Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

leesbevordering

All of the posts under the "leesbevordering" tag.

Van de Dolly Parton fanclub

Vanwege de enthousiaste reacties op bovenstaande tweet kwam ik er achter dat nog heel veel mensen niet weten wat voor een geweldig mens Dolly Parton is. En hoe fantastisch zij zich inzet voor leesbevordering bij jonge kinderen. Daarom leg ik dat hier graag nog een keertje uit. (iedereen die dat wel al weet moet maar iets voor zichzelf gaan doen, want dan lees je hier niks nieuws)

Van Dolly Parton als zangeres of als artiest kun je van alles vinden: van haar muziek kun je houden of niet en je hoeft haar smaak in kleding niet te delen. Maar ze is behalve artiest ook een hele goede zakenvrouw. Ik schreef al eerder over haar aanvaring met de manager van Elvis Presley. Met haar eigen opnames verdient ze heel aardig (to put it mildly) maar ze is, denk ik, echt binnengelopen omdat Whitney Houston haar I will allways love you heeft opgenomen (wat ik persoonlijk een draak van een opname vind, maar dat doet er nu even niet toe).

Sinds 1986 heeft ze haar eigen themapark Dollywood en nee dat is geen Dolly-Parton-ophemelmuseum maar een atractiepark in Tennessee dat naast de nodige typische atractiepark atracties ook demonstraties van oude ambachten en de geschiedenis van de (nabijgelegen) Smokey Mountains belicht. Het park is een van de grootste toeristische attracties in Tennessee. Een paar jaar later richtte ze de Dollywood Foundation op met als een van de doelen ’to improve the quality of life of children and others in need’. De foundation begon met het geven van beurzen aan scholieren uit haar eigen regio (Sevier County, Tennessee) zodat die konden gaan studeren. In 1995 werd van daaruit de Imagination Library opgericht, die het lezen wilde stimuleren door kinderen in de regio elke maand een boek cadeau te doen. Dat programma werd zo’n succes dat ze in 2000 besloot om er landelijk mee te gaan. Inmiddels strekt het zich uit tot in Canada, Australië, de Verenigde Staten en Ierland en versturen ze 2 miljoen boeken per maand. Iedereen kan zijn kind aanmelden (onafhankelijk van je inkomen) en elk kind krijgt dan totdat het vijf jaar wordt elke maand een boek toegestuurd. Dat je mag houden. Voor wie wil weten hoe dat logistiek precies werkt hebben ze een mooi filmpje gemaakt.

Die tweet hierboven is de herkauwing van een oude tweet want inmiddels heeft de Imagination Library al 213 miljoen boeken uitgedeeld. Ik vind het echt fantastisch, vooral ook omdat het nut van goed kunnen lezen zo diep zit in alles wat ze hier doen.
Dolly kan dat uiteraard veel beter zeggen dan ik. “When I was growing up in the hills of East Tennessee, I knew my dreams would come true. I know there are children in your community with their own dreams. They dream of becoming a doctor or an inventor or a minister. Who knows, maybe there is a little girl whose dream is to be a writer and singer. The seeds of these dreams are often found in books and the seeds you help plant in your community can grow across the world.”

En kijk ook nog even naar dit filmpje, waarin Dolly zelf uitlegt hoe het zit. Ja echt, kijk maar even. Ook als je Dolly stom vindt, het duurt maar anderhalve minuut.

Wat zei ik? Prachtig toch?

Roodkapje van Roald Dahl voorlezen

Roodkapje door Quentin Blake, voor de Gruwelijke Rijmen van Roald Dahl, 1982

Tijdens alle opwinding in de afgelopen weken over de aanpassingen die de Britse uitgever heeft aangebracht in de nieuwe edities van de boeken van Roald Dahl moest ik steeds weer denken al die honderden keren dat ik zijn versie van Roodkapje heb voorgelezen. En aan hoeveel lol we daarbij hadden. Ik weet niet meer precies in welk jaar dat was (het is meer dan twintig jaar geleden dat ik voor het laatst een klassenbezoek gedaan heb) maar een van de jaarlijks wisselende programma’s die we in onze bibliotheek deden had als thema sprookjes. Waarschijnlijk was het samengesteld door Karen Bertrams van ProBiblio. Geen idee meer wat het programma precies inhield maar als afsluiting las ik dus het verhaal Roodkapje en de wolf voor uit de Gruwelijke rijmen van Roald Dahl. Voor wie de Gruwelijke rijmen niet kent: daarin heeft Dahl een aantal bekende sprookjes op rijm herverteld. Maar dan wel op zijn Dahls, dus met een ander einde dan het origineel. Je kunt hier de originele versie van zijn Roodkapje vinden en ook beluisteren, voorgelezen door de schrijver zelf. In de introductie vertelt hij dat hij de “little rhymes” als een soort grap had geschreven en dat hij verbaasd was over het succes er van.

Dat voorlezen verliep bijna altijd op ongeveer dezelfde manier. Het was de afsluiting van het bezoek waarbij de kinderen (groep 5/6) dus weer even stil moesten zitten nadat ze net ruim een half uur actief waren geweest (de meeste dan). Daar had niet altijd iedereen even veel zin in en als de biebjuf dan ook nog zei dat ze ging voorlezen daalde het humeur vaak snel. Alhoewel ik aankondigde dat het een andere versie van het sprookje was dan ze kenden geloofden ze dat maar half. Maar al snel merkten ze dat het echt anders was, alleen al vanwege het rijm. En dan las ik nog eens van die gekke woorden als ‘schriel scharminkel’ voor. Het hoogtepunt van het verhaal was altijd dit:

”t Kind lacht en trekt in een wipje

een revolver uit haar slipje.’

(‘Ze richt hem op het grote beest en beng, beng…. die is er geweest’) Hilariteit alom, vooral bij alle jongens in de groep. Het verhaal eindigt ermee dat Roodkapje haar rode kapje inwisselt voor een mantel van wolvenvel, zoals op de illustratie van Quentin Blake te zien is.

Pas toen ik er de laatste weken weer aan terugdacht realiseerde ik mij dat het geweldige ook zit in de fantastische vertaling van Huberte Vriesendorp. Even dacht ik nog dat het Vriesendorps idee was om dat pistool in een onderbroek te bewaren, maar dat is van Dahl (‘The small girl smiles. One eyelid flickers. She whips a pistol from her knickers.’) Maar om van een onderbroek een slipje te maken en dat dan ook nog te laten rijmen op wipje is prachtig. Het waren precies de goede woorden om jongetjes uit groep 5/6 enthousiast te maken voor een verhaal.

De Nederlandse uitgever heeft aangekondigd de boeken niet te gaan aanpassen. Dat klinkt heel stoer maar een vertaler past een tekst al aan want die maakt zelden een letterlijke vertaling. Het lijkt me dat ze wijzigingen in dit geval in eerste instantie met de vertaler moeten bespreken. In alle voorbeelden van aanpassingen die ik voorbij heb zien komen zag ik nergens iets over de Revolting rhymes dus misschien is dat de dans ontsnapt. Maar ter gelegenheid van dit stukje heb ik het boek er nog eens bij gepakt en als ik daar het verhaal van Goudhaartje en de drie beren nog eens lees zie ik zo een paar woorden die in een nieuwe editie best aangepast zouden kunnen worden zonder dat de essentie van Dahls versie verdwijnt. In deze versie is Goudhaartje een rotkind dat het huis van de drie beren heeft vernield en Dahl suggereert dat de beren haar op hadden moeten eten. Dat verhaal kan prima overeind blijven als je bv het woord Bijlmerbajes aanpast. Ik vind het een ingewikkelde kwestie: ja natuurlijk ben ik tegen censuur en ja natuurlijk moet je van andermans tekst afblijven maar dit verhaal is nu al meer dan 40 jaar oud en boeken worden wel vaker aangepast aan de moderne tijd. Bijvoorbeeld om ze leesbaar te houden. En verkoopbaar. Alhoewel ik om sommige woedende protesten erg moest grinniken pleit ik daarom toch graag voor enige nuance.

Het belangrijkste lijkt me dat de kern van het verhaal, in dit geval het dwarsige, bewaard blijft. Want dat maakte Roodkapje zo’n succes bij die klassenbezoeken: dit was geen lief meisje dat een jager nodig had om haar te redden maar een stoere meid die zichzelf redde. Met een revolver ook nog eens. En een biebjuf die het woord slipje voorlas was daarbij een extra bonus. Na elk klassenbezoek liep er minstens één jongen de bieb uit terwijl hij ’trok in een wipje een revolver uit haar slipje’ proestte maar meestal was het een giechelend groepje. Dat vond ik mooi. Dat vind ik nog steeds mooi en belangrijker dan of er wel of niet ergens een woordje is aangepast.

Nogmaals: leve Adriaan van Dis

JPET20211121_AdriaanVanDis_007_kleinweb
foto: John Peters

“We hebben afgesproken dat we elkaar zouden tutoyeren. Dat voelt voor mij een beetje onwennig want ik ben nogal wat jaren jonger dan jij maar jij hebt weer meer haar dan ik.” Zo opende Leon Verdonschot afgelopen zondag het gesprek met Adriaan van Dis dat we georganiseerd hadden in het kader van Nederland Leest.

Het was een geweldige middag. In het Royal Theater, een oude bioscoop in de binnenstad van Roermond, zaten groepjes mensen keurig op ongeveer 1,5 meter, verspreid door de zaal te luisteren naar Adriaan van Dis. Bij de kennismaking vooraf zei Leon Verdonschot dat hij er erg veel zin in had en dat hij veel vragen had voorbereid, waarop Van Dis antwoorde: “oh, maar daar geef ik toch geen antwoord op, ik wil zelf veel te graag vertellen.” Dat was een beetje overdreven, van dat geen antwoord geven, maar dat hij er zin in had was duidelijk en dat hij zijn verhaal al vaak verteld had ook. Maar het was een geweldig verhaal en het enthousiasme dat hij uitstraalde was aanstekelijk. Het werd een bevlogen gesprek, niet alleen over zijn boek ‘De wandelaar’ maar ook over taal, over niet bang zijn, over lenig blijven en in actie komen. Over maatschappelijke betrokkenheid en de verheffingsgedachte, over het n-woord, over zijn moeder en uiteraard was er ook iemand die een vraag stelde over zijn reizen naar Indonesië.

Waarschijnlijk kan elke organisator van een Nederland Leest bijeenkomst met Van Dis een vergelijkbaar enthousiast verhaal vertellen, maar ik deel het hier toch graag. Want mooie dingen moet je delen. Niet alleen het gesprek was fijn, maar ik genoot al zo van het feit dat het weer kon: in een zaal zitten en naar levende mensen luisteren in plaats van naar een scherm kijken. Naar twee mensen kijken die een echt gesprek voeren, naar elkaar luisteren en die oprecht nieuwsgierig zijn, in plaats van alleen maar persé hun gelijk willen halen. Helaas was er een aantal mensen die het toch niet aandurfden met die stijgende besmettingscijfers, zo’n zaal vol, maar de bezoekers die er waren vonden het allemaal geweldig.

Wat mij betreft is Adriaan van Dis de ideale Nederland Leest schrijver, dus complimenten aan het CPNB voor deze keuze.

De voetballer die wil dat kinderen meer lezen

Ik weet echt niks van sport. Dat de Olympische Spelen zijn afgelopen weet ik alleen maar omdat ik dat op het nieuws gehoord heb. Maar toch zat ik een paar weken geleden te googelen wie Marcus Rashford was. Iedereen die al weet wat voor een ontzettend sympathieke jongen dat is en die ook al weet hoeveel goede dingen hij doet mag nu ophouden met lezen, maar ik wil dit verhaal graag delen omdat ik er zo vrolijk van word. Ik googelde hem vanwege deze tweet die met veel instemming werd geretweet door een Britse bibliothecaris.

Ik vroeg me af waarom die bibliothecaris hier zo blij van werd want dit is wat elke professionele leesbevorderaar zegt. Eén muisklik leerde me dat dit geen onderwijzer of bibliothecaris was maar een voetballer. En na dat gegoogel wist ik ook dat het niet zomaar een voetballer is. Behalve dat hij goed kan voetballen is hij ook heel sociaal bewogen. Vorig jaar begon hij een actie om kinderen uit arme gezinnen die tijdens de zomervakantie honger hadden omdat ze geen schoolmaaltijden meer kregen, van gratis maaltijden te voorzien. Die actie werd zo groot dat het regeringsbeleid uiteindelijk werd aangepast en Rashford er een koninklijke onderscheiding voor kreeg. Daar verwijst dat MBE achter zijn naam naar, hij is Member of The Most Excellent Order of the British Empire. Overigens werd dat regeringsbeleid na een paar maanden weer teruggedraaid waarop een aantal grote bedrijven besloten om het initiatief over te nemen.

Vorig najaar werd een nieuw initiatief bekend: Rashford wil het lezen bij kinderen in achterstandsgebieden gaan bevorderen. ‘I only started reading at 17, and it completely changed my outlook and mentality. We know there are approximately 400,000 children across the UK today who have never owned a book, children who are in vulnerable environments. That has to change.’ Om dat voor elkaar te krijgen heeft hij een deal gesloten met een grote uitgeverij voor een book club en gaat hij zelf boeken voor kinderen schrijven. Die book club ging in juni van start: er werd een boek geselecteerd dat niet alleen flink werd gepromoot maar waarvan ook 50.000 exemplaren gratis werden uitgedeeld via Magic Breakfast, een organisatie die gezonde schoolontbijten verzorgd.

Vlak voordat de leesclub begon verscheen het eerste boek van zijn eigen hand: You Are a Champion, een boek voor kinderen tussen 9 en 12 jaar over “how to be the best you can be”. Met verhalen uit zijn eigen leven wil hij kinderen inspireren en zelfvertrouwen geven: ‘you can’t be a champion until you’re happy being you!’ Het boek werd vrijwel onmiddelijk een bestseller. Het is hem gegund. Overigens begreep ik dat hij ook, net als zijn collega’s van dure horloges en prive-jets houdt. Want hij blijft een voetbalinternational, van 23 jaar. Met het hart op de goede plek.

Leve Adriaan van Dis

Twee weken geleden schreef Adriaan van Dis een discussiestuk voor de Akademie van Kunsten met als titel: De zachtekrachtenleesknokploeg. Datzelfde stuk verscheen een paar dagen later (in aangepaste vorm) op de opiniepagina van De Volkskrant, onder de titel Moeten we een zachtaardige knokploeg oprichten om de ontlezing te bestrijden?. En gisteren zat Van Dis in het tv-programma Buitenhof met ongeveer dezelfde boodschap waarin hij zich rechtstreeks tot jongeren richtte met de oproep om meer te lezen.

Nou vond ik Adriaan van Dis altijd al een interessante schrijver maar ik dreig een soort fangirl te worden want ik vind het allemaal even geweldig wat hij doet. Zeker nadat ik hem had gehoord in de podcast van Gijs Groenteman, waarin hij vertelt hoeveel zin hij heeft in de gesprekken met lezers als Nederland Leest straks weer begint. Dat kan ik me voorstellen, want De Wandelaar (het Nederland Leest boek) leent zich daar uitermate goed voor. En ook zijn nieuwste roman Klifi schreeuwt om een gesprek over de inhoud, over hoe realistisch die science fiction is en over de fijne details in dat verhaal. Hij komt naar Roermond, in november, en ik zit me daar nu al enorm op te verheugen.

Helpt dat nou, dat hij zo’n oproep doet? Want hoeveel jongeren kijken er nou naar Buitenhof? En die Van Dis is toch veel te oud, daar luisteren jongeren niet naar. En kijk eens wat een knoepert van een spelfout er in die tweet van Buitenhof zit, ze moeten daar zelf eens wat meer lezen. Trouwens, die omroepen kunnen beter een leuk boekenprogramma maken, dat helpt meer dan zo’n suffe oproep. Volgens Twitter dan. Maar dat vind ik geneuzel, ik weet zeker dat het wel helpt, deze oproep. Want het kan niet vaak genoeg gezegd worden dat lezen belangrijk is. Hoe vaker mensen dat horen, uit hoe meer verschillende invalshoeken, hoe beter die boodschap overkomt. En dan heb ik het nog niet eens over het literair-wetenschappelijke of het culturele aspect van lezen, maar puur over het kilometers makende deel. Over veel lezen, zodat je het goed kunt, zodat je later als je groot bent en de maatschappij in moet je tenminste een fatsoenlijk mailtje kunt schrijven. Of de websites begrijpt waar je al die grote-mensen-dingen moet regelen. Ik denk dat zo’n boodschap van Adriaan van Dis beter aankomt, of in elk geval een groter publiek bereikt, dan wanneer ik of willekeurig welke bibliotheekdirecteur, precies hetzelfde zegt.

Dus alstublieft meneer Van Dis: blijf het lezen promoten, blijf als een evangelist de boodschap verspreiden. En ja, misschien moeten we wel zo’n zachtekrachtenleesknokploeg oprichten. Ik wil wel mee doen. Alleen al het feit dat de koppenmaker van de Volkskrant (laten we die de schuld maar geven) dat prachtige woord heeft veranderd in ‘een zachtaardige knokploeg’ geeft aan dat er veel te weinig gelezen wordt. En dat zo’n knokploeg dus broodnodig is.

“Laten we weer leren lezen en twijfelen. Doe iets.”

Geletterdheid verandert levens

"Put simply, libraries change lives. Literacy changes lives." - A quote by Cressida Cowell.

De Britse kinderboekenschrijfster Cressida Cowell is de 11e Waterstones Children’s Laureate, een titel die bekende schrijvers krijgen en waarmee ze een periode ambassadeur zijn voor kinderen en lezen. In die rol heeft ze een open brief geschreven aan minister-president Boris Johnson waarin ze hem oproept om structureel jaarlijks 100 miljoen pond te investeren in schoolbibliotheken om zo een einde te maken aan de snel groeiende ongelijkheid in het onderwijs. Want: “Decades of research show a reader for pleasure is more likely to be happier, healthier, to do better at school, and to vote – all irrespective of background.” Het is een mooie open brief, je kunt hem hier terug lezen en het filmpje bekijken waarin Cowell de brief voorleest. Dat filmpje plaats ik hieronder ook.

De open brief is onderdeel van haar project Life-Changing Libraries. Het project is bedoeld om de aandacht te vestigen op de vier pijlers van een succesvolle schoolbibliotheek, zoals zij het noemt, een ‘gold standard’ schoolbibliotheek. Die vier pijlers zijn: space – book provision, expertise, and whole-school and community involvement. Volgens de website van BookTrust, waar ze dit initiatief introduceert zijn deze vier pijlers o.a. gebaseerd op de ervaring die Cowell heeft opgedaan in de 22 jaar dat ze scholen heeft bezocht. Heel toevallig zijn deze pijlers ook onderdeel van de bouwstenen die wij in Nederland bij De Bibliotheek op School gebruiken: een actuele collectie, deskundige ondersteuning en actief aandacht voor lezen. Zo toevallig is dat natuurlijk niet, want de Nederlandse bibliotheken baseren zich voor een groot deel op dezelfde internationale onderzoeken als waar BookTrust zich op baseert. Ik ga er althans van uit dat zij hebben meegedacht bij het opstellen van deze pijlers. BookTrust is een Britse liefdadigheidsorganisatie die zich bezig houdt met leesbevordering. Ze zijn o.a. de bedenkers van Bookstart, dat wij hebben overgenomen als BoekStart.

Het project Life-Changing Libraries begint met zes scholen die elk een bibliotheek cadeau krijgen van BookTrust. Op elke school wordt een bibliotheekruimte ingericht en worden 1000 boeken geplaatst, die worden uitgezocht door experts en worden geschonken door de uitgevers. De leerkrachten worden getraind door de School Library Association. In grote lijnen zoals wij dat ook doen als wij weer een dBoS gaan inrichten, alleen net anders: wij zien het niet als liefdadigheid maar als een professionele actie waar structureel geld voor wordt vrijgemaakt en waar we een goede start voor de schoolbibliotheek maken met een eenmalige subsidie.

Dus eigenlijk is dit helemaal niks nieuws wat die Cressida hier doet. Waarom schrijf ik er dan toch over? Omdat het altijd fijn is om je gelijk bevestigd te zien: “zie je wel, zij doen het ook zo”. Maar ook omdat ik die filmpjes van Cowell zo leuk vind: dat ontzettende Engelse van die filmpjes: dat accent, die achtergrond, dat enthousiasme en zelfs dat knullige van het geluid dat eigenlijk niet helemaal goed is. Ja, ik heb een zwak voor de Britten, maar kijk zelf maar even dan zul je het zien. En als laatste: ze zegt het zo mooi. “Bibliotheken veranderen levens”, dat krijgen wij als Nederlanders niet over onze lippen. Ze legt zo plastisch uit waarom lezen belangrijk is, en hoeveel plezier je kunt beleven aan de ‘life-changing magic of reading’. Overigens wil ik hiermee niks onaardigs over onze eigen Kinderboekenambassadeur zeggen, want Manon Sikkel doet ook prachtig werk. Maar ja, ze is niet Brits…

De rechten van de lezer

De rechten van de lezer

Naar aanleiding van mijn stukje van vorige week herinnerde iemand me op Twitter aan het boek ‘In een adem uit’ van Daniel Pennac. Ook een boek over hoe je jongens aan het lezen krijgt. Uit 1993, dus al behoorlijk oud maar ik herinner me nog hoe geweldig ik het vond toen ik het las. Pennac is een Franse romanschrijver, tevens leraar Frans. In zijn essay In een adem uit beschrijft hij hoe hem als puber het lezen ging tegenstaan en hoe hij die ervaring gebruikte om zijn leerlingen wel enthousiast voor lezen te krijgen. (spoiler: dat doet hij door voor te lezen) Inderdaad, de link met Bas Steman ligt voor de hand.

Toen ik vanwege die Twitterdiscussie ging opzoeken hoe oud dat boek van Pennac was kwam ik zijn beroemde ’10 rechten van de lezer’ weer tegen. Ik zag dat Quentin Blake (een van mijn favoriete illustratoren) die 10 rechten geïllustreerd had en dat de mensen van Cultuurkuur daar een vertaling van hadden gemaakt. Die deel ik hier graag. Inclusief een gratis te downloaden poster, dus doe er je voordeel mee.

Uit die 10 rechten van Pennac, en vooral uit zijn waarschuwing “lach mensen die niet lezen niet uit, want dan gaan ze nooit lezen” blijkt al hoe zijn zachtzinnige aanpak werkt: positief stimuleren. Voor zover ik kan zien is zijn boek al heel lang niet meer te koop. Misschien is het tijd voor een herdruk? Aidan Chambers, wiens Vertel eens, over ditzelfde onderwerp in dezelfde periode verscheen is omarmd door de Nederlandse bibliotheken en leesbevorderaars en zijn boeken zijn wel nog redelijk recent uitgegeven. Waarschijnlijk omdat Chambers meerdere boeken over het onderwerp schreef en ook als een ware apostel zijn boodschap verkondigde. Nog steeds verkondigt trouwens. Als je de kans krijgt om hem te horen praten moet je dat zeker doen. Ik zag hem ooit in een vergaderzaaltje in de oude OBA (ja, ja, oma vertelt) en was na die avond meteen verkocht.

Lekker boekie!

Hoera! Eindelijk een positief boek over jongeren en lezen. Een boek over leeshonger en over jongens (jongens!) die graag lezen.

Het probleem van jongeren die niet meer lezen en de resultaten van het PISA onderzoek ga ik hier niet meer noemen. Dankzij Arjen Lubach hoeft dat hoop ik ook niet meer. Belangrijkere vraag is: wat gaan we daar aan doen? Het antwoord is simpel: zorgen dat jongeren wel gaan lezen, want meer lezen is dé oplossing voor niet-lezen. Wij als bibliotheken doen daar al van alles aan maar dat schiet nog niet echt op. Bas Steman laat in zijn boek Lekker Boekie! zien hoe het wel kan. Nadat ik Steman en zijn leesclub had gezien in het tv-programma De Vooravond heb ik het boek dat hij daarover schreef meteen besteld.

Voor degenen die dat tv-optreden gemist hebben en er ook nog niet op een andere manier over gehoord hebben: toen zijn 15-jarige zoon moest gaan lezen voor zijn lijst besloot Steman om met de vriendenclub van zijn zoon een leesclub op te richten. Dat werd een groot succes: de jongens raakten verslingerd aan lezen en literatuur veranderde hun leven. In dit boek beschrijft hij hoe hij dat heeft aangepakt. Het is wat mij betreft verplichte kost voor iedereen die zich met leesbevordering en met middelbare scholieren in het algemeen bezig houdt. Hebben bibliotheken hier iets aan? Wel als middel om enthousiast te worden en als bewijs dat wel kan: jongeren enthousiast maken voor literatuur. Niet als ze op zoek zijn naar een model dat ze blind kunnen kopiëren. Het woord bibliotheek komt in het boek geloof ik maar twee keer voor. Steman wil dat jongeren de boeken die ze voor de leesclub lezen niet in de bibliotheek gaan lenen maar zelf kopen. Want ze moeten zich het boek toe-eigenen, letterlijk en figuurlijk.

Eigenlijk is de methode Steman heel simpel: het enige dat je nodig hebt is een enthousiaste volwassene met kennis over literatuur en voldoende geduld om pubers bij de hand te nemen. Je zou kunnen zeggen dat Steman het makkelijk had, want hij is niet alleen gepassioneerd over literatuur maar hij heeft ook een goede band met de plaatselijke boekhandelaar. Er ís überhaupt een goede boekwinkel in zijn woonplaats. Hij had een groep VWO-ers die hem vertrouwde en bereid was om hem te volgen en hij heeft een netwerk waardoor er colleges middeleeuwse literatuur gegeven kunnen worden en die er voor zorgen dat Adriaan van Dis kan aanschuiven bij de leesclub om over zijn boek te praten. Dus ja, dit is het ideale plaatje. Maar met het enthousiasme en de inzet van Steman zou je ook onder minder ideale omstandigheden een succesvolle leesclub kunnen maken. Een geweldige vondst vind ik de term ‘paaseitjes’ die hij gebruikt om thema’s of verwijzingen in een boek aan te duiden. De jongens kennen ‘easter eggs’ uit films en games en gaan meteen op zoek.

Dus mensen, lees dat boek. Je krijgt meteen zin om literatuur te gaan lezen. Ik miste mijn oude leesclub er nog meer door. En als je dan toch bezig bent, lees dan ook meteen even Waarom je kinderboeken moet lezen zelfs al ben je oud en wijs van Katherine Rundell. Een lelijk uitgegeven maar interessant essay waarin deze Britse kinderboekenschrijfster een aantal interessante dingen zegt. Zoals dat het een misverstand is dat je persé één bepaalde kant op moet lezen. Dat je steeds moeilijkere boeken moet lezen en als volwassene niet meer terug moet vallen naar makkelijke (lees: kinder-) boeken. Ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n vermoeden dat Bas Steman het op dat punt niet met Rundell eens is.

Een grensoverschrijdende bibliobus

Ik heb er weer een hoor: een bijzondere bibliobus. Dit is de Bi-Bus. De bibliobus van de bibliotheek Saarbrücken die met een collectie Duitse en Franse kinderboeken scholen bezoekt in het grensgebied van Duitsland en Frankrijk.

In dit filmpje lijkt het alsof het doel van de bus is om tweetaligheid te bevorderen, maar dat lees ik verder nergens terug. Er is sowieso weinig informatie over deze bus te vinden, behalve dat ze er in Saarbrücken heel trots op zijn. Terecht. Voor zover ik kan zien heeft de Stadtbibliothek Saarbrücken één vestiging en daarnaast dus de Bi-Bus. Ze hebben al sinds de jaren ’80 een bibliobus die de scholen bezoekt, ik vermoed dat toen die aan vervanging toe was hij is vervangen door deze bus waarmee ze ook bij de Franse buren terecht kunnen. De bus rijdt volgens een 5-wekelijks schema, zo te zien afwisselend in Frankrijk en Duitsland. Zo komen ze bijvoorbeeld in Diebling en Folkling, dat klinkt Duits maar het zijn Franse dorpjes (googel maar). Dat heb je in zo’n grensregio.

Het is niet de eerste grensoverschrijdende bibliobus, ik schreef eerder over de bus die boven de poolcirkel rijdt. Afwisselend in Finland, Zweden en Noorwegen. Overigens hebben ze in Saarbrücken ook een boekentaxi. Dat is een mooie term voor een afhaalpunt voor senioren in de bibliobus. Zoiets als bij ons de ‘bibliotheek aan huisdienst’. Senioren of andere niet-mobiele lezers kunnen telefonisch een boek of een boekenpakket bestellen en dat afhalen bij de bibliobus, want de bus zelf is dus alleen voor kinderen. Mooi woord wel: Büchertaxi. Mooie bus ook.

Een minister die van lezen houdt

Minister Slob, de minister van onderwijs, laat in dit filmpje zien waarom hij van lezen houdt. Hij zegt het niet rechtstreeks, want op de vraag ‘Waarom lees je” geeft hij een tamelijk meanderend antwoord. Tussen al die woorden hoor je echter ook “omdat ik het fijn vind”, en dat lijkt me de enige juiste reactie. Het enthousiasme zit hem niet zozeer in wat hij zegt maar in de manier waarop hij over lezen en over zijn favoriete boek praat. Hij houdt echt van lezen, dat merk je. En Karakter betekent echt veel voor hem.

Het filmpje is gemaakt omdat de minister ambassadeur is van De Weddenschap, het landelijk leesbevorderingsproject van de Stichting Lezen voor leerlingen van het praktijkonderwijs, vmbo en studenten van het mbo. Mooi project, dat dit jaar 10 jaar bestaat. Dat de minister zo’n filmpje maakt vind ik geweldig, goed voorbeeld doet goed volgen en zo. Daar heb ik me in het verleden al eens kwaad over gemaakt, over het ontbreken van een goed voorbeeld vanuit onze bewindslieden. Maar nu hebben we dus een minster van onderwijs die niet alleen zegt dat lezen belangrijk is maar die dat ook wil laten zien. Fijn.

Jeanine Deckers 12 september 2020 1 Comment Permalink

get_footer() ?>