Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

boeken

All of the posts under the "boeken" tag.

Van de Dolly Parton fanclub

Vanwege de enthousiaste reacties op bovenstaande tweet kwam ik er achter dat nog heel veel mensen niet weten wat voor een geweldig mens Dolly Parton is. En hoe fantastisch zij zich inzet voor leesbevordering bij jonge kinderen. Daarom leg ik dat hier graag nog een keertje uit. (iedereen die dat wel al weet moet maar iets voor zichzelf gaan doen, want dan lees je hier niks nieuws)

Van Dolly Parton als zangeres of als artiest kun je van alles vinden: van haar muziek kun je houden of niet en je hoeft haar smaak in kleding niet te delen. Maar ze is behalve artiest ook een hele goede zakenvrouw. Ik schreef al eerder over haar aanvaring met de manager van Elvis Presley. Met haar eigen opnames verdient ze heel aardig (to put it mildly) maar ze is, denk ik, echt binnengelopen omdat Whitney Houston haar I will allways love you heeft opgenomen (wat ik persoonlijk een draak van een opname vind, maar dat doet er nu even niet toe).

Sinds 1986 heeft ze haar eigen themapark Dollywood en nee dat is geen Dolly-Parton-ophemelmuseum maar een atractiepark in Tennessee dat naast de nodige typische atractiepark atracties ook demonstraties van oude ambachten en de geschiedenis van de (nabijgelegen) Smokey Mountains belicht. Het park is een van de grootste toeristische attracties in Tennessee. Een paar jaar later richtte ze de Dollywood Foundation op met als een van de doelen ’to improve the quality of life of children and others in need’. De foundation begon met het geven van beurzen aan scholieren uit haar eigen regio (Sevier County, Tennessee) zodat die konden gaan studeren. In 1995 werd van daaruit de Imagination Library opgericht, die het lezen wilde stimuleren door kinderen in de regio elke maand een boek cadeau te doen. Dat programma werd zo’n succes dat ze in 2000 besloot om er landelijk mee te gaan. Inmiddels strekt het zich uit tot in Canada, Australië, de Verenigde Staten en Ierland en versturen ze 2 miljoen boeken per maand. Iedereen kan zijn kind aanmelden (onafhankelijk van je inkomen) en elk kind krijgt dan totdat het vijf jaar wordt elke maand een boek toegestuurd. Dat je mag houden. Voor wie wil weten hoe dat logistiek precies werkt hebben ze een mooi filmpje gemaakt.

Die tweet hierboven is de herkauwing van een oude tweet want inmiddels heeft de Imagination Library al 213 miljoen boeken uitgedeeld. Ik vind het echt fantastisch, vooral ook omdat het nut van goed kunnen lezen zo diep zit in alles wat ze hier doen.
Dolly kan dat uiteraard veel beter zeggen dan ik. “When I was growing up in the hills of East Tennessee, I knew my dreams would come true. I know there are children in your community with their own dreams. They dream of becoming a doctor or an inventor or a minister. Who knows, maybe there is a little girl whose dream is to be a writer and singer. The seeds of these dreams are often found in books and the seeds you help plant in your community can grow across the world.”

En kijk ook nog even naar dit filmpje, waarin Dolly zelf uitlegt hoe het zit. Ja echt, kijk maar even. Ook als je Dolly stom vindt, het duurt maar anderhalve minuut.

Wat zei ik? Prachtig toch?

Een treurig jubileum

Op 25 juni 1953 brachten de American Library Association en de Association of American Publishers gezamenlijk een statement uit over het verbieden van boeken. De eerste zin van dat statement is The freedom to read is essential to our democracy. It is continuously under attack. Vandaag is dat precies 70 jaar geleden en zagen de ALA en de AAP zich genoodzaakt om dat statement nogmaals onder de aandacht brengen. Want die vrijheid om te lezen komt in de Verenigde Staten alweer steeds meer onder druk te staan.

Het is een onderdeel van de campagne Unite Against Book Bans waarin bibliotheekorganisaties, uitgevers, schrijvers, journalisten en onderwijsorganisaties het publiek oproepen om zich uit te spreken tegen het verbieden van boeken. Inclusief handige toolkit waarin niet alleen wordt uitgelegd wat je allemaal kunt doen en wie je zou kunnen aanschrijven maar uiteraard is er ook merchandise.

Akelig. En onvoorstelbaar. En ik hoop dat we hier nooit zo’n campagne nodig zullen hebben.

Een onbrandbaar boek

Als protest tegen de toenemende censuur in Amerikaanse (school-)bibliotheken, waar overheden boeken verbieden, verbannen en soms zelfs verbranden heeft uitgeverij Penguin het initiatief genomen om een onbrandbare editie te maken van een van de vaakst verboden boeken in de Verenigde Staten: The handmaid’s tale van Margaret Atwood. Voor wie het niet gelooft staat hier een lijstje met de materialen die gebruikt zijn om het boek echt onbrandbaar te maken.

Het is een eenmalige editie die op 7 juni a.s. geveild gaat worden via Sotheby’s. Op het moment dat ik dit schrijf is er 4 keer geboden en staat de teller op $ 42.000 maar zo te zien verwachten ze dat het een stuk meer gaat opbrengen. De opbrengst gaat in zijn geheel naar Pen America, een organisatie die zich bezig houdt met “freedom to write, recognizing the power of the word to transform the world“.

Prachtig filmpje vind ik, kijk haar nou staan op haar 82e. Mooie actie ook: ‘Because powerful words can not be extinguished’ Hup Margaret Atwood!

Een AI is geen recensie

Nu zelfs Frits Spits (die ik hoog heb zitten) niet schijnt te begrijpen hoe Nederlandse openbare bibliotheken hun boeken aanschaffen voel ik me geroepen om dat hier uit te leggen. Want ook hij heeft een heel romantisch, maar zeer achterhaald en eenzijdig beeld van hoe bibliotheken collectioneren.

Voor wie het gemist had: NBD Biblion gaat de AI’s voortaan geautomatiseerd opstellen, met behulp van de artificial intelligence van Bookarang; dat programma bieden ze ook aan als selectiehulp voor lezers. Dat doet NBD biblion o.a. omdat ze een boek daarmee veel eerder kunnen aanbieden aan de bibliotheken: normaal gesproken wordt elk boek eerst naar een recensent gestuurd, die krijgt twee tot drie weken de tijd om daar een recensie van te maken en dan pas gaat het boek het aanbodproces in, dat ook een paar weken duurt. De bibliotheken zijn over deze verandering al geïnformeerd, zowel de directies als de collectiemedewerkers. In het verleden hebben de bibliotheken veel geklaagd over de dienstverlening van de NBD (zoals ik hen voor het gemak maar even blijf noemen) en dan met name over dat het zo lang duurde voordat nieuwe titels werden aangeboden. Er zat soms wel twee maanden tussen het moment dat een boek uitkwam en het moment dat het daadwerkelijk in de bibliotheek stond. Dat is vaak niet zo’n probleem maar bij bestsellers is het heel vervelend om steeds aan de lezers te moeten uitleggen dat nee helaas, het boek nog niet binnen is.

De bibliotheken wisten dit dus al maar de recensenten nog niet. Die kregen afgelopen maandag een mailtje van de NBD dat hun diensten erg gewaardeerd werden maar dat ze er mee gaan stoppen. Ik kreeg ook zo’n mailtje, want ik schrijf ook af en toe een recensie. Over architectuurboeken. Dat mailtje kwam voor een heel groot deel van de recensenten nogal uit de lucht vallen en een aantal van hen zocht woedend de publiciteit op. Met name het weblog Tzum, dat al eerder over deze plannen had geschreven, stookte het vuurtje graag op. Vanochtend zat Nina Nannini, de directeur van de NBD in het radioprogramma van Frits Spits, de Taalstaat, om hier over te praten. Dat fragment kun je hier terugzien. Frits Spits vraagt zich op een gegeven moment vol afgrijzen af of er dan geen enkele bibliotheekdirecteur is die zegt “Ik heb verstand van boeken en IK bepaal hier welke boeken wij aanschaffen.” Het is bijna aandoenlijk hoe naïef dat is. Dus daarom, speciaal voor Frits Spits, een toelichting:

Ik ben een bibliotheekdirecteur die van boeken houdt. Maar gelukkig heb ik een paar collega’s die veel meer verstand van boeken hebben dan ik en die ook beter weten wat er allemaal wel en niet in onze collectie staat. Die collega’s bekijken elke week een heel pak recensies van de NBD, van alle nieuwe boeken die in de afgelopen periode zijn uitgekomen. Let wel: ALLE nieuwe boeken. Dus niet alleen Nederlandse literatuur, maar ook kinderboeken, eerste leesboekjes, boeken over sport en mindfullness en autotechniek en postzegelalmanakken. En herdrukken en reisgidsen en oh ja, ook nog een heleboel vertalingen van thrillers en nieuwe uitgaves van de Zeven Zussen. Uit dat hele pakket (geen idee hoeveel boeken dat per week zijn maar het zijn er echt heel veel) maken die collega’s elke week een keuze. Bij het maken van die keuze spelen een aantal dingen mee: hoe past dit in de collectie, hebben we er al iets over, voegt dit iets toe, hoe is de kwaliteit, is het een bekende schrijver, gaat dit uitgeleend worden? Vooral bij die laatste vraag speelt de publiciteit een rol: zijn er al goede recensies over geschreven of is het op tv geweest? Als het goed is helpt de tekst van de recensie van de NBD bij het beantwoorden van die vragen. Maar het is dus niet zo dat als een recensent van de NBD iets een goed boek vindt, het automatisch wordt aangeschaft. Want er is maar beperkt behoefte aan boeken over het houden van kippen of het bakken van taarten dus als we daar voldoende, kwalitatief goede, boeken over hebben dan wordt het boek niet aangeschaft. We hebben maar een beperkt collectiebudget en ook maar beperkt ruimte in onze boekenkasten dus er moeten keuzes gemaakt worden.

Hierboven zie je een recensie van het laatste boek van Ronald Giphart. Deze werd gebruikt als voorbeeld van hoe zo’n ‘recensie door een computer’ er uit ziet. Voor de aardigheid heb ik afgelopen week eens aan mijn collega Louise (een van onze collectioneurs) gevraagd wat zij doet als er een nieuw boek van Ronald Giphart uitkomt. “Nou, dan bel ik eerst de boekhandel. Dan hebben we meteen één exemplaar zodra het uitgekomen is en als het dan wordt aangeboden bij de NBD dan bestel ik er nog twee of drie, een beetje afhankelijk van hoe de recensies in de krant waren. Want Giphart wordt hier in Roermond niet zo heel goed gelezen dus daar bestel ik er niet zo veel van.”* Ik heb er nog even nadrukkelijk naar gevraagd, maar in dit geval leest ze de recensie van de NBD inderdaad niet. Want Louise hoeft in dit geval niet te weten wat de mening van een redelijk anonieme recensent is, ze vertrouwt de literaire recensenten van de kranten.

Volgens mij is een van de oorzaken van de verwarring het gebruik van het woord recensie en recensent. Daarmee krijgen veel buitenstaanders meteen die associatie van een inhoudelijk kwaliteitsoordeel en hoge kunst. Maar deze recensies heten niet voor niks ‘aanschafinformatie’, in de branche afgekort tot AI. Deze recensies moeten vooral iets zeggen over de bruikbaarheid van het boek voor de openbare bibliotheken. Ik kan, als architectuurhistoricus, heel erg enthousiast zijn over een boek dat ik gelezen heb (bijvoorbeeld over architect Jan Sterenberg) maar ik wéét, als bibliothecaris, dat dit boek weinig uitgeleend gaat worden omdat de paar mensen die hier in geïnteresseerd zijn het boek zelf kopen. Dus ik doe mijn best om in 1100 posities te beschrijven dat het een belangrijk boek is, vanwege de architect en zijn positie in de Nederlandse architectuurwereld, maar ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat er niet veel bibliotheken zijn die dit boek zullen aanschaffen.

Afgelopen week vroeg een journalist me of ik onze collectievorming in zijn geheel aan een computer zou uitbesteden en mijn antwoord was heel nadrukkelijk “Nee”. Want de ervaring en de kennis van onze collectioneurs is onmisbaar. Op dit moment althans. Ik sluit niet uit dat dat in de toekomst ooit gaat veranderen maar als het aanschafproces helemaal geautomatiseerd wordt: wie loopt er dan naar de kast om te kijken hoe het boek er uit ziet, waarvan een herdruk wordt aangeboden? En wie ziet er dan dat op het boek dat volgens het systeem pas 10 keer is uitgeleend een lelijke koffievlek zit zodat er toch een lekker fris nieuw exemplaar wordt aangeschaft? Ik weet het niet hoor, voorlopig blijven mensen bij ons de aanschaf doen. Binnenkort dan alleen wel op basis van informatie die door een computer is aangeleverd.

*Voor het geval Ronald Giphart dit zelf leest: sorry

Stephen King en het verbieden van boeken

Afbeelding

Dit plaatje deelde ik vorige week al op Twitter en omdat het zo’n goed advies is van Stephen King deel ik het hier graag nog een keer. Ik kwam het tegen naar aanleiding van de berichten over die school in Tennessee waar het boek Maus op verzoek van de ouders uit de schoolbibliotheek werd gehaald en dat het naar aanleiding daarvan een bestseller op Amazon werd.

Dat in Amerikaanse scholen boeken verboden worden is niks nieuws, daar heb ik al vaker over geschreven. Het is in de Verenigde Staten zelfs zo’n bekend fenomeen dat ze al sinds 1982 jaarlijks een ‘banned books week‘ organiseren, in de laatste week van september. Dan vragen schrijvers, boekhandelaren en bibliotheken aandacht voor de boeken die het afgelopen jaar verwijderd werden uit bibliotheken op scholen. Want daar gaat het meestal om: ouders die actie voeren om te voorkomen dat hun kinderen kennis nemen van bepaalde boeken. Nou kan ik me dáár eerlijk gezegd nog wel iets bij voorstellen, maar het akelige van boeken uit een bibliotheek halen is dat die boeken daardoor door helemaal niemand meer gelezen kunnen worden. Al is dat misschien ook de bedoeling.

Uit mijn tijd bij de bibliobussen herinner ik me mijn gesprekken met die directeur van de reformatorische school die geen gebruik maakte van de bibliobus ondanks het feit dat we onder schooltijd zo’n beetje bij hem om de hoek stonden. Pas toen ik uitlegde dat we heus alle kinderboeken van de christelijke uitgeverijen aan boord hadden kreeg hij er belangstelling voor. Of ik dan kon zorgen dat er alleen christelijke boeken in die bus stonden? Nee? Of ik dan kon zorgen dat het personeel alleen de juiste boeken uitleende aan zijn leerlingen? “Nee ook niet. Wij gaan niks verbieden, van ons mag iedereen alles lezen. Maar als de leerlingen onder schooltijd naar de bibliobus komen dan is het uiteraard de verantwoordelijkheid van de school wat kinderen lezen. Dus als kinderen van een leerkracht een bepaald boek niet mogen lenen (om welke reden dan ook) dan vind ik dat prima.” Ik kreeg de indruk dat die directeur dat dan weer een heel raar uitgangspunt vond maar het hielp wel want de school kwam en ging driftig gebruik maken van de bus. Elk kind moest eerst zijn boeken aan de leerkracht laten zien voordat ze uitgeleend werden en alle Harry Potters werden linea recta terug gestuurd “Nee, je wéét dat wij dit soort boeken niet lezen.” Daar kun je het mee eens zijn of niet: het kind had het boek intussen wel in handen gehad en kwam soms na schooltijd terug om het alsnog te lenen. Of staande in de bus te lezen, als ze het ook van hun ouders niet mee mochten nemen. Zo’n beetje wat Stephen King hierboven aanraadt.

Dat ouders of leerkrachten niet willen dat hun kinderen Harry Potter lezen kan ik nog enigszins begrijpen want tovenarij is de duivel en zo. En als die ouders in Tennessee niet zouden willen dat hun kinderen Maus lezen omdat de Holocaust een heel gruwelijk gegeven is zou ik het ook nog snappen maar ze wilden het boek verbieden omdat er in gevloekt wordt en er een plaatje van een blote vrouw in staat. Ja daar vallen mijn schoenen wel van uit. De top 10 van boeken die in 2020 het vaakst uit bibliotheken of van literatuurlijsten gehaald zijn is sowieso een verbazingwekkende lijst: daar staan niet alleen boeken op waar sex in voorkomt maar ook To kill a mockingbird en Of mice and men vanwege ‘racial slurs and a negative effect on students’. Alsof het verbieden van boeken nog niet genoeg is las ik gisteren dat ze in Tennessee nu ook boeken aan het verbranden zijn. Dat is in de Verenigde Staten niet eens meer zo bijzonder, daar hebben ze al vaker boeken (en dvd’s) van Harry Potter verbrand. En ja, het zijn een paar gekkies die dat doen, maar ik blijf het vreselijke beelden vinden.

“Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen” is een quote van Heinrich Heine die in dit verband vaak gebruikt wordt. Dat schreef hij in 1823. Het heeft nog 110 jaar geduurd maar uiteindelijk heeft hij wel gelijk gekregen. Laten we het maar op gebrek aan historisch besef houden. Rare jongens, die Amerikanen.

De voetballer die wil dat kinderen meer lezen

Ik weet echt niks van sport. Dat de Olympische Spelen zijn afgelopen weet ik alleen maar omdat ik dat op het nieuws gehoord heb. Maar toch zat ik een paar weken geleden te googelen wie Marcus Rashford was. Iedereen die al weet wat voor een ontzettend sympathieke jongen dat is en die ook al weet hoeveel goede dingen hij doet mag nu ophouden met lezen, maar ik wil dit verhaal graag delen omdat ik er zo vrolijk van word. Ik googelde hem vanwege deze tweet die met veel instemming werd geretweet door een Britse bibliothecaris.

Ik vroeg me af waarom die bibliothecaris hier zo blij van werd want dit is wat elke professionele leesbevorderaar zegt. Eén muisklik leerde me dat dit geen onderwijzer of bibliothecaris was maar een voetballer. En na dat gegoogel wist ik ook dat het niet zomaar een voetballer is. Behalve dat hij goed kan voetballen is hij ook heel sociaal bewogen. Vorig jaar begon hij een actie om kinderen uit arme gezinnen die tijdens de zomervakantie honger hadden omdat ze geen schoolmaaltijden meer kregen, van gratis maaltijden te voorzien. Die actie werd zo groot dat het regeringsbeleid uiteindelijk werd aangepast en Rashford er een koninklijke onderscheiding voor kreeg. Daar verwijst dat MBE achter zijn naam naar, hij is Member of The Most Excellent Order of the British Empire. Overigens werd dat regeringsbeleid na een paar maanden weer teruggedraaid waarop een aantal grote bedrijven besloten om het initiatief over te nemen.

Vorig najaar werd een nieuw initiatief bekend: Rashford wil het lezen bij kinderen in achterstandsgebieden gaan bevorderen. ‘I only started reading at 17, and it completely changed my outlook and mentality. We know there are approximately 400,000 children across the UK today who have never owned a book, children who are in vulnerable environments. That has to change.’ Om dat voor elkaar te krijgen heeft hij een deal gesloten met een grote uitgeverij voor een book club en gaat hij zelf boeken voor kinderen schrijven. Die book club ging in juni van start: er werd een boek geselecteerd dat niet alleen flink werd gepromoot maar waarvan ook 50.000 exemplaren gratis werden uitgedeeld via Magic Breakfast, een organisatie die gezonde schoolontbijten verzorgd.

Vlak voordat de leesclub begon verscheen het eerste boek van zijn eigen hand: You Are a Champion, een boek voor kinderen tussen 9 en 12 jaar over “how to be the best you can be”. Met verhalen uit zijn eigen leven wil hij kinderen inspireren en zelfvertrouwen geven: ‘you can’t be a champion until you’re happy being you!’ Het boek werd vrijwel onmiddelijk een bestseller. Het is hem gegund. Overigens begreep ik dat hij ook, net als zijn collega’s van dure horloges en prive-jets houdt. Want hij blijft een voetbalinternational, van 23 jaar. Met het hart op de goede plek.

Leve Adriaan van Dis

Twee weken geleden schreef Adriaan van Dis een discussiestuk voor de Akademie van Kunsten met als titel: De zachtekrachtenleesknokploeg. Datzelfde stuk verscheen een paar dagen later (in aangepaste vorm) op de opiniepagina van De Volkskrant, onder de titel Moeten we een zachtaardige knokploeg oprichten om de ontlezing te bestrijden?. En gisteren zat Van Dis in het tv-programma Buitenhof met ongeveer dezelfde boodschap waarin hij zich rechtstreeks tot jongeren richtte met de oproep om meer te lezen.

Nou vond ik Adriaan van Dis altijd al een interessante schrijver maar ik dreig een soort fangirl te worden want ik vind het allemaal even geweldig wat hij doet. Zeker nadat ik hem had gehoord in de podcast van Gijs Groenteman, waarin hij vertelt hoeveel zin hij heeft in de gesprekken met lezers als Nederland Leest straks weer begint. Dat kan ik me voorstellen, want De Wandelaar (het Nederland Leest boek) leent zich daar uitermate goed voor. En ook zijn nieuwste roman Klifi schreeuwt om een gesprek over de inhoud, over hoe realistisch die science fiction is en over de fijne details in dat verhaal. Hij komt naar Roermond, in november, en ik zit me daar nu al enorm op te verheugen.

Helpt dat nou, dat hij zo’n oproep doet? Want hoeveel jongeren kijken er nou naar Buitenhof? En die Van Dis is toch veel te oud, daar luisteren jongeren niet naar. En kijk eens wat een knoepert van een spelfout er in die tweet van Buitenhof zit, ze moeten daar zelf eens wat meer lezen. Trouwens, die omroepen kunnen beter een leuk boekenprogramma maken, dat helpt meer dan zo’n suffe oproep. Volgens Twitter dan. Maar dat vind ik geneuzel, ik weet zeker dat het wel helpt, deze oproep. Want het kan niet vaak genoeg gezegd worden dat lezen belangrijk is. Hoe vaker mensen dat horen, uit hoe meer verschillende invalshoeken, hoe beter die boodschap overkomt. En dan heb ik het nog niet eens over het literair-wetenschappelijke of het culturele aspect van lezen, maar puur over het kilometers makende deel. Over veel lezen, zodat je het goed kunt, zodat je later als je groot bent en de maatschappij in moet je tenminste een fatsoenlijk mailtje kunt schrijven. Of de websites begrijpt waar je al die grote-mensen-dingen moet regelen. Ik denk dat zo’n boodschap van Adriaan van Dis beter aankomt, of in elk geval een groter publiek bereikt, dan wanneer ik of willekeurig welke bibliotheekdirecteur, precies hetzelfde zegt.

Dus alstublieft meneer Van Dis: blijf het lezen promoten, blijf als een evangelist de boodschap verspreiden. En ja, misschien moeten we wel zo’n zachtekrachtenleesknokploeg oprichten. Ik wil wel mee doen. Alleen al het feit dat de koppenmaker van de Volkskrant (laten we die de schuld maar geven) dat prachtige woord heeft veranderd in ‘een zachtaardige knokploeg’ geeft aan dat er veel te weinig gelezen wordt. En dat zo’n knokploeg dus broodnodig is.

“Laten we weer leren lezen en twijfelen. Doe iets.”

De Big Ben met boeken

Marta Minujín in Kassel, 2017

In 2017 zag ik voor het eerst een werk van de Argentijnse kunstenares Marta Minujín. Op de Documenta in Kassel had ze op de Friedrichsplatz, het centrale plein van de stad, The Parthenon of Books, gebouwd. Een kopie van het Parthenon in Athene, bekleed met boeken. Ze maakte dit kunstwerk voor het eerst in 1983, in Buenos Aires, om te vieren dat het militaire regime in Argentinië gevallen was. Het was toen een onderdeel van haar serie “La caída de los mitos universals” (de val van de universele mythes) waarbij ze verschillende klassieke monumenten kopieerde en er iets nieuws van maakte. Voor het Parthenon gebruikte ze toen 25.000 boeken uit de militaire opslag. Boeken die de militaire junta verboden had en in beslag had genomen. De boeken werden na afloop van de expositie verdeeld onder het publiek, ze gaf ze dus weer terug aan het volk. In Kassel stond de tempel op een plein dat de Nazi’s gebruikten om te marcheren, ze wilde op die plek de Duitse boekverbrandingen herdenken. Het publiek kon zelf verboden boeken brengen die in de structuur werden opgenomen. En ook deze boeken werden na afloop verdeeld.

Eerlijk gezegd vond ik het een beetje flauw klinken toen ik er voor het eerst over las. Maar toen ik in Kassel was en die grote constructie zag was ik toch wel onder de indruk. Vanuit de verte zag het er heel vrolijk uit, maar als je dichterbij kwam en al die verschillende boeken zag werd het opeens heel serieus.

Minujín gaat opnieuw een bouwwerk van boeken maken: deze zomer gaat ze op het Manchester International Festival de Big Ben lying down with political books maken. De naam zegt het al: het wordt een kopie (op schaal) van de Big Ben die op zijn zij ligt en bekleed wordt met boeken die van invloed zijn geweest op de Britse politiek. Ik kan me er eerlijk gezegd nog niet zoveel bij voorstellen, maar ik word wel vrolijk van het idee. Zeker met deze toelichting van de kunstenaar: People need this! We need new ideas and new places where people meet. Global symbols like Big Ben stand up straight and never change – but the world is always changing.’ Fijn, iemand die er zoveel zin in heeft. En inderdaad: in deze verwarrende tijden zijn nieuwe ideeën van harte welkom.

Het festival zelf noemt het: ‘Big Ben has quit Westminster and come to Manchester – to give itself to us, the people’. Er is een kort filmpje waarin ze uitlegt wat de bedoeling van het kunstwerk is: ze wil mensen verrassen en aan het denken zetten. Als mensen vervolgens een boek meenemen uit het kunstwerken zullen ze zich altijd herinneren hoe ze aan dat boek gekomen zijn en daarmee wordt het boek vanzelf belangrijk. In het filmpje krijg je trouwens een idee van waarom ze haar vroeger ‘het Argentijnse antwoord op Andy Warhol’ noemden. Een reisje naar Manchester zit er deze zomer wel bijna zeker nog niet in. Jammer, want ik had deze Big Ben graag in het echt gezien. Alleen al omdat ik zo blij word van iemand die boeken zo serieus neemt.

De rechten van de lezer

De rechten van de lezer

Naar aanleiding van mijn stukje van vorige week herinnerde iemand me op Twitter aan het boek ‘In een adem uit’ van Daniel Pennac. Ook een boek over hoe je jongens aan het lezen krijgt. Uit 1993, dus al behoorlijk oud maar ik herinner me nog hoe geweldig ik het vond toen ik het las. Pennac is een Franse romanschrijver, tevens leraar Frans. In zijn essay In een adem uit beschrijft hij hoe hem als puber het lezen ging tegenstaan en hoe hij die ervaring gebruikte om zijn leerlingen wel enthousiast voor lezen te krijgen. (spoiler: dat doet hij door voor te lezen) Inderdaad, de link met Bas Steman ligt voor de hand.

Toen ik vanwege die Twitterdiscussie ging opzoeken hoe oud dat boek van Pennac was kwam ik zijn beroemde ’10 rechten van de lezer’ weer tegen. Ik zag dat Quentin Blake (een van mijn favoriete illustratoren) die 10 rechten geïllustreerd had en dat de mensen van Cultuurkuur daar een vertaling van hadden gemaakt. Die deel ik hier graag. Inclusief een gratis te downloaden poster, dus doe er je voordeel mee.

Uit die 10 rechten van Pennac, en vooral uit zijn waarschuwing “lach mensen die niet lezen niet uit, want dan gaan ze nooit lezen” blijkt al hoe zijn zachtzinnige aanpak werkt: positief stimuleren. Voor zover ik kan zien is zijn boek al heel lang niet meer te koop. Misschien is het tijd voor een herdruk? Aidan Chambers, wiens Vertel eens, over ditzelfde onderwerp in dezelfde periode verscheen is omarmd door de Nederlandse bibliotheken en leesbevorderaars en zijn boeken zijn wel nog redelijk recent uitgegeven. Waarschijnlijk omdat Chambers meerdere boeken over het onderwerp schreef en ook als een ware apostel zijn boodschap verkondigde. Nog steeds verkondigt trouwens. Als je de kans krijgt om hem te horen praten moet je dat zeker doen. Ik zag hem ooit in een vergaderzaaltje in de oude OBA (ja, ja, oma vertelt) en was na die avond meteen verkocht.

Lekker boekie!

Hoera! Eindelijk een positief boek over jongeren en lezen. Een boek over leeshonger en over jongens (jongens!) die graag lezen.

Het probleem van jongeren die niet meer lezen en de resultaten van het PISA onderzoek ga ik hier niet meer noemen. Dankzij Arjen Lubach hoeft dat hoop ik ook niet meer. Belangrijkere vraag is: wat gaan we daar aan doen? Het antwoord is simpel: zorgen dat jongeren wel gaan lezen, want meer lezen is dé oplossing voor niet-lezen. Wij als bibliotheken doen daar al van alles aan maar dat schiet nog niet echt op. Bas Steman laat in zijn boek Lekker Boekie! zien hoe het wel kan. Nadat ik Steman en zijn leesclub had gezien in het tv-programma De Vooravond heb ik het boek dat hij daarover schreef meteen besteld.

Voor degenen die dat tv-optreden gemist hebben en er ook nog niet op een andere manier over gehoord hebben: toen zijn 15-jarige zoon moest gaan lezen voor zijn lijst besloot Steman om met de vriendenclub van zijn zoon een leesclub op te richten. Dat werd een groot succes: de jongens raakten verslingerd aan lezen en literatuur veranderde hun leven. In dit boek beschrijft hij hoe hij dat heeft aangepakt. Het is wat mij betreft verplichte kost voor iedereen die zich met leesbevordering en met middelbare scholieren in het algemeen bezig houdt. Hebben bibliotheken hier iets aan? Wel als middel om enthousiast te worden en als bewijs dat wel kan: jongeren enthousiast maken voor literatuur. Niet als ze op zoek zijn naar een model dat ze blind kunnen kopiëren. Het woord bibliotheek komt in het boek geloof ik maar twee keer voor. Steman wil dat jongeren de boeken die ze voor de leesclub lezen niet in de bibliotheek gaan lenen maar zelf kopen. Want ze moeten zich het boek toe-eigenen, letterlijk en figuurlijk.

Eigenlijk is de methode Steman heel simpel: het enige dat je nodig hebt is een enthousiaste volwassene met kennis over literatuur en voldoende geduld om pubers bij de hand te nemen. Je zou kunnen zeggen dat Steman het makkelijk had, want hij is niet alleen gepassioneerd over literatuur maar hij heeft ook een goede band met de plaatselijke boekhandelaar. Er ís überhaupt een goede boekwinkel in zijn woonplaats. Hij had een groep VWO-ers die hem vertrouwde en bereid was om hem te volgen en hij heeft een netwerk waardoor er colleges middeleeuwse literatuur gegeven kunnen worden en die er voor zorgen dat Adriaan van Dis kan aanschuiven bij de leesclub om over zijn boek te praten. Dus ja, dit is het ideale plaatje. Maar met het enthousiasme en de inzet van Steman zou je ook onder minder ideale omstandigheden een succesvolle leesclub kunnen maken. Een geweldige vondst vind ik de term ‘paaseitjes’ die hij gebruikt om thema’s of verwijzingen in een boek aan te duiden. De jongens kennen ‘easter eggs’ uit films en games en gaan meteen op zoek.

Dus mensen, lees dat boek. Je krijgt meteen zin om literatuur te gaan lezen. Ik miste mijn oude leesclub er nog meer door. En als je dan toch bezig bent, lees dan ook meteen even Waarom je kinderboeken moet lezen zelfs al ben je oud en wijs van Katherine Rundell. Een lelijk uitgegeven maar interessant essay waarin deze Britse kinderboekenschrijfster een aantal interessante dingen zegt. Zoals dat het een misverstand is dat je persé één bepaalde kant op moet lezen. Dat je steeds moeilijkere boeken moet lezen en als volwassene niet meer terug moet vallen naar makkelijke (lees: kinder-) boeken. Ik weet het niet zeker, maar ik heb zo’n vermoeden dat Bas Steman het op dat punt niet met Rundell eens is.

get_footer() ?>