Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

bloggen

All of the posts under the "bloggen" tag.

Over bloggen en een hoge duikplank

HOPPTORNET (TEN METER TOWER) by Axel Danielson & Maximilien Van Aertryck from Plattform Produktion on Vime

Binnenkort bestaat mijn blog 10 jaar. De afgelopen weken heb ik nagedacht over hoe ik dat ga vieren. Of ik het überhaupt ga vieren. En terwijl ik daar over nadacht kwam ik deze Zweedse film tegen. Opeens zag ik de overeenkomsten tussen 10 jaar bloggen en de hoge duikplank. Liever gezegd: tussen mijn blog en deze film. (In overdrachtelijke zin dan, dat jullie niet denken dat ik mezelf met een bekroond kunstwerk wil vergelijken)

De filmmakers hebben mensen gefilmd terwijl ze bovenaan een hoge duikplank staan. De film werd door de New York Times aangeprezen als surprisingly mesmerizing en dat klopt wat mij betreft, ik had niet gedacht dat ik 16 minuten lang naar mensen op een duikplank zou blijven kijken. Het is fascinerend om de reacties van de mensen te zien: hoe ze twijfelen, zichzelf moed inpraten, worstelen met de situatie en een beslissing nemen. Dat sommige mensen heel erg lang twijfelen en anderen juist niet. Zo werkt het met bloggen ook: over sommige stukken denk ik heel lang na, andere floepen er heel snel uit. De ene keer ben ik zelf heel blij met iets dat ik geschreven heb en dan reageert er niemand, de andere keer gooi ik snel even een filmpje op mijn blog en daar heeft iedereen het dan over. In de film is het soms verrassend wie er wel en wie niet naar beneden springt, ik wil ook niet al te voorspelbaar zijn.

Overigens zijn er voor deze film 67 mensen gefilmd. Ze zijn speciaal voor de opname geworven en hadden geen van allen ooit van de 10-meter plank gesprongen. Behalve dat laatste meisje dan neem ik aan. Ongeveer 70% van de mensen sprong uiteindelijk naar beneden.

Mooi, vind ik.

Je hebt er zelf niks aan

wijnthorn “Je hebt er zelf niks aan”. Dat roepen mijn vrienden elk feestje minstens een keer. Bij voorkeur als je net een nieuwe fles wijn aan het open maken bent. “Je bent op je eigen feestje alleen maar bezig met de catering. Je hebt er zelf niks aan.”

Dat gevoel bekroop me de afgelopen maand af en toe. In het kader van het 5-jarig bestaan van mijn blog had ik me voorgenomen om in de maand januari elke dag te bloggen. Dat is me gelukt, ondanks het feit dat ik deze maand flink ziek ben geweest en drie dagen bijna alleen maar heb geslapen. Maar ik begon me halverwege de maand wel af te vragen voor wie ik het eigenlijk deed, dat dagelijkse bloggen. Wie deed ik er eigenlijk een plezier mee? Mezelf niet. Tenminste niet als ik me ’s avonds om 8  uur afvroeg wat ik vandaag toch weer eens moest schrijven. En ik kreeg ook niet de indruk dat het me nou veel extra lezers opleverde of dat ik voor extra reuring zorgde.

Ik hoopte dat meer routine zou zorgen voor meer inhoud of meer diepgang, maar het tegendeel bleek waar te zijn:  mijn stukken werden juist oppervlakkiger. Dat kwam gedeeltelijk omdat ik vaker dingetjes die ik op Twitter zag niet retweette maar op mijn blog zette, om toch maar aan mijn dagelijkse opdracht te kunnen voldoen. Daardoor bereikte ik er meer mensen mee dan op Twitter, maar heel veel toegevoegde waarde heeft zoiets niet.

Is het experiment dan mislukt? Nee, natuurlijk niet. Het heeft alleen een andere uitkomst gekregen dan ik had verwacht. Ik hoopte dat het een kwaliteitsslag zou worden en in plaats daarvan heb ik geleerd dat ik beter blog als ik echt iets te zeggen heb. Als ik heel dringend iets kwijt moet omdat ik ergens heel blij van word of juist als ik me heel boos maak. Of als ik me oprecht iets afvraag en op zoek ga naar een antwoord. Dat wist ik eigenlijk ook wel, ergens diep in mijn achterhoofd, maar dat is nu dus bevestigd. Nuttig experiment dus.

Wat mij betreft sluit ik het hiermee af. Ik ga weer terug naar mijn oude tempo van anderhalve keer per week. Of twee keer, als ik heel gek wil doen. En ik schrijf weer alleen als ik echt iets te melden heb en niet meer omdat het nou eenmaal moet van mezelf.

Maar ik beloof niks…

Ziek

ziek Zal je altijd zien: kondig je pontificaal aan dat je deze maand elke dag gaat bloggen, wordt je diezelfde dag nog ziek en kun je alleen maar slapen. Dus daar gaat je goede voornemen… Gelukkig had ik nog wel iets achter de hand, maar diepere gedachten zaten daar niet achter, dus die stukken tellen niet echt.

Het gaat inmiddels iets beter, maar echt diepe gedachten heb ik nog steeds niet. En thuis op de bank maak je ook weinig mee dus dat levert ook al geen stof tot bloggen op. Maar ik hoop dat die diepere gedachten binnenkort wel weer gaan komen. En als ik weer wat op Twitter ga rondkijken kom ik ook vast wel op ideeën. Dus ik hou hoop dat ik me aan mijn eigen opdracht voor deze maand kan houden. Ik blijf het in elk geval proberen!

Uit de anonimiteit

Dit blog is (ruim twee jaar geleden) gestart als opdracht 1 van de 23 dingen. Die opdracht luidde: Maak een blog en geef het een naam. Omdat ik goed voor de dag wilde komen in mijn allereerste opdracht vond ik een originele naam noodzakelijk. Omdat ik ook niet meteen te kijk wilde staan voor collega’s (je weet maar nooit wat voor blunders ik nog ga maken) koos ik voor een pseudoniem, met een mooie verklaring erbij. Die anonimiteit heeft binnen ProBiblio niet zo heel erg lang stand gehouden en de collega’s moesten altijd een beetje grinniken om de naam van mijn blog.

Inmiddels is het bloggen allang geen verplicht nummer meer maar doe ik het voor mijn eigen lol. Ik heb intussen ook een aantal lezers die niet weten wie er achter het pseudoniem zit. Dat geeft niet, maar ik heb de laatste weken wel nagedacht over waarom ik het pseudoniem nog in stand hou. Schrijf ik dingen waar ik niet achter sta of waar ik me voor schaam? Nee, allesbehalve. Is er een andere reden te bedenken waarom ik me zou verstoppen? Nou nee, eigenlijk niet. Integendeel zelfs, ik ben het hartgrondig eens met de oproep van de Koningin om op te houden met dat ongenuanceerde, anonieme geblaat. Nou ben ik niet ongenuanceerd (meestal niet tenminste), maar tot vandaag wel anoniem.

En dat moest maar eens afgelopen zijn vond ik. Vandaar dat ik vanavond de foto die ik al twee jaar als gravatar gebruik heb vervangen door een foto van mezelf. En dat ik mijn naam erbij gezet heb. In het kader van het strijden met open vizier en het staan voor wat je zegt.

Bovenstaande foto diende tot vandaag als avatar. Ik vond hem in de verzameling van de Library of Congress op Flickr (ten tijde van ding 6) en ik vond hem te mooi om niet te gebruiken. Het is een foto uit de Tweede Wereldoorlog van een Amerikaanse soldaat in zijn winteruniform. Bedankt voor de bewezen diensten, onbekende soldaat…

Observaties uit het NVB congres

opening nvb09Net terug uit Ede, van het NVB-congres. Het was een interessante dag: heel veel mensen kunnen kijken, nieuwe toepassingen gezien en vooral een aantal interessante lezingen bezocht. Ik ga er geen gestructureerd verslag maken, dat wordt vast nog wel door anderen gedaan (Dymphie heeft al live verslag gedaan zag ik) maar ik wil graag een aantal observaties met jullie delen.

Bas Haring liet als keynotespeaker zien dat een spreker geen powerpoint presentatie nodig heeft, een boeiend en humoristisch verhaal is genoeg. De zaal werd volgens mij collectief verliefd op hem..

Jaap Peters raffelde een verhaal af over beweging en stilstand en de goudklompjes. Vraag me af of mensen die niet uit de openbare bibliotheekwereld komen er veel van begrepen hebben. Het merendeel van de zaal kwam niet uit een ob.

Wilfried Hoffman kan nog steeds meeslepend vertellen en Bibliotheek.nl wordt geweldig.

– De interessantste lezing (want nieuw voor mij) was van Lykle de Vries. Waarom was de zaal daar zo leeg? Hij begon met vragen wie de 23 dingen nog niet had afgemaakt (was volgens mij het grootste deel van de aanwezigen) om hen vervolgens toe te voegen dat ze nu naar huis moesten om dat alsnog te doen want dat ze hier hun tijd zaten te verdoen. “Wat voegt waarde toe aan de relatie tussen bibliotheek en gebruikers?” Zijn antwoord was: U. Wij dus. De medewerkers van de bibliotheek. Altijd lekker om te horen maar hij had er een mooi verhaal bij. Even afwachten tot zijn slides op slideshare staan, dan kun je het zelf teruglezen.

Lilia Efimova liet zien dat bloggen een persoonlijk nut heeft (bloggen is eigenlijk praten tegen jezelf) maar dat je niet te hoge verwachtingen moet hebben van interactie met je lezers (reading is a choice).

– Informatieprofessionals hebben niet altijd oog voor hun omgeving. Ze staan bij voorkeur stil in een deuropening of anderszins in de weg en zwiepen met hun rugzakken en enorme conferentietassen van alles om. En waarom moet er zoveel geflitst worden bij het maken van die honderden foto’s van de sprekers vanuit alle standen?

– De openingsact was een verhalenvertelster die een russisch sprookje vertelde. Omdat we in onzekere tijden leven en we wel wat ondersteuning konden gebruiken. Maar aan de reacties op twitter te zien was het paarlen voor de zwijnen.

– Kwam er achter dat ik geen 0 kan sms-en. En omdat ik twitter via sms kwamen die paar tweets die ik heb gedaan niet in de twitterfontein omdat de hashtag nvb09 was. Heel suf, toch maar een hippere telefoon kopen dan.

De Reehorst is een doolhof van zalen, gangen en foyers, een soort ondergronds grottenstelsel. Pas aan het einde van de dag ging ik de logica er van zien, was dus voortdurend de weg kwijt.

– Er is veel gefilmd en er zijn erg veel foto’s gemaakt maar ik vind de kwaliteit van de Flickr foto’s erg tegen vallen. Deze is van WoW!ter, mag wel hoop ik?

Het wordt even stil

Grote trap van entree naar foyer  Originally uploaded by maartmeester

Vorige week zaterdag ben ik op deze trap gevallen. Het is de entree van het Muziekgebouw aan het IJ en ik vind het (nog steeds) een prachtige trap. Echt een showtrap, om in stijl van af te dalen. Maar zaterdag viel ik dus vanaf ongeveer halverwege het onderste deel naar beneden. Niet tot helemaal op de grond, zo’n tree of drie vanaf de vloer kwam ik tot stilstand.

Weet niet precies wat er gebeurd is (of ik uitglee of me verstapte) maar het resultaat is dat mijn enkel gebroken is. Volgende week word ik er aan geopereerd en tot die tijd zit ik in het gips en ben ik aan het oefenen in het lopen op krukken. Dat valt nog bepaald niet mee.

Ik ben dus voorlopig even uitgeschakeld. Ik heb de komende weken waarschijnlijk heel veel tijd om achter mijn computer te zitten maar ik vermoed dat ik veel minder stof heb om te bloggen. Dus vandaar die waarschuwing: het wordt denk ik even stil hier.

Twitteren of bloggen?

 

anp-portier1Nu alle bibliotheekbloggers die ik volg tegelijkertijd in een soort van existentiële crisis lijken te zitten omdat ze niet kunnen kiezen tussen twitteren of bloggen voel ik me gedwongen om ook iets te zeggen. Want ook ik blog de laatste tijd iets minder frequent dan daarvoor maar dat komt volgens mij niet omdat ik sinds een week of 6 twitter.  

Over Twitter hoorde ik twee jaar geleden voor het eerst, toen was het iets heel nieuws en geheimzinnigs dat voornamelijk werd gedaan door jongeren. En in dat hoekje is het voor mij ook heel lang blijven zitten: wéér zo’n hype, wéér zoiets voor kinderen, wéér iets waar ik me niks van hoef aan te trekken want dat is toch niks voor mij. Maar het laatste half jaar  hoorde ik steeds vaker uit min of meer onverdachte hoek over Twitter. Het was dus blijkbaar niet zoiets als Hyves, dat ik nog steeds tamelijk kinderachtig vind maar dat vooroordeel komt vast door de pubers in mijn omgeving die zo’n beetje léven op Hyves. Het keerpunt voor mij was de rel die ontstond toen bleek dat Maxime Verhagen een foto van de Trêveszaal via Twitter had verspreid.  Dat had iets kwajongensachtigs maar toch ook weer niet kinderachtig, blijkbaar ging het soms toch wel ergens over. En toen ik in steeds meer bibliotheekblogs verwijzingen naar Twitter las moest het er toch maar eens van komen.

En ja, het is leuk. En dan niet in de zin van gierend van de lach maar in de zin van voldoening gevend, grappig, nuttig. Geloof niet dat ik er een beter mens van word maar wel een beter geïnformeerd mens. Het heeft wel een paar weken geduurd voordat ik erachter was hoe het voor mij het beste werkte want je moet wel even je weg zoeken (en je moet het dus ook even de tijd geven). Wie is interessant om te volgen, wat is er allemaal te doen? Heel toevallig ging Bibliotheek 2.o op Twitter toen ik 3 dagen aan het twitteren was en twee weken later verzamelde de NL biblioblogs ook nog eens een heel stel twitteraars dus dat vergemakkelijkte de boel wel. Verder is het zoeken en vooral actief (en in mijn geval selectief) zijn. Ik heb er heel bewust voor gekozen om mensen te volgen die iets te vertellen hebben dat mij interesseert, over bibliotheken, literatuur en theater. En die ook voornamelijk daarover twitteren. Dus niet over jonge hondjes, wat ze vanavond eten of over de kinderen. Die onderwerpen komen af en toe heus wel eens voorbij maar dan als een detail, om “het verhaal” gaande te houden. 

Op Culturehacking las ik een boeiend stuk over Twitter. Ik ben het alleen niet eens met zijn punt over tweets van anderen lezen. Hij zegt daarover:  Tuurlijk volg je andere twitteraars om hun berichten te lezen, maar denk niet dat de gemiddelde gebruiker na in te loggen terug in de tijd bladert om alles te lezen. Ikzelf lees natuurlijk wel mijn replies, maar duik vooral in de gesprekken die op dat moment aan de gang zijn. Stel je Twitter voor als een grote virtuele gespreksruimte bevolkt door enkel mensen die jij interessant vindt, waar je je op elk moment van de dag in kunt mengen. Dat geld niet voor mij. Omdat ik alleen mensen volg die iets interessants te melden hebben wil ik daar natuurlijk niks van missen. Dus ik blader wél terug om oude tweets te lezen. Omdat ik maar 28 twitteraars volg is dat prima te doen. Die grote gespreksruimte die hij beschrijft benauwd mij eerlijk gezegd nogal. Maar ja, ieder z’n meug. En dat is nou net zo leuk aan Twitter.

Wat het me oplevert? Dat ik in de pauze van de allereerste voorstelling in de nieuwe zaal van de Stadsschouwburg op Twitter lees dat de akoestiek zo goed is, dat ik vanavond lees dat de bibliotheek van Zeeuws-Vlaanderen een nieuwe directeur heeft of dat opeens de vraag van Andrew Keen voorbij komt wie er mee gaat eten in Amsterdam. Ik zou heel goed kunnen leven zonder al deze dingen te weten, maar ze wel weten is gewoon leuk.   

Ben ik minder gaan bloggen omdat ik twitter? Nee, volgens mij niet. Het is een heel andere tak van sport, op Twitter zet ik berichtjes waar ik nooit over zou bloggen omdat ze daar te klein voor zijn of omdat ze niet in het kader van dit blog thuis horen. Op Twitter zet je mededelingen, in mijn blog staan meningen (of visies). Zoveel tijd kost Twitter mij niet, vanwege de beperking in het aantal volgers die ik heb aangebracht. Ik blog de laatste weken iets minder omdat er niet zo veel is om me over op te winden dan voorheen. Neem aan dat dat wel weer bijtrekt. Maar twitteren en bloggen vullen elkaar volgens mij aan, ze sluiten elkaar zeker niet uit.

Dit is overigens een foto uit 1932 van de portier van de Stadsschouwburg in Amsterdam.

Bloggen of televisie?

[vodpod id=ExternalVideo.781801&w=425&h=350&fv=]
Een paar weken geleden maakte Christiaan Weijts zich in de Groene Amsterdammer boos over het feit dat Nico Dijkshoorn niet meer alleen dicht op internet maar ook wekelijks  in het tv-programma De wereld draait door. Volgens Weijts gooit hij hiermee zijn cultstatus te grabbel en is het een kwestie van tijd voordat Nico ook deel gaat uitmaken van de literaire kliek in café De Zwart.

Nou ken ik Nico nog uit de tijd dat hij kon schrijven zonder bril en ik weet zeker dat hij hoogstens in café De Zwart komt om in het bier van A.F.Th. van der Heijden te spugen. Maar het is interessant om te zien waarom Weijts zich zo opwindt. Volgens hem was Nico’s werk dichten twee-punt-nul, online, live en interactief, de nieuwe-media-variant van de troubadour die gelegenheidsverzen uit zijn mouw schudt op dorpspleinen en in kroegen. Dit is dichten waar pretentie noch papier aan te pas komt.

Weijts ziet het als een soort verraad dat Nico nu op tv komt, volgens hem zoekt hij (als representant van de nieuwe media) erkenning bij de oude media. De route naar roem loopt van blogger naar boekcontract, van YouTube naar MTV en van reaguurder naar De wereld draait door. Nieuwe media blijken allerminst een nieuw epicentrum te zijn vol users en producers die nooit meer een voet buiten de virtuele realiteit zetten; ze bewijzen juist hun status van cultuur in de marge, waaruit van tijd tot tijd iemand kan bovendrijven.

Daar zou Weijts best wel eens gelijk in kunnen hebben , en wat is daar mis mee? Een dichter (schrijver, kunstenaar) woont misschien in sprookjes op een lekkend zolderkamertje en wordt door niemand begrepen maar volgens mij wil iedereen toch het liefst gehoord worden. Je wil erkenning, liefst van een zo groot mogelijk publiek. Dus het lijkt me heel logisch dat als zo’n publiek zich aandient, je die kans grijpt.

Weijts vertolkt de stem van de teleurgestelde 2.0-er: internet zou ooit de oude media wegvagen maar in plaats daarvan slokken de oude media de nieuwe op. Waar blijft die nieuwe wereld? Volgens mij is dat niet zo simpel: zoals ik denk dat het boek zal blijven bestaan, ondanks de opkomst van internet, zullen de oude media ook blijven bestaan. Er wordt minder gelezen, minder tv gekeken en meer op het internet gedaan. Het bestaat wat mij betreft allemaal naast elkaar en beïnvloedt elkaar. De term cultuur in de marge klinkt nogal sneu,maar hij klopt feitelijk wel. Dat er wekelijks tientallen mensen op woensdagavond achter hun pc zaten te wachten zodat ze als eerste de gedichten van P. Kouwes konden lezen is natuurlijk fantastisch, maar als hij ze op tv voorleest zien 1 miljoen mensen dat. Dan lijkt de keuze me niet zo moeilijk. Het verandert weinig aan de inhoud, alleen de vorm is anders.

De troubadour staat niet meer op één dorpsplein maar op een heleboel dorpspleinen tegelijkertijd, volgens mij zijn de verhalen nog hetzelfde.

Waarom bibliothecarissen aanbeden zouden moeten worden*

Radical Militant Librarian  Originally uploaded by Andrea Mercado

Vandaag precies een jaar geleden schreef ik mijn eerste postDit weblog is ontstaan in het kader van de 23 dingen maar ik bedacht al bij het maken van het blog dat ik hier misschien wel meer mee zou gaan doen dan alleen die 23 dingen. Ik wist nog niet precies wat maar een veelzeggende naam leek me wel belangrijk. Dit is wat ik toen over die naam zei: ik heb voor een strijdlustige naam gekozen omdat ik vind dat bibliothecarissen zich veel te vaak in een hoek laten drukken en zich veel te bang laten maken. Nergens voor nodig want bibliotheken zullen er altijd zijn en bibliothecarissen zullen altijd nodig zijn. En zelfs als je daar als bibliothecaris aan twijfelt moet je dat niet hardop zeggen, want als wij al niet in onszelf geloven zullen anderen dat al helemaal niet doen 

Ik had zo’n vaag idee om allerlei opruiende stukjes te gaan schrijven, om die ingekakte bibliothecarissen eens wakker te schudden maar ook om ze een hart onder de riem te steken. Dat is er niet echt van gekomen helaas.

Mijn zwerftochten over het web hebben me geleerd dat er al een aantal van die blogs bestaan, in de Verenigde Staten vooral. Daar heeft het vak van bibliothecaris een heel andere status. Een heel andere achtergrond ook. Een van de blogs die ik onlangs ontdekt heb is die van de Library Avenger, laat je niet misleiden door de trouwfoto die op dit moment op de voorpagina staat. Hier maakt ze wat mij betreft het ultieme statement, ik wou dat ik dat verzonnen had (waarom bibliothecarissen aanbeden zouden moeten worden). En hier legt ze ook heel mooi het verschil uit tussen bibliothecarissen en bibliothecarissen, tussen een diploma hebben en heel goed zijn in je werk. Vooral interessant voor Schrijverdezes die zich nogal eens zorgen maakt of ze wel een bibliothecaris is. Jaloersmakend. Scherp geformuleerd, heel herkenbaar en opwindend wat mij betreft.

Ze is niet de enige met dit soort blogs, de Lipstick Librarian is iets meliger maar soms ook heel leuk en via Naughty Kitty vind je nog eens een leuk plaatje. Dat soort blogs mis ik zo in Nederland. Dat zelfbewuste, die volle overtuiging van het nut van het werk, die humor. Ik wou dat ik het kon. Misschien, als ik heel veel oefen, kan ik beetje in de buurt komen…

*Voor Schrijverdezes

Waarom ik blog

An American pineapple, of the kind the Axis finds hard to digest, is ready to leave the hand of an infantryman in training at Fort Belvoir, Va. American soldiers make good grenade throwers (LOC)  Originally uploaded by The Library of Congress

Wat kan ik over jouw blog vertellen vroeg Wowter.
Ik vind het een eer om in Wowters lijstje te staan en ik heb een paar dagen nagedacht over het antwoord.

De belangrijkste reden is volgens mij Zendingsdrang. Er zijn zaken die ik belangrijk vind en waarvan ik vind dat de wereld (of in elk geval de bibliotheekwereld) het moet weten.
Dat heeft een informatieve kant als het gaat om feiten die ik ergens lees, activiteiten waarover ik gehoord heb of leuke plaatjes. Leuk om andere mensen op te attenderen en als blogger bereik ik meer geïnteresseerden dan wanneer ik het beperk tot mijn collega’s tijdens de lunchpauze.
Maar het echte zendingswerk komt om de hoek kijken als ik mijn mening over bepaalde onderwerpen met de wereld wil delen. Ik vind dat wij ons als (openbare bibliotheek-) branche veel te bescheiden opstellen en ons veel te veel in een hoek laten zetten. En dat bevorderen we door mee te gaan in allerlei negatieve berichtgeving. Met mijn weblog wil ik een ander geluid laten horen en bibliothecarissen stimuleren zich wat strijdbaarder op te stellen, meer zelfvertrouwen uit te stralen en wat minder te reageren als een verschrikt konijn dat in de koplampen van een aanstormende auto zit te staren. Daarmee wil ik niet zeggen dat we onze ogen moeten sluiten voor feiten als ontlezing of dalende bezoekersaantallen maar in plaats van daarover in paniek te raken moeten we actie ondernemen. Bibliothecarissen hebben de neiging om alles te over nuanceren, dat is nou eenmaal ons vak: tot drie cijfers achter de komma (of liever de punt) dingen classificeren en vooral alle kanten van een vraagstuk belichten want de bibliotheek is objectief en neutraal. En dat is ook goed. Maar niet als het gaat om onze eigen positie, dan is daadkracht gewenst en die ontbreekt veel te veel in de branche.

En natuurlijk komt er ook een portie egotripperij om de hoek kijken: “kijk eens wat ik kan!”. Lijkt me vanzelfsprekend, dat is ook de reden dat ik dagelijks naar mijn statistieken kijk: heeft iemand me al gehoord? Daarvoor gebruik ik gewoon de WordPress statistieken, met Feedburner heb ik voortdurend ruzie (ik ben gelukkig de enige niet, las ik). Ik heb een klein clubje vaste lezers, van een community is helaas geen sprake. Discussie is er wel soms, altijd met dezelfde mensen maar gelukkig wel over dingen die er toe doen.

Een ander voordeel van bloggen is dat het me dwingt om na te denken over wat ik nou precies van iets vind, ik schreef er al eerder over. Het scherpt mijn geest, niet alleen omdat je goed moet formuleren (en om dat te kunnen moet je een duidelijke mening hebben) maar ook omdat ik mezelf nu dwing om zaken uit te zoeken. Ik wil niet zomaar iets roepen maar ik wil zo goed mogelijk weten hoe het zit zodat ik de juiste verwijzingen kan maken.

Mijn populairste post heeft helaas niks te maken met mijn briljante schrijfstijl maar dat is de post waarbij ik een illustratie van Gummbah heb gebruikt. Het hield geen verband met de inhoud, het was puur vanwege het leuke plaatje. Ik heb het keurig getagd, leek me wel zo netjes, maar nu krijg ik dagelijks bezoekers die op zoek zijn naar Gummbah… Misschien steken ze er nog iets van op.

get_footer() ?>