Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

bibliothecaris

All of the posts under the "bibliothecaris" tag.

Goeie tips voor een bibliothecaris

Reclamefilmpje voor een Masterklas hoe de beste bibliothecaris te worden. Een filmpje van de afdeling Baden-Württemberg van de Duitse vereniging van bibliotheken.

Ik moest er erg om lachen. Want voor alle duidelijkheid: ‘Bibliothekarin des Jahres Sabine Fetzer’ bestaat niet echt. Dit is een actrice. Aan de boeken te zien is het filmpje wel opgenomen in een echte bibliotheek. Niet in een openbare bibliotheek lijkt me maar van het Deutschen Bibliotheksverband mogen alle bibliotheken lid worden, dus dat kan ook een andere bibliotheek zijn. De DBV heeft geen verkiezing voor beste bibliothecaris, maar wel voor de beste bibliotheek en ze hebben nog een paar andere interessante prijzen.

Voordat jullie nou gaan roepen dat dit filmpje een cliché bevestigd: ja, dat is nou net de grap. Duitsers staan niet echt bekend om hun gevoel voor humor, maar dit is echt wel geestig. Het filmpje had wat mij betreft ietsje korter mogen zijn, maar laten we dat dan maar aan de Duitse gründlichkeit wijten.

Ze nemen hier in elk geval hun eigen vak erg serieus (geef de klant het gevoel dat jij degene bent die de wereld redt) dus dan heb je mij al snel mee. En een beetje humor, dat mis ik bij ons wel eens. Dus ja, ik moest lachen.

Je bent bibliothecaris als

Column geschreven voor de Middag van de bibliothecaris, in de Rotterdamse Schouwburg, op 29 oktober 2017. Georganiseerd door Alek Dabrowski.

“Echte” bibliothecarissen beginnen zeldzaam te worden. De klassieke bibliotheekopleiding is al een aantal jaren geleden opgeheven en de grote uitstroom van gediplomeerde bibliothecarissen van pensioengerechtigde leeftijd is begonnen. Is dat erg? Daar kun je over discussiëren, dat heb ik de laatste jaren al vaak gedaan. Dat er nieuwe, jonge, mensen het vak binnenkomen juich ik alleen maar toe en dat er nieuwe expertise op het gebied van leesbevordering, educatie, laaggeletterdheid en communicatie binnenkomt ook. Maar het is niet ondenkbeeldig dat er straks geen enkele bibliothecaris meer over is een bibliotheek en dat lijkt me zeer onwenselijk.

Wanneer ben je dan een bibliothecaris? Moet je per se een diploma hebben van een bibliotheekopleiding die niet meer bestaat? Zo’n diploma helpt wel, maar ik denk dat vooral een kwestie is van ervaring en van mentaliteit. Volgens mij ben je een bibliothecaris als:

* Je in een boekwinkel zonder er bij na te denken een verkeerd geplaatst boek op de juiste plek in het alfabet terug zet.

* Of erger: in een vreemde bibliotheek zonder er bij na te denken in één zwaai de boeken aanschuift. (Want die scheefgezakte boeken zijn toch een beetje zielig.)

* Of nog erger: in de supermarkt of in een warenhuis dingen “goed” gaat zetten. (potje pindakaas bij de appelstroop, potlood tussen de balpennen, daar wordt je iebelig van)

* Je, als je ergens bent je onbewust altijd kijkt hoe de boekenkasten ingedeeld zijn. Niet alleen privé maar ook als je op een zakelijke afspraak bent. (Ik heb vrienden die hun boekenkasten op kleur sorteren. Daar krijg ik elke keer weer een beetje buikpijn van. Al is het een prachtig gezicht.)

* Je op vakantie in het buitenland altijd minstens één bibliotheek wil bekijken. (Altijd handig als je reisgenoten ook bibliothecaris zijn, dat scheelt een hoop onderhandelen)

* Je op verjaardagen altijd moet uitleggen dat bibliotheken nog steeds bestaan, ondanks het feit dat alle gasten op die verjaardag hun boeken zelf kopen / alleen nog maar digitaal lezen. (Ja maar wij zijn er ook niet voor jullie. Want jullie kopen je boeken en jullie kunnen al digitaal lezen. Wij zijn er juist voor die anderen)

* Je op de meest onverwachte momenten gevraagd wordt of je nog een leuk boek weet. (Mijn huisarts. Nog voordat ik kon zeggen wat ik mankeerde: “ik ga binnenkort op vakantie. Weet je nog een leuk boek?”)

* Mensen het nodig vinden om zich bij je te verontschuldigen dat ze niet genoeg lezen, omdat ze het zo druk hebben. (vind ik helemaal niet erg, dat jij niet veel leest. Zolang jij je kind maar voorleest)

* Je niet begrijpt dat mensen niet doorhebben dat de files op de radio worden voorgelezen in numerieke volgorde. (“De radio kan nu wel uit, er zijn blijkbaar geen files op de A2. Hij is al op de A10”)

* Eigenaren van een Little Free Library denken dat ze zich bij jou moeten verontschuldigen. Omdat ze denken dat je hen als concurrent van de bibliotheek ziet. (Nee natuurlijk niet. Want een Little free Library is geen bibliotheek maar een boekenkast die het lezen bevordert. Goed juist)

* Mensen denken dat lezen je hobby is / dat je alle boeken in de bibliotheek gelezen hebt. (Dat geldt voor sommige collega’s ja, dat lezen hun hobby is. Het is mijn vak om iets van die boeken af te weten, niet om ze allemaal te lezen.)

* Bezoekers denken dat je alles weet. Ook het wachtwoord voor hun mail of voor hun DigiD.

Dat laatste is soms wel aandoenlijk. Pijnlijk, en aandoenlijk. En ingewikkeld om uit te leggen dat jij het echt niet weet en dat je er ook niks aan kan doen en dat de computer het ook niet weet. Maar het laat wel zien dat bibliothecarissen serieus genomen worden door hun klanten. Dus dat wat meer zelfbewustzijn helemaal zo gek niet is. En dat we best wat trotser mogen zijn op ons vak. Misschien is het tijd voor een Nederlandse versie van het T-shirt met de tekst “I’m a librarian. To save time let’s assume I’m never wrong”. Dat lijkt me een mooie aanvulling voor de collectie bedrijfskleding van de retailformule.

Aanvulling 6/11/2017: John Valk heeft de hele middag van de bibliothecaris opgenomen en hij was zo vriendelijk om de opname op youtube te zetten. Dus als je me bovenstaande column wil zien voorlezen dan kan dat hier:

Hoe het vak uit de branche verdween

via Gfycat

Het waren twee heel verschillende dingen die me aan het denken zetten. Of eigenlijk drie. Het begon met een opmerking naar aanleiding van een artikel dat ik had getwitterd over waarom president Trump een privé-bibliothecaris nodig heeft (een leuk artikel, lees het vooral). Naar aanleiding daarvan was ik opeens aan het uitleggen wat het verschil is tussen een classificatie- en een plaatsingssysteem. En terwijl ik twitterde dat meneer Goossens (docent Documentaire Informatiesystemen) trots op me zou zijn schoot me een opmerking van een collega-directeur te binnen die onlangs over een van de huidige bibliotheektrainingen zei dat het een waardeloze opleiding was want “daar leren ze titelbeschrijven”.

Toen realiseerde ik me waarom ik mij steeds zo opwind over het verdwijnen van de bibliothecaris uit de bibliotheek: omdat dit soort basiskennis van het vak uit de branche dreigt te verdwijnen als we niet oppassen. En ja dat is erg. Nee, zeker niet iedereen die in een openbare bibliotheek werkt hoeft te kunnen titelbeschrijven. En nee, ook niet iedereen hoeft te weten hoe je een catalogus opbouwt of hoe je de IFLA regels voor de ISBD toepast. Maar er moeten in elke organisatie een paar mensen zijn die dat wel weten. Die van de hoed en de rand weten. En niet omdat iemand ze snel even de grote lijnen heeft uitgelegd maar omdat ze echt weten waar ze het over hebben. Het hoeven geen specialisten te zijn, die zitten bij de NBD en de KB. Maar in je eigen organisatie heb je mensen nodig die met die specialisten kunnen praten en die ze kritisch kunnen volgen. Is dat een dagtaak? Nee zeker niet, althans niet in de gemiddelde openbare bibliotheek, maar het is wel een belangrijke taak. Dat geldt niet alleen voor titelbeschrijven maar ook voor andere basis bibliotheekprincipes. Wat is het verschil tussen een trefwoord en een hoofdwoord? En tussen een trefwoord en een classificatienummer? Waarom is Siso een classificatie- én plaatsingssysteem en Pim alleen een plaatsingssysteem? En waarom is het ene wel of niet beter dan het andere? Allemaal heel erg on-sexy vragen. En je stelt ze zeker niet elke dag en zelfs niet elk jaar; maar dat maakt ze niet minder belangrijk, want principieel. Omdat we het over dat soort principiële dingen nog maar zelden hebben in de openbare bibliotheekwereld (want hoera, NBDbiblion regelt dat voor ons) realiseren veel mensen in de branche zich niet welke systemen en structuren de grondslag vormen van het bibliotheekwerk. Dát er überhaupt meer systemen zijn dan je op het eerste gezicht ziet. Met als gevolg dat als er eens een discussie over gevoerd moet worden dat al snel wordt afgedaan als geneuzel “want waar hebben we het eigenlijk over?”. Inderdaad: jij weet niet waar deze discussie over gaat maar dat wil niet zeggen dat het niet belangrijk is.

Voor alle duidelijkheid: ik had een hekel aan het vak Documentaire informatiesystemen. Ik vond het ontzettend saai en ik zag er absoluut het nut niet van in. Net zoals ik ook niet begreep waarom meneer Van Nistelrooij zo enthousiast werd van het uitleggen van het UDC. Al was dat enthousiasme wel heel aandoenlijk. Maar ik was 18 toen en het personeelsbestand van openbare bibliotheken bestond voor meer dan de helft uit mensen met een bibliotheekopleiding. Tijdens werkoverleggen, of zelfs tijdens koffiepauzes, werd er soms eindeloos gediscussieerd over de catalogus, over trefwoorden en over wel of geen dubbelplaatsing. Bij dat soort discussies haakte ik meestal snel af. Dat mocht, want ik was de jeugdbibliothecaris dus ik had een andere taak. Maar ik snapte de discussie wel en ik kon (als het moest) ook meepraten want er was genoeg blijven hangen van wat ik op de bibliotheekacademie had geleerd. Als over 20 jaar de laatste mensen met pensioen gaan die nog een klassieke bibliotheekopleiding hebben gehad is er niemand meer over die dat nog kan. Althans: zolang er geen nieuwe opleiding terug komt.

Maar is dat eigenlijk niet ontzettend achterhaald allemaal? Als die nieuwe bibliotheekopleiding op hbo-niveau er ooit komt, moet al dat gedoe dan nog onderwezen worden? Die bibliotheken die bestaan nou toch gewoon? En het gaat toch goed? En er zijn toch veel belangrijkere zaken waar je je als bibliotheek mee moet bezig houden dan de catalogus en titelbeschrijvingen? Het sociaal domein, laaggeletterdheid en educatie bijvoorbeeld? Ja, dat zijn belangrijke onderwerpen waar we zeker veel energie in moeten stoppen, maar we moeten de basis niet vergeten. De bibliothecaris in het artikel dat ik hierboven noemde benadrukt het belang van een classificatiesysteem nog eens. In de Verenigde Staten is Information Resources onderdeel van het curriculum van de studie Library en Information Sciences en dat vak gaat onder andere over: standards for information organization and access, including cataloging rules and formats, content analysis, indexing, classification. Het is maar een van de vele vakken binnen de studie en ik wil zeker niet beweren dat in een nieuwe Nederlandse bibliotheekopleiding net zo veel uur besteed moet worden aan Classificeren, Sorteren en Documentaire Informatie als in onze tijd, want wij hadden die vakken een heel jaar lang, soms zelfs twee jaar. Maar dat er structurele aandacht voor moet zijn staat wat mij betreft buiten kijf. En dat we zuinig moeten zijn op de mensen in de branche die nog over dit soort basiskennis beschikken ook.

En voor wie het niet herkend had: het plaatje hierboven is de klassieke beginscene van Ghostbusters, in de New York Public Library.

De bibliothecaris brengt hoop

In deze in alle opzichten donkere dagen voor Kerstmis deel ik graag dit filmpje over een bibliotheekmanager die wekelijks voorleest aan dakloze kinderen. Dit is Colbert Nembhard, bibliothecaris in de Bronx, manager van de Morrisania Branch van de New York Public Library. Hij gaat elke week naar het opvangcentrum voor daklozen in zijn wijk om voor te lezen aan de jonge kinderen die daar zitten.

Dat doet hij omdat ze hem gevraagd hebben. Acht jaar geleden. Maar ook omdat hij het belangrijk vindt: In this day and age there is no reason why children should not be able to read. I don’t want any child to be left behind. I want them to know they’re important. En dat lijkt me een soort ultieme kerstboodschap: iedereen doet er toe. Ook dakloze kinderen.

Overigens speelt zich dit af in dezelfde wijk in New York als waar binnenkort de laatste boekwinkel sluit. Dan moeten de 1.4 miljoen inwoners van de Bronx naar Manhattan als ze een boek willen kopen. Maar gelukkig zijn er nog wel 35 bibliotheekfilialen in de Bronx. Met medewerkers zoals Colbert Nembhard. Gelukkig wel.

Marian the Librarian

In de categorie leuke filmpjes over bibliothecarissen hier een fragment uit de film The Music Man, uit 1962. Kan er niks aan doen maar ik ben er gek op, op dit soort musicals. Geloof niet dat ik deze ooit gezien heb, maar dit fragment vind ik prachtig.

Al klopt er natuurlijk helemaal niks van: hoezo worden de boeken gestempeld als ze worden teruggebracht? En dan ook nog eens twee keer? Zitten er twee stempelblaadjes in die boeken dan? Wat is dat voor een rare bibliotheek? En het allerergst is natuurlijk die vreselijke man. Dat noemen we tegenwoordig gewoon seksuele intimidatie, wat hij daar doet. Die Marian zou hem onmiddellijk de bibliotheek uit moeten zetten of desnoods de politie moeten bellen in plaats van zo bleu te blozen de hele tijd. Maar ze heeft een mooie bibliotheek en die jurk die zou ik ook wel willen.

De kenners hebben Marian waarschijnlijk meteen herkend: het is Shirley Jones, voor mensen van mijn leeftijd voor eeuwig de moeder uit de Partridge family. Wie alles wil weten over bibliothecarissen in films verwijs ik graag naar de site Reel Librarians, daar heb ik eerder over geschreven. Staat vol met leuke feitjes en heel veel film.

Kanttekeningen bij de beste bibliothecaris verkiezing

bord

Let op: met nawoord!

Over een paar weken begint de verkiezing van beste bibliothecaris van Nederland weer. In Maart maakte Bibliotheekblad de genomineerden al bekend. En voor wie dat gemist had, dat zijn: Margot Bosch, Jeroen de Boer en Erik Boekesteijn.

Voordat ik mijn kanttekeningen ga zetten bij die verkiezing eerst een disclaimer: de beide genomineerde heren ken ik  persoonlijk en ik ben nogal op ze gesteld. De genomineerde dame kende ik tot voor kort helemaal niet. Dat zou kunnen betekenen dat ik bevooroordeeld ben. Zoiets valt natuurlijk niet uit te sluiten, maar mijn bezwaren gaan niet over het feit dat ik de ene genomineerde aardiger vind dan de andere maar mijn belangrijkste bezwaar is een principiële kwestie.

Want ik vind het absoluut bizar en onvoorstelbaar dat voor de verkiezing van beste bibliothecaris drie mensen genomineerd zijn die geen van allen bibliothecaris zijn. En dan bedoel ik niet eens dat ze niet op de Bibliotheekacademie gezeten hebben, want wie heeft daar tegenwoordig nou nog wel op gezeten? Maar ze hebben geen van allen een opleiding die daar maar enigszins bij in de buurt komt. En, wat nog erger is: ze werken ook geen van drieën als bibliothecaris, hebben dat volgens mij ook nooit gedaan zelfs. Hoe kun je nou beste bibliothecaris van Nederland worden als je nog nooit een uitlening hebt gedraaid? Als je nooit op een jeugdafdeling hebt gestaan op de eerste dag na de schoolvakanties? Als je nooit voor een bejaarde meneer een boek hebt moeten uitzoeken “dat best een beetje pittig mag zijn maar niet te dik want anders kan ik het niet goed vasthouden”. Als je nooit een mevrouw met tranen in haar ogen aan je bureau hebt gehad die op zoek was naar dat ene nummer dat ze wil draaien op de begrafenis van haar net overleden moeder. Of een klassenbezoek/leeskring/digitaal cafe/spreekuur/peuterochtend hebt georganiseerd?

Van beide heren kan ik me nog voorstellen dat ze een van bovenstaande activiteiten in het verleden wel eens hebben gedaan, of daar in elk geval een beeld bij hebben. Hun projecten zijn ook wel echte bibliotheekprojecten, gericht op het verbeteren van het bibliotheekwerk. Maar Margot Bosch is een Expert in Online Communications, Personal Branding, Social Media. Voor degenen die haar niet kennen: ze is projectleider van het landelijke Social Media team. Dat doet ze prima volgens mij, bijna 30.000 volgers voor het Twitteraccount van @Bibliotheek is indrukwekkend, maar dat maakt haar nog geen bibliothecaris.

Ik begrijp heel goed dat mensen vinden dat Margot, Jeroen en Erik eens in het zonnetje gezet moeten worden en daar ben ik ook helemaal niet tegen. Maar ik ben er wel tegen om hen uit te roepen tot beste bibliothecaris, want dat zijn ze niet.

Laten we vanaf de volgende verkiezing ieder jaar een andere functiegroep binnen de branche in het zonnetje zetten. Dus dan kiezen we het ene jaar de beste bibliotheekmarketeer en het andere jaar de beste mediacoach, medewerker Klant- en Leenservice of bibliotheekdirecteur van Nederland. In dat eerste geval mag Margot Bosch van mij meteen winnen, in het laatste geval nomineer ik mijn eigen directeur. Want Hans Portengen mag ook wel eens in het zonnetje gezet worden. Qua directeur.

Voor dit jaar moeten we voor de verkiezing voor beste bibliothecaris kiezen uit twee bibliotheekinnovatoren en een marketeer. Dan wint de marketeer dus. Anders ze zou haar werk niet goed doen. Want meeste stemmen gelden in deze verkiezing.

Nou ja, wint er eindelijk eens een vrouw. Dat wordt wel eens tijd.

Overigens heeft Jeroen op zijn blog ook aangegeven dat hij er niet gelukkig mee is dat de verkiezing nu uitsluitend een kwestie is van de meeste stemmen verzamelen. Lijkt me al een reden om op hem te stemmen. Maar ik wil natuurlijk niemand beïnvloeden…

Naschrift 29/8/2015

Bovenstaand blog heb ik gistermiddag geschreven. Daar zijn veel reacties op gekomen van uiteenlopende aard. Veel mensen zijn het  met de strekking van het verhaal eens, maar een aantal mensen schijnt ook te denken dat ik de genomineerden geen prijs gun. Dat misverstand wil ik bij deze graag uit de weg ruimen. Ik gun iedereen een prijs en zeker deze mensen, die veel voor ons vak betekend hebben. Maar ik vind het vreemd dat we ze dan uitroepen tot beste bibliothecaris, want dat zijn ze niet (dacht ik). Als de titel was geweest “beste bibliotheekmedewerker” dan had je me niet gehoord, zoals ik ook al schreef. Dat kun je een semantische discussie noemen, zoals Edwin doet, maar ik hecht nou eenmaal aan de titel van bibliothecaris. Daar is de afgelopen jaren zo meewarig over gedaan dat ik het graag voor de term opneem.

Een ander punt, en dat is wat mij betreft veel belangrijker, is dat ik hierboven zeg dat ze geen van drieën bibliothecaris zijn. Dat is aantoonbaar niet waar voor wat betreft Erik en Jeroen. Jeroen heeft gewerkt als muziekbibliothecaris en Erik heeft meer dan 20 jaar in de directe dienstverlening gewerkt. Erik heeft via twitter laten weten dat die opmerking hem pijn doet en dat was absoluut niet mijn bedoeling. Dat had ik ook wel kunnen weten want in zijn This week in Libraries toont hij telkens weer zijn liefde voor bibliothecarissen. Dus bij deze mijn excuses aan Erik en Jeroen, ik had mijn punt beter op een andere manier kunnen maken.

Want feit blijft dat Margot echt geen bibliothecaris is, maar iemand die sinds 2013 als marketeer in de branche bezig is. Dus blijf ik me afvragen waarom zij genomineerd is voor de titel van ‘beste bibliothecaris’. Met alle respect voor wat ze tot nu toe heeft bereikt. Maar de titel van ‘beste bibliotheekmarketeer’ lijkt me dan meer voor de hand liggen.

Tenaanval geïnterviewd

sound of music maria

Vorige week donderdag ben ik tijdens de Themabijeenkomst over Het Nieuwe Lezen bij ProBiblio geïnterviewd over het thema De digitale geletterdheid van de (Super)bibliothecaris. Karen Bertrams heeft me ten overstaan van een volle zaal een klein uurtje bevraagd over mijn beweegredenen voor mijn online presence: over mijn blog en mijn social media gebruik. Ter voorbereiding op dat interview heeft Karen me een aantal van de vragen die ze wilde stellen gemaild. De vragen en de antwoorden die ik daarop gaf deel ik hierbij graag. Het uiteindelijke interview verliep iets anders, maar al deze vragen zijn op de een of andere manier aan bod gekomen. Voor degenen die dit blog al langer volgen of de mensen die mij goed kennen zal het weinig nieuws zijn, voor anderen is het misschien wel aardig. Kijk maar.

 Hoe ziet je online dag er uit? (op welke tijdstippen doe je wat en waarom)

Er is een verschil tussen het weekend en werkdagen. Op dagen dat ik moet werken doe ik de meeste social media ’s avonds. Thuis op de bank. Met overdag misschien af en toe een blik op Twitter, tussen de bedrijven door. Als ik niet hoef te werken heb ik de neiging om veel op Twitter te kijken, op mijn telefoon of iPad. Bloggen doe ik sowieso meestal ’s avonds. Op de bank, voor de tv. Want het moet wel gezellig blijven. Dat is niet de meest effectieve manier omdat ik dan vaak toch één oog op de tv hou. Soms, als ik een heel lastig stuk wil schrijven of als ik overdag snel een berichtje wil plaatsen, laat ik de tv uit en dan gaat het een stuk sneller.

Ga je intuïtief, strategisch, impulsief te werk?

Ha, ha! Wat denk je zelf? Ik ga meestal heel intuïtief te werk, dat wil niet zeggen dat ik soms niet wat langer nadenk over een stuk. Maar ik schrijf op gevoel. Soms reageer ik heel impulsief, vooral als ik kwaad ben. Ik blog helemaal niet strategisch, maar soms pas ik de timing van een stuk om strategische redenen wel aan. En ik ben uit strategisch oogpunt wel voorzichtig met wat ik zeg en vooral met hoe ik iets zeg. Omdat ik wel nog een paar jaar wil werken in deze branche probeer ik niet op al te veel tenen te gaan staan.

Welke bloggers inspireren je, bewonder je?

Is het heel arrogant om te zeggen dat ik niet geïnspireerd word door andere bloggers? Ik bewonder wel mensen. Het begon natuurlijk allemaal met Edwin Mijnsbergen, alleen al omdat hij de eerste biblioblogger in Nederland was. Hij schrijft heel gemakkelijk en hij heeft mij geleerd dat je over alles kunt schrijven. En hij heeft het lang vol gehouden, dat is ook knap.

Iemand anders die ik heel goed vind is Wim Keizer. Allesbehalve een prototype blogger, hij zet zich juist altijd erg af tegen al die bloggers. Maar wat ik van hem heel goed vind is dat hij zich vastbijt in een bepaald onderwerp en niet meer loslaat. OK, hij is soms erg uitgebreid, maar het klopt altijd wel wat hij zegt en hij trekt zich niks aan van wat anderen van hem vinden. Hij kan heel goed schrijven, ook niet onbelangrijk. En je steekt er altijd wat van op. (de onderwerpen zijn soms allesbehalve sexy, maar daarom niet minder belangrijk)

En in diezelfde categorie valt Raymond Snijders met zijn Vakblog. Hij weet heel veel, deelt graag en zoekt heel veel dingen uit. Op een totaal ander vakgebied dan waar ik me begeef (veel auteursrecht, digitale gadgets en zo) maar toch heel interessant.

De meeste bloggers die ik bewonder zijn Amerikanen. Zoals Screwy Decimal en de Librarian in Black. Zij nemen geen blad voor de mond en gaan soms vol in de aanval. Al zijn ze beiden de laatste tijd nogal stil. En er zijn twee hele interessante blogs die door een groep bibliothecarissen worden bijgehouden: In the library with the lead pipe en The Library as incubator

Voor welke bloggers ben je bang?

Voor niemand. Er zijn wel bloggers die ik vervelend vind. Maar die lees ik gewoon niet meer. Die schrijven steeds over hetzelfde, ze schrijven niet goed of ze proberen relletjes te trappen. Dat vind ik saai.

Welk blog levert (je) de meeste aandacht / controverse / resultaat op?

Dat zijn een paar verschillende onderwerpen. Mijn best gelezen blog is (met afstand) een blog waarin ik het verschil uitleg tussen een A, B of C boek. Dat wordt nog steeds bijna dagelijks gelezen. Treurig maar waar. Het “best gelezen blog op een dag” is het blog waarin ik aankondig dat ik ontslag heb genomen bij ProBiblio en naar de Bollenstreek vertrek. Het meeste resultaat leverde mijn blog over het sluiten van de Airport Library. Daarmee heb ik wel de massa gemobiliseerd, althans zo voelde het.

De meeste controverse? Dat weet ik niet. Ik krijg zelden reacties. Soms zie je dat een blog heel veel geretweet wordt, of zie je opeens heel veel mensen op het blog binnenkomen vanaf een bepaalde mailserver, dan mailen collega’s het blijkbaar naar elkaar. Maar daar hoor ik weinig op terug. Misschien zijn sommige mensen heel erg boos op me maar dat hebben ze dan nog nooit tegen me gezegd. De meeste reacties krijg ik overigens op hele praktische of flauwe blogs. “in welke Nederlandse kinderboeken spelen bibliothecarissen een belangrijke rol”, dat soort dingen.

 Probeer je dat bewust te bereiken?

Ik schrijf nooit omdat ik een relletje wil trappen, soms wel omdat ik een discussie op gang wil brengen of omdat ik mensen ergens van wil overtuigen.

Lig je wel eens wakker over een te schrijven blog?

Nee, wakker nooit. Maar er zijn wel blogs waar ik op loop te broeden. Dan ben ik op zoek naar de juiste invalshoek om er over te schrijven. Of dan denk ik na over de juiste manier om iets te zeggen (dat laatste vooral als het over iets landelijks gaat)

Lig je wakker van reacties? Welke?

Nooit. Maar ik krijg dan ook weinig reacties en als ik ze al krijg zijn ze positief of in elk geval instemmend. Een heel enkele keer is iemand het niet met mij eens en daar lig ik niet van wakker. De mensen die mij heel stom vinden reageren waarschijnlijk gewoon niet.

Welke tips heb je voor je collegae voor het betreden van de arena ?

  1. Zoek iets wat je leuk vindt. Een vorm, een onderwerp, iets wat bij jou past.
  2. Blijf bij jezelf. Ga je niet anders voor doen dan je bent. Dat voelen mensen namelijk en onecht werkt niet.
  3. Hou vol. Zorg dat je een bepaalde routine opbouwt. Bouw een bepaalde regelmaat op. Bijvoorbeeld door minstens één keer per week een stukje te schrijven. Of minstens 5 keer per week een tweet te plaatsen. Dwing jezelf daartoe. Want anders verloedert het en dan hou je er snel weer mee op.
  4. Toon emotie. Nu en dan een heel enthousiast of heel verdrietig stuk is interessant. (niet overdrijven trouwens)

Welke ontwikkelingen zie je voor het nieuwe lezen? Hoe ziet dat er over 5 jaar uit?

Wat mij betreft gaan we weer terug naar de “ouderwetse” bibliothecaris. En dan bedoel ik ouderwets in de zin van 20 jaar geleden: toen mensen naar de bibliotheek kwamen met de vraag “weet u nog een leuk boek?” of om een gezellig praatje te maken over boeken of een actueel onderwerp. Die bibliothecarissen staan dan uiteraard naast mediacoaches en taaldocenten.

Welke input zou je willen geven aan een opleiding / hoe ziet die eruit?

Ik heb een duidelijk beeld van hoe die opleiding er uit zou moeten zien. Het credo zou moeten zijn: “inspireren, creëren en participeren”, met dank aan Rob Bruijnzeels. Het sociaal-maatschappelijke belang van de openbare bibliotheek zou het uitgangspunt moeten zijn en er zou een combinatie van vakken op het gebied van educatie, communicatie, bedrijfskunde, psychologie, onderwijskunde gegeven moeten worden. En uiteraard een flinke dosis geschiedenis van het vak en content curatie. Wat mij betreft zou dat een opleiding moeten zijn met veel aandacht voor algemene ontwikkeling maar waar ook het empathisch vermogen van de student wordt aangesproken. Want dat is een belangrijke grondhouding die je in het werk nodig hebt. Naast didactische en andere praktische vaardigheden.

Wie zijn je leermeesters?

Docenten van de BDAT. Daar denk ik de laatste jaren steeds vaker aan terug. Ik vond het toen allemaal niet erg spectaculair en vaak erg saai maar ik denk nu af toe “verdomd, je had gelijk”. En collega’s uit de bibliotheek van Amstelveen. Daar hebben ze een echte bibliothecaris van me gemaakt.

Wat beteken je als Persoonlijk SuperBibliothecaris voor Nico?

foto nico

Criminele bibliothecaris

zware jongen

A high school librarian in Grafton, N.D., has been charged with criminal trespass as part of an investigation into prescription drug thefts and unlawful entry into several residences, according to a statement by Grafton Police Wednesday. 
Kelly R. Kohler, 30, an employee of Grafton Public School, was charged with four counts of criminal trespass, a Class C felony. Each count carries a maximum penalty of five years in prison and/or a $10,000 fine.

Hierr smul ik van, van dit soort berichten. Met van die uitdrukkingen die je van tv kent als criminal trespass en Class C felony maar vooral van die vermelding dat het om een schoolbibliothecaris gaat. Dat is nogal onverwacht, want bibliothecarissen zijn toch hele brave types, zo wil het cliché. Wat ik hier zo bijzonder vind is dat de naam van de dader voluit genoemd wordt, inclusief de school waar ze werkte en op sommige sites zelfs inclusief een (erg onflatteuze) politiefoto.

Het is een raar verhaal: ze is op heterdaad betrapt in een huis terwijl ze in keukenkastjes aan het zoeken was. Op de vraag wat ze aan het doen was antwoordde ze dat ze een boek zocht dat de twee zonen des huizes hadden geleend uit de schoolbibliotheek. Dat is best herkenbaar, althans, ik kan me daar nog wel iets bij voorstellen. Het zou kunnen dat het een populair boek is en als je met veel reserveringen zit en die rotkinderen brengen het ook na herhaalde verzoeken niet terug dan kan ik me voorstellen dat je in de auto stapt om het dan maar zelf te gaan halen. Nee, nee, dat mag niet, maar hé, een bibliothecaris is ook maar een mens.

Het verhaal wordt een stuk raarder (of flauwer, maar net hoe je het bekijkt) als blijkt dat ze gesignaleerd is bij meerdere huizen en dat bewoners van die huizen aangifte hebben gedaan van diefstal van medicijnen. Dat roept alleen maar meer vragen op: hoe wist die vrouw dat die mensen medicijnen in huis hadden? Waarom bellen die mensen niet meteen de politie als ze een vreemde vrouw in hun huis aantreffen? Werkte dat verhaal van dat zoeken naar een boek dan? Blijkbaar wist de vrouw precies in welk huis ze was want ze wist dat daar kinderen van haar school woonden, was ze dus doelbewust bezig? En waarom is dat American Sniper boek zo populair? Vanwege die film? We zullen het waarschijnlijk nooit weten. De vrouw is vrijgelaten op borg (nog zo’n uitdrukking uit een boekje) maar kan veroordeeld worden tot  twintig jaar gevangenisstraf. Niet misselijk. Mooi detail: the police found no record of the children checking out the book.

Een tegenhanger van dit verhaal is dat van de man die probeerde in te breken in de plaatselijke bibliotheek en ook op heterdaad betrapt werd. Daar is verder niks spectaculairs aan, maar hij kwam ook met naam en toenaam in de krant. Wat is dat toch, doen die Amerikanen niet meer aan privacy? Wat zou die man trouwens gezocht hebben in de bibliotheek? Een droge plek om te slapen? Of wilde hij gewoon ongestoord lezen?

 

Met dank aan Karen voor de tip.

Hoe een kleine bibliotheek dankzij Twitter toch groot kan zijn

Het Twitter account van de Orkney Library heeft ruim 16.300 volgers en dat is knap want op de Orkey eilanden (een groep eilanden in het noorden van Schotland) wonen ongeveer 19.500 mensen. De overgrote meerderheid van die volgers is dan ook geen lid van de bibliotheek maar volgt het account alleen maar omdat het zo grappig is. Nou ja, grappig… Melig, hilarisch, flauw en soms onbegrijpelijk want heel erg Brits. Maar het is in elk geval niet saai en zeker niet voorgeprogrammeerd. Het account wordt beheerd door Senior Library Assistant Stewart Bain, de man in het filmpje hierboven.

Zijn collega’s denken met hem mee en wijzen hem op interessante titels of leuke verhalen, maar Bain is de man die de tweets plaatst. Hij beperkt zich niet tot twitteren over de bibliotheek, hij twittert net zo makkelijk over The VoiceUK of over zijn katten. Maar hij gebruikt Twitter ook om de digitale diensten van de bibliotheek te promoten, superhandig als je in zo’n uitgestrekt gebied woont. Of om door te geven waar de bibliobus vandaag staat. In dit interview op Buzzfeed zegt hij: An average day in the library is being prepared for anyone to come in and ask you any question on any subject. Having a Twitter feed means now people don’t even have to come in to ask us these questions. Hij ziet Twitter dus als het verlengde van de bibliotheek, als een extra gezicht naar buiten toe. Een heel persoonlijk gezicht in dit geval al ken ik het echte gezicht pas sinds dat filmpje. Ze hebben ook een Facebookpagina met 3600 likes, vooral van mensen van de eilanden.

Hij heeft soms hilarische tweets over hele oude boektitels, ze hanteren daar duidelijk geen afschrijftermijn van tien jaar. Of hij maakt een mooie verwijzing naar de actualiteit, via de collectie. Het knappe is dat het soms flauw is maar altijd wel een duidelijke literaire connectie heeft of een link met de bibliotheek. Hij gebruikt Twitter niet alleen om contact te maken met leden van de bibliotheek, maar ook met schrijvers en acteurs die naar het eiland komen, als voorpret.

Het geluid van het filmpje is niet altijd even goed en Bain heeft een (niet eens zo heel vet) Schots accent, mocht je hem niet goed kunnen verstaan is het Buzzfeed interview een aanrader. En anders zijn hier nog twee interessante stukken over de Orkney Library en hun succes op Twitter. De @Orkneylibrary wordt vaak gebruikt als best practice en dat lijkt me geheel terecht. Ik vind het prachtig.

De wederopstanding van de bibliotheekopleiding. Een pleidooi

steve jobs en bill gates

Afgelopen zomer was het dertig jaar geleden dat ik mijn diploma als Jeugdbibliothecaris kreeg. Ja, reken maar even uit hoe oud ik ben. Hou er wel rekening mee dat ik nog heel jong was toen ik aan de opleiding begon. Echt héél erg jong….

Tegelijk met mij studeerden er nog zeker 40 jeugdbibliothecaressen af aan de Bibliotheek en Documentatieacademie in Tilburg. Daarnaast kregen een stuk of 60 studenten een BD of BOB diploma en ik schat zeker 100 mensen een diploma als assistent-bibliothecaris. Alleen al in Tilburg kwamen er dus zo’n 200 nieuwe bibliothecarissen of documentalisten van de opleiding. En toen waren er ook nog soortgelijke opleidingen in Den Haag, Amsterdam, Groningen, Deventer en Sittard. Geen idee om welke aantallen het daar ging maar ik vermoed dat ik niks raars zeg als ik beweer dat er in 1984 ongeveer 1000 nieuwe bibliothecarissen op de arbeidsmarkt kwamen.

Arbeidsmarkt

Die gingen zeker niet allemaal op zoek naar een baan in een bibliotheek of documentatiecentrum, een aantal mensen ging daarna een andere studie doen. Die waren eerder uitgeloot of mochten van hun ouders niet de studie van hun keuze doen. Of die wisten niet wat ze wilden gaan doen, dan was een paar jaar bibliotheekacademie een prima keuze. De basisopleiding duurde maar twee jaar, dus je verloor er niet al te veel tijd mee en de studie was fantastisch voor je algemene ontwikkeling. Maar een groot deel van die duizend mensen ging wel op zoek naar een baan. En vonden die vervolgens maar mondjesmaat. Want 1984 was de tijd van de grote jeugdwerkeloosheid. Jonge mensen vonden in het algemeen al geen werk maar de bibliotheekbranche zat helemaal op slot. Sommige oud-klasgenoten gingen als vrijwilliger werken in speciale bibliotheken in de hoop na verloop van tijd een voet tussen de deur te krijgen, wat soms lukte maar meestal niet. Anderen gaven het na een paar jaar vruchteloos solliciteren op en lieten zich omscholen. Onder druk van het arbeidsbureau vaak tot ICT-er, een nieuwe branche in opkomst.

Het instorten van de opleiding

In de jaren daarna nam het aantal studenten aan de verschillende bibliotheekopleidingen langzaam af. Volgens mij niet eens vanwege de arbeidsmarkt perspectieven, die waren er sowieso niet, maar vooral omdat de opleiding minder zichtbaar werd. Letterlijk omdat vanwege de fusies in het hoger onderwijs de bibliotheekopleidingen opgingen in grotere hbo-instellingen en ondergesneeuwd werden door hun grotere broers maar ook omdat de opleidingen zelf langzamerhand een duidelijke visie op het vak verloren. Althans, zo lijkt het achteraf gezien. Idealisme werd een vies woord (of in elk geval een beladen woord) dus dat sneuvelde als eerste. Ook de algemene vormende vakken verdwenen langzamerhand onder het mom van “je hoeft het niet te weten, als je het maar kunt opzoeken” en in de plaats daarvan kwam de nadruk steeds meer op techniek en informatica te liggen. Er was allengs minder aandacht voor het openbare bibliotheekwerk op de opleiding want die sector had studenten weinig te bieden. Zoals de opleidingsdirecteur twintig jaar geleden zei: “studenten willen geen stage meer lopen in de ob, want daar moeten ze alleen maar rotklusjes doen. Jullie maken het helemaal niet uitdagend genoeg.” In plaats daarvan ging het steeds meer over informatietechnologie en als ik de verhalen moet geloven meer over technologie dan over informatie.

De basis van het vak

Taaie stof en de vraag was wat je daar in de dagelijkse praktijk aan had, terwijl de basis van het vak toch niet veel veranderd is. De omstandigheden zijn alleen veranderd. Wij leerden dat de belangrijkste taken van de bibliothecaris-documentalist waren: “verzamelen, ontsluiten en beschikbaar stellen” van informatie. Toen werd het “selecteren, organiseren en distribueren”. En tegenwoordig noemen we dat cureren, oftewel: “filteren, organiseren, verrijken en delen”. Ok, dat is niet allemaal precies hetzelfde, maar in grote lijnen komt het wel op hetzelfde neer. Vooral in speciale bibliotheken zijn de principes van het werk hetzelfde gebleven: de vorm is veranderd: informatie is gedigitaliseerd. In plaats van iets op te zoeken in een boek of een almanak zoek je het nu digitaal. In plaats van via papieren circulatielijsten deel je informatie via social media, maar het blijft delen van informatie.

Openbare bibliotheken

In openbare bibliotheken is veel meer veranderd: daar is veel gecentraliseerd met name op het gebied van verzamelen, ontsluiten en distribueren. NBDbiblion en Bibliotheek.nl hebben ons veel werk uit handen genomen. En misschien omdat bibliothecarissen veel van die basiszaken niet meer zelf hoeven doen beginnen ze hun eigen vak overbodig te vinden. Dat lijkt me tenminste de enige verklaring voor het feit dat we onze eigen opleiding zo hebben laten verdwijnen. Openbare bibliotheken vragen in vacatureteksten zelden naar een bibliotheekopleiding. We hebben het zelfs liever niet lijkt het. Althans, die paar jonge mensen die van de opleiding afkomen en in een openbare bibliotheek willen werken klagen dat ze moeilijk aan de bak komen.

Bibliothecarissen zijn zeldzaam masochistisch: ze zijn er ontzettend goed in om hun eigen vak af te kraken. Iedereen kan alles beter lijkt het wel. En zeker bibliotheekdirecteuren: veel directeuren vinden dat bibliothecarissen niet (meer) zijn toegerust om in een hedendaagse bibliotheek te werken. Waarbij ze zichzelf dan uiteraard de uitzondering op de regel vinden. Maar lieve mensen, dat hebben we ons zelf aangedaan. We hebben ons vak zelf uitgehold, te beginnen met het rücksichtslos uitvoeren van Stef van Breugels adviezen over functie-innovatie. Het lijkt me hoog tijd voor een tegenbeweging. Voor nieuw elan, voor een wederopstanding van de bibliothecaris en van de bibliotheekopleiding. Niks ten nadele van de GO of de bestaande hbo opleidingen maar de opleiding tot Informatiemanager of Media, Information and Communicatie specialist sluit niet echt aan bij ons werkveld. Ik krijg niet de indruk dat daar veel aandacht wordt besteed aan openbare bibliotheken. Niks onderwijs, leesbevordering, laaggeletterdheid, volksverheffing of mediawijsheid. Zelfs geen retailformule.

Een nieuwe bibliotheekopleiding

We hadden al nooit een academische bibliotheekopleiding en nu die ene leerstoel bibliotheekwetenschap ook nog op de tocht dreigt te staan lijkt het me tijd voor actie. In de aanval zou ik zeggen: red niet alleen de leerstoel bibliotheekwetenschap maar zorg er ook voor dat er een volwaardige bibliotheekopleiding komt voor openbare bibliotheken. Door het verhogen van de pensioenleeftijd hebben we er plotseling twee jaar bijgekregen omdat veel collega’s nu langer zullen moeten doorwerken maar over een paar jaar gaat de grote uitstroom echt beginnen. Al die mensen die 30 jaar geleden die banen bezetten waardoor al die jongeren iets anders gingen doen zullen dan echt vertrekken. En die kun je niet allemaal vervangen door marketeers, historici, literatuurwetenschappers, bedrijfskundigen, pabo-ers en communicatiespecialisten. Daar zullen toch op zijn minst een paar mensen met een bibliotheekachtergrond bij moeten zitten om er voor te zorgen dat de boel bij elkaar blijft.

Overal ter wereld bestaan universitaire bibliotheekopleidingen (alleen in Taiwan al 11, volgens Frank Huysmans) en wij hebben niet eens een volwaardige hbo-opleiding. Toen ik dat een paar geleden uitlegde aan een paar Deense en Amerikaanse bibliotheekstudenten geloofden ze me niet. Daar is het vak onverminderd populair. Het is dus niet zo “dat studenten niet willen”, wij hebben ze gewoon niks te bieden. En ja, ook in Vlaanderen wordt de  postacademische vorming Informatie- en Bibliotheekwetenschap opgeheven maar dat lijkt me des te meer reden om in Nederland weer met een opleiding te starten. Een nieuw credo heb ik al, in plaats van “verzamelen, ontsluiten en beschikbaar stellen” stel ik voor om “inspireren, creëren en participeren” als uitgangspunt te gebruiken. Met dank aan Rob Bruijnzeels. Een opleiding waarin het sociaal-maatschappelijke belang van de openbare bibliotheek het uitgangspunt is. Met een combinatie van vakken op het gebied van educatie, communicatie, bedrijfskunde, psychologie, onderwijskunde en een flinke dosis geschiedenis van het vak. En uiteraard ook content curatie. Ik weet niet of de Rondetafelconferentie over de toekomst van het informatievak van Initiatiefgroep KEI de juiste plek is om zoiets aan te kaarten. Dat lijkt me nou juist over het technische deel van het vak te gaan. Maar daar vergis ik me misschien in. Is het niet een mooie taak voor de VOB, om zich daar sterk voor te maken? Het gaat over het voortbestaan van het vak en daarmee ook om het voortbestaan van de vereniging. Werkgroepje oprichten? Ik stem vóór.

Volgens Twitter zou bovenstaande foto van Steve Jobs en Bill Gates uit 1984 zijn. Het jaar waarin ik mijn diploma kreeg. Maar hij blijkt uit 1985, Jobs en Gates geven hier samen een persconferentie over Microsoft.

get_footer() ?>