Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

kinderboeken

All of the posts under the "kinderboeken" tag.

Roodkapje van Roald Dahl voorlezen

Roodkapje door Quentin Blake, voor de Gruwelijke Rijmen van Roald Dahl, 1982

Tijdens alle opwinding in de afgelopen weken over de aanpassingen die de Britse uitgever heeft aangebracht in de nieuwe edities van de boeken van Roald Dahl moest ik steeds weer denken al die honderden keren dat ik zijn versie van Roodkapje heb voorgelezen. En aan hoeveel lol we daarbij hadden. Ik weet niet meer precies in welk jaar dat was (het is meer dan twintig jaar geleden dat ik voor het laatst een klassenbezoek gedaan heb) maar een van de jaarlijks wisselende programma’s die we in onze bibliotheek deden had als thema sprookjes. Waarschijnlijk was het samengesteld door Karen Bertrams van ProBiblio. Geen idee meer wat het programma precies inhield maar als afsluiting las ik dus het verhaal Roodkapje en de wolf voor uit de Gruwelijke rijmen van Roald Dahl. Voor wie de Gruwelijke rijmen niet kent: daarin heeft Dahl een aantal bekende sprookjes op rijm herverteld. Maar dan wel op zijn Dahls, dus met een ander einde dan het origineel. Je kunt hier de originele versie van zijn Roodkapje vinden en ook beluisteren, voorgelezen door de schrijver zelf. In de introductie vertelt hij dat hij de “little rhymes” als een soort grap had geschreven en dat hij verbaasd was over het succes er van.

Dat voorlezen verliep bijna altijd op ongeveer dezelfde manier. Het was de afsluiting van het bezoek waarbij de kinderen (groep 5/6) dus weer even stil moesten zitten nadat ze net ruim een half uur actief waren geweest (de meeste dan). Daar had niet altijd iedereen even veel zin in en als de biebjuf dan ook nog zei dat ze ging voorlezen daalde het humeur vaak snel. Alhoewel ik aankondigde dat het een andere versie van het sprookje was dan ze kenden geloofden ze dat maar half. Maar al snel merkten ze dat het echt anders was, alleen al vanwege het rijm. En dan las ik nog eens van die gekke woorden als ‘schriel scharminkel’ voor. Het hoogtepunt van het verhaal was altijd dit:

”t Kind lacht en trekt in een wipje

een revolver uit haar slipje.’

(‘Ze richt hem op het grote beest en beng, beng…. die is er geweest’) Hilariteit alom, vooral bij alle jongens in de groep. Het verhaal eindigt ermee dat Roodkapje haar rode kapje inwisselt voor een mantel van wolvenvel, zoals op de illustratie van Quentin Blake te zien is.

Pas toen ik er de laatste weken weer aan terugdacht realiseerde ik mij dat het geweldige ook zit in de fantastische vertaling van Huberte Vriesendorp. Even dacht ik nog dat het Vriesendorps idee was om dat pistool in een onderbroek te bewaren, maar dat is van Dahl (‘The small girl smiles. One eyelid flickers. She whips a pistol from her knickers.’) Maar om van een onderbroek een slipje te maken en dat dan ook nog te laten rijmen op wipje is prachtig. Het waren precies de goede woorden om jongetjes uit groep 5/6 enthousiast te maken voor een verhaal.

De Nederlandse uitgever heeft aangekondigd de boeken niet te gaan aanpassen. Dat klinkt heel stoer maar een vertaler past een tekst al aan want die maakt zelden een letterlijke vertaling. Het lijkt me dat ze wijzigingen in dit geval in eerste instantie met de vertaler moeten bespreken. In alle voorbeelden van aanpassingen die ik voorbij heb zien komen zag ik nergens iets over de Revolting rhymes dus misschien is dat de dans ontsnapt. Maar ter gelegenheid van dit stukje heb ik het boek er nog eens bij gepakt en als ik daar het verhaal van Goudhaartje en de drie beren nog eens lees zie ik zo een paar woorden die in een nieuwe editie best aangepast zouden kunnen worden zonder dat de essentie van Dahls versie verdwijnt. In deze versie is Goudhaartje een rotkind dat het huis van de drie beren heeft vernield en Dahl suggereert dat de beren haar op hadden moeten eten. Dat verhaal kan prima overeind blijven als je bv het woord Bijlmerbajes aanpast. Ik vind het een ingewikkelde kwestie: ja natuurlijk ben ik tegen censuur en ja natuurlijk moet je van andermans tekst afblijven maar dit verhaal is nu al meer dan 40 jaar oud en boeken worden wel vaker aangepast aan de moderne tijd. Bijvoorbeeld om ze leesbaar te houden. En verkoopbaar. Alhoewel ik om sommige woedende protesten erg moest grinniken pleit ik daarom toch graag voor enige nuance.

Het belangrijkste lijkt me dat de kern van het verhaal, in dit geval het dwarsige, bewaard blijft. Want dat maakte Roodkapje zo’n succes bij die klassenbezoeken: dit was geen lief meisje dat een jager nodig had om haar te redden maar een stoere meid die zichzelf redde. Met een revolver ook nog eens. En een biebjuf die het woord slipje voorlas was daarbij een extra bonus. Na elk klassenbezoek liep er minstens één jongen de bieb uit terwijl hij ’trok in een wipje een revolver uit haar slipje’ proestte maar meestal was het een giechelend groepje. Dat vond ik mooi. Dat vind ik nog steeds mooi en belangrijker dan of er wel of niet ergens een woordje is aangepast.

Lekker boekie!

Hoera! Eindelijk een positief boek over jongeren en lezen. Een boek over leeshonger en over jongens (jongens!) die graag lezen.

Het probleem van jongeren die niet meer lezen en de resultaten van het PISA onderzoek ga ik hier niet meer noemen. Dankzij Arjen Lubach hoeft dat hoop ik ook niet meer. Belangrijkere vraag is: wat gaan we daar aan doen? Het antwoord is simpel: zorgen dat jongeren wel gaan lezen, want meer lezen is dé oplossing voor niet-lezen. Wij als bibliotheken doen daar al van alles aan maar dat schiet nog niet echt op. Bas Steman laat in zijn boek Lekker Boekie! zien hoe het wel kan. Nadat ik Steman en zijn leesclub had gezien in het tv-programma De Vooravond heb ik het boek dat hij daarover schreef meteen besteld.

Voor degenen die dat tv-optreden gemist hebben en er ook nog niet op een andere manier over gehoord hebben: toen zijn 15-jarige zoon moest gaan lezen voor zijn lijst besloot Steman om met de vriendenclub van zijn zoon een leesclub op te richten. Dat werd een groot succes: de jongens raakten verslingerd aan lezen en literatuur veranderde hun leven. In dit boek beschrijft hij hoe hij dat heeft aangepakt. Het is wat mij betreft verplichte kost voor iedereen die zich met leesbevordering en met middelbare scholieren in het algemeen bezig houdt. Hebben bibliotheken hier iets aan? Wel als middel om enthousiast te worden en als bewijs dat wel kan: jongeren enthousiast maken voor literatuur. Niet als ze op zoek zijn naar een model dat ze blind kunnen kopiëren. Het woord bibliotheek komt in het boek geloof ik maar twee keer voor. Steman wil dat jongeren de boeken die ze voor de leesclub lezen niet in de bibliotheek gaan lenen maar zelf kopen. Want ze moeten zich het boek toe-eigenen, letterlijk en figuurlijk.

Eigenlijk is de methode Steman heel simpel: het enige dat je nodig hebt is een enthousiaste volwassene met kennis over literatuur en voldoende geduld om pubers bij de hand te nemen. Je zou kunnen zeggen dat Steman het makkelijk had, want hij is niet alleen gepassioneerd over literatuur maar hij heeft ook een goede band met de plaatselijke boekhandelaar. Er ís überhaupt een goede boekwinkel in zijn woonplaats. Hij had een groep VWO-ers die hem vertrouwde en bereid was om hem te volgen en hij heeft een netwerk waardoor er colleges middeleeuwse literatuur gegeven kunnen worden en die er voor zorgen dat Adriaan van Dis kan aanschuiven bij de leesclub om over zijn boek te praten. Dus ja, dit is het ideale plaatje. Maar met het enthousiasme en de inzet van Steman zou je ook onder minder ideale omstandigheden een succesvolle leesclub kunnen maken. Een geweldige vondst vind ik de term ‘paaseitjes’ die hij gebruikt om thema’s of verwijzingen in een boek aan te duiden. De jongens kennen ‘easter eggs’ uit films en games en gaan meteen op zoek.

Dus mensen, lees dat boek. Je krijgt meteen zin om literatuur te gaan lezen. Ik miste mijn oude leesclub er nog meer door. En als je dan toch bezig bent, lees dan ook meteen even Waarom je kinderboeken moet lezen zelfs al ben je oud en wijs van Katherine Rundell. Een lelijk uitgegeven maar interessant essay waarin deze Britse kinderboekenschrijfster een aantal interessante dingen zegt. Zoals dat het een misverstand is dat je persé één bepaalde kant op moet lezen. Dat je steeds moeilijkere boeken moet lezen en als volwassene niet meer terug moet vallen naar makkelijke (lees: kinder-) boeken. Ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n vermoeden dat Bas Steman het op dat punt niet met Rundell eens is.

‘Miss Moore’ en de geschiedenis van het jeugdbibliotheekwerk

Een kinderboek over een jeugdbibliothecaris. Toen ik dat tegenkwam in een Amerikaans artikel over historische kinderboeken heb ik het meteen besteld. Want ooit zelf opgeleid tot jeugdbibliothecaris en dus geïnteresseerd in de geschiedenis van het vak was ik ook wel een beetje plaatsvervangend vereerd dat er een kinderboek over ‘ons’ geschreven was.

Het boek Miss Moore thought otherwise is een prentenboek over Ann Carroll Moore die de eerste echte jeugdbibliotheek van Amerika maakte in de nieuwe New York Public Library. Toen die in 1911 open ging was dat een sensatie omdat het de eerste bibliotheek was die echt op kinderen gericht was, ook in zijn inrichting, en waar kinderen nadrukkelijk welkom waren. Het leest als een soort sprookje: “Once in a big house in Limerick, Maine, there lived a little girl named Annie Carroll Moore.” Het beschrijft de gelukkige jeugd van een meisje dat door haar ouders gestimuleerd werd om te lezen maar opgroeide in een tijd dat vrouwen niet geacht werden te werken. Een van de weinige geschikte beroepen voor vrouwen was bibliothecaris vandaar dat ze in 1895 een bibliotheekopleiding ging volgen en na haar afstuderen jeugdbibliotheken ging opzetten in New York. Tot die tijd werden kinderen óf helemaal geweerd uit de bibliotheek óf mochten ze wel binnen komen maar mochten ze geen boeken lenen omdat men er niet op vertrouwde dat kinderen die ook onbeschadigd terug zouden brengen. Zij bracht daar verandering in. Ze liet kinderen hun naam in een groot zwart boek schrijven en een eed afleggen: When I write my name in this book I promise to take good care of the book I use at home and in the library, and to obey the rules of the library. Ja, ik vind dat schattig. En goed bedacht.

Moore ging actief de wijken in om contacten te leggen met o.a. scholen en ging in gesprek met kinderen op straat. Haar jeugdbibliotheken werden een groot succes. Ze maakte trainingen voor jeugdbibliothecarissen en gaf lezingen voor uitgevers en boekverkopers over waarom je kinderen geen zware, moralistische boeken moet voorzetten maar juist goed geschreven, fantasierijke boeken. Ze werd een ster en reisde vanaf de jaren 20 niet alleen de Verenigde Staten rond om lezingen te geven maar kwam ook naar Europa. Ze ging recensies van kinderboeken schrijven, voor vakliteratuur en voor kranten en werd zo nog invloedrijker.

Het boek over Miss Moore is (naar Nederlandse maatstaven) een beetje een suf boek , met quasi-naïeve illustraties en een tuttig toontje. En ik ben er nog steeds niet uit of ik dat toontje juist wel vind passen bij een boek over iemand uit de eerste helft van de twintigste eeuw of dat het juist heel storend is bij iemand die zelf het ‘goede kinderboek’ promootte. Maar misschien moet je het niet beoordelen als prentenboek maar als geschiedenisboek: achterin staat meer informatie over de geschiedenis van het jeugdbibliotheekwerk. Daar wordt ook nadrukkelijk vermeldt dat “Anne Carroll Moore DID NOT singlehandedly create the children’s library” want in 1887 werd er al de eerste speciale hoek voor kinderen in een bibliotheek gemaakt.

Daar staat ook “She had strong opinons about books and was never shy expressing them“. Ik begreep pas onlangs dat dit tamelijk eufemistisch is uitgedrukt. Want toen las ik een artikel over waarom het boek Goodnight Moon niet in de lijst staat van meest uitgeleende boeken aller tijden van de New York Public Library. Goodnight Moon is een prentenboekje van Margaret Wise Brown, bij ons meer bekend van het boekje over de Vijf brandweermannetjes. Het Goodnight Moon boek kwam uit in 1947 en ondanks het feit dat Anne Carroll Moore toen al ruim gepensioneerd was had ze nog steeds veel invloed op de collecties van de bibliotheek. Toen ze nog in de bibliotheek werkte had ze blijkbaar een stempel (!) met als tekst “NOT RECOMMENDED FOR PURCHASE BY EXPERT” en die gebruikte ze graag. Als de NYPL een boek niet kocht, dan kochten veel andere bibliotheken het ook niet. Moore had een duidelijke opvatting over wat goede kinderboeken waren en daar paste dat Goodnight Moon niet in. Dus schafte de NYPL het boek niet aan. Het werd een van de meest bekende Amerikaanse kinderboeken aller tijden, dus in 1972 kwam het uiteindelijk toch in de collectie. toen was Moore al meer dan 10 jaar dood. Maar toen werd het dus niet meer vaak genoeg uitgeleend om in de top 10 van meest uitgeleende boeken ooit terecht te komen.

Het is fascinerend om dat artikel te lezen want daarin wordt Anne Carroll Moore aan het einde van haar carrière beschreven als een ouderwetse, betuttelende bibliothecaris terwijl ze zich in het begin van haar loopbaan daar nou net tegen af zette. Maar dat maakt haar des te interessanter vind ik. En dat geeft de titel van het boek Miss Moore thought otherwise een net iets andere lading.

Naschrift 26 maart 17.45 uur: vandaag heb ik nog wat verder gelezen over Ann Carroll Moore (het is niet dat ik heel veel anders te doen heb…) en voor diegenen die meer willen weten hier nog twee andere interessante stukken: deze blog van een Amerikaanse jeugdbibliothecaris over de veranderende kijk op Moore en dit artikel in de New Yorker over Moore en de schrijver E.B, White. Het eerste lezend realiseerde ik me dat alle Amerikaanse bibliothecarissen Ann Carroll Moore waarschijnlijk kennen omdat ze bibliotheekgeschiedenis is en dat een onderdeel van de opleiding is. En dat ze ook echt veel betekend heeft voor het vak, maar zoals deze blogger schrijft  “ACM’s legacy hasn’t aged well“. En het artikel in de New Yorker is fascinerend omdat daarin beschreven wordt hoe Moore aan het einde van haar carrière probeert om nog één keer haar macht uit te oefenen en de schrijver en essayist E.B. White opjut om een kinderboek te schrijven. Als hij dan in 1945 eindelijk een kinderboek publiceert (Stuart Little) maar dat buiten haar om doet keert ze zich tegen hem. In dat artikel wordt ook het belang van Moore’s pionierswerk niet onderschat, met details als dat soldaten na de Eerste Wereldoorlog naar de NYPL kwamen om hun naam op te zoeken in het grote zwarte boek. Ze wilden hun eigen handschrift terug zien. Een teken uit de tijd dat de wereld nog onschuldig was. Tragisch.

Rupsje Nooitgenoeg geeft hoop

Dit jaar bestaat Rupsje Nooitgenoeg 50 jaar. Bij echte klassiekers heb je geen idee van tijd, ik wil ook niet weten hoe oud Pipi Langkous is. Maar Rupsje Nooitgenoeg wordt dus 50. Het is een wereldwijde klassieker en in dit filmpje legt Eric Carle uit wat volgens hem het succes van het boek is: “It is a book of hope. Children need hope.” Als zo’n kleine, onbelangrijke rups kan uitgroeien tot een mooie grote vlinder dan kan ik ook iets anders worden en de wereld veroveren zegt dit verhaal.

Ik vind het een mooie gedachte, want dat is wat boeken kunnen doen inderdaad. Zeker voor kinderen. En ik vind het een mooi filmpje, van die bijna 90-jarige Carle. Hij heeft er nog zin in zo te zien. In alles. Erg schattig hoe hij zit te stralen. Zijn laatste boek kwam uit in 2015 en hij heeft een museum (niet alleen over zijn eigen werk maar over kinderboeken in het algemeen), zijn eigen website met blog en hij zit op Facebook. Dus hoera voor Eric Carle en Happy Birthday Rupsje Nooitgenoeg. Nog vele jaren!

De Librarian of Congress is een jeugdbibliothecaris

Elke bibliothecaris die zijn vakliteratuur een beetje heeft bijgehouden weet dat in de Verenigde Staten vorige week een nieuwe Librarian of Congress is ingezworen. Dat is bijzonder want het is pas de 14e Librarian of Congress sinds 1800, het jaar waarop de Library of Congress werd opgericht. Maar dit keer is het extra bijzonder want het is voor het eerst een vrouw en niet alleen dat, Carla Hayden is een zwarte vrouw.

Er is van alles te zeggen over het historisch belang van deze benoeming en over hoe erg het is dat er nu pas een vrouw is benoemd op de belangrijkste post in de Amerikaanse bibliotheekwereld. Maar het enige wat ik hier nu wil doen is dit filmpje laten zien. Het is een extraatje dat hoort bij een portret dat PBS Newshour een paar dagen geleden uitzond. Ze praat hier over het favoriete boek uit haar jeugd. Leuk. Maar wat mij aan dit beeld meteen opviel is hoe ze dat boek vasthoudt. Daaraan kun je zien dat ze dat vaker gedaan heeft, ze is duidelijk gewend om een boek te showen. Wat blijkt: ze is een jeugdbibliothecaris! Het wordt in haar officiële cv niet genoemd, maar ze noemt zichzelf in dit fragment wel zo. Dus dan is het zo.

Wat fijn: de directeur van de op een na grootste bibliotheek ter wereld is een jeugdbibliothecaris! Ze is veel meer dan dat, ze heeft een indrukwekkend cv (bibliotheekdirecteur, voorzitter van de ALA, gaf les aan de universiteit) maar toch: een jeugdbibliothecaris. Vind ik leuk.

Overigens: haar voorganger kreeg veel kritiek omdat hij veel te weinig deed om de bibliotheek te digitaliseren. Hayden zit (sinds haar benoeming) op Twitter. En dat doet ze heel aardig. 

Vliegtuigen en leesbevordering

JetBlue

Deze boekenautomaat werd afgelopen zomer door JetBlue geplaatst in een wijk in Washington DC. JetBlue Airways is een Amerikaanse low-fare luchtvaartmaatschappij. Al sinds hun oprichting proberen ze een ander, persoonlijker beeld van vliegen te creëren.  We set out in 2000 to bring humanity back to the skies, when we noticed a lack of compassion, a missing human touch, in the air travel experience. Ze maken daarom nogal veel werk van hun Corporate and Social Responsibility.

Dat klinkt niet alleen mooi maar ze doen er ook echt iets aan: in 2011 zijn ze een leesbevorderingsprogramma begonnen, Soar with Reading, a program designed to inspire kids’ imaginations to take flight through reading. Uit onderzoek was gebleken dat in wijken met lage inkomens er gemiddeld maar één geschikt boek per 830 kinderen beschikbaar was en dat maar 25 procent van alle kinderen die van school afkwam kon lezen op het juiste niveau. De afgelopen jaren zijn er op verschillende manieren boeken gedistribueerd, de nieuwste actie is dus deze boekenautomaat. Hiervoor heeft JetBlue de samenwerking gezocht met een uitgeverij. Ze hebben drie van dit soort machines neergezet, eentje bij het Leger des Heils, eentje bij een supermarkt en bij een kerk. Op plekken waar de doelgroep veel komt dus. Er zitten 12 verschillende titels in de machine en er komen elke twee weken verse titels bij. Kinderen kunnen de boeken gratis meenemen en de ouders kunnen zich aanmelden om via sms tips te krijgen over voorlezen en nieuwe titels. Daar is dus goed over nagedacht, ze hebben niet zomaar een zooi oude boeken ergens neergezet.

Mooie actie hoor.

Nogmaals Guus Kuijer en Tonke Dragt (in de Airport Library)

Het team van Schiphol TV is afgelopen week naar de tentoonstelling in de Airport Library komen kijken. Naar de diverse vertalingen van ‘Het boek van alle dingen’ van Guus Kuijer en ‘Brief voor de koning’ van Tonke Dragt.

Ze hebben een leuk filmpje gemaakt, dat een goed beeld geeft van de tentoonstelling. En waar Guus Kuijer zo te zien een paar nieuwe lezers aan heeft overgehouden. Fijn om te zien dat het werkt, dit soort promotie bij een internationaal publiek.

Nogmaals Guus Kuijer en Tonke Dragt (in de Airport Library)

Het team van Schiphol TV is afgelopen week naar de tentoonstelling in de Airport Library komen kijken. Naar de diverse vertalingen van ‘Het boek van alle dingen’ van Guus Kuijer en ‘Brief voor de koning’ van Tonke Dragt.

Ze hebben een leuk filmpje gemaakt, dat een goed beeld geeft van de tentoonstelling. En waar Guus Kuijer zo te zien een paar nieuwe lezers aan heeft overgehouden. Fijn om te zien dat het werkt, dit soort promotie bij een internationaal publiek.

Verhalen uit de Airport Library #18 Jip & Janneke

DSC01751In het kader van het promoten van Nederlandse kunst en cultuur (een van de doelen van de Airport Library) heeft het Nederlands Letterenfonds in de bibliotheek een tentoonstelling ingericht over Jip en Janneke. Annie M.G. is tenslotte onderdeel van de Canon van Nederlandse geschiedenis. Er werd gekozen voor Jip en Janneke omdat bij veel vertalingen de tekeningen van Fiep Westendorp worden gebruikt, dus die boeken zijn heel herkenbaar.

En dat was een hele goede keuze, dat bleek al tijdens het inrichten. Je haalde de Nederlanders onder de voorbijgangers er zo uit: dat waren namelijk al die mensen die begonnen te glimlachen zodra ze een van de (pas half ingerichte) vitrines zagen. Of die al meteen begonnen met commentaar leveren. Foto’s van de tentoonstelling zie je hier.

Leuk om al die verschillende vertalingen te zien, grappig dat in de meeste edities Jip en Janneke ook allitererende namen hebben. Behalve dan in die ene Engelse vertalingen waar ze Bob and Jilly heten. Klinkt meteen heel suf.

Het klapstuk van de tentoonstelling is natuurlijk het Jip en Janneke huis: een pop-up boek met allemaal kleine frutseltjes om mee te spelen. Zooo leuk…

Geschiedenis toegankelijk maken

Charles Dickens die in een Morrissey-achtig lied over zijn eigen leven zingt. Weet niet of dat nou echt recht doet aan Dickens, maar geestig is het wel. Ben alleen wel bang dat elke keer als ik ergens de naam Dickens lees, ik vanaf nu die rondslingerende gladiool in zijn hand zie. Maar ik weet nu ook dat Dickens opgroeide in een countryhouse dat op zijn 10e verkocht moest worden omdat zijn vader in de gevangenis belandde. Dus ik heb er wel iets van opgestoken…

En dat is precies de bedoeling. Dit liedje komt uit een tv-serie voor kinderen over geschiedenis, gebaseerd op Horrible Histories, een Britse serie kinderboeken over geschiedenis. They are designed to engage children in history by presenting the unusual, gory, or unpleasant aspects in a tongue-in-cheek manner in contrast to the formality of lessons taught in school. Die kinderboeken werden zo’n enorm succes dat er een heel bedrijf omheen gebouwd is dat zich bezig houdt met spelletjes, tv-series, tijdschriften en zelfs een theaterstuk. Ze beperken zich ook niet meer tot alleen geschiedenis, maar schrijven over een breed scala aan onderwerpen. Een aantal van de boeken zijn in het Nederlands vertaald in de serie Waanzinnig om te weten.

Heel populariserend al die boeken, maar ’t werkt wel. En het klopt ook. Die gladiool van Dickens is niet toevallig, want Morrissey stond in het oorspronkelijke clipje van This Charming Man ook met een gladiool te zwaaien. En het liedje van Dickens eindigt ook vast niet toevallig met de zin Heaven knows I’m miserable now….  Op het Youtube kanaal van de Horrible Histories staat een groot aantal liedjes, en daar zitten een paar erg leuke filmpjes bij, zoals de Vikingen, die als Simon en Garfunkel heel zijig door een bos lopen of de Griekse filosofen die als de Monkees rondhuppelen.

Nog een leuke tip voor een muziekkwis, raad het origineel, misschien?

get_footer() ?>