De nieuwe staatssecretaris van digitalisering

Volgende week wordt het nieuwe kabinet officieel beëdigd. Een van de nieuwe functies in dat kabinet is de staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering. Het is nog niet duidelijk waar die zich precies mee gaat bezig houden, behalve met de Antillen, maar in het coalitieakkoord is een paragraaf gewijd aan digitalisering dus dat geeft een idee van de invulling van de andere helft van de portefeuille. Die paragraaf staat vol ronkende teksten over hoe Nederland de kansen die digitale technologie biedt wil gaan verzilveren maar er staat ook: “Iedereen krijgt de kans om mee te komen door digitale kennis- en vaardigheden aan te bieden in het onderwijs en via om- en bijscholing. We pakken digibetisme gericht aan via een publiekprivate strategie voor digitale geletterdheid en we verbeteren de toegankelijkheid van digitale overheidsdiensten, met behoud van alternatieven voor digitale overheidscommunicatie.”
Dat laatste vind ik een geruststellende mededeling. Het komt ook overeen met de belofte na de evaluatie van de toeslagenaffaire dat wie nu in de problemen raakt door de overheid, niet meer tegen een muur van bureaucratie oploopt: „Mensen moeten altijd persoonlijk in contact kunnen komen met de overheid.” Dat is dus een breuk met het streven naar een overheid die alleen nog maar digitaal communiceert, zoals dat ooit door minister Plasterk is ingezet. Dat klinkt wat mij betreft te mooi om waar te zijn, maar volgens het NRC loopt als rode draad door het hele coalitieakkoord dat er veel fouten uit het verleden moeten worden hersteld. Daar past ook de mededeling bij dat uitvoeringsorganisaties die rechtstreeks met burgers in contact staan worden versterkt. „De overheid die wij voor ons zien heeft oog voor de menselijke maat, is begrijpelijk, bereikbaar en aanspreekbaar voor inwoners, en herstelt op die manier het vertrouwen.”
En ja, ik wéét het: digitalisering is een heel belangrijk onderwerp met veel uitdagingen, van artificiële intelligentie tot cybercrime en online wangedrag, dat moet serieus worden aangepakt. Maar ik wil hier ook heel graag aandacht vragen voor de mensen die niet mee kunnen, die niet digitaal vaardig zijn en die dat ook nooit zullen worden. Althans, niet voldoende om volwaardig mee te draaien in de snel veranderende maatschappij. Om die mensen te helpen zijn inmiddels in bijna alle openbare bibliotheken in Nederland IDO’s (Informatiepunt Digitale Overheid) geopend waar mensen met vragen terecht kunnen. Hartstikke goed, past bij onze dienstverlening want daar is de bibliotheek voor, om vragen te beantwoorden. Maar het is niet de oplossing. Dat is een doekje voor het bloeden. Ik heb de indruk dat op de plekken waar beleid gemaakt wordt er maar weinig besef is van de omvang van die groep en over wat voor soort mensen het dan gaat. Je merkt het ook in gesprekken “ja maar, wie zijn die mensen dan? Ik ken niemand zonder smartphone. Oh, inderdaad. Mijn oma niet nee.” Realiseer je dat iedereen een oma heeft (meerdere waarschijnlijk) dus dat het om heel veel mensen gaat. En ja, een heleboel oma’s hebben wel een smartphone en kunnen daar wel mee omgaan. Maar veel ook niet. En niet alleen oma’s, ook mensen die nog niet bejaard zijn maar nooit met een computer hebben gewerkt omdat ze bijvoorbeeld met hun handen werken: als bouwvakker of binnenvaartschipper. Het is een illusie om te denken dat we alle Nederlanders voldoende digitaal vaardig kunnen maken. Natuurlijk: ze kunnen allemaal cursussen komen volgen, in de bibliotheek of op andere plekken maar als je er niet dagelijks mee werkt raak je het zo kwijt. Heb je eindelijk door hoe die site van de Belastingdienst werkt, ben je dat het jaar erna weer helemaal kwijt.
Als je als overheid dingen eist van je burgers moet je ook zorgen dat iedereen aan die eisen kan voldoen, dat begint er mee dat iedereen snapt wat de bedoeling is. Dat is niet alleen een kwestie van helder communiceren maar ook van zorgen dat de overheid toegankelijk is. Dat is een verantwoordelijkheid die de overheid zelf moet nemen, dat kun je niet weg organiseren richting bibliotheken of andere clubjes. Want wij zijn geen overheid en ook geen verlengstuk daar van. Dus ik vraag me af hoe ik die publiek-private strategie die in het akkoord genoemd wordt moet lezen. Het bevorderen van digitale vaardigheden (vind ik beter klinken dan ‘bestrijden van digibetisme’) is sowieso een goed idee, maar wees alsjeblieft realistisch en denk niet dat je het definitief kunt uitroeien of dat het vanzelf verdwijnt als over een aantal jaren al die ouwetjes op natuurlijke wijze verdwenen zijn. Want dan is er weer een nieuwe generatie die niet mee kan met de nieuwe ontwikkelingen van dat moment. Dus zorg er voor dat er altijd ergens een echt mens achter een balie of een telefoon zit. Of achter een Antwoordnummer, zoals bij de QR-codes die massaal op papier werden en worden aangevraagd.
De nieuwe staatssecretaris, Alexandra van Huffelen, is nu als staatssecretaris van Financiën nog verantwoordelijk voor de afhandeling van de Toeslagenaffaire dus zij heeft alle ellende van dichtbij gezien en heeft, hoop ik, ook gezien hoe belangrijk het is dat mensen persoonlijk contact kunnen hebben met de overheid. Dus dat het een illusie is dat iedereen alles altijd digitaal kan regelen. Ik hoop dat zij die ervaring in haar achterhoofd houdt in haar nieuwe functie.
Recente reacties