Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

bibliotheek

All of the posts under the "bibliotheek" tag.

De bieb op Solar

De aftermovie

Solar is het grootste en bekendste festival van Roermond. Het vindt elk jaar plaats in het eerste weekend van augustus, aan de Maasplassen. Als je een beetje doorstapt op loopafstand van de bibliotheek. Daarom vind ik het geweldig dat we dit jaar voor het eerst hebben meegedaan aan het Solar Weekend. En daarom deel ik deze aftermovie graag. Dit is een impressie van de eerste dag, de zaterdag. Toen mochten we de mainstage openen met schrijvers Dean Bowen en Alma Mathijsen. Dat was die ene dag in de week dat het redelijk weer was.

De tweede dag, de zondag, regende het de hele dag. De enige variatie zat hem in de hoeveelheid regen: soms een klein beetje en soms enorme stortbuien. Dus dat was geen goede dag om het op een festival over lezen te hebben en al helemaal niet om met een boekje lekker te relaxen op het water. Want dat was de bedoeling van het ‘Boekenbal’ dat we hadden georganiseerd. Daar zie je in dit filmpje een fragment van: je kon in zo’n gigantische plastic bal het water op. Maar op zondag werden die ballen terug het strand op geblazen, dus daar zijn we maar snel mee gestopt.

Ik ben heel trots dat het de collega’s (na verschillende pogingen) gelukt is om op Solar te staan. De officiële evaluatie moet nog plaatsvinden maar het eerste punt voor de evaluatie hebben we al: het hoofdpodium is echt héél erg groot. Dus als er een volgende keer komt wordt de plek in het programma zeker een gespreksonderwerp. Op onze website zijn ook nog wat foto’s te vinden.

Een lofzang op de bibliotheek

Mark Deckers schreef een paar weken geleden al over Geheugen, geschiedenis, beschaving van Mira Feticu. Mark zou Mark niet zijn als hij niet na een eerste stuk waarin hij inhoudelijk op het boekje ingaat nog een tweede stuk zou schrijven, met veel schema’s en cijfers waarin hij pleit voor ratio in het collectiebeleid. Ironisch genoeg precies dát waar Feticu zich in haar boek tegen afzet.

Inmiddels heb ik het boekje gelezen en ook ik heb er een dubbel gevoel bij. Maar anders dan Mark. Ik schrijf al meer dan 15 jaar op dit blog dat bibliothecarissen meer voor zichzelf en voor hun vak moeten opkomen dus ja, ik ben heel blij dat iemand een lofzang op de bibliothecaris schrijft. Maar ik ben ook al een flink aantal jaren manager en directeur en die komen er bij Feticu nogal bekaaid van af. Dus ik voel me ook een beetje persoonlijk aangesproken en ik merk de behoefte bij mezelf om het op te gaan nemen voor die managers.

Dat ga ik niet doen, althans niet voor die Haagse managers en directeuren want Feticu beschrijft de situatie zoals zij die ervaren heeft en dat is háár ervaring, daar kan ik niks aan afdoen. Ik heb wel het gevoel dat ik mijn eigen vak moet verdedigen tegen het ideaalbeeld dat zij heeft van wat een bibliothecaris zou moeten doen. Voor wie Marks verhaal, of de verschillende recensies die tot nu toe verschenen zijn nog niet gelezen heeft: Mira Feticu is een Roemeense schrijfster die, toen ze net in Nederland was, een taalstage ging lopen in de openbare bibliotheek van Den Haag en daar uiteindelijk tien jaar heeft gewerkt. In dit boekje (niet denigrerend bedoelt want het is een klein, mooi boekje) beschijft ze haar ervaringen met werken in de bibliotheek, afgewisseld met verhalen over bibliotheken en bibliothecarissen uit haar jeugd en uit de wereldgeschiedenis.

Feticu houdt van boeken. Ze houdt héél veel van boeken: “Ik heb moeite me mensen voor te stellen wier leven niet met boeken begint en eindigt” schrijft ze. Een bibliotheek is een plek met heel veel boeken die daar voor altijd blijven dus moet de bibliotheek wel de hemel op aarde zijn. En dat istie natuurlijk niet. Want elke eerstejaars student aan de bibliotheekacademie (die niet meer bestaat) leert dat een openbare bibliotheek geen bewaarfunctie heeft. Kun je stom vinden, maar dat is nou eenmaal zo. En dat weet de schrijfster na al die jaren in de bibliotheek eigenlijk ook wel, ze vindt alleen dat het anders zou moeten zijn. Daar komt ze een aantal keren op terug, op haar ideaalbeeld. Volgens haar is een bibliotheek “een ruimte van perfectie”.

Om toch nog even terug te komen op die managers: blijkbaar heeft Feticu niet door dat de situatie in Den Haag tamelijk uitzonderlijk is want dat is een gemeentebibliotheek. Het is een afdeling van de gemeente, vandaar die ambtelijke bemoeienis. Dat is bijna nergens anders in Nederland zo, de meeste bibliotheken zijn zelfstandige stichtingen. Wellicht is dat ook de reden dat de Haagse bibliotheek op wel meer vlakken dingen anders doet dan andere bibliotheken in ons land. Misschien ben ik trouwens ook wel gewoon een beetje beledigd omdat ze zich aan het einde van het boek afvraagt waarom er geen leesloketten zijn op stations, waarom we de berg niet naar Mohammed brengen. Heeft ze dan nog nooit gehoord van de Stationsbibliotheek (in verschillende vormen), van de bibliotheek op Schiphol of van de Strandbibliotheken? Daar heeft de bibliotheek Den Haag er nota bene twéé van gehad.

Ik stop met zeuren. Geheugen, geschiedenis, beschaving is een heel mooi boekje waarin een liefdevol beeld wordt geschetst van het uiterst diverse publiek dat in de bibliotheek komt: van daklozen en non-lezers tot arrogante vrouwen en krijsende of poepende kinderen, van consumentengidslezers tot obsessieve lezers. Het beschrijft ook heel mooi hoe bibliothecarissen veel meer doen dan alleen maar boeken opruimen: dat ze films uitzoeken voor de man in de rolstoel die elke week twintig films komt lenen, plaatjes van villa’s met zwembad uitprinten voor Dieter omdat hij dat vraagt en mensen helpen met hun DigiD die het gemeentehuis heeft doorgestuurd. Dat bibliothecarissen tranen afvegen, hulp bieden en een vriendelijk woord voor iedereen hebben.

“Dwing het personeel niet om de zoveelste cursus omgaan met klanten te volgen. Het personeel van de bibliotheek is allang ontzettend aardig voor de klanten. Geeft het liever een cursus omgaan met het boek en het beheren van een collectie.” Het zal Feticu plezier doen om te horen dat er tegenwoordig weer een cursus collectioneren georganiseerd wordt in de branche en dat die overtekend is. En dat de Rijksoverheid weer volop wil gaan investeren in bibliotheken. Met andere woorden: er breken betere tijden aan voor de bibliotheek. En dat werd hoog tijd.

Roodkapje van Roald Dahl voorlezen

Roodkapje door Quentin Blake, voor de Gruwelijke Rijmen van Roald Dahl, 1982

Tijdens alle opwinding in de afgelopen weken over de aanpassingen die de Britse uitgever heeft aangebracht in de nieuwe edities van de boeken van Roald Dahl moest ik steeds weer denken al die honderden keren dat ik zijn versie van Roodkapje heb voorgelezen. En aan hoeveel lol we daarbij hadden. Ik weet niet meer precies in welk jaar dat was (het is meer dan twintig jaar geleden dat ik voor het laatst een klassenbezoek gedaan heb) maar een van de jaarlijks wisselende programma’s die we in onze bibliotheek deden had als thema sprookjes. Waarschijnlijk was het samengesteld door Karen Bertrams van ProBiblio. Geen idee meer wat het programma precies inhield maar als afsluiting las ik dus het verhaal Roodkapje en de wolf voor uit de Gruwelijke rijmen van Roald Dahl. Voor wie de Gruwelijke rijmen niet kent: daarin heeft Dahl een aantal bekende sprookjes op rijm herverteld. Maar dan wel op zijn Dahls, dus met een ander einde dan het origineel. Je kunt hier de originele versie van zijn Roodkapje vinden en ook beluisteren, voorgelezen door de schrijver zelf. In de introductie vertelt hij dat hij de “little rhymes” als een soort grap had geschreven en dat hij verbaasd was over het succes er van.

Dat voorlezen verliep bijna altijd op ongeveer dezelfde manier. Het was de afsluiting van het bezoek waarbij de kinderen (groep 5/6) dus weer even stil moesten zitten nadat ze net ruim een half uur actief waren geweest (de meeste dan). Daar had niet altijd iedereen even veel zin in en als de biebjuf dan ook nog zei dat ze ging voorlezen daalde het humeur vaak snel. Alhoewel ik aankondigde dat het een andere versie van het sprookje was dan ze kenden geloofden ze dat maar half. Maar al snel merkten ze dat het echt anders was, alleen al vanwege het rijm. En dan las ik nog eens van die gekke woorden als ‘schriel scharminkel’ voor. Het hoogtepunt van het verhaal was altijd dit:

”t Kind lacht en trekt in een wipje

een revolver uit haar slipje.’

(‘Ze richt hem op het grote beest en beng, beng…. die is er geweest’) Hilariteit alom, vooral bij alle jongens in de groep. Het verhaal eindigt ermee dat Roodkapje haar rode kapje inwisselt voor een mantel van wolvenvel, zoals op de illustratie van Quentin Blake te zien is.

Pas toen ik er de laatste weken weer aan terugdacht realiseerde ik mij dat het geweldige ook zit in de fantastische vertaling van Huberte Vriesendorp. Even dacht ik nog dat het Vriesendorps idee was om dat pistool in een onderbroek te bewaren, maar dat is van Dahl (‘The small girl smiles. One eyelid flickers. She whips a pistol from her knickers.’) Maar om van een onderbroek een slipje te maken en dat dan ook nog te laten rijmen op wipje is prachtig. Het waren precies de goede woorden om jongetjes uit groep 5/6 enthousiast te maken voor een verhaal.

De Nederlandse uitgever heeft aangekondigd de boeken niet te gaan aanpassen. Dat klinkt heel stoer maar een vertaler past een tekst al aan want die maakt zelden een letterlijke vertaling. Het lijkt me dat ze wijzigingen in dit geval in eerste instantie met de vertaler moeten bespreken. In alle voorbeelden van aanpassingen die ik voorbij heb zien komen zag ik nergens iets over de Revolting rhymes dus misschien is dat de dans ontsnapt. Maar ter gelegenheid van dit stukje heb ik het boek er nog eens bij gepakt en als ik daar het verhaal van Goudhaartje en de drie beren nog eens lees zie ik zo een paar woorden die in een nieuwe editie best aangepast zouden kunnen worden zonder dat de essentie van Dahls versie verdwijnt. In deze versie is Goudhaartje een rotkind dat het huis van de drie beren heeft vernield en Dahl suggereert dat de beren haar op hadden moeten eten. Dat verhaal kan prima overeind blijven als je bv het woord Bijlmerbajes aanpast. Ik vind het een ingewikkelde kwestie: ja natuurlijk ben ik tegen censuur en ja natuurlijk moet je van andermans tekst afblijven maar dit verhaal is nu al meer dan 40 jaar oud en boeken worden wel vaker aangepast aan de moderne tijd. Bijvoorbeeld om ze leesbaar te houden. En verkoopbaar. Alhoewel ik om sommige woedende protesten erg moest grinniken pleit ik daarom toch graag voor enige nuance.

Het belangrijkste lijkt me dat de kern van het verhaal, in dit geval het dwarsige, bewaard blijft. Want dat maakte Roodkapje zo’n succes bij die klassenbezoeken: dit was geen lief meisje dat een jager nodig had om haar te redden maar een stoere meid die zichzelf redde. Met een revolver ook nog eens. En een biebjuf die het woord slipje voorlas was daarbij een extra bonus. Na elk klassenbezoek liep er minstens één jongen de bieb uit terwijl hij ’trok in een wipje een revolver uit haar slipje’ proestte maar meestal was het een giechelend groepje. Dat vond ik mooi. Dat vind ik nog steeds mooi en belangrijker dan of er wel of niet ergens een woordje is aangepast.

Studeren in de bibliotheek

Het is al twaalf jaar oud, dit filmpje, maar ik kwam het nu pas tegen en vind het nog steeds grappig. Voor wie de Old Spice man niet herkent: het filmpje is een verwijzing naar deze reclame, ook twaalf jaar oud. Dit filmpje heet New Spice en ze hebben het vrij letterlijk nagemaakt, de Multimedia Crew van de bibliotheek van de Bringham Young University in Utah. Zeker als je de twee filmpjes met elkaar vergelijkt, de aftershaveman eindigt op een paard, de student op een boekenkar: “I’m on a cart”

Ik moest erg lachen om “Did you know that 8 out of 5 dentists say that studying in the library is six bajillion times more effective than studying in your shower?”. Net zoals ik moest grinniken om de omschrijving van Old Spice bij hun eigen reclame op Youtube: “We’re not saying this body wash will make your man smell like a romantic millionaire jet fighter pilot, but we are insinuating it.”

De studenten uit Utah hebben een speciale website gemaakt met behind the scenes foto’s, credits en een lijst met alle publiciteit die ze gehad hebben. Zo te zien een heleboel en dat is ze gegund. Want het is gewoon een leuk filmpje. Nog steeds.

Bibliobussen forever

De afgelopen week ontplofte dit blog bijna vanwege de overweldigende belangstelling voor mijn stukje over de AI’s en de NBD. Inmiddels is het aantal lezers weer op het oude peil dus nu is het tijd voor een stukje over dat andere onderwerp* waar ik graag over schrijf: bibliobussen. Niet dat er iets bijzonders is om me over op te winden maar gewoon omdat ik ze af en toe graag onder de aandacht breng. Want je bent fan van bibliobussen of niet. Het filmpje hierboven is zo’n voorbeeld van waarom bibliobussen zo geweldig zijn. Over dit initiatief bestaat een veel leuker filmpje van drie jaar geleden want die bussen zijn ooit ingesteld om analfabetisme in Afghanistan te bestrijden en het lezen te bevorderen. Maar sinds de Taliban weer aan de macht is mogen meisjes niet meer naar school, dus nu worden de bibliobussen in Kabul ingezet om vrouwen en meisjes toch nog enige toegang tot kennis en informatie te bieden. Want naar de bibliotheek mogen ze blijkbaar wel.

In Bremen hebben ze ook een bibliobus. De lokale omroep reed een dagje mee op die bus en maakte daar een reportage over, heel herkenbaar voor iedereen die wel eens op een bibliobus heeft gewerkt. Een heel vrolijk filmpje is het geworden. Het meest opmerkelijke feitje vond ik dat de chauffeur van de bus zelf geen auto heeft.

Nou we toch in Duitsland zijn: dankzij Twitter weet ik dat op de Markt in Bredstedt (Noord-Duitsland) één keer per maand een Deense bibliobus staat. Bredstedt ligt ongeveer 40 kilometer van de Deense grens dus ik vermoed dat daar nogal wat Denen wonen, of Duitsers die hun Deens willen oefenen.

Een paar weken geleden las ik over een wethouder in Den Haag die ‘mobiele bibliotheekjes’ wil gaan inzetten om het lezen in zijn stad te bevorderen. Dat bericht deelde ik op Twitter met de suggestie dat hij dan een bibliobus moest inzetten en daar kwamen nogal positieve reacties op. ‘We moeten daar naartoe, waar de lezers zijn’, zei wethouder Robert van Asten en dat is precies wat een bibliobus doet. Op de foto bij het nieuwsbericht staat de wethouder bij een kekke bakfiets vol boeken. Superleuk maar als hij het serieus meent, van dat leesoffensief, dan heb je aan zo’n fiets niet genoeg. In Den Haag hebben ze ervaring met bibliobussen: voordat de bibliotheekfilialen in Ypenburg, Leidscheveen en Wateringse Veld er waren stond daar de bibliobus (van ProBiblio, vandaar dat ik dat weet). Ik weet niet of Van Asten terug komt als wethouder maar ik ben heel benieuwd hoe serieus die opmerking was en of iemand dat idee van die mobiele bibliotheken gaat oppakken.

Misschien is het sowieso weer eens tijd om eens na te gaan denken over mobiele bibliotheken. In Zeeland hebben ze laten zien dat ook een bibliobus meer kan zijn dan alleen boeken, net zoals bibliotheken meer zijn dat. Misschien is het tijd voor een terugkeer van de bus.

*Het ene waar ik graag over schrijf is het vak van bibliothecaris dat miskend wordt. Of in dit geval: iets rechtzetten als er onzin over bibliotheken wordt geschreven.

De bibliotheek als clubhuis van het lezen

Afbeelding

Sinds vorige week hangen er op het Munsterplein in Roermond grote banieren met foto’s en interviews met bekende Roermondenaren over de rol die lezen speelt in hun leven. Het is een initiatief van onze bibliotheek, in samenwerking met We Are Roermond, in het kader van onze actie Ik Lees. Met die banieren willen we aandacht vragen voor lezen en willen we laten zien dat lezen voor iedereen iets anders kan betekenen.

Met dat doel hebben we acht bekende Roermondenaren geïnterviewd en gefotografeerd (foto’s van Kim Roufs). Op de banieren is een deel van het interview te lezen, de rest van het interview is te vinden op onze website, waar je met een QR-code rechtstreeks vanaf het Munsterplein naar toe geleid wordt. Het een heel divers gezelschap geworden: van de burgemeester (hierboven) en de Bisschop tot een bekende horecaondernemer en een schrijfster uit Roermond. Het mooie vind ik dat het zo goed laat zien hoe breed ‘lezen’ is: toen wij zanger en gemeenteraadslid Big Benny belden was zijn reactie dat hij eigenlijk helemaal niet zo veel las, maar dat hij het zo leuk vond om zijn kleinzoon voor te lezen. Of hij daar ook iets over mocht vertellen? Ja, graag zelfs! En sinds deze actie weet ik dat onze bisschop Nederlands heeft gestudeerd. Ook altijd leuk om te weten.

De komende maanden gaan we hier op verschillende manieren op verder borduren, met leestips van de geïnterviewden op onze website en een oproep aan inwoners om zelf een bijdrage te leveren aan #iklees. We doen dit omdat we onszelf zien als het clubhuis van het lezen, we willen een plek zijn waar iedereen toegang heeft tot een uitgebreide leescollectie en waar wordt gepraat over boeken. We zijn al langer bezig met praten met onze partners over het Leesoffensief, dit is onze eerste concrete stap. Op naar de volgende!

Een gedicht op onze trap

Brohlin op de trap (foto: John Peters)

De bibliotheek Bibliorura ligt een beetje verscholen in een winkelstraat in Roermond. In de mooiste winkelstraat van de stad, dat dan weer wel, maar verscholen. De bibliotheek bestaat uit een aantal oude gebouwen waar achter een heel nieuw complex is opgetrokken, maar dat zie je van de buitenkant niet. En ondanks het feit dat er met koeien van letters ‘Stadsbibliotheek’ op de gevel staat weten toch veel mensen niet dat we daar zitten.

De afgelopen jaren hebben we nagedacht over hoe we meer zichtbaar konden zijn. Letterlijk zichtbaar. Van een architect die we daarbij hadden ingeschakeld leerde ik dat onze onzichtbaarheid onder andere te maken heeft met het feit dat precies op het punt waar wij liggen, de straat versmalt en dat mensen daarom ‘op de weg letten’ in plaats van om zich heen te kijken. Dus dat we iets moesten verzinnen om letterlijk de blik te vangen. Die opmerking, gecombineerd met een enorme trap voor onze ingang die het de mensen ook nog eens niet altijd gemakkelijk maakt om binnen te komen én iemand die mij wees op een project over poëzie op straat leidde tot het idee van een gedicht op de trap.

Ik vond het zelf een heel goed idee, maar hoe dan? En wat? Dus hebben we contact gezocht met het bedrijf dat de trap gemaakt had en volgens hen zou er best een tekst in het natuursteen kunnen worden aangebracht. Toen die eerste hobbel genomen was kwam de vraag: maar wat dan? Want wat voor gedicht zet je dan op zo’n trap? Omdat ik daar zelf niet echt uitkwam heb ik contact gezocht met het Huis voor de Kunsten Limburg. In samenwerking met Merlijn Huntjens, de consulent Literatuur van het Huis, kwamen we tot het idee om een jonge dichter een opdracht te geven om speciaal voor de bibliotheek een gedicht te schrijven. De keuze viel op de Roermondse rapper en spoken word artist Brohlin Coumans. Hij werd in contact gebracht met Kila van der Starre, specialist op het gebied van straatpoëzie, die hem bij het schrijven coachte. Het resultaat was een prachtig gedicht over lezen. De eerste zin van het gedicht luidt: mijn allerliefste oma leerde mij lezen. Dat is een verwijzing naar zijn oma, de kunstenares Truus Coumans, van wie een beeld op een steenworp afstand in dezelfde straat staat. Op de site straatpoezie.nl is het hele gedicht goed leesbaar en voorzien van achtergrondinformatie te vinden. Sowieso een aanrader, die website.

Gistermiddag werd het gedicht officieel onthuld, in aanwezigheid van iedereen die bij het gedicht betrokken was. Inclusief de steenhouwer die vertelde dat ze het zelf ook best een uitdaging hadden gevonden, dat zandstralen op straat. Het was een mooi feestje met workshops over straatpoëzie en spoken word als afsluiting. Om een beeld te krijgen van het de onthulling is hier nog een mooi verslag te vinden waarin de dichter geïnterviewd wordt. In het item wordt overigens gezegd dat dit het eerste gedicht in Limburg is dat speciaal voor de locatie geschreven is, maar dat is een misverstand.

Ik ben er heel blij mee. Of het gedicht letterlijk voor meer zichtbaarheid van het gebouw gaat zorgen moeten we even afwachten, maar gezien de belangstelling voor de onthulling gisteren en alle positieve reacties die we krijgen heeft het de bibliotheek wel weer in beeld gebracht als organisatie die zich met lezen bezig houdt. En dat vind ik onze kernactiviteit.

Over guerilla librarians en catalogusbakken

Een podcast over collectievorming. Klinkt supersaai. Maar ik raad iedereen aan om hem te beluisteren. Want het is een geweldig verhaal, het wordt smakelijk verteld en het is heel interessant. Een woest avontuur met een bibliotheekdirecteur als de grote schurk en bibliothecarissen die in opstand komen, zich ‘guerilla librarians’ noemen en stiekem de bibliotheek insluipen.

Ik kan de podcast niet embedden in mijn website dus je zult op de link moeten klikken of hem op je favoriete podcast platform moeten opzoeken. Het is een aflevering van de show 99% Invisible en deze aflevering heet Weeding is Fundamental. Voor wie het niet wist: ‘weeding’ is het Engelse woord voor afschrijven. Of nou ja, ‘weeding’ betekent gewoon ‘wieden’ maar dat woord gebruiken onze Engelstalige collega’s wanneer wij afschrijven zeggen. Eigenlijk is dat een veel beter woord. Dat wordt in deze podcast ook uitgelegd: dat je net zoals je een tuin moet wieden ook een bibliotheekcollectie moet bijhouden om te voorkomen dat hij overwoekerd raakt.

99% Invisible is een hele bekende podcast, over ‘all the thought that goes into the things we don’t think about — the unnoticed architecture and design that shape our world’. Ooit gestart als een project van o.a. het American Institute of Architects in San Francisco. Niet alleen over architectuur en stedenbouw maar ook over design, geschiedenis en technologie. De reden dat ze deze podcast over afschrijven maakten heeft te maken met het gebouw van de bibliotheek van San Francisco.

Het is niet alleen een spannend verhaal maar het is ook interessant voor iedereen die niet in een bibliotheek werkt, of geen bibliotheekopleiding heeft gehad, want je krijgt een goed beeld van een aantal internationale bibliotheekprincipes, die duidelijk worden uitgelegd. En het is interessant voor iedereen die wel een bibliotheekopleiding heeft gehad, of die zich met collecties bezig houdt, want je krijgt een beeld van hoe ze in de VS aan collectievorming doen. Wij hebben niet zoiets als MUSTY, maar de principes blijven hetzelfde. En soms is het heel herkenbaar.

Het is ook nog eens een fraai staaltje bibliotheekgeschiedenis, dit verhaal. Het speelt zich af in de jaren ’80 en ’90 en dit soort discussies werden in die tijd veel gevoerd. Overigens is die (inmiddels niet meer zo) nieuwe bibliotheek ontworpen door architect James Ingo Freed, van bureau Pei Cobb Freed & Partners. Ik ben er geweest, in die bibliotheek. Een paar jaar na de opening. Jammer, dat ik dit verhaal toen niet kende, maar met terugwerkende kracht herken ik het wel.

Voor wie niet naar de podcast kan of wil luisteren is het hele verhaal ook terug te lezen op de website van 99% Invisible. Maar dan mis je wel de broeierige stem van de verteller en de stemmen van de bibliothecarissen die hun verhaal doen. Met dank aan Egid voor de tip.

Hoe je jongens aan het lezen krijgt

Dit is weer een mooi filmpje van Storycorps, over de kracht van bibliothecarissen. Of over collectievorming. Of wat je er ook in wil zien. Echt gebeurd. De hoofdpersoon Olly Neal vertelt dit verhaal aan zijn dochter, je hoort zijn stem. Echt een lief verhaal.

Storycorps is een organisatie die sinds 2003 verhalen verzamelt, op steeds grotere schaal. Hun missie is: to preserve and share humanity’s stories in order to build connections between people and create a more just and compassionate world. Bij sommige verhalen wordt een filmpje gemaakt, een paar geleden heb ik al eens een van hun filmpjes gedeeld. Over de bibliobus.

Als je wil weten hoe dat boek waar het allemaal mee begon er uit ziet of meer informatie wil dan moet je hier even kijken. En oh ja: hoe krijg je jongens aan het lezen? En meisjes ook trouwens? Zorg er voor dat je de juiste boeken hebt. En daar heb je dan weer een bibliothecaris voor.

Een filmpje voor het digiTaalhuis

digiTaalhuis Bibliorura

Op 3 november 2017, op de dag dat we onze 100ste verjaardag vierden, openden we het digiTaalhuis in onze bibliotheek. We zijn nu ruim anderhalf jaar verder en het digTaalhuis begint langzaam een begrip te worden. We organiseren Taalcafés, taalspreekuren (in de bibliotheek en op verschillende locaties in de stad), cursussen Klik & Tik en toen de gemeente Roermond digitaal parkeren invoerde heeft de Stichting Digisterker zelfs een speciale parkeermodule voor onze Digisterker cursus gemaakt. Kortom: we doen mooie dingen. Maar toch hebben we het gevoel dat we nog niet voldoende mensen bereiken. Daarom hebben we in samenwerking van de gemeente Roermond een filmpje laten maken om het digiTaalhuis te promoten. Ik ben er erg trots op dus ik breng het hier graag onder de aandacht.

Het filmpje is gemaakt door Inova en je ziet onze eigen taalambassadeur Jeroen zijn verhaal vertellen. We presenteerden het filmpje in het Laurentius Ziekenhuis, niet alleen omdat we daar opnames gemaakt hebben maar ook omdat ze het filmpje daar op de schermen in de wachtkamers gaan vertonen. Dat is ook de reden dat het ondertiteld is want daar is geen geluid, er is ook een versie zonder ondertitels. We zijn nog in gesprek met de huisartsen en andere medische organisaties in de stad omdat we het op zoveel mogelijk plaatsen willen vertonen. Het is niet alleen deze film maar er hoort een hele campagne bij met posters en flyers. De doelgroep voor deze campagne is niet de laaggeletterde zelf maar juist de omgeving, die mensen kunnen wijzen op het digiTaalhuis. Bij de presentatie waren zowel onze ‘eigen’ wethouder aanwezig, als de wethouder van sociale zaken. Het was een echt feestje, Delta Limburg heeft er een mooi verslag van gemaakt. Er is nog een ander filmpje in de maak, dat richt zich vooral op werk en overheid. Dat komt na de zomer.

get_footer() ?>