misschien nog wel vrolijker. Want over 6 weken gaat in de Verenigde Staten de film The Public in première. Een film van Emilio Estevez. Hij schreef en regisseerde de film en speelt een belangrijke rol, namelijk die van directeur van de openbare bibliotheek van Cincinnati. Tijdens extreme weersomstandigheden wordt die bibliotheek bezet door daklozen. Geen idee of het een goede film is maar het gaat in elk geval over een échte bibliotheek en de trailer vind ik al geweldig. Kijk zelf maar.


De film is opgenomen in Cincinnati en ik vermoed deels ook in de plaatselijke bibliotheek. Dat, of ze hebben echt een superfantastische decorbouwer. De film gaat in première op het filmfestival van Santa Barbara, op 31 januari as. en gaat daarna de bioscopen in. In de Verenigde Staten dan, maar ik hoop dat het niet heel erg lang duurt voordat de film deze kant op komt. Misschien helpt het als de VOB tegen die tijd ook nog eens een telefoontje pleegt?

Voor wie zich afvraagt wie Emilio Estevez ook alweer is, of waarom we hem al een poosje niet meer gezien hebben, kijk even deze film. Hij heeft het de laatste tijd o.a. nogal druk gehad met zijn vader en zijn broer, respectievelijk Martin en Charlie Sheen. En nou ik jullie toch tips aan het geven ben: lezen jullie allemaal al De Bieb Letter van Patrick? Want daar verzamelt hij wekelijks bibliotheeknieuws en ook nog leuke feitjes, zoals deze trailer. Bedankt nog Patrick! 

De bibliothecaris brengt hoop

In deze in alle opzichten donkere dagen voor Kerstmis deel ik graag dit filmpje over een bibliotheekmanager die wekelijks voorleest aan dakloze kinderen. Dit is Colbert Nembhard, bibliothecaris in de Bronx, manager van de Morrisania Branch van de New York Public Library. Hij gaat elke week naar het opvangcentrum voor daklozen in zijn wijk om voor te lezen aan de jonge kinderen die daar zitten.

Dat doet hij omdat ze hem gevraagd hebben. Acht jaar geleden. Maar ook omdat hij het belangrijk vindt: In this day and age there is no reason why children should not be able to read. I don’t want any child to be left behind. I want them to know they’re important. En dat lijkt me een soort ultieme kerstboodschap: iedereen doet er toe. Ook dakloze kinderen.

Overigens speelt zich dit af in dezelfde wijk in New York als waar binnenkort de laatste boekwinkel sluit. Dan moeten de 1.4 miljoen inwoners van de Bronx naar Manhattan als ze een boek willen kopen. Maar gelukkig zijn er nog wel 35 bibliotheekfilialen in de Bronx. Met medewerkers zoals Colbert Nembhard. Gelukkig wel.

De bibliotheek is een regenboog

…volgens Maya Angelou althans. Via de onvolprezen site Brain Pickings kwam ik bij dit filmpje uit, een fragment uit een optreden van haar in een filiaal van de New York Public Library. Niet zomaar een filiaal maar het Schomburg Center for Research in Black Culture in Harlem. Ze was daar om te vieren dat de NYPL haar archief had verworven en Angelou vertelt daar met veel schwung over wat de bibliotheek voor haar als klein meisje heeft betekent.

When it looked like the sun would not shine anymore. God put a rainbow in the clouds – Look at that, look at that! That’s a library, a library is a rainbow in the clouds.

Ik word hier heel blij van, van dit soort filmpjes. Filmpjes met een positief verhaal, die hoop bieden. Want daar heb ik wel behoefte aan, aan een positief verhaal. En ik wil ook heel graag blijven geloven dat we daar als bibliotheek een bijdrage aan kunnen leveren, en hoop kunnen blijven bieden. Maar dit filmpje is natuurlijk ook gewoon leuk omdat Angelou zo ongegeneerd van de aandacht geniet en er als een koningin bij zit. (Terecht, terecht!) Heerlijk.

Het hele verhaal is te lezen op de site van Brain Pickings.

De restauratie van een iconische leeszaal

De bekendste leeszaal van de New York Public Library wordt gerestaureerd. Het beroemde bibliotheekgebouw aan Fifth Avenue wordt volgens een ambitieus en niet onomstreden plan verbouwd en ik neem aan dat een opknapbeurt van de Rose Main Reading Room ook wel ergens ingepland stond. Maar in 2014 viel er opeens een rozet uit het 100 jaar oude plafond waardoor de boel in een stroomversnelling kwam. In dit filmpje krijg je een idee van wat een enorme operatie die restauratie is. De bedoeling is dat alles klaar is aan het eind van dit jaar. Behalve dit filmpje heeft de bibliotheek ook nog een tentoonstelling gemaakt over de restauratie en de geschiedenis van het gebouw. Tot begin oktober te zien.

Ik hou hier van, van dit soort filmpjes.

Om trouwens een beetje een idee te krijgen van de omvang van de bibliotheekcollectie en de hele verbouwingsoperatie hier nog een interessant artikel over de verhuizing van delen van de collectie. Via Edwin.

Kampioen sorteerders

King County Library System book-sorting crew reclaims ‘national’ title, wat een geweldige krantenkop.  When it comes to sorting library books King County is the champion. Vorige week vond in de Verenigde Staten de jaarlijkse wedstrijd plaats tussen de New York Public Library en de King County Public Library System over wie de meeste boeken in een uur kan sorteren.

King County is een county in de staat Washington, rondom Seattle, en de King County Library System organiseert het bibliotheekwerk in de county. Als sinds 2005 hebben zij een geautomatiseerd sorteersysteem, als een van eersten in de Verenigde Staten. Toen ze in New York besloten om ook over te stappen op een geautomatiseerd systeem zijn ze in King County gaan kijken, phone calls to KCLS by NYPL seeking some advice quickly led to friendly trash talk, and by 2010, the competition was born.

In eerste instantie vond ik het vooral heel grappig, zo’n wedstrijd, ik kon me er niet zo ontzettend veel bij voorstellen. Totdat ik las dat KCLS heeft gewonnen door 12.572 boeken in EEN UUR te sorteren, toen realiseerde ik me opeens dat dit Amerika is en het hier over hele andere aantallen gaat. Daar doen wij in de Bollenstreek bijna een week over, om dat uit te lenen (nou ja, een halve week..). Maar er werken dan ook 191 mensen op de sorteerafdeling in New York en ze voorzien 150 filialen van materiaal. In Kings County sorteren ze jaarlijks 14 miljoen materialen en bedienen ze 48 vestigingen. De wedstrijd zelf heeft niet zoveel om het lijf: ze spreken een dag en een tijdstip af en na een uur bellen ze elkaar om te kijken hoeveel titels er gesorteerd zijn. Toch nemen ze het heel serieus, kijk maar eens naar het filmpje op Facebook van de pep talk van het hoofd van de afdeling van de NYPL voordat de wedstrijd begint. De hele wedstrijd werd ook live gestreamd via Facebook.

Het filmpje hierboven is gemaakt door de Seattle Times, over de winnaars van dit jaar. Voorafgaand aan de wedstrijd besteedde de New York Times er aandacht aan dus alleen al vanwege de prachtige reclame die het oplevert is het een succes. Maar ook als teambuilding lijkt me dit niet te evenaren. Zo is het niet begonnen en het is ook niet de doel van de wedstrijd maar het is natuurlijk wel mooi meegenomen. Bij het artikel in de New York Times zit ook nog een diashow met foto’s over How that library book you wanted got to your branch met foto’s van achter de schermen van de bibliotheek. Daar kun je lezen dat de afdeling in New York geleid wordt door een ex-politiecommissaris en een oud beroepsmilitair.

Misschien kunnen de vervoersdiensten van ProBiblio en de Rijnbrinkgroep ook eens een keer een wedstrijdje organiseren? Niet in boeken sorteren maar in wagens laden of dozen stapelen? Of is er een andere Nederlandse variant van deze wedstrijd te verzinnen?

Nieuwe koers voor de New York Public Library?

Volgens de New York Times krijgt de New York Public Libary binnenkort een nieuwe President. De huidige president heeft vorig jaar zijn vertrek al aangekondigd en nu is er dus een nieuwe gevonden: Anthony W.  Marx, hoogleraar aan en president van het prestigieuze Amherst College.

Ik weet niet precies hoever de macht reikt van een President, maar de krant voorspelt een nieuwe koers voor de bibliotheek. The choice suggests that the search committee sees the library’s future  as rooted in the life of its 86 neighborhood branches, where poor families and immigrants go not only to check out books and DVDs, but also to use computers, do job searches, take English classes and seek guidance on how to search the Internet and write a résumé.

Marx heeft zich in eerdere functies al bezig gehouden met educatieve programma’s voor jonge kinderen, daar baseert de krant zich waarschijnlijk op. De huidige president heeft de NYPL het digitale tijdperk ingeloodst, met veel aandacht voor digitalisering van de collectie, nu is het dus weer tijd om de nadruk op educatie en de lokale gemeenschap te leggen. Lijkt me een goed idee. De New York Library was altijd al een voorbeeld voor de rest van bibliotheekland, dus laten we hierin ook maar volgen. Ik ben voor!

Waarom is het zo stil in de Koninklijke Bibliotheek?

 

Tijdens mijn tripje naar New York ben ik uiteraard ook in de New York Public Library geweest. En dan bedoel ik (zoals iedereen) het Stephen A. Schwarzman Building aan 5th Avenue en niet één van de 94 filialen. Het “gebouw met de leeuwen” heeft geen uitleenfunctie maar is een research library, een beetje zoals de Koninklijke Bibliotheek bij ons. Niet helemaal vergelijkbaar, dat weet ik, want overzees hebben ze ook nog de Library of Congress, maar toch.

Het is een indrukwekkend gebouw, met grote studiezalen die eruit zien zoals in de film: hoge ramen, veel donker hout en koperen lampen. Het was er erg druk. Niet alleen met mensen die gebruik maakten van de faciliteiten van de bibliotheek maar ook met toeristen die het gebouw kwamen bekijken of een van de drie (!) tentoonstellingen bezochten. Op het moment van mijn bezoek waren dat tentoonstellingen over kaarten van New York vanaf 1609, over de 250e verjaardag van Voltaire’s Candide en over drie vrouwelijke fotografen die het afgelopen jaar zijn overleden. En dat allemaal met materiaal uit de eigen collectie van de bibliotheek.

In de NYPL zijn ze actief bezig om de collectie onder de aandacht van een zo groot mogelijk publiek te brengen. Niet alleen met tentoonstellingen, maar ook met lezingen en workshops op alle mogelijk gebieden en over alle mogelijke onderwerpen. Ze organiseren zoveel dat ze zelfs elk kwartaal een apart magazine uitbrengen waarin alle activiteiten staan. 

Jammer dat de KB zoiets niet doet. Die werkt de  komende vier jaar intensief aan haar digitale bibliotheek, waarin iedereen toegang heeft tot alle in Nederland uitgegeven digitale en papieren publicaties, schrijft ze in haar beleidsplan. Maar dat toegang bieden zien ze dus als iets passiefs: de collectie worden ter beschikking gesteld, in real life of digitaal, maar er wordt verder niks mee gedaan. Jammer. Want de missie van de KB luidt: wij brengen mensen en informatie samen. Dat klinkt actief, maar dat is het dus niet. Het blijft bij passief beschikbaar stellen. Dat is misschien al ingewikkeld genoeg, en ik begrijp ook wel dat het digitaliseren van de huidige collectie een heidens karwei is maar ik vind het toch jammer. Daarmee wil ik niks afdoen aan alle digitale exposities die gemaakt worden en het Geheugen van Nederland is een dankbare bron van illustraties, maar het blijft passief.

Ok, in de studiezalen van de KB is geen donker hout of koperen lamp te vinden en de Prins Willem-Alexanderhof is geen 5th Avenue maar een klein beetje meer actie zou toch best kunnen? Waarom die conservator namiddeleeuwse handschriften niet een lezing laten houden over het Album amicorum van Jacoba Cornelia Bolten? Daar zou je dan een mooie serie van kunnen maken: met een lezing over ander albi amicorum uit de collectie en dan de lijn doortrekkend via de poëziealbums naar de vriendenboekjes van nu. Met misschien nog een workshop poëzieversjes schrijven voor kinderen? Of is dat weer to much? Maar zo breng je in elk geval die webexpositie weer beter onder de aandacht en biedt je een groter publiek de kans om kennis te maken met de schatten uit de collectie.

De KB heeft een tentoonstellingsruimte, De verdieping van Nederland, maar wat daar georganiseerd wordt lijkt weer zo los te staan van wat er in de rest van het gebouw gebeurd. Terwijl het geheim volgens mij is dat je op zoek moet naar verbinding: met je omgeving en met je gebruikers maar ook verbinding binnen de organisatie. Waarom organiseren ze geen lunchpauze lezingen, voor al die ambtenaren uit de aanpalende gebouwen?  Of lezingen voor na je werk? Dan breng je pas echt mensen en informatie samen.

Jammer dat de KB zijn eigen missie zo passief ziet, maar dat zal wel weer met de introvertie van bibliothecarissen te maken hebben. Zonde.

get_footer() ?>