Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

collectie

All of the posts under the "collectie" tag.

WIJ JULIANA : over de bibliotheekwet

Bij het leegmaken van een kast op mijn kamer vond ik onder een stapel oude jaarrekeningen iets dat me deed denken aan een schoolkrant van vroeger: een bundeling van wat leek op getypte blaadjes. Het eerste dat ik las was WIJ JULIANA en daarna zag ik pas dat er boven stond BESLUIT COLLECTIE OPENBARE BIBLIOTHEKEN. In het pakketje zat niet alleen een besluit Collectie maar ook nog de besluiten Huisvesting, Openingstermijnen, Personeelsformatie en Rechtspositie Personeel Openbare bibliotheken, allen inclusief een Nota van Toelichting.

Bibliotheekwet 1974/75

Er staat geen duidelijk jaartal in dit stuk maar na enig gepuzzel denk ik dat dit de teksten zijn van de Besluiten die zijn vastgesteld naar aanleiding van de Bibliotheekwet, die in 1974 werd vastgesteld en inging per 1 juli 1975. Deze besluiten werden vastgesteld in 1976 en 1977. Een heel toepasselijke vondst nu er weer een nieuwe bibliotheekwet aan zit te komen. We hebben nog geen idee hoe die nieuwe wet er uit gaat zien, maar dat het voor een impuls gaat zorgen is zeker. Deze wet uit de zeventiger jaren zorgde voor een enorme groei van openbare bibliotheken in het land, zo’n beetje de basis van hoe het bibliotheeklandschap er nu ongeveer uit ziet. Deze besluiten die ik vond zijn vooral heel praktisch en wellicht ook nog interessant voor diegenen die op dit moment bezig zijn met een SPUK aanvraag want in 1976 werd heel precies beschreven hoe een bibliotheek er uit hoorde te zien.

Zo somt het besluit Collecties in artikel 2 op hoe groot een collectie dient te zijn. Ze noemen dat het normbezit en dat is afhankelijk van het aantal inwoners van het werkgebied. Het is een enorme lijst:

Inwonertal werkgebied tot 1.000 inwoners = 6.000 banden

vanaf 1.000 inwoners = 8.000 banden

2.000 inwoners = 10.000 banden

3.000 inwoners = 12.000 banden

4.000 inwoners = 14.000 banden

5.000 inwoners = 15.500 banden

etc. etc.

tot aan

1.000.000 inwoners = 550.00 banden.

Meer dan 1.000.000 inwoners = 550.000 + 25.000 per 100.000 inwoners boven de 1.000.000. (Ze dachten duidelijk vooruit toen.)

Exacte cijfers

Niet alleen over de collectie zijn de besluiten zo dwingend maar ook over het gebouw. Het Besluit Huisvesting beschrijft niet alleen welke ruimtes een bibliotheek moet hebben maar ook hoe groot die moeten zijn: een ‘gecombineerd administratief uitleencentrum voor volwassenen en jeugd’ (oftewel een balie) moet in een werkgebied van 5.000 tot 10.000 inwoners 40 m2 zijn. ‘De uitleenruimte heeft ten minste een oppervlakte van 15 m2 per 1.000 daar geplaatste banden waaronder begrepen de daarvan uitgeleende banden.’

Fascinerend om te lezen. Vooral ook om te lezen over de inspecteur die goedkeuring dient te geven aan plannen die afwijken. (Een bibliotheekinspecteur! Daar zou ik graag meer over weten) In de Nota van toelichting wordt overigens ook opgemerkt dat een bibliotheek die ‘in één complex is ondergebracht met verwante werksoorten’ ten zeerste wordt aanbevolen. Ook over openingstijden zijn ze ondubbelzinnig: een hoofdbibliotheek in een werkgebied tot 75.000 inwoners dient 48 uur per week open te zijn, een filiaal in een werkgebied tot 5.000 inwoners 16 uur en een jeugdfiliaal in een werkgebied tot 5.000 inwoners 14 uur. In het Besluit personeelsformatie staat dat ‘Per telkens 2.000 inwoners van het verzorgingsgebied wordt één formatieplaats toegekend.’ En ook dat van het totaal aantal formatieplaatsen ten minste 45% en ten hoogste 55% wordt besteed aan bibliotheektechnisch personeel.

Normering

Naar aanleiding van deze besluiten werden in 1978 door verschillende werkgroepen binnen het NBLC (de voorganger van de VOB) commissies ingesteld die aan de slag gingen met het vertalen van deze normen naar een praktische uitvoering. Dit leidde in 1981 tot Richtlijnen voor de normering van het openbare bibliotheekwerk, het zogenaamde paarse boekje. Ik vond het boekje nog achter in mijn eigen boekenkast, want dat heb ik blijkbaar moeten aanschaffen toen ik aan de bibliotheekopleiding begon. Dat boekje is samengesteld door de Kommissie Koördinatie normering en die schrijft over kollekties en kollektienormen… In het boek wordt door de verschillende werkgroepen heel praktisch uitgelegd hoe de normen toegepast moeten worden en wat dat in de praktijk betekent. Van hoe groot een wisselkollektie moet zijn in een instelling, hoeveel uur je nodig hebt om patiënten in een ziekenhuis te bezoeken (maximaal 25 bedden per uur) , wat er in een kollektie bladmuziek hoort te zitten en hoeveel tijdschriften je als bibliotheek moet hebben tot hoeveel banden er passen op een plank, hoe diep een prentenboekenbak is en hoe het met afschrijftermijnen zit.

Vakkennis

Gezien de aantekeningen in het boek heb ik er echt les uit gehad en ik weet dat we een vak ‘Bouw en Inrichting’ haden maar van de lessen zelf herinner ik me eerlijk gezegd niks meer. Blijkbaar is er wel van alles blijven hangen want de principes en de uitgangspunten van wat een collectie is en hoe een bibliotheekgebouw werkt zitten ergens diep in mijn systeem verankerd. Dat soort kennis is in rap tempo aan het verdwijnen uit de branche (en dan bedoel ik niet die cijfers maar de algehele principes) dus misschien is het opzetten van een cursus bibliotheekinrichting nog niet slecht idee. Want het lijkt me toch wel handig om bij het maken van nieuwe vestigingen niet helemaal afhankelijk te zijn van een leverancier of een bibliotheekinrichter, waar ze alles weten over kasten en bakken maar weer niks over collecties waar ze bij de NBD dan weer wel verstand van hebben.

Nieuwe wet

De wet uit 1974 werd in de jaren ’80 alweer ingetrokken, wat de deur openzette voor de afbraak van het bibliotheekwerk in de jaren daarna. Gelukkig komt er nu dus weer een nieuwe wet aan. Die moet nog gemaakt worden maar gezien de voorwaarden die aan de huidige SPUK regeling gesteld worden hebben ze op het Ministerie wel gedachten over hoe goed bibliotheekwerk er uit ziet: een bibliotheek is een gebouw, een beetje in de buurt, met ruime openingstijden, professioneel personeel en veel activiteiten. Ik verwacht niet dat er ook dit soort lijsten met cijfers en concrete voorschriften in zullen staan, al zou dat voor sommige bibliotheken misschien nog helemaal niet zo gek zijn.

Die cijfers zouden dan wel moeten worden aangepast naar de huidige tijd, want los van dat geen enkele bibliotheek meer een ‘administratief uitleencentrum’ heeft zijn ook de collectiecijfers tegenwoordig heel anders. Om het even op onze eigen bibliotheek te betrekken: ons werkgebied is 80.000 inwoners en volgens de normen uit 1976 zou onze collectie dan 120.000 banden moeten hebben. We hebben op dit moment ongeveer 80.000 banden en we horen daarmee in het land bij de bibliotheken met een grote collectie. Dus maak het sommetje zelf maar.

*Correctie 5 juni ’23: in een eerdere versie van dit stuk stond dat de bibliotheekwet uit 1976 dateerde. De wet zelf werd al eerder aangenomen dus dat is gecorrigeerd.

Een AI is geen recensie

Nu zelfs Frits Spits (die ik hoog heb zitten) niet schijnt te begrijpen hoe Nederlandse openbare bibliotheken hun boeken aanschaffen voel ik me geroepen om dat hier uit te leggen. Want ook hij heeft een heel romantisch, maar zeer achterhaald en eenzijdig beeld van hoe bibliotheken collectioneren.

Voor wie het gemist had: NBD Biblion gaat de AI’s voortaan geautomatiseerd opstellen, met behulp van de artificial intelligence van Bookarang; dat programma bieden ze ook aan als selectiehulp voor lezers. Dat doet NBD biblion o.a. omdat ze een boek daarmee veel eerder kunnen aanbieden aan de bibliotheken: normaal gesproken wordt elk boek eerst naar een recensent gestuurd, die krijgt twee tot drie weken de tijd om daar een recensie van te maken en dan pas gaat het boek het aanbodproces in, dat ook een paar weken duurt. De bibliotheken zijn over deze verandering al geïnformeerd, zowel de directies als de collectiemedewerkers. In het verleden hebben de bibliotheken veel geklaagd over de dienstverlening van de NBD (zoals ik hen voor het gemak maar even blijf noemen) en dan met name over dat het zo lang duurde voordat nieuwe titels werden aangeboden. Er zat soms wel twee maanden tussen het moment dat een boek uitkwam en het moment dat het daadwerkelijk in de bibliotheek stond. Dat is vaak niet zo’n probleem maar bij bestsellers is het heel vervelend om steeds aan de lezers te moeten uitleggen dat nee helaas, het boek nog niet binnen is.

De bibliotheken wisten dit dus al maar de recensenten nog niet. Die kregen afgelopen maandag een mailtje van de NBD dat hun diensten erg gewaardeerd werden maar dat ze er mee gaan stoppen. Ik kreeg ook zo’n mailtje, want ik schrijf ook af en toe een recensie. Over architectuurboeken. Dat mailtje kwam voor een heel groot deel van de recensenten nogal uit de lucht vallen en een aantal van hen zocht woedend de publiciteit op. Met name het weblog Tzum, dat al eerder over deze plannen had geschreven, stookte het vuurtje graag op. Vanochtend zat Nina Nannini, de directeur van de NBD in het radioprogramma van Frits Spits, de Taalstaat, om hier over te praten. Dat fragment kun je hier terugzien. Frits Spits vraagt zich op een gegeven moment vol afgrijzen af of er dan geen enkele bibliotheekdirecteur is die zegt “Ik heb verstand van boeken en IK bepaal hier welke boeken wij aanschaffen.” Het is bijna aandoenlijk hoe naïef dat is. Dus daarom, speciaal voor Frits Spits, een toelichting:

Ik ben een bibliotheekdirecteur die van boeken houdt. Maar gelukkig heb ik een paar collega’s die veel meer verstand van boeken hebben dan ik en die ook beter weten wat er allemaal wel en niet in onze collectie staat. Die collega’s bekijken elke week een heel pak recensies van de NBD, van alle nieuwe boeken die in de afgelopen periode zijn uitgekomen. Let wel: ALLE nieuwe boeken. Dus niet alleen Nederlandse literatuur, maar ook kinderboeken, eerste leesboekjes, boeken over sport en mindfullness en autotechniek en postzegelalmanakken. En herdrukken en reisgidsen en oh ja, ook nog een heleboel vertalingen van thrillers en nieuwe uitgaves van de Zeven Zussen. Uit dat hele pakket (geen idee hoeveel boeken dat per week zijn maar het zijn er echt heel veel) maken die collega’s elke week een keuze. Bij het maken van die keuze spelen een aantal dingen mee: hoe past dit in de collectie, hebben we er al iets over, voegt dit iets toe, hoe is de kwaliteit, is het een bekende schrijver, gaat dit uitgeleend worden? Vooral bij die laatste vraag speelt de publiciteit een rol: zijn er al goede recensies over geschreven of is het op tv geweest? Als het goed is helpt de tekst van de recensie van de NBD bij het beantwoorden van die vragen. Maar het is dus niet zo dat als een recensent van de NBD iets een goed boek vindt, het automatisch wordt aangeschaft. Want er is maar beperkt behoefte aan boeken over het houden van kippen of het bakken van taarten dus als we daar voldoende, kwalitatief goede, boeken over hebben dan wordt het boek niet aangeschaft. We hebben maar een beperkt collectiebudget en ook maar beperkt ruimte in onze boekenkasten dus er moeten keuzes gemaakt worden.

Hierboven zie je een recensie van het laatste boek van Ronald Giphart. Deze werd gebruikt als voorbeeld van hoe zo’n ‘recensie door een computer’ er uit ziet. Voor de aardigheid heb ik afgelopen week eens aan mijn collega Louise (een van onze collectioneurs) gevraagd wat zij doet als er een nieuw boek van Ronald Giphart uitkomt. “Nou, dan bel ik eerst de boekhandel. Dan hebben we meteen één exemplaar zodra het uitgekomen is en als het dan wordt aangeboden bij de NBD dan bestel ik er nog twee of drie, een beetje afhankelijk van hoe de recensies in de krant waren. Want Giphart wordt hier in Roermond niet zo heel goed gelezen dus daar bestel ik er niet zo veel van.”* Ik heb er nog even nadrukkelijk naar gevraagd, maar in dit geval leest ze de recensie van de NBD inderdaad niet. Want Louise hoeft in dit geval niet te weten wat de mening van een redelijk anonieme recensent is, ze vertrouwt de literaire recensenten van de kranten.

Volgens mij is een van de oorzaken van de verwarring het gebruik van het woord recensie en recensent. Daarmee krijgen veel buitenstaanders meteen die associatie van een inhoudelijk kwaliteitsoordeel en hoge kunst. Maar deze recensies heten niet voor niks ‘aanschafinformatie’, in de branche afgekort tot AI. Deze recensies moeten vooral iets zeggen over de bruikbaarheid van het boek voor de openbare bibliotheken. Ik kan, als architectuurhistoricus, heel erg enthousiast zijn over een boek dat ik gelezen heb (bijvoorbeeld over architect Jan Sterenberg) maar ik wéét, als bibliothecaris, dat dit boek weinig uitgeleend gaat worden omdat de paar mensen die hier in geïnteresseerd zijn het boek zelf kopen. Dus ik doe mijn best om in 1100 posities te beschrijven dat het een belangrijk boek is, vanwege de architect en zijn positie in de Nederlandse architectuurwereld, maar ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat er niet veel bibliotheken zijn die dit boek zullen aanschaffen.

Afgelopen week vroeg een journalist me of ik onze collectievorming in zijn geheel aan een computer zou uitbesteden en mijn antwoord was heel nadrukkelijk “Nee”. Want de ervaring en de kennis van onze collectioneurs is onmisbaar. Op dit moment althans. Ik sluit niet uit dat dat in de toekomst ooit gaat veranderen maar als het aanschafproces helemaal geautomatiseerd wordt: wie loopt er dan naar de kast om te kijken hoe het boek er uit ziet, waarvan een herdruk wordt aangeboden? En wie ziet er dan dat op het boek dat volgens het systeem pas 10 keer is uitgeleend een lelijke koffievlek zit zodat er toch een lekker fris nieuw exemplaar wordt aangeschaft? Ik weet het niet hoor, voorlopig blijven mensen bij ons de aanschaf doen. Binnenkort dan alleen wel op basis van informatie die door een computer is aangeleverd.

*Voor het geval Ronald Giphart dit zelf leest: sorry

Over guerilla librarians en catalogusbakken

Een podcast over collectievorming. Klinkt supersaai. Maar ik raad iedereen aan om hem te beluisteren. Want het is een geweldig verhaal, het wordt smakelijk verteld en het is heel interessant. Een woest avontuur met een bibliotheekdirecteur als de grote schurk en bibliothecarissen die in opstand komen, zich ‘guerilla librarians’ noemen en stiekem de bibliotheek insluipen.

Ik kan de podcast niet embedden in mijn website dus je zult op de link moeten klikken of hem op je favoriete podcast platform moeten opzoeken. Het is een aflevering van de show 99% Invisible en deze aflevering heet Weeding is Fundamental. Voor wie het niet wist: ‘weeding’ is het Engelse woord voor afschrijven. Of nou ja, ‘weeding’ betekent gewoon ‘wieden’ maar dat woord gebruiken onze Engelstalige collega’s wanneer wij afschrijven zeggen. Eigenlijk is dat een veel beter woord. Dat wordt in deze podcast ook uitgelegd: dat je net zoals je een tuin moet wieden ook een bibliotheekcollectie moet bijhouden om te voorkomen dat hij overwoekerd raakt.

99% Invisible is een hele bekende podcast, over ‘all the thought that goes into the things we don’t think about — the unnoticed architecture and design that shape our world’. Ooit gestart als een project van o.a. het American Institute of Architects in San Francisco. Niet alleen over architectuur en stedenbouw maar ook over design, geschiedenis en technologie. De reden dat ze deze podcast over afschrijven maakten heeft te maken met het gebouw van de bibliotheek van San Francisco.

Het is niet alleen een spannend verhaal maar het is ook interessant voor iedereen die niet in een bibliotheek werkt, of geen bibliotheekopleiding heeft gehad, want je krijgt een goed beeld van een aantal internationale bibliotheekprincipes, die duidelijk worden uitgelegd. En het is interessant voor iedereen die wel een bibliotheekopleiding heeft gehad, of die zich met collecties bezig houdt, want je krijgt een beeld van hoe ze in de VS aan collectievorming doen. Wij hebben niet zoiets als MUSTY, maar de principes blijven hetzelfde. En soms is het heel herkenbaar.

Het is ook nog eens een fraai staaltje bibliotheekgeschiedenis, dit verhaal. Het speelt zich af in de jaren ’80 en ’90 en dit soort discussies werden in die tijd veel gevoerd. Overigens is die (inmiddels niet meer zo) nieuwe bibliotheek ontworpen door architect James Ingo Freed, van bureau Pei Cobb Freed & Partners. Ik ben er geweest, in die bibliotheek. Een paar jaar na de opening. Jammer, dat ik dit verhaal toen niet kende, maar met terugwerkende kracht herken ik het wel.

Voor wie niet naar de podcast kan of wil luisteren is het hele verhaal ook terug te lezen op de website van 99% Invisible. Maar dan mis je wel de broeierige stem van de verteller en de stemmen van de bibliothecarissen die hun verhaal doen. Met dank aan Egid voor de tip.

Een bibliotheek gaat wél over boeken

Het begint een traditie te worden: Mark Deckers die aan het knutselen slaat met de cijfers die de Koninklijke Bibliotheek jaarlijks publiceert over de Nederlandse openbare bibliotheken. Twee jaar geleden schreef ik daar ook al eens een stukje over, toen omdat we op nummer 1 stonden in de categorie “bibliotheek met het jongste personeel”. Ik vind nog steeds dat je al die cijfers en vergelijkingen niet al te serieus moet nemen en ik vind nog steeds dat het verhaal belangrijker is dan de cijfers. Want het blijven appels en peren die je met elkaar vergelijkt, elke bibliotheek heeft een ander werkgebied, een andere geschiedenis en een andere achtergrond. Maar inmiddels begin ik wel de lol van die al die vergelijkingen in te zien. En ok, het helpt dat Mark zijn verzameling de Deckers-index noemt. Vind het geweldige naam die we er maar in moeten houden.

Ook dit keer neemt de bibliotheek Bibliorura weer een opvallende plaats in op de lijst. We komen zelfs twee keer in Marks’ lijstjes voor, een maal op nummer 15 in de lijst van best bezochte bibliotheekwebsites en we zijn de hoogste nieuwe binnenkomer in de lijst van bibliotheken waar het meest wordt uitgeleend per lid. Waar de leden het meest lenen dus. Dat verbaasde me in eerste instantie zeer, want zo spectaculair waren onze uitleencijfers toch niet gestegen? Maar een vergelijking van de lijst van dit jaar met die van twee jaar geleden maakte een hoop duidelijk. Om te beginnen was het toen een top 10 en maakte Mark nu een top 15. Waarschijnlijk bungelden wij in 2015 ergens onder die nummer 10. Maar de voornaamste reden is dat onze uitleencijfers in 2017 zijn gestegen en de uitleningen van andere bibliotheken zijn gedaald. Daarom komen wij opeens als hoogste stijger binnen op deze lijst. Mark zegt het zelf al: het gemiddeld aantal uitleningen is gedaald, van 20,7 in 2015 naar 19,7 in 2017. En daar ben ik blij mee, dat onze uitleningen zijn gestegen, daar hebben we met zijn allen ook ons best voor gedaan.

Ik weet dat een aantal collega’s het niet zo’n probleem vindt, dat de uitleningen dalen, want het gaat in de bibliotheek immers niet om boeken en uitleningen maar om bereik? Om hoeveel mensen je bereikt? En veel mensen leggen dat dan uit als in hoeveel activiteiten je organiseert. Boeken zijn voor hen maar een bijproduct. Het voelt een beetje vreemd om, na meer dan 10 jaar op mijn blog te schrijven dat openbare bibliotheken een grotere maatschappelijke rol moeten gaan spelen, opeens te gaan pleiten voor meer aandacht voor de collectie maar dat ga ik nu toch doen. Want ik word er een beetje verdrietig van als ik sommige bibliotheken binnenkom, waar het lijkt alsof de boeken meer decorstuk zijn dan pronkstuk. Ik krijg soms het gevoel dat ze meer op een Volksuniversiteit willen lijken dan op een bibliotheek. Maar we zíjn geen Volksuniversiteit, we zijn een BIBLIOtheek, de naam zegt het al, we gaan over boeken. En over lezen en leesbevordering en (daarmee) over het bestrijden van laaggeletterdheid. En om effectief aan leesbevordering te doen heb je een goede collectie nodig. Dat is nota bene ons argument bij de Bibliotheek op School: laat ons je collectie maar verzorgen want je hebt een goede, gevarieerde collectie nodig om kinderen aan het lezen te krijgen. En wat voor kinderen geldt, gaat ook op voor volwassenen. Als je het lezen wil bevorderen moet je zorgen voor een goede collectie.

En ik weet het, kennis en informatie zit in meer dan alleen boeken, die kun je ook op andere manier delen. En ja, bibliotheken zijn méér dan alleen boeken. Maar boeken blijven een belangrijk bezit. En de collectie verdient dus veel aandacht. En ik weet ook dat ik makkelijk praten heb, want ik heb maar één vestiging. Dus ik hoef het collectiebudget niet te verdelen maar ik kan het helemaal in die ene vestiging stoppen. Dat scheelt een heleboel verdubbelingen en dus kunnen de collectioneurs meer aandacht besteden aan verdieping van de collectie. En daarmee trekken we weer extra lezers.

De afgelopen jaren werden we platgegooid met verhalen over het boek dat zou verdwijnen en over ontlezing en we zagen het aantal uitleningen allemaal dalen. Maar ik zie een kentering: het lezen komt terug. En dan niet alleen omdat wij als bibliotheken daar allemaal ons stinkende best voor aan het doen zijn maar omdat ik steeds vaker mensen hoor zeggen dat ze meer willen gaan lezen, of eindelijk weer eens tijd gaan maken om te lezen, of dat ze een account gaan aanmaken bij Goodreads omdat ze een stok achter de deur willen om meer te lezen. En ja, dat betekent nog niet meteen dat iedereen ook echt meer gaat lezen, maar het is in elk geval weer een nieuw geluid. En daarom ben ik blij dat onze uitleencijfers stijgen. Want ik ben klaar voor die nieuwe trend.

Wat je nog meer in een bibliotheek kunt lenen behalve een boek

.. als je in de Verenigde Staten woont dan. Daar kun je in veel bibliotheken ook andere dingen lenen dan boeken. En dan bedoel ik geen dvd’s of speelgoed, maar bakblikken, gereedschap of muziekinstrumenten. Bij die drie voorbeelden kun je nog redelijk eenvoudig een verklaring verzinnen, maar bij promdresses, cowbells en rocks heb ik daar meer moeite mee. Dat ligt ongetwijfeld aan mij want die Amerikanen hebben daar vast een heel goede, praktische reden voor. Amy Shaw heeft de meest bijzondere dingen verzameld en ik neem haar overzicht hier graag over.

Fascinerend vind ik dat altijd, ik schreef eerder over die bibliotheek met de bakblikken. In Nederland doen we dit soort dingen volgens mij nauwelijks. Het enige wat me te binnen schiet is de bibliotheek van Muiden, die leende ooit verkleedkleren voor kinderen uit. Geen idee of ze dat nog doen. Maar dit is in elk geval een mooi lijstje.
unusual things

Hoe de Airport Library Nederlandse cultuur promoot

Artikel geschreven voor META 2015/2,  vakblad voor de informatieprofessional in Vlaanderen. Dit is een deel van een groter artikel over de Airport Library, het hele artikel is hier te lezen. (pdf)

De gedachte achter de Airport Library in zijn huidige vorm is altijd geweest om reizigers kennis te laten maken met Nederland. Om die miljoenen passagiers die op Schiphol moeten wachten op hun volgende vlucht een vleugje Nederlandse cultuur te laten snuiven. Om ze te laten zien dat AMS meer is dan alleen een afkorting voor een vliegveld maar dat bij dat vliegveld een heel land hoort met zijn eigen cultuur en een eigen geschiedenis.

Vanaf het moment dat er zekerheid was over de komst van de Airport Library werd ik verantwoordelijk voor de inhoudelijke kant van de bibliotheek: ik heb de collectie samengesteld (die behalve uit boeken ook bestaat uit iPads met filmpjes en muziek) en ik organiseerde de tentoonstellingen: digitale fototentoonstellingen en kleine tentoonstellingen in vitrines.

De collectie van de Airport Library is onderverdeeld in een aantal thema’s: architectuur, fotografie, design, kunst, geschiedenis, literatuur, muziek  en Amsterdam. Dat laatste is geen cultureel thema, maar dat leek ons voor de herkenbaarheid van de bibliotheek wel zinvol. De andere thema’s zijn gekozen omdat het gebieden zijn waar Nederland op dit moment iets te betekenen heeft of in het verleden heeft betekend. Dat vergroot de kans dat reizigers iets herkennen. In de collectie zitten boeken over bijvoorbeeld Rembrandt, Van Gogh en Rietveld maar ook over Mecanoo, Marcel Wanders en Anton Corbijn. Het onderdeel ‘literatuur’ bestaat uit boeken van Nederlandse (en enkele Vlaamse) auteurs in vertaling. In samenwerking met het Nederlands Letterenfonds is er een collectie opgebouwd van vertalingen in meer dan 32 verschillende talen. De meeste bezoekers hebben niet voldoende tijd om een heel boek uit te lezen (behalve bij stakingen of andere calamiteiten) maar de bedoeling van deze verzameling is om mensen op een idee te brengen en om te laten zien dat Nederlandse literatuur ook vertaald is. De rest van de collectie is in het Engels, omdat Engels de  internationale luchtvaarttaal is. Er is ook een kleine collectie kinderboeken en strips, van Nederlandse auteurs en illustratoren uiteraard. Voor het onderdeel muziek heeft de Centrale Discotheek in Rotterdam muziek verzameld rondom thema’s als “winnaar van de Edison Award” of “Nederlandse artiesten die op 1 hebben gestaan in de Amerikaanse Top 100”. Die muziek was via de iPads te beluisteren.

Niet alleen bij muziek, ook bij andere onderdelen van de collectie heb ik me laten adviseren. Ik ben behalve bibliothecaris ook kunsthistoricus maar mijn kennis van bijvoorbeeld Nederlandse fotografie is beperkt dus maakte ik graag gebruik van de ervaring van het Nederlands Fotomuseum. Ook bij de tentoonstellingen heb ik vertrouwd op de expertise van de deskundigen: ik benaderde zelf musea of instanties (bijvoorbeeld het Anne Frank Huis of het Stadsarchief Amsterdam) met een verzoek om samenwerking. Bij het inrichten van de tentoonstelling kregen de musea vervolgens de vrije hand: zij weten immers het beste hoe ze hun eigen collectie onder de aandacht willen brengen.

Bij het selecteren van de boeken voor de collectie heb ik geprobeerd me te verplaatsen in de bezoekers. Ik ging er van uit dat het merendeel van de mensen per toeval bij onze bibliotheek terecht komen en ze niet persé geïnteresseerd zijn in Nederlandse cultuur. Ze moeten dus verleid worden om van de bibliotheek gebruik te maken. Dat betekent dat boeken er aantrekkelijk uit moeten zien: ze moeten een herkenbaar omslag hebben of anderszins intrigeren zodat mensen nieuwsgierig gemaakt worden. Overigens heeft de bibliotheek door de jaren heen een klein vast publiek gekregen: er zijn reizigers die regelmatig op Schiphol moeten overstappen en dan een paar uurtjes in de bibliotheek gaan zitten. Niet persé vanwege de collectie maar ook omdat ze er rustig kunnen werken: er staat een grote leestafel met stopcontacten voor laptop en telefoon en er is gratis wifi, zoals overal op het vliegveld.

We hebben maar beperkt zicht op hoe mensen reageren op onze bibliotheek: de Airport Library is 24 uur per dag toegankelijk en er is gemiddeld anderhalf uur per dag een bibliothecaris aanwezig. Uit de reacties die de bibliothecarissen krijgen en uit ons gastenboek blijkt dat bezoekers de bibliotheek zeer waarderen: eindelijk een niet-commerciële plek waar je rustig kunt zitten te midden van alle hectiek. Mensen zijn verrast een bibliotheek aan te treffen en staan open voor wat daar te vinden is. We zien bezoekers diep verzonken in een boek over Nederlandse kunst of urenlang luisterend naar Nederlandse muziek. Mensen gaan als ze thuis zijn op zoek naar de boeken die ze op Schiphol gezien hebben en ik weet van zeker één uitgever die door onze collectie op het idee gebracht werd om een Nederlands boek te vertalen. Dus met die mensen hebben we ons doel bereikt: het promoten van Nederlandse kunst en cultuur.

Verhalen uit de Airport Library #19 Mission accomplished

Dit is mijn 500e blogpost. Zo’n jubileumpost wilde ik niet verspillen aan iets middelmatigs dus was ik al een poosje op zoek naar een goed onderwerp (het feestje bewaar ik voor de 501e blogpost) en nou viel die vanavond opeens zomaar in mijn schoot. Want op Twitter zag ik zojuist deze tweet voorbij komen:

twitterknip

Daar werd ik erg blij van, want die tweet verwees naar een stuk dat vier weken geleden verscheen over de Airport Library. Een stuk van een tevreden gebruiker, een stuk waar ik nogal van moest blozen, want het beschrijft precies waar het ons met die Airport Library om te doen was. De schrijver past precies in de doelgroep: Re-routed after a missed connection, I was a typical user: I had time to kill but no local currency to burn, I wasn’t in Holland for Holland’s sake but was prepared to learn something about the nation surrounding this “hub”.

Vervolgens beschrijft hij hoe aangenaam verrast hij is door de bibliotheek en de collectie. Hij gaat heel inhoudelijk in op een paar titels en sluit af met: Well done, Dutch government, your sly propaganda exercise has persuaded me that Holland is more liberal than the UK, and that after neoliberalism there is… liberalism.

Van dat verhaal ben ik paar dagen ontzettend blij geweest en ik heb me er suf over getwitterd en gefacebookt. En nu blijkt de bibliotheek niet alleen effect te hebben gehad op die ene Britse reiziger, maar dat naar aanleiding van dat stuk iemand in New Hampshire opeens Multatuli wil lezen…

mrstsk

Hoera! Dat is precies de bedoeling van de bibliotheek: om Nederlandse kunst en cultuur te promoten bij reizigers die wel op Schiphol zijn maar niet naar Nederland gaan. En ik ben blij dat die bedoeling over komt.

Overigens is de afdeling Nederlandse literatuur in Engelse vertaling voor een groot deel afkomstig van de American Book Center, die hebben voortdurend een kleine maar mooie collectie Nederlandse literatuur op voorraad. Met onder andere ook Multatuli, een van de titels die ik onmisbaar vind in de collectie. Net als The Twin van Gerbrand Bakker.

De schrijver van dat mooie stuk over de Airport Library is trouwens een Britse kunstenaar die in Japan werkt en woont, vandaar zijn interesse in Multatuli waarschijnlijk. In elk geval vind ik dit een mooie opsteker, een bewijs dat de Airport Library zijn doel bereikt.

Verhalen uit de Airport Library #9 Over het binden van boeken

DSC00751De boeken in de Airport Library werden tot voor kort niet gebonden. Sommige mensen zien dat als iets heel vernieuwends maar dat begon eigenlijk als noodgreep.

We hadden erg weinig tijd voor het opzetten van de bibliotheek: half maart kregen we groen licht en in juni moesten we open. Voor een gewone openbare bibliotheek betekent dat een ritje (of twee) naar de NBD maar dat was in ons geval geen optie, gezien de doelstelling en de doelgroep van de Airport Library. Boeken in het Engels over Nederlandse kunst en cultuur en Nederlandse literatuur in vertaling staan nou eenmaal niet in grote getale in Leidschendam in het magazijn. Ik had mijn handen vol aan het verzamelen van het materiaal (niet alleen boeken maar ook filmpjes voor op de iPads waarvan toen nog bijna niemand wist hoe dat zou werken) dus de gedachte aan hoe het in de kast moest komen kwam pas later op. We hebben er toen heel even over gedacht om de boeken te laten binden, maar dat leek zoveel tijd te kosten dat we daar maar van af hebben gezien. En waarom zouden we dat eigenlijk doen? Da’s toch zonde van die mooie boeken?

Nou, daar zijn we dus achter gekomen, waarom je dat moet doen….

Omdat ze héééél erg snel slijten als je dat niet doet. Zeker in een bibliotheek die 24/7 open is en waar de kasten niet van een officiële bibliotheekleverancier komen. Prachtige kasten hoor, maar zonder goede boekensteunen zodat de boeken steeds omvallen. Zeker die zware kunstboeken. En als de ruggen niet na een paar maanden uitscheuren gaan de hoekjes wel stuk. En boeken met een stofkaft zien er erg saai uit als je die stofkaft eraf haalt omdat ie gescheurd is. Dus sinds dit jaar laten we alle nieuwe kunstboeken binden bij de NBD. Die daarmee een bijdrage in natura aan de Airport Library levert, waarvoor hartelijke dank.

Het kan nooit kwaad om bestaande structuren en gebruiken ter discussie te stellen. Maar een van de lessen die we hiervan geleerd hebben is: het heeft zin om je boeken te laten binden en het is geen zonde van je geld. Tenminste, als je collectie langer dan een paar maanden moet mee gaan.

Bijzondere collectie

Deze verzameling bakblikken kwam ik tegen op een blog over het Amerikaanse Middenwesten. Geen bibliotheekblog maar een blog over de mooie dingen van het platteland. De bakblikken worden uitgeleend door de openbare bibliotheek van Atkinson, Nebraska.

Volgens de schrijfster van het blog komen dit soort verzamelingen in meer bibliotheken op het platteland voor. Since most of these towns don’t have big box superstores nearby, I can imagine it’s very handy. I can also appreciate the idea of not forking over $12 to create a never-gonna-make-it-again fire truck cake.

Ik zie het mezelf nog niet doen, cakevormen uitlenen, maar in de Verenigde Staten is er een grotere traditie van enorme taarten bakken dan in Nederland. En als ik zie wat voor kleinschalige diensten ze in deze bibliotheek nog meer aanbieden dan past dit daar prima in.

Ze hebben meer dan 100 vormen en je mag ze drie weken lenen. Lang genoeg om een mooie verjaardag mee te vieren lijkt me.

Wat doet de bibliotheek aan Kerstmis?

Een kerstboom in de uitlening, een kerstkaart naar relaties en eventueel een widget op de website? De New York Public Library pakt dat anders aan.

Onder de titel Finding Jesus at NYPL: a research guide wordt op de website uitgelegd welke bronnen er over Jezus te vinden zijn in de bibliotheek. Verwijzingen naar de bijbel en de koran uiteraard, maar ook naar achtergrondliteratuur over het Romeinse rijk, over de taal die Jezus sprak, over zijn moeder Maria en over zijn wederopstanding. Mét verwijzingen naar de catalogus. De lezer wordt gewezen op de Digital Gallery van de NYPL waar afbeeldingen te vinden zijn waar Jezus op voorkomt en op de speciale collectie Judaica. Maar er wordt ook gewezen op de boeken over de geschiedenis van het christendom, een verzameling gospelmuziek en op romans waarin de persoon van Jezus voorkomt.

Eenvoudig en effectief wordt zo weer eens duidelijk gemaakt waar de bibliotheek ook alweer goed in is. Mooi vind ik dat.

Bovenstaande afbeelding is overigens van de website van de KB.

get_footer() ?>