Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

in het voorbijgaan

All of the posts under the "in het voorbijgaan" tag.

Iets positiefs

 

“Mag ik u kussen?

Nee natuurlijk niet. Hier, ik kus uw hand. Ik ben blij dat u zo aardig voor me bent. Mag ik een foto van u maken? Nee, nee, laat me effe uitleggen. 

Heeft u nog twee minuutjes? Een minuutje maar. Het zit zo: ik zei dus al dat ik alles ben kwijt geraakt bij een brand. Ben ook al mijn foto’s kwijtgeraakt. Heb er niet een meer. En ik zit zo in al dat negatieve, ik dacht ik moet iets positiefs doen. Dus ik maak een fotootje van alle mensen die aardig tegen mijn zijn.

OK, dan pak ik even mijn camera. Ja, u zal denken: vraagtie een eurootje, heppie wel een camera. Maar ’t is maar een kleintje hoor.

U komt bij mijn aan de muur te hangen. Nee wees maar niet bang, als de muur te vol wordt dan verhuist u gewoon naar zolder. Maar dan heb ik tenminste iets positiefs om me heen, weet je.

Hoe heet u? Dag Jeanine, ik heet Peter.

So, u staat er mooi op zeg. Mag ik nog een foto van u maken?

Nou, bedankt hoor. Nog een fijne dag.

En ik zal nooit meer over de stoep achter u aan fietsen”.

Dag kapper!

“Dag kapper!” Met veel moeite deed het jongetje de deur achter zich dicht. “He Nuredin!” riep de kapper vanuit het keukentje.

“Wat heb jij een een mooi zwartepietenpak aan zeg! Hoe kom je daar aan?”

“Heeft oma voor mij gekocht.” “Prachtig! Waar heeft ze dat gekocht?” “Bij Bart Smit.”

“Mooi hoor! Je bent net een echte zwarte piet. En wat staat die kleur je goed. Kleurt prachtig bij je zwarte krullen. Dat heeft oma heel mooi uitgezocht, die kleur.” “Dit was de enige kleur die ze hadden.”

Het jongetje zat te stuiteren op het bankje. “Morgen komt Sinterklaas aan in Gouda. En zondag hier in Amsterdam. Dan gaan we kijken. De pakjesboot is lek. En alle zwarte pieten zijn in het water gesprongen.”

“Wat erg zeg. Gaat de boot dan zinken? En hoe moet dat dan met alle cadeautjes? Gaan die ook zinken?”

Nuredin dacht even na. “Nee, die zitten op een andere boot.”

“Als Sinterklaas hier in Amsterdam komt dan gaan we kijken. En dan krijg ik snoep. Heéél veel snoep. En dat ga ik allemaal opeten.”

“Nu ga ik weer.”

“Dat is goed. Doe je de groeten aan je oma? Dag!”

“Dat was mijn buurjongetje. Kon je merken dat hij ADHD heeft?” vroeg de kapper.

In het voorbijgaan

Voor me liep een man met een blond meisje van een jaar of zes. Hij stopte even en bukte om zijn veter vast te maken. Het jasje van zijn blauwe krijtstreeppak viel open zodat je de paarse voering zag. Toen hij weer opstond zei hij tegen het meisje: “die kans is wel aanwezig wel ja”.

Terwijl ze weer verder liepen vroeg de man: “vind je het soms een rare gedachte dat andere kindjes die kleren al een keer hebben aangehad?”.

Het meisje zei niks.

“Je moet maar denken: dat waren hele leuke kindjes, die die kleren aan hebben gehad. Dat moet je maar denken.”

Of het meisje daar wel op reageerde weet ik niet, want toen was ik ze voorbij gelopen. Tijdens het boodschappen doen heb ik me steeds afgevraagd wat voor gesprek dat nou was, waar ik een flard van opving. Om de hoek zitten twee zaken in tweedehands kleding. Kwamen ze daar vandaan? Wat is de relatie tussen die twee? En waarom praatte hij zo onhandig tegen dat meisje? Mijn fantasie slaat van dat soort fragmenten altijd snel op hol, ik verzin hele verhalen over een gescheiden vader met een nare ex of over een bankman die zijn baan kwijt is. Maar je weet niet hoe het zit.

Dat heb je, met zo’n gesprek in het voorbijgaan.

get_footer() ?>