Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

communicatie

All of the posts under the "communicatie" tag.

Hoe belangrijk taal is

Dit is Patrick Otema, een 15-jarige jongen uit Oeganda. Hij is doof. Hij kan met niemand communiceren en leeft dus erg geisoleerd totdat er een leraar gebarentaal langs komt in zijn dorp. Let op zijn ogen als hij opeens begrijpt wat taal is.

Ontroerend. En hét bewijs van hoe belangrijk het is dat je kunt communiceren, dat je taal hebt. In welke vorm dan ook.

Het filmpje is een clipje uit Unreported World, een Britse documentaireserie van Channel 4. Voor wie zich afvraagt hoe het verder gaat met Patrick, of  voor wie nog steeds niet overtuigd is van het feit dat het hebben taal het verschil kan maken hier het filmpje nog een keer, aangevuld met een onderdeel “10 weken later”. De eerste twee-en-een-halve minuut is dus hetzelfde, die kun je overslaan. Of niet natuurlijk, dan kun je alvast een zakdoek te voorschijn halen.

 

Je Twitter tijdlijn opblazen

twitterplaatjeYesterday I did what for me qualifies as the unthinkable: I nuked my Twitter feed schrijft Charlie Warzel, de Deputy Tech Editor van Buzzfeed. Omdat hij vond dat hij veel te veel mensen op Twitter volgde besloot hij om in één keer schoon schip te maken en zijn hele tijdlijn te ontvolgen. Hij volgde op dat moment meer dan 1800 mensen en het werd hem teveel, hij kon zijn eigen tijdlijn niet meer bijhouden. Het was teveel en niet allemaal interessant genoeg. Hij wilde een nieuwe tijdlijn.

In de vijf jaar dat hij op Twitter zit zijn Warzel’s interesses nogal eens gewisseld maar die wijzigingen waren niet terug te zien in zijn tijdlijn. Volgens Warzel was Twitter een van zijn belangrijkste nieuwsbronnen maar vanwege die veranderde belangstelling was zijn tijdlijn te vervuild om nog echt relevant te zijn. In plaats van een beetje op te ruimen besloot hij om handmatig iedereen te gaan ontvolgen. Daar is hij 4 uur mee bezig geweest. In een artikel op Buzzfeed beschrijft hij hoe dat ging: hoe het soms raar voelde om bepaalde mensen te ontvolgen en welke herinneringen het allemaal opriep.

En hij beschrijft ook wat er daarna gebeurde: hoe Twitter hem ging behandelen als een nieuweling (ondanks zijn 5319 volgers) en hem allerlei suggesties ging doen. Over hoe zijn tijdlijn toch niet leeg was maar er nog steeds reclame verscheen en er toch nog steeds berichten in kwamen. En hoe alleen hij zich opeens voelde: It was like going deaf in the middle of a dinner party. Inmiddels is hij weer een nieuwe tijdlijn aan het opbouwen, hij volgt alweer 175 mensen.

Ik begrijp zijn actie wel, maar ik vind zijn uitwerking nogal drastisch. Voor mij is Twitter ook een belangrijke nieuwsbron maar daarom is het des te belangrijker om hem goed te onderhouden vind ik. Niet dat ik dat zo systematisch doe, maar af en toe eens een kritische blik kan geen kwaad. Zoals je in de tuin ook een keer per jaar moet snoeien. Of zoals je regelmatig naar de kapper moet: een beetje bijpunten. En soms heb ik ook opeens genoeg van bepaalde twitteraars: als ze erg lang en fanatiek over bepaalde onderwerpen blijven doorzeuren, of als ze te veel en te vaak retweeten, dan gooi ik ze uit mijn tijdlijn.

Maar ja, een beetje bijpunten had niet tot een artikel op Buzzfeed geleid.

Klantvriendelijk?

Vorige week zag ik in de Centrale Discotheek in Rotterdam dit beginscherm.

Ben ik nou de enige die dit leest als “wat mot je?”  

Het is duidelijk hoor, wat je op deze pc kunt doen: namelijk naar muziek luisteren en ook nog iets opzoeken in de catalogus. Er had dus eigenlijk zoeken en luisteren moeten staan. Je kunt ook té duidelijk zijn, denk ik wel eens. Maar misschien is dit wel gewoon Rotterdams recht door zee.

De toon die je aanslaat

Bij mijn bezoek, recentelijk, aan de grote musea van Londen viel me de open manier op waarop zij het publiek benaderen. Nou begint het verschil met Nederland  natuurlijk al bij de ingang want alle musea in Londen zijn gratis en je wordt, vrij dringend, verzocht een donatie te doen. Alleen al de verschillende manieren waarop je zo’n verzoek kunt doen is een studie waard.

Eenmaal binnen word je op een hele vriendelijke manier ontvangen, niet eens zozeer door het personeel want dat is net zo aardig of onaardig als bij ons. Maar er is iets in de manier waarop je als bezoeker benaderd wordt en waarin de musea met hun collectie omgaan die anders is dan bij ons. Ik probeer al een paar dagen om voor mezelf te formuleren waar het verschil nou precies in zit maar ik kom er niet helemaal uit. Het heeft iets te maken met de toon die ze aanslaan: trots maar niet uit de hoogte, informatief maar niet saai en educatief maar niet kinderachtig. Misschien is het gewoon de Engelse manier van praten, dat zou kunnen, maar dat is niet het hele verhaal.

Het zit hem ook in de manier waarop ze tentoonstellingen maken, het verhaal dat ze vertellen met hun collectie en vooral het plezier dat ze uitstralen. De overtuiging dat het heel belangrijk is wat ze doen en dat ze zoveel mogelijk mensen willen laten meeprofiteren van het genoegen dat zij beleven aan al die mooie en interessante dingen. Ze hebben een duidelijk idee van wat ze willen zeggen en ze verplaatsen zich in de bezoeker om zeker te zijn dat hun boodschap goed over komt. Misschien zit daar het verschil met Nederlandse musea: die gaan veel meer uit van het grote idee en van de gedachten van de tentoonstellingsmaker daarbij, niet van de kennis of de mening van de toeschouwer.

Dat levert een tentoonstelling op als bijvoorbeeld Close Examination in de National Gallery. Van een relatief saai onderwerp als kunsthistorisch onderzoek maken ze met een spannende titel en een Da-Vinci-code-achtig affiche een boeiende tentoonstelling, waarin bijvoorbeeld aan de hand van pigment-onderzoek wordt aangetoond dat het schilderij Oude man in een leunstoel níet van Rembrandt is. De bijbehorende teksten zijn interessant maar niet eenvoudig, voor de vaktermen wordt er een woordenlijst bijgeleverd. Het werkt, want het was druk op de tentoonstelling. Ik verwachtte dat mensen zouden afhaken als zou blijken dat de tentoonstelling niet gericht was op spanning en sensatie (over meestervervalsers en oplichting) maar dat was niet zo: alle teksten werden uitvoerig bestudeerd.

Ik wil best geloven dat Nederlandse musea ook proberen om zich te verplaatsen in hun publiek, en het lukt misschien ook best wel eens, maar over het algemeen overheerst in Nederland toch altijd een van beiden: óf de tentoonstellingsmaker met zijn theoretisch kader óf de communicatiemedewerker met zijn “als-het-maar-niet-te-moeilijk-is”. Het gaat nog niet eens zozeer over de moeilijkheidsgraad van een tekst maar meer over de toon die wordt aangeslagen. Het Rijksmuseum komt een heel eind in de buurt, bijvoorbeeld met hun tentoonstelling van Jan Six (heel chic dat ze die hele tentoonstelling op internet zetten overigens) maar dat is wel een uitzondering.

Op de foto hierboven zie je de ingang van Tate Modern, op de achtergrond zie je o.a. de werkzaamheden van de uitbreiding van het museum. Explore, experience and enjoy: hoeveel musea hebben dat zo nadrukkelijk geformuleerd en handelen daar ook naar? Toen ik dat zag moest ik meteen aan de kernfuncties van de bibliotheek denken (eens een bibliothecaris, altijd een bibliothecaris). Dat “experience” is in de bibliotheek iets dubieuzer (de beleefbibliotheek is toch nooit echt goed aangeslagen) maar “explore” en “enjoy” past natuurlijk wonderwel. En wat doen bibliotheken daar dan mee? Hoe serieus nemen wij die zelfopgelegde opdracht? Bibliotheken zijn toch vaak verstrikt in in de dagelijkse gang van zaken en komen daardoor niet echt toe aan het invulling geven aan die verdieping van hun taak. Daar hangt die manier van hoe je je publiek benadert ook weer mee samen: als je daar eigenlijk niet genoeg tijd voor hebt, heb je al helemaal geen tijd om goed na te denken over de toon die je daarbij aan slaat. Dat leidt tot een vicieuze cirkel want als je niet de juiste toon aanslaat komen de mensen niet en als je niet genoeg mensen bereikt mag je er van je directeur minder tijd aan besteden want je doelgroep is te klein.

Lastig.

get_footer() ?>