Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

boos

All of the posts under the "boos" tag.

Nooit meer vast

telefoons

Ik voel me geamputeerd. Het is al bijna twee weken geleden gebeurd, maar ik ben er nog steeds niet aan gewend. Zodra ik thuis kom is nog steeds het eerste wat ik doe: kijken of het lampje van mijn antwoordapparaat knippert. Maar dat knippert niet meer. Dat deed het overigens de laatste tijd nog maar zelden. Die ene vriendin die regelmatig belt houdt niet van iets inspreken. En andere vrienden bellen mijn mobiel of sturen een appje als ik niet thuis ben. De meesten vrienden bellen trouwens überhaupt niet meer, daar communiceer ik uitsluitend mee via sms, Whatsapp of via de mail. Of via Facebook en Skype.

Op de factuur van de KPN kon ik precies zien dat ik mijn vaste telefoon vrijwel uitsluitend gebruikte om met die ene vriendin te bellen en met mijn moeder en mijn zus. Lange telefoongesprekken zijn dat meestal, we hebben altijd veel te bespreken. Maar elke keer als die rekening kwam zag ik weer hoeveel ik betaalde aan abonnementskosten en hoeveel aan het feitelijke bellen. En het leek alsof dat verschil steeds groter werd. Dat viel de KPN denk ik ook op want die bleven me bestoken met telefoontjes over hun alles-in-een-pakket. Telefoontjes waar ik steeds geïrriteerder op reageerde. Ik wil mijn abonnementen best aan elkaar koppelen. Graag zelfs. Zeker als me dat geld bespaart. Maar niet als ik daarom ook tv moet gaan kijken via KPN. Want dat wil ik niet. Dus bleef ik de jongens en meisjes van KPN maar afwimpelen, net zoals ik die van de kabelboer afwimpelde die wilden dat ik zou gaan bellen via de televisie. Heel irritant allemaal. In plaats van dat ze blij zijn met zo’n trouwe klant doen ze alsof je niet goed bij je hoofd bent.

En toen las ik in de brief over de nieuwe tarieven van KPN: omdat minder klanten alleen een vaste telefoonaansluiting gebruiken, gaan de kosten per aansluiting omhoog. Daar lijkt weinig tegen in te brengen, kwestie van boekhouden. Maar het is natuurlijk niet zo dat de kosten die ze daadwerkelijk voor mij maken, de out-of-pocket kosten zal ik maar zeggen, dat die hoger worden. Het is gewoon een formulering die Bob Mols, Directeur Klantenservice, heeft verzonnen om die rare kostenstijging te verklaren. En opeens had ik er zo genoeg van: van die newspeak en van dat gemanipuleer en van dat idee dat klanten alleen maar lastig en dom zijn. Ik besloot om mijn vaste telefoonaansluiting op te zeggen. Want het was toch eigenlijk wel heel ouderwets, zo’n vaste telefoonlijn, alleen voor die drie mensen die ik er mee belde.

Het besluit had ik heel snel genomen, de uitvoering liet nog even op zich wachten. Althans: de brief bleef nog een poosje op het to do stapeltje liggen. Waarschijnlijk omdat ik het zelf toch wel een stap vond. Maar uiteindelijk is het er toch van gekomen: sinds twee weken doet mijn vaste telefoonaansluiting het niet meer. En dat heeft toch iets meer impact dan ik van te voren ingeschat had. Om te beginnen dat antwoordapparaat. Ik was me er niet van bewust dat ik dat controleer als ik thuis kom. Ook als ik ’s ochtends uit de douche kom. Dat is denk ik nog een overblijfsel van mijn tijd bij de bibliobussen: toen knipperde het lampje wel eens om kwart over 7 omdat Martine van de planning gebeld had over acute problemen met het weer (er is storm op komst, gaan we rijden of niet?) of het rooster. Met als dieptepunt dat belletje over die bus in Rotterdam die uitgebrand was die nacht.

Afscheid nemen van een vaste telefoonaansluiting betekent ook afscheid nemen van mijn vaste telefoonnummer. Het nummer dat ik al meer dan 20 jaar heb. Dat ik zelf mocht uitzoeken, uit een rijtje van drie als ik me niet vergis. We waren toen in Amsterdam net, als eerste, overgestapt op 10-cijferige telefoonnummers dus in het begin moest ik vaak uitleggen dat dit echt het goede nummer was. Dat er niet een cijfer te veel in stond. De eerste jaren werd ik er af en toe op gebeld door oudere dames die dachten dat ze een fourniturenzaak in de Van Woustraat belden. Nooit begrepen hoe dat precies zat.

En afscheid van mijn vaste telefoon betekent ook dat ik nu alléén nog maar te bereiken ben via mijn mobiel. Dat betekent dat ik moet zorgen dat hij binnen gehoorsafstand is en dat de batterij is opgeladen, dus geen piepjes uit mijn tas meer dat de accu nog maar 5% heeft. En dat als ik mijn telefoonnummer moet opgeven in een winkel omdat ze me gaan bellen als de bestelling er is, dat ik dan mijn mobiele nummer moet geven. Nooit meer denken: “spreek maar in op mijn voicemail, dan merk ik het vanzelf wel” want die voicemail, die zit nu in mijn tas. Onder handbereik.

Voorlopig laat ik het antwoordapparaat nog even staan. Er staan wat berichten op van mensen die dat niet meer kunnen, een bericht achter laten. Die wil ik nog even bewaren. En ach, die telefoon: die laat ik ook nog maar even staan. Is anders ook zo kaal. Ik vraag me wel af of mijn mobiele telefoon altijd al zo’n matig bereik had in mijn woonkamer. Of is dat de wraak van de KPN omdat ik mijn vaste lijn heb opgezegd? Ik zal er wel aan wennen. Ik moet wel. Want ik heb nooit meer een vaste telefoonlijn.

Het einde van de Airport Library

schiphol Inderdaad, de Airport Library gaat dicht. We weten al ruim een jaar dat we deze zomer zouden moeten gaan verkassen want Schiphol gaat “onze” boulevard verbouwen en daarom moesten we tijdelijk even weg. Na de verbouwing zouden we op ongeveer dezelfde plek, in een nieuwe bibliotheek terugkomen. Schiphol is erg enthousiast over de Airport Library en wil ons graag houden, er was zelfs al sprake van uitbreiding: wellicht zou er ook een bibliotheek in het Schengen gebied komen, zodat we ons ook op de reizigers binnen Europa (lees: “de Nederlanders”) zouden kunnen gaan richten. Of zouden we niet op meerdere plekken bibliotheken kunnen maken? Op elke pier een of zo? Woeste plannen genoeg. Maar die gaan nu dus allemaal niet door.

 Het nieuws is nog niet officieel, maar nu het al een week op de site van het Bibliotheekblad staat en er vandaag op Twitter rumoer over ontstond schrijf ik er toch maar een stukje over. En dat begint met een disclaimer: want wat ik nu ga vertellen is allemaal uit de tweede hand. Ik ben tegenwoordig alleen nog maar de uitvoerder van de Airport Library, ik zit niet aan tafel met “de grote jongens” als er beslissingen worden genomen. Dus misschien heb ik iets verkeerd begrepen of trek ik verkeerde conclusies. Dat hoop ik eigenlijk, want ik kan nog steeds niet geloven dat de Airport Library op zo’n lullige wijze de nek wordt omgedraaid.

De Airport Library stopt namelijk niet omdat er geen geld voor is. Het Ministerie van OCW, de grote sponsor van de Airport Library, heeft namelijk aangegeven dat er over een voortzetting van de financiering best te praten viel. In iets bescheidener mate wellicht, maar zo’n succesvol project willen ze daar best ondersteunen. En ook NBD Biblion en de OBA hebben vooralsnog hun financiële bijdrage niet ingetrokken. De reden waarom de Airport Library stopt is omdat er geen landelijk partij is die er de verantwoordelijkheid voor wil nemen. ProBiblio is een provinciale organisatie die steeds meer moeite heeft om aan de provincies Noord- en Zuid-Holland (hun subsidiënten) uit te leggen waarom zij verantwoordelijk zijn voor een project namens “het land”. Dus ProBiblio wil (of moet?) het opdrachtgeverschap voor de Airport Library overdragen naar een landelijke partij. De keuze daarin is niet zo heel groot, dus dat werden de VOB en het SIOB. Die hebben allebei geweigerd, de laatste met als argument dat ze het te druk hebben met de fusie met de KB. De KB stond, als partner in de Airport Library, in eerste instantie redelijk positief tegenover het opdrachtgeverschap  maar na overleg met het SIOB zijn ze van gedachten veranderd.

Samengevat: er is geld voor de uitvoering, er is een locatie want Schiphol wil ons graag houden en ProBiblio wil de uitvoering best blijven doen, wel zo praktisch als je op fietsafstand van Schiphol ligt. Het enige dat ProBiblio wil overdragen is de verantwoordelijkheid. Dat is een kwestie van een briefje. Of een handtekening. Of misschien een extra postbusnummer. Maar er is dus op landelijk niveau niemand die die moeite wil doen. Het andere officiële argument (naast “we zijn te druk”) is dat de Airport Library niet in het belang is van de Nederlandse openbare bibliotheken. Dat argument getuigt van zo’n ongelofelijke kortzichtigheid dat ik niet kan geloven dat ze dat zelf serieus nemen. Dus ik kan alleen maar raden naar de redenen om dit project te torpederen. Misschien speelt het “not invented by me syndroom” een rol: wij hebben het niet verzonnen, dus kan het niks zijn. Zou me niks verbazen. Maar misschien zijn er wel heel andere redenen waarom dit schip tot zinken wordt gebracht. Heel welbewust wordt torpedeerd dus, want er is op landelijk niveau niemand die een hand heeft uitgestoken, of zelfs maar aangeboden heeft om mee te denken over een oplossing.

Omdat Schiphol toch heel graag een bibliotheekvoorziening wil hebben op de luchthaven zijn ze driftig op zoek naar een mogelijk alternatief. Ze moeten wel: want de openbare bibliotheeksector laat het afweten. En waarom wil Schiphol zo graag een bibliotheek? Niet alleen omdat het zo leuk is, maar ook omdat het supergoeie reclame is. De afgelopen vier maanden alleen al zijn we als voorbeeld gesteld op Buzzfeed en in de New York Times. Als voorbeeld van mooie dienstverlening en innovatief bibliotheekwerk. Maar ja, daar hebben we in Nederland niks aan… (werkelijk!)

Inmiddels is de planning van de verbouwing aangepast: waar we eerst begin juni zouden moeten vertrekken is dat nu begin september. Nog een paar maanden uitstel dus. Nog een paar extra maanden om met een goed plan te komen om als sector ons gezicht te redden….

Naschrift 28 april ’14: in het oorspronkelijke blog stond bij de landelijke partijen die de Airport Library niet willen overnemen ook BNL vermeld. Deze vermelding is verwijderd omdat gebleken is dat met BNL hierover geen contact is geweest.

De architect van de Boekenberg verbaast zich

Book-Mountain-Library-MVRDVIn het onlangs verschenen jaarboek Architectuur in Nederland 2012/2013 is  de Boekenberg in Spijkenisse niet opgenomen. Het boek ziet zichzelf als internationaal visitekaartje voor de Nederlandse bouwkunst en de Boekenberg heeft internationaal veel aandacht getrokken, dus het is op zijn minst vreemd te noemen dat die ontbreekt in deze uitgave.

Dat vond de architect, Winny Maas van MVRDV, ook. En in plaats van zich daar bij neer te leggen schreef hij een brief aan de redactie van het jaarboek. Die redactie had hem blijkbaar al laten weten dat het gebouw niet zou worden opgenomen, maar weigerde uit te leggen waarom. Maas noemt dat “schokkend”. Wij kunnen dit uiteraard grootmoedig naast ons neerleggen, ware het niet dat we zien dat Nederland cultureel en economisch afglijdt en dat deze keuze dat op een of andere manier lijkt te onderschrijven. Wij proberen ons steentje bij te dragen aan de weerlegging van dit verval en blijken internationaal veel uit te moeten leggen.

En vervolgens legt Maas nog eens uit waarom zijn bibliotheek wel in het jaarboek had moeten staan. Hij is echt boos en dat is mooi om te lezen. De mooiste reden die hij noemt vind ik natuurlijk: Zeker nu een voormalige groeikern als Spijkenisse met veel idealisme aan een publiek gebouw werkt om de bevolking te verheffen en leefomstandigheden in de stad te verbeteren.

De redactie van het jaarboek heeft vandaag laten weten dat ze het debat niet aan zal gaan. Of niet aan durft te gaan, zoals vakblad De Architect suggereert. Straks moeten we alle 500 inzenders persoonlijk gaan uitleggen waarom hun projecten niet zijn geselecteerd. Dat is een nogal laffe reactie, want niet alle 500 inzenders zijn zo internationaal bekend als MVRDV. En daarbij: waarom zouden ze dat niet uitleggen? Ik neem toch aan dat er van alle inzendingen een beoordeling is gemaakt. Waarom zou je die dan niet delen vraag ik me af. Maar dat is waarschijnlijk te confronterend. Het is makkelijker om je te verschuilen achter een heleboel vage kreten, daar zijn architecten sowieso altijd erg goed in..

Dit jaarboek heeft een nieuwe redactie. Die wilde duidelijk een statement maken, een nieuw jaarboek een nieuwe geluid. Jammer. En goed dat Winny Maas het er niet bij laat zitten, al heeft het dan (nog) niks opgeleverd. Behalve dit stukje dan 😉

De VNG nog korter door de bocht dan de Telegraaf

De site van de VNG besteedt vandaag aandacht aan het artikel in de Telegraaf over de Bieb in de supermarkt. Over dat artikel is al veel gezegd en geschreven en het is ook al uitgebreid genuanceerd door de VOB. Maar de VNG doet blijkbaar niet aan nuance.

De VNG schrijft liever een flauw stukje op zijn site. Het gekruidenier van de gemeentes druipt er van af. Geen visie, geen flauw benul maar wel voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Bibliotheken kosten geld en dat is een probleem. Het mag weer eens niks kosten en dus verwijzen ze naar een afstudeerscriptie over bibliotheken die zonder subsidie draaien. Die bestaan niet. Bibliotheken kosten geld. PUNT Als gemeentes dat geld er niet over hebben dan houdt het op, dan sluiten ze de bieb gewoon.

Het is ook nog eens een heel slordig stukje. Degene die dit geschreven heeft heeft duidelijk niet eerst gekeken naar het artikel in de Informatieprofessional waarnaar verwezen wordt voordat de verwijzing gemaakt werd. Die site verwijst namelijk helemaal niet naar een afstudeerscriptie, hij verwijst naar een artikel over een onderzoekje dat een aantal studenten hebben gedaan naar de financiering van bibliotheken. Daarin hebben ze ook een aantal nieuwe concepten verzonnen, maar voor zover ik kan zien gaat geen van die concepten er van uit dat een bibliotheek zonder subsidie zou kunnen. Laat staan dat zo’n bibliotheek al bestaat, zoals de VNG suggereert.

Het was een interessante oefening van die 4e jaars studenten. Een nuttige oefening ook, maar het is van de zotte dat de VNG die nu als serieus voorbeeld noemt. Het is wel duidelijk dat er bij de VNG niemand rondloopt met enige actuele kennis van het werkveld. Dat is al erg genoeg, maar om die onkunde nou zo te etaleren op hun site is tamelijk sneu. En onhandig ook, want zo brengen ze gemeentes ook nog eens op ideeën die niet uitvoerbaar zijn en waar ze dus niks aan hebben.

De kortzichtigheid van politici

 Libraries cater for the middle classes, not the deprived, schreef een Brits parlementslid op zijn blog en die constatering is voor hem reden om te pleiten voor een herschikking van het aantal openbare bibliotheken in het land.

Op het eerste gezicht heeft John Redwood daar best een punt: in de gemiddelde openbare bibliotheek is de collectie gericht op een dwarsdoorsnee van de plaatselijke leners en dat zijn in de praktijk meestal “middenklassers”. (*ik zet het woord tussen haakjes omdat het zo’n lelijk woord is en omdat dat in het Nederlands toch heel anders klinkt dan in het Engels maar dat moet maar even). De collectie van de bibliotheek is gericht op een gemiddelde inwoner van een gemeente, want het gaat om gemeenschapsgeld dat je aan een zo groot mogelijk publiek ten goede wil laten komen. Dat wil niet zeggen dat je er niet óók bent voor “de achtergestelden”  (zie *), beter gezegd: dat je er júist bent voor die achtergestelden.

Het ingewikkelde aan dat verhaal is dat de definitie van wie achtergesteld is en wie niet, niet zo helder is vast te stellen. Laaggeletterden, allochtonen, inwoners van een achterstandwijk? Niet iedereen die in een achterstandswijk woont is laaggeletterd.  Als je opgroeit in een villawijk met een taalachterstand omdat je Filippijnse au-pair slecht Nederlands spreekt, ben je dan achtergesteld of niet? Om het nog ingewikkelder te maken zijn “de” achtergestelden ook nog eens niet zo eenduidig te bereiken. Wat zou het handig zijn als je ergens een gebouwtje kon neerzetten met een bordje: “achtergestelden hier melden” en dat ze dan allemaal in grote getale uit zichzelf zouden komen toestromen. Maar zo werkt het nou eenmaal niet.

Daarom probeert de bibliotheek aan de ene kant een zo groot mogelijk publiek te bereiken en aan de andere kant in te spelen op de lokale problematiek en een specifieke doelgroep te bereiken. Die doelgroep kan overal anders zijn: in de ene gemeente zijn dat inburgeraars, in de andere gemeente taalzwakke autochtonen. Dat is een nogal genuanceerd verhaal dat bibliotheken niet altijd even helder vertellen, maar waar politici de laatste tijd ook niet erg gevoelig voor zijn. Want politici houden van eenduidigheid, van doen wat je zegt en zeggen wat je doet en van een rechte rug en vooral geen nuances want dat lijkt te veel op draaien, en dat is blijkbaar het foutste wat je als politicus kunt doen.

Wat me nog het meeste stoort is dat politici zich zo slecht kunnen verplaatsen in een ander. Het Britse parlementslid hierboven vertelt bijvoorbeeld hoe hij als eindexamenscholier naar de bibliotheek ging maar daar (toen al..) niks van zijn gading vond. Gelukkig hielp zijn school hem aan een pasje voor de universiteitsbibliotheek waar hij wel aan zijn trekken kwam. En dus kan de openbare bibliotheek wel weg want het was toen niks en het is nog steeds niks. Maar ik ga er van uit de Britse openbare bibliotheken zich niet richten op uitblinkende studenten, maar juist op die leerlingen die níet naar Oxford gaan en die (daarom) géén parlementslid worden.

Het is dezelfde kortzichtigheid als van die gemeente die opeens besluit dat ze geen gebouw subsidieert maar een functie en dat iedereen de bibliotheeksubsidie mag claimen die die functie kan uitoefenen. Ongetwijfeld geïnspireerd door de notitie die zij samen met adviesbureau BMC en nog negen andere plattelandsgemeentes heeft geproduceerd met als titel: Zomer in Nederland, Open oog voor toekomst-bestendig platteland, appèl aan bestuurlijk lef  Een ronkend boekje vol modellen en kwadranten en beleidscycli waarmee de lokale bestuurders kunnen laten zien dat zij wél bestuurlijk lef hebben. Om zich op die manier tegen hun voorgangers af te zetten.

Dit zijn politici die zich verschuilen achter het feit dat in geen enkele wet staat dat een gemeente verplicht is om een openbare bibliotheek te hebben. En die via de VNG ook flink lobbyen om dat vooral zo te houden. Die maar weinig sociaal gevoel hebben en die de samenleving zien als een project, dat je dus ook als zodanig moet managen. Die denken dat je alles kunt regelen met modellen en afspraken en risicoanalyses. En als het mis gaat gooi je er gewoon nog meer afspraken en modellen tegenaan. Als het dan nog niet goed is verklaar je het project mislukt, sluit je het af en begin je aan een nieuw project. Met een beter model en betere afspraken. Alleen werkt het in de samenleving niet zo, daar heb je te maken met echte mensen, niet met projectmedewerkers. En in de echte wereld heeft het ook echte gevolgen als iets wordt opgeheven. Misschien niet financieel, maar wel op ander gebied. Gevolgen die niet direct zichtbaar zijn maar waar een volgende generatie bestuurders voor mag opdraaien.

Het stoort me mateloos dat wij daar als branche zo weinig weerwoord op hebben. Ik snap heel goed dat je als plaatselijk bibliotheekdirecteur je eigen wethouder niet kortzichtig noemt. Tenminste niet in zijn gezicht. Want je wil de schade zoveel mogelijk beperkt houden en binnenkort moet je toch weer met die man om tafel. Maar op provinciaal en landelijk niveau zie ik ook weinig gebeuren. Misschien wordt er koortsachtig overlegd in achterkamertjes en fors gelobbyd in wandelgangen, maar ik ben bang van niet. Daar zal dat eigenbelang net zo’n rol bij spelen, maar af en toe bekruipt me toch ook wel het gevoel dat de branche zichzelf een beetje opgegeven heeft. Dat bij sommige mensen op het bovenlokale niveau het gevoel van urgentie plaats gemaakt heeft voor pragmatisme. Waarom wordt er nou nooit eens iemand woedend? Waarom zegt er nooit iemand dat ie zijn buik vol heeft van platitudes als “doel en middel niet verwarren? Waarom zijn we afhankelijk van Abdelkader Benali om een charmante actie te organiseren voor het behoud van de bibliotheek?

Ik weet het niet. Ik weet wel dat ik extra blij was met die ondernemer die zich aanbood bij een van onze gemeentes om mee te denken over mogelijkheden om de sluiting van een bibliotheekvesting te voorkomen. “Want ik vind het een kwestie van beschaving om als gemeente een bibliotheek te hebben”. Kijk, daar heb je iets aan….

Kunst voor het personeel

 

 

 

 

 

In 1960 nodigde Alexander Orlow, directeur van de Turmac sigarettenfabriek in Zevenaar, dertien kunstenaars uit om een kunstwerk te maken voor de productieruimtes van zijn fabriek. Zijn idee was dat kunst een beroep doet op de verbeeldingskracht en ruimte vrij maakt voor emotie.  ‘Leef terwijl je werkt’ was zijn credo, daarom was het thema van de eerste werken “Levensvreugde”. De medewerkers moesten even wennen maar raakten al snel erg gehecht aan de kunstwerken. Proef geslaagd zou je zeggen, stelling bewezen. Fijn.

Met dit initiatief trok hij wereldwijd de aandacht: hij bouwde een mooie collectie op die internationaal gewaardeerd werd. Behalve de werkomstandigheden van zijn personeel bevorderde hij zo ook het imago van zijn bedrijf, de collectie werd de Peter Stuyvesantcollectie genoemd, naar het bekendste sigarettenmerk dat Turmac produceerde. Slim.

Maar tijden veranderen: de regels rondom sponsoring door de tabaksindustrie zijn verandert waardoor de naam van de collectie niet meer gebruikt mocht worden en Turmac is inmiddels overgenomen door een ander bedrijf. De fabriek in Zevenaar wordt gesloten en de nieuwe eigenaar wil de collectie verkopen. Jammer, maar zo gaan die dingen.

In het NRC van vrijdag stond een artikel over de verkoop: een aantal mensen in de kunstbranche maakt zich boos dat BAT (de nieuwe eigenaar) geen gebaar maakt naar de museumwereld omdat ze bij het samenstellen van de collectie veel hulp hebben gekregen van de branche en tegen museumkorting hebben mogen inkopen. Niet erg chic van BAT inderdaad, maak een gebaar(tje) zou je zeggen. Kunnen ze gemakkelijk doen, er is genoeg.

Maar mijn broek zakt af als ik in hetzelfde artikel lees dat de collectie op kantoor ook zal verdwijnen, want “kunst aan de muur past niet meer bij het bedrijf zoals het nu is. Het leidt volgens het nieuwe management af van waar onze focus moet liggen: sigaretten verkopen.” Terwijl op de website van BATART nog volop gesproken wordt over kunst naar de mensen toe brengen ziet het management kunst dus als afleiding. Hoe stom kun je zijn? Dat ze er niet meer in willen investeren snap ik, dat ze verkopen waar ze geen plek voor hebben en geen rondleidingen meer willen geven snap ik ook, maar dat ze zelfs de kunst op kantoor afstoten snap ik niet. Die collectie hebben ze toch al? Wat gaan ze daarna doen? Alle medewerkers een ingelijste poster geven voor aan de muur? Of mogen er alleen nog maar planborden en productieschema’s hangen?

Bah, wat kortzichtig. De kunstcollectie verkopen (dat verkopen waar de medewerkers trots op zijn) en vervolgens het personeel op cursus sturen om de companypride te verhogen zeker. Jakkes.

get_footer() ?>