Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

laaggeletterdheid

All of the posts under the "laaggeletterdheid" tag.

Bibliobussen forever

De afgelopen week ontplofte dit blog bijna vanwege de overweldigende belangstelling voor mijn stukje over de AI’s en de NBD. Inmiddels is het aantal lezers weer op het oude peil dus nu is het tijd voor een stukje over dat andere onderwerp* waar ik graag over schrijf: bibliobussen. Niet dat er iets bijzonders is om me over op te winden maar gewoon omdat ik ze af en toe graag onder de aandacht breng. Want je bent fan van bibliobussen of niet. Het filmpje hierboven is zo’n voorbeeld van waarom bibliobussen zo geweldig zijn. Over dit initiatief bestaat een veel leuker filmpje van drie jaar geleden want die bussen zijn ooit ingesteld om analfabetisme in Afghanistan te bestrijden en het lezen te bevorderen. Maar sinds de Taliban weer aan de macht is mogen meisjes niet meer naar school, dus nu worden de bibliobussen in Kabul ingezet om vrouwen en meisjes toch nog enige toegang tot kennis en informatie te bieden. Want naar de bibliotheek mogen ze blijkbaar wel.

In Bremen hebben ze ook een bibliobus. De lokale omroep reed een dagje mee op die bus en maakte daar een reportage over, heel herkenbaar voor iedereen die wel eens op een bibliobus heeft gewerkt. Een heel vrolijk filmpje is het geworden. Het meest opmerkelijke feitje vond ik dat de chauffeur van de bus zelf geen auto heeft.

Nou we toch in Duitsland zijn: dankzij Twitter weet ik dat op de Markt in Bredstedt (Noord-Duitsland) één keer per maand een Deense bibliobus staat. Bredstedt ligt ongeveer 40 kilometer van de Deense grens dus ik vermoed dat daar nogal wat Denen wonen, of Duitsers die hun Deens willen oefenen.

Een paar weken geleden las ik over een wethouder in Den Haag die ‘mobiele bibliotheekjes’ wil gaan inzetten om het lezen in zijn stad te bevorderen. Dat bericht deelde ik op Twitter met de suggestie dat hij dan een bibliobus moest inzetten en daar kwamen nogal positieve reacties op. ‘We moeten daar naartoe, waar de lezers zijn’, zei wethouder Robert van Asten en dat is precies wat een bibliobus doet. Op de foto bij het nieuwsbericht staat de wethouder bij een kekke bakfiets vol boeken. Superleuk maar als hij het serieus meent, van dat leesoffensief, dan heb je aan zo’n fiets niet genoeg. In Den Haag hebben ze ervaring met bibliobussen: voordat de bibliotheekfilialen in Ypenburg, Leidscheveen en Wateringse Veld er waren stond daar de bibliobus (van ProBiblio, vandaar dat ik dat weet). Ik weet niet of Van Asten terug komt als wethouder maar ik ben heel benieuwd hoe serieus die opmerking was en of iemand dat idee van die mobiele bibliotheken gaat oppakken.

Misschien is het sowieso weer eens tijd om eens na te gaan denken over mobiele bibliotheken. In Zeeland hebben ze laten zien dat ook een bibliobus meer kan zijn dan alleen boeken, net zoals bibliotheken meer zijn dat. Misschien is het tijd voor een terugkeer van de bus.

*Het ene waar ik graag over schrijf is het vak van bibliothecaris dat miskend wordt. Of in dit geval: iets rechtzetten als er onzin over bibliotheken wordt geschreven.

De tv-presentator die leerde lezen

Eerlijk gezegd had ik nog nooit van Jay Blades gehoord maar dat komt waarschijnlijk omdat ik niet van doe-het-zelf-programma’s op tv hou. Blades is de presentator van The Repair Shop, een populair tv-programma bij de BBC waarbij mensen voorwerpen met een sentimentele waarde kunnen laten repareren. Hij heeft pas onlangs, op zijn 51e, leren lezen en tijdens dat proces is hij gevolgd voor een documentaire die afgelopen week werd uitgezonden. Ik vond het een geweldig programma omdat het heel goed laat zien hoe moeilijk het is om te leren lezen maar ook omdat het alle vooroordelen over laaggeletterden doorbreekt. Mijn eigen vooroordelen in elk geval. Want Blades is een hele vrolijke, taalvaardige man. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat hij moeite zou hebben met lezen, maar het uiteraard wel zou kunnen. Alleen heel erg slecht. Dat hij laaggeletterd zou zijn dus. Maar hij kon helemáál niet lezen. Dat maakt het wat mij betreft zo interessant. Je ziet hoe hij les krijgt van een vriendelijke vrijwilliger die hem de verschillende letters leert. Je ziet hem worstelen met de uitspraak en je ziet zijn blijdschap als hij een woord goed heeft gespeld.

Het bijzondere vind ik ook dat hij op latere leeftijd criminologie heeft gestudeerd. Hij kon daarbij gebruik maken van de voorzieningen voor dyslectische studenten. Pas helemaal aan het einde van zijn studie kwamen ze er achter dat hij dyslectisch is en helemaal niet kan lezen. In de documentaire gaat hij terug naar de universiteit en ontmoet hij zijn oude professor, die zegt dat zijn stukken altijd zo goed leesbaar waren: “je schreef zoals je praatte”. Dat klopt want hij sprak zijn teksten in en die werden daarna omgezet in geschreven tekst. Een van de doelen die hij zich gesteld heeft is dat hij zijn jongste dochter wil voorlezen, een bekende reden voor veel laaggeletterden om er mee aan de slag te gaan. Aan het einde leest hij zijn 18-jarige dochter eindelijk het verhaal van Olivia voor. Wat mij betreft is deze documentaire het toonbeeld van het feit dat iedereen zijn eigen verhaal heeft en dat iedere situatie weer anders is. En dat het super belangrijk is dat alle kinderen goed leren lezen want ook hier verlaat 25 procent van de kinderen de basisschool met een leesachterstand die ze later moeilijk weer inhalen. Dus hup leerkrachten en hup leesconsulenten.

De documentaire is terug te zien via BBC iPlayer maar die ‘only works in the UK‘. Helaas. Nog bedankt voor de tip Pascale.

Een filmpje voor het digiTaalhuis

digiTaalhuis Bibliorura

Op 3 november 2017, op de dag dat we onze 100ste verjaardag vierden, openden we het digiTaalhuis in onze bibliotheek. We zijn nu ruim anderhalf jaar verder en het digTaalhuis begint langzaam een begrip te worden. We organiseren Taalcafés, taalspreekuren (in de bibliotheek en op verschillende locaties in de stad), cursussen Klik & Tik en toen de gemeente Roermond digitaal parkeren invoerde heeft de Stichting Digisterker zelfs een speciale parkeermodule voor onze Digisterker cursus gemaakt. Kortom: we doen mooie dingen. Maar toch hebben we het gevoel dat we nog niet voldoende mensen bereiken. Daarom hebben we in samenwerking van de gemeente Roermond een filmpje laten maken om het digiTaalhuis te promoten. Ik ben er erg trots op dus ik breng het hier graag onder de aandacht.

Het filmpje is gemaakt door Inova en je ziet onze eigen taalambassadeur Jeroen zijn verhaal vertellen. We presenteerden het filmpje in het Laurentius Ziekenhuis, niet alleen omdat we daar opnames gemaakt hebben maar ook omdat ze het filmpje daar op de schermen in de wachtkamers gaan vertonen. Dat is ook de reden dat het ondertiteld is want daar is geen geluid, er is ook een versie zonder ondertitels. We zijn nog in gesprek met de huisartsen en andere medische organisaties in de stad omdat we het op zoveel mogelijk plaatsen willen vertonen. Het is niet alleen deze film maar er hoort een hele campagne bij met posters en flyers. De doelgroep voor deze campagne is niet de laaggeletterde zelf maar juist de omgeving, die mensen kunnen wijzen op het digiTaalhuis. Bij de presentatie waren zowel onze ‘eigen’ wethouder aanwezig, als de wethouder van sociale zaken. Het was een echt feestje, Delta Limburg heeft er een mooi verslag van gemaakt. Er is nog een ander filmpje in de maak, dat richt zich vooral op werk en overheid. Dat komt na de zomer.

“Free for all”, een film over bibliotheken

Mocht je in deze donkere dagen voor Kerstmis nog op zoek zijn naar een goed doel om je jaarlijkse goede-doelen-gift aan te doen dan heb ik hier nog een suggestie: draag financieel bij aan een documentaire over het belang van openbare bibliotheken. In de Verenigde Staten, dat dan weer wel.

Free for ALL : inside the Public Library is een film over wat de bibliotheek betekent voor mensen en voor gemeenschappen. All across America, the public library is the only civic institution where the doors are open to all, attendance is entirely voluntary, and everything is free. De makers reizen het hele land door om bibliotheken te filmen, mensen te interviewen en archiefmateriaal te verzamelen. Het opzetten van de film financierden ze via Kickstarter, maar ze hebben nog steeds geld nodig dus je maakt ze heel blij met een donatie.

Via Facebook kun je hun tocht door Amerika volgen, op hun pagina delen ze foto’s van opnames en houden ze ons op de hoogte van de stand van zaken. Ze zijn bijna klaar met filmen, binnenkort beginnen ze met de montage. Op hun Youtube kanaal staat alvast een aantal fragmenten uit interviews, in kan niet wachten op de rest van de film. Ze liggen nog steeds op schema, de bedoeling is dat hij in de zomer van 2016 uitkomt. Nu nog hopen dat we hem ook in Nederland te zien krijgen. Maar tegen die tijd kan de KB daar vast wel iets in betekenen. Of de VOB. Eerst maar eens zorgen dat die film af komt.

Hoe belangrijk taal is

Dit is Patrick Otema, een 15-jarige jongen uit Oeganda. Hij is doof. Hij kan met niemand communiceren en leeft dus erg geisoleerd totdat er een leraar gebarentaal langs komt in zijn dorp. Let op zijn ogen als hij opeens begrijpt wat taal is.

Ontroerend. En hét bewijs van hoe belangrijk het is dat je kunt communiceren, dat je taal hebt. In welke vorm dan ook.

Het filmpje is een clipje uit Unreported World, een Britse documentaireserie van Channel 4. Voor wie zich afvraagt hoe het verder gaat met Patrick, of  voor wie nog steeds niet overtuigd is van het feit dat het hebben taal het verschil kan maken hier het filmpje nog een keer, aangevuld met een onderdeel “10 weken later”. De eerste twee-en-een-halve minuut is dus hetzelfde, die kun je overslaan. Of niet natuurlijk, dan kun je alvast een zakdoek te voorschijn halen.

 

Libraries change lives

Dit filmpje liet Prinses Laurentien gisteren zien, tijdens haar presentatie op het Nationale Bibliotheekcongres. Daar ging het in première. Het is gemaakt in opdracht van Public Libraries 2020, onderdeel van The Reading & Writing Foundation oftewel de Stichting Lezen & Schrijven.  Aardig filmpje, dus ik deel het hier graag.

Wist helemaal niet van het bestaan van die internationale tak van Lezen & Schrijven maar ik vind het een mooi initiatief, dat programma. Libraries strengthen communities by empowering individuals, whether it be through literacy training, free internet facilities or non-formal learning. Wie kan daar nou tegen zijn?

Een dichter in de bieb

rodaan lezerAan de vooravond van de week van de alfabetisering wil ik nog even met jullie delen hoe ons vorige Taalcafé verlopen is. Dat vond plaats in juni, al even geleden dus. Voor dat Taalcafé hadden we de dichter Rodaan al Galidi uitgenodigd. Eerlijk gezegd kende ik Al Galidi alleen maar van het gedicht van hem dat lang achter de bar van Perdu heeft gehangen, maar Trudy, onze coördinator van het Taalcoach project en algehele laaggeletterden deskundige wist zeker dat het leuk zou zijn dus ik had er alle vertrouwen in.

En boy, had ze gelijk! Het werd een geweldige avond.  Terwijl de bibliotheek volliep zei Al Galidi tegen me “goh, wat leuk. Het zijn heel veel asielzoeker. Dat had ik niet verwacht. Dan ga ik mijn taal aanpassen, dan ga ik asielzoekers-Nederlands praten.” “Huh? Is dat anders dan?” “Ja. Je merkt het zo wel.” Ik hoorde het verschil niet precies, maar hij zorgde er inderdaad wel voor dat hij begrijpelijk was voor iedereen. Een van de eerste dingen die hij deed was een jongen uit de zaal op het podium halen om een gedicht voor te lezen. Dat zie je op de foto hierboven. Om heel eerlijk te zijn was er niet zo heel veel van te verstaan, van wat hij voorlas, maar hij kreeg een daverend applaus. Omdat de dichter uitlegde dat de jongen hem zo aan zichzelf deed denken. “Ik praatte precies zo, toen ik pas in Nederland was. Ik had precies hetzelfde accent. En dat kan niet, want jij komt uit Afghanistan en ik uit Irak. Maar toch klonk ik zo. Hoe lang ben je in Nederland? Twee maanden? Zo, dan is het heel knap dat je dit kunt voorlezen.” Daarmee was de toon van de avond gezet. Al Galidi vertelde over zijn vlucht uit Irak en over zijn zwerftocht door Nederland; van het ene asielzoekerscentrum naar het andere. Over zijn wil om te schrijven, over zijn literaire prijzen, en over zijn problemen met het inburgeringsexamen, over bureaucratie en regeltjes en over de moeite die hij doet om Nederlander te worden. Dat klinkt heel tragisch, en het is ook een tragisch verhaal, maar hij vertelde het met heel veel humor. En het was geweldig om de helft van de zaal alsmaar heftig te zien knikken en kreten van herkenning te horen slaken. Hij had rake observaties over Nederland en de Nederlanders en goede tips voor de inburgeraars.

Maar het mooie van de avond was dat er niet alleen inburgeraars in de zaal zaten, er was ook een aantal mensen die we nog nooit gezien hadden. Poëzieliefhebbers. Volgens mij was er zelfs een klein poëzieclubje aanwezig. In de pauze kwam een oudere man naar Al Galidi toe die zijn hand schudde en die niet meer los liet. “Ik wil even zeggen dat ik uw brief voor de Koning zo prachtig vond. Ik was er echt ontroerd door en dat gebeurt niet zo snel. Toen ik in de krant las dat u hier zou optreden wilde ik u dat graag persoonlijk vertellen.” En voor de mensen die bij die titel ook meteen aan Tonke Dragt moeten denken: die man bedoelde een artikel dat de dichter had geschreven voor het NRC.

Op de Facebook pagina van onze bibliotheek zie je meer foto’s van het optreden, daar zie je onder andere een jongetje van een jaar of 10 dat ook op het podium een gedicht staat voor te lezen. Vlekkeloos. Iedereen die op het podium werd geroepen kreeg een dichtbundel mee, als dank. In de pauze zat de jongen samen met een ander jongetje (dat ook een boek had gekregen) driftig te bladeren in de dichtbundel: “kijk, deze is ook mooi!”  Zo krijg je kinderen wel enthousiast voor poëzie…

De boekhandel had er van te voren niet zo veel vertrouwen in, die bracht een doosje met zo’n 25 exemplaren van de drie verschillende titels die ze nog te pakken konden krijgen en daar lieten ze het bij. Ze verwachtten er duidelijk niet al te veel van. Aan het einde van de avond was de doos leeg. En de rugzak van de dichter ook: hij gaf alle inburgeraars die hij sprak een boekje cadeau. En alle Nederlanders kregen een boekje voor de halve prijs, op voorwaarde dat ze iets nuttigs zouden doen voor een vluchteling.

Terwijl ik na afloop van zijn optreden de dichter naar het station bracht gaf hij toe dat het commercieel niet zo heel handig was, dat gratis of voor half geld weggeven. “Maar dat vind ik gewoon leuk. Daar word ik nou blij van.” En ik ook. Volgend jaar komtie weer. Dat heeft hij althans beloofd aan de volle zaal. En dan komt iedereen weer. Want hij heeft er een hoop fans bijgekregen in de Bollenstreek.

Laaggeletterden en de strohalm, het vervolg

Het begint een beetje op een kettingbrief te lijken, of op Zwaan-kleef-aan, maar ik kan de uitdaging niet weerstaan om toch nog even te reageren op de blogs van Schrijverdezes en Jeroen over laaggeletterden en bibliotheken. Hoe zat het ook alweer? Schrijverdezes schreef twee weken geleden een stukje over het bibliotheekitem in het NCRV programma Altijd wat. Op dat stuk heb ik gereageerd op dit blog en naar aanleiding daarvan hebben zowel Schrijverdezes als Jeroen de Boer een nieuw stuk geschreven.

In grote lijnen zijn we het met elkaar eens. We vinden alledrie dat bibliotheekdirecteuren moeten ophouden met roepen dat bibliotheken zo belangrijk zijn bij het bestrijden van laaggeletterdheid als hun bibliotheek niks doet om laaggeletterdheid ook daadwerkelijk te bestrijden. In het vervolg daarop en in de nuances verschillen we van elkaar. Daarbij spelen de volgende argumenten een rol:

– “bibliotheken bestrijden helemaal geen laaggeletterdheid, dat doet het onderwijs”. Dat is ook zo, bibliothecarissen geven geen les dat doen docenten. Bibliotheken zijn wel een belangrijke steun in het proces. Bibliotheken leren kinderen ook niet lezen, dat leren ze op school. Bibliotheken kunnen er wel voor zorgen dat kinderen leeskilometers maken, onmisbaar bij het versterken van leesvaardigheden. Datzelfde geldt voor laaggeletterden: de meeste laaggeletterden kunnen best (een beetje) lezen, ze missen alleen de ervaring en de routine. Daar kan de bibliotheek bij helpen.

– “Makkelijk Lezen Pleinen benadrukken wat mensen niet kunnen, je moet focussen op wat ze wel kunnen”, dat is een staaltje Bruijnzeels-retoriek die de bodem onder het hele onderwijs uittrekt dus dat vind ik geen valide argument. De Makkelijk Lezen Pleinen en Lees & Schrijf pleinen hebben zichzelf overal al lang bewezen: kinderen en volwassenen hebben daar blijkbaar helemaal geen moeite mee, met een speciaal plankje.

– “Bibliotheken doen niks actiefs aan het bestrijden van laaggeletterdheid”. Nou, sommige bibliotheken doen er niks aan. Die directeuren moeten dus vooral ook ophouden met zeggen dat het zo belangrijk is. Maar kijk even naar bovenstaand filmpje van Taal voor het Leven, vanaf minuut 1.37. Is dit een bibliothecaresse? Nee. Hadden ze dit ook ergens kunnen organiseren? Waarschijnlijk wel, maar dat het in de bibliotheek plaats vindt zorgt wel degelijk voor meerwaarde. Al is het maar omdat het voor die cursisten makkelijker is om te zeggen dat ze naar de bibliotheek gaan dan dat ze naar het buurthuis gaan.

– En dat buurthuis brengt me bij een heel ander argument dat ik bij deze dan maar even aandraag: natuurlijk zijn er heleboel instanties/scholen/clubjes die veel beter geschikt zouden zijn om “iets” met laaggeletterden te doen. In een ideale wereld. Maar een heleboel van die clubs zijn inmiddels opgeheven, wegbezuinigd of gereorganiseerd en houden zich nu met andere dingen bezig. Inburgeraars zijn verplicht om Nederlands te leren maar ze moeten die opleiding sinds kort 100% zelf betalen. Voor die opleiding kunnen ze een lening afsluiten bij DUO, maar dat is wel heel ingewikkeld als je niet zo goed Nederlands spreekt. Omdat veel inburgeraars vanwege de financiën afhaken worden er wegens gebrek aan leerlingen overal scholen opgeheven en worden mensen weer afhankelijk van goedwillende buurvrouwen die aan de keukentafel les geven. Daarbij dankbaar gebruikmakend van: …… de bibliotheek. Ja, dat zou niet moeten mogen, dat zou veel beter geregeld moeten worden. Maar dat is wel de praktijk.

Dus ik blijf erbij dat de bibliotheek op dit moment een belangrijk rol KAN spelen bij het bestrijden van laaggeletterdheid in een gemeente. Ik zeg niet dat een bibliotheek daarbij onmisbaar is, andere partijen hebben daar waarschijnlijk een belangrijkere rol in. Een bibliotheek is wel onmisbaar als het gaat om het voorkomen van laaggeletterdheid: als het gaat om het opdoen van leeservaring en het bouwen aan een leestraditie bij kinderen. Dat alleen al lijkt me een ijzersterk argument in deze discussie. En ja, dat zouden scholen ook zelf kunnen doen met een goede schoolbibliotheek, maar dat doen ze niet, want zij gaan er van uit dat de bibliotheek daar voor is. Zij zijn er om les te geven.

Overigens ben ik het met Jeroen eens dat de uitdrukking “bestrijden van laaggeletterdheid” een hele lelijke is. Zeker na die vergelijking met ongedierte. Maar ik weet geen betere uitdrukking. En het feit dat het een lelijke uitdrukking is, is geen reden om het niet te doen. Want laaggeletterdheid is een groot probleem en niets doen is geen optie.

Laaggeletterden als strohalm

Klitschko vs. Illiteracy from Klitschko vs. Illiteracy on Vimeo.

Afgelopen dinsdagavond zag ik net als een heleboel andere bibliothecarissen het NCRV tv-programma Altijd Wat (“staat stil waar anderen doorhollen en gaat verder waar anderen ophouden”). Ik kende het programma niet, maar was aangenaam verrast. Het was een interessant programma, met dit keer als thema: wat zijn de gevolgen van de bezuinigingen op de kunsten. Eerst een item over hoe het kan dat er overal bibliotheken gesloten worden terwijl er steeds meer laaggeletterden komen en  daarna maakte Pierre Bokma zich boos over de onverschilligheid van Nederlandse politici ten opzichte van de kunsten en het verschil met Duitsland waar men cultuur ziet als een steunpilaar van de maatschappij.

Ik vond het een interessant programma en heel genuanceerd: het bibliotheekitem werd vanuit verschillende kanten besproken, er kwamen politici aan het woord, een bibliotheekdirecteur, een wetenschapper, een deskundige en een laaggeletterde. Iedereen werd serieus genomen en in 13 minuten werd kort en duidelijk uitgelegd dat laaggeletterden in Heerlen heel veel baat hebben bij de bibliotheek en dat er steeds meer bibliotheken gesloten worden. De conclusies mocht je zelf trekken.

Schrijverdezes zag een heel ander programma. Ze zag natuurlijk hetzelfde programma, maar zij kreeg er hele andere gedachten bij dan ik. Ze twitterde er eerst over en daags erna heeft ze er een stuk over geschreven op haar blog. Een aantal van de vragen die ze stelt zijn inmiddels al beantwoord door Frank Huysmans en de Stichting Lezen & Schrijven. Maar ze stelt interessante vragen en daarom kom ik er graag op terug. Ze vraagt zich onder andere af: waarom vraagt nou nooit niemand in zo’n reportage eens: Tot voor kort waren er nog overal bibliotheken en toch zijn er 1,5 miljoen laaggeletterden in Nederland, hoe zit dat? Zijn die 1,5 miljoen niet te helpen of hebben de bibliotheken dat niet voldoende geprobeerd? En wat verderop zegt ze: Ik heb een beetje de indruk dat de bibliotheek in de laaggeletterden ineens een strohalm ziet om zich aan vast te klampen in deze tijd van onzekerheid.

Ten eerste die cijfers: hoe het daar precies mee zit wordt in de commentaren uitgelegd. Maar daarnaast is het zo dat de wereld steeds ingewikkelder wordt, je moet steeds meer en steeds beter kunnen lezen om je te kunnen redden, om mee te doen in de maatschappij. Met andere woorden: de lat wordt steeds hoger gelegd. Iemand die 20 jaar geleden redelijk kon lezen kan tegenwoordig een probleem hebben als hij in de afgelopen 20 jaar geen routine heeft opgebouwd of niks heeft bijgeleerd. Als je niet weet hoe je met een computer moet omgaan heb je een probleem en al helemaal als je geen geroutineerde lezer bent want je moet nogal wat lezen op zo’n scherm. Dus die groep wordt steeds groter. Ik weet niet zeker of digibeten ook bij die 1,5 miljoen laaggeletterden worden gerekend, maar er is daar zeker een verband tussen. Dus het is zeker niet zo dat alle inspanningen (van bibliotheken en de Stichting Lezen & Schrijven o.a.) geen resultaat hebben gehad. Je weet niet hoe de situatie zou zijn als er al die tijd niks gebeurd was.

Ten tweede die opmerking over die strohalm: die is ijzersterk. Want veel bibliotheken hebben nu opeens de mond vol van laaggeletterdheid maar wat doen ze daar nou precies voor? Of tegen? Wat hebben ze de laaggeletterden in hun gemeente te bieden? Meer dan een plankje met eenvoudige boeken dat vaak de grootse naam Lees en Schrijfplein heeft gekregen? Waar vervolgens niemand gebruik van maakt omdat niemand weet dat het er is? Hoeveel bibliotheken organiseren activiteiten voor laaggeletterden? Natuurlijk zijn er bibliotheken die dat wél doen, die samenwerken met ROC’s en die uitgebreide collecties hebben. Maar dat is wel een minderheid.

Er is geen bibliotheekdirecteur meer die laaggeletterden niet een belangrijke doelgroep voor bibliotheken vindt, maar ik herinner me ook de eindeloze discussies in het niet-eens-zo-verre verleden met de verschillende retailformuleteams over het Makkelijk Lezen Plein en het Lees en Schrijf Plein. Die zouden niet in de retailformule passen en dus was er geen plaats voor in de “nieuwe bibliotheek”. Tot vervelends toe is daar over gepraat, maar uiteindelijk is er toch ruimte gemaakt binnen de formule. Gelukkig maar. En ik ga er van uit dat alle bibliotheken binnenkort niet alleen met woorden belijden dat ze bestrijding van laaggeletterdheid belangrijk vinden, maar ook met daden.

In de commentaren concludeert Schrijverdezes: Wat mij het allerbelangrijkste lijkt in de strijd tegen de laaggeletterdheid is uitdragen dat lezen de moeite waard is. Omdat het leuk is, omdat je er door op andere gedachten komt, omdat je andere werelden en denkwijzen leert kennen. Dat uitdragen en overbrengen van liefde voor lezen en literatuur (in ruime zin) zou, vind ik, de bibliotheek veel meer moeten doen. Dat is niet alleen goed tegen de laaggeletterdheid, maar ook tegen kortzichtigheid en vooroordelen. En daar kan ik het alleen maar van harte mee eens zijn.

Overigens is het filmpje hierboven een actie van de Oekraïense bokser Wladimir Klitschko. Hiermee wil hij geld inzamelen om wereldwijd meer kinderen toegang tot onderwijs te bieden. Mooi filmpje vind ik en best toepasselijk.

Een Taalcafé met haiku’s

DSC01867Veel boeken zijn hier – ze praten met ons heel zacht – willen met ons mee

Vanavond was er in de bibliotheek in Lisse weer een Taalcafé. Vanwege de Week van de alfabetisering was er een tentoonstelling georganiseerd van haiku’s, die in het vorige Taalcafé geschreven waren door taalcoaches, inburgeraars en NT1 leerlingen van het ID college. De wethouder van Lisse, niet geheel toevallig een enorme poëzieliefhebber, opende de tentoonstelling door een haiku uit zijn verzameling voor te lezen. Hij bekende dat hij zelf ook haiku’s schreef, maar die nu niet durfde voor te lezen. Daar hadden een aantal van de aanwezige schrijvers minder problemen mee: giechelend en soms een beetje hakkelend lazen ze hun gedichten voor.

Eerlijk gezegd had ik van tevoren niet zo heel veel vertrouwen in het idee: haiku’s maken met inburgeraars en laaggeletterden, da’s toch veel te moeilijk? Maar dat blijkt reuze mee te vallen. Als je goede begeleiding hebt is het prima te doen. Het is juist handig dat het zo kort en volgens een vast stramien moet.

Het gedicht hierboven is mijn favoriet. Saied (de maker) vertelde dat hij bij het vorige Taalcafé het zo erg vond dat al die boeken daar maar lagen en dat niemand naar ze omkeek. Vandaar. De tentoonstelling is maar tijdelijk, maar dit gedicht mogen we laten hangen. Als het aan mij ligt gaan we het heel groot ergens op een muur schilderen.

Het was weer een erg geslaagde avond: er zijn weer adressen uitgewisseld, vervolgafspraakjes gemaakt en er is veel gepraat, want dat is de bedoeling van het Taalcafé. Ik heb iemand, naar aanleiding van een van de gedichten horen uitleggen wat het woord vloed betekende “je bent toch wel eens bij de zee geweest? Als al dat water dan komt…”, twee dames hebben mij laten zien dat hun vader is getekend door Rien Poortvliet in Te hooi en te gras en de wethouder heeft aan een Iraaks meisje een lesje staatkunde gegeven: hoe zit dat nou met de gemeenteraad en het college van B&W? Bij het afscheid zei hij tegen ons: “als je me nog een keer nodig hebt dan hoor ik het wel he?”.

Over drie maanden is er weer een Taalcafé. Heb ik nu al zin in.

DSC01879

Op Facebook zijn trouwens meer foto’s van het Taalcafé te vinden.

Jeanine Deckers 11 september 2013 1 Comment Permalink

get_footer() ?>