Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

bezuinigingen

All of the posts under the "bezuinigingen" tag.

De bibliothecaris en de ondernemer

optimism

De laatste tijd hoor je er gelukkig wat minder over, over de bibliotheekmedewerker als cultureel ondernemer, de hype is weer een beetje over. Maar af en toe popt het toch weer op. Het klinkt ook wel lekker: cultureel ondernemer. Klinkt toch net wat flitsender dan bibliothecaris. En ach, als de bibliotheek daarmee bedoelt dat ze meer gaat doen dan alleen boeken uitlenen, dat ze er op uit moet en actief haar publiek moet gaan opzoeken dan is dat uiteraard alleen maar toe te juichen.

Volgens Wikipedia is een cultureel ondernemer: een producent van kunst die hiervoor zo veel mogelijk betalend publiek probeert te interesseren en tegelijkertijd streeft naar een sluitende exploitatie van zijn ‘onderneming’. Ik vind het eerlijk gezegd een beetje een vreemde definitie want dit suggereert dat er ook producenten van kunst zijn die het geen biet interesseert of de exploitatierekening van hun onderneming sluitend is of niet. En dat is natuurlijk niet zo, uiteindelijk komt toch overal de belastingdienst langs en moet er overal geld in het laatje komen. Maar de bedoeling is duidelijk: de cultureel ondernemer wordt hier gezet tegenover de eenzame kunstenaar op een zolderkamertje die alleen maar met kunst bezig wil zijn en zich te verheven voelt om aan geld te denken. Zo’n soort kunstenaar bestaat al lang niet meer, maar het beeld is duidelijk.

De Rijksoverheid stimuleert cultureel ondernemerschap, het is zelfs een van de speerpunten van het huidige cultuurbeleid. De Rijksoverheid bedoelt met ondernemerschap dat culturele instellingen zelf op zoek moeten gaan naar andere financieringsmogelijkheden, naast reguliere subsidies. Ze denken daarbij aan bijdragen van particuliere fondsen, sponsors en mecenassen. Er is een speciaal programma om instellingen te leren hoe dat moet, dat fondsenwerven. Kun je niet tegen zijn lijkt me.

Maar soms gaat het mis en neemt een manager van een culturele instelling de uitdrukking letterlijk. Dan gaat hij (of zij) zich gedragen alsof zijn organisatie een commercieel bedrijf is en gaat technieken en methodes uit het bedrijfsleven invoeren. Omdat hij een boek gelezen heeft, een cursus heeft gedaan of is opgejut door vriendjes die in het grote geld zitten. En dat gaat wringen. Want sommige theorieën zijn misschien universeel maar een culturele instelling is geen commercieel bedrijf en kun je dus ook niet als zodanig runnen. Het doel van een bibliotheek is immers niet om geld te verdienen dus alle energie die je in commercie stopt leidt af van de kerndoelen. De directeur van het Wereldmuseum probeerde het (op verzoek van de gemeente Rotterdam) maar dat ging faliekant verkeerd, het museum ging bijna failliet.

Voor alle duidelijkheid: ik heb helemaal niks tegen bibliotheken die proberen om extra inkomsten te creëren. Dat is alleen maar te prijzen. Maar ik word altijd een beetje kriegel als bibliothecarissen zichzelf cultureel ondernemer noemen. Aanstellerij. Wij zíjn geen ondernemers al hebben we soms met grote sommen geld te maken. Ondernemen doe je met je eigen geld, of in elk geval voor eigen risico, niet met gemeenschapsgeld. Joop van den Ende, dát is een cultureel ondernemer: die gebruikt zijn eigen verdiende geld om kunst te produceren, om te maken wat hij interessant vindt. Als zijn producties een succes zijn is de winst voor hem en als het geen succes is, het verlies ook. Als een bibliotheek winst zou maken (of waarschijnlijker, als ze geld overhoudt) dan moet dat terug naar de gemeente. Misschien niet meteen maar uiteindelijk zal de gemeente het als argument gebruiken om te bezuinigen op de bibliotheek. En als de bibliotheek verlies maakt zal de gemeente er voor zorgen dat de bibliotheek niet omvalt. In het ideale geval althans.

Het is zo makkelijk gezegd: “de bibliotheek moet cultureel ondernemer worden”, vooral door politici die eigenlijk geen idee hebben. Die de bibliotheek alleen maar zien als subsidieslurper. Op deze manier proberen ze op een makkelijke manier de verantwoordelijkheid af te schuiven: “gaan jullie je eigen geld maar verdienen, dan zijn wij er van af”. Gelukkig zijn er steeds meer gemeentes die inzien dat een bibliotheek een maatschappelijke functie heeft. Dat het geen bedrijf is en dus ook niet cultureel kan ondernemen. En de politici die dat niet inzien moeten we overtuigen in plaats van mee te gaan in hun waanbeeld. Want dat is het: een waanbeeld.

Redding van de strandbibliotheek van Katwijk?

De bibliotheek van Katwijk was een van de drie bibliotheken in Zuid-Holland die het 8 jaar geleden aandurfden om een strandbibliotheek te beginnen. Samen met de bibliotheken van Den Haag en Rotterdam hebben ze het pad geëffend voor de reeks van strandbibliotheken een paar jaar later langs de hele Hollandse kust. Ik was er bij dat eerste jaar, dus ik weet uit de eerste hand hoeveel strijd we hebben moeten leveren met alle betweters langs de lijn en alle sceptici in eigen huis. Maar we hebben het gehaald, de strandbibliotheken werden een succes. En die van Katwijk misschien wel het meest.

Niet met spectaculaire acties maar door consequent te doen waar de strandbibliotheken voor bedoeld waren: leesbevordering en bibliotheek promotie. Ze deden niet te moeilijk, werkten hard en bleven enthousiast. Dat enthousiasme werkte zo aanstekelijk dat toen de provinciale subsidie na 4 jaar ophield, de gemeente het overnam.

Maar daaraan komt helaas een einde, ook de gemeente Katwijk gaat bezuinigen. De bibliotheek heef actie gevoerd om sluiting tegen te gaan, maar dat was helaas tevergeefs. Op het laatste nippertje is er nu opeens een petitie gestart, buiten medeweten van de bibliotheek. En dat zijn toch altijd de mooiste acties.

Daarom doe ik bij deze ook maar even een oproep om de petitie tegen het sluiten van de bibliotheek te tekenen. Al is het maar omdat het een initiatief van Dirk Kuyt is. Althans zo lijkt het…

En wie nog overtuigd moet worden van de lol van de strandbibliotheek kan hier een filmpje bekijken waar Ineke Blom het nog eens uitlegt. Want zeg nou zelf, het is toch prachtig, zo’n bibliotheek op het strand? Vraag het de mensen in Makkum maar.

Zijn ruilbibliotheken een bedreiging?

Afgelopen dinsdag schreef Margriet Oostveen in haar column in NRC over de buurtbieb in Vierlingsbeek. Leuk stukje, niet digitaal te lezen, dus ik twitterde er even een fotootje van. Ik heb zelden zoveel reacties gekregen op een tweet waar eigenlijk zo weinig in staat. Alleen maar instemmende reacties van inwoners uit de regio.

Fijn, dat de mensen uit Vierlingsbeek zo blij zijn met hun bibliotheek, nog steeds onderdeel van een basisbibliotheek. En mooi om te zien hoe betrokken de inwoners zijn.

Dit was sowieso de week van de pop-up libraries; zagen we die voorheen alleen in het buitenland, ze poppen nu ook in Nederland op. Vorige week schreef ik zelf al over Tante Pollewop en nu schrijft Boekendingen over soortgelijke initiatieven in Gelderland. Leuk vind ik dat: enthousiaste mensen die creatief aan de slag gaan met boeken.

Zijn dit soort initiatieven een bedreiging voor de openbare bibliotheekbranche? Als je vindt dat het belangrijkste doel van een openbare  bibliotheek is om zoveel mogelijk boeken uit te lenen dan is een ruilbibliotheek (boekenasiel, boekenbastion, whatever) inderdaad een serieuze bedreiging, want die is gratis, in alle opzichten.  Daar kan geen bibliotheek of businessplan tegen op, daar kunnen we het nooit van winnen.

Maar het uitlenen van boeken is niet de belangrijkste taak van een bibliotheek. Niet in mijn ogen althans. De belangrijkste taak is om een rol in de lokale gemeenschap te vervullen, om inwoners de ruimte te geven om zichzelf intellectueel te ontwikkelen, om zich een mening te vormen, om inwoners te helpen met (leren) lezen en ze te helpen met hun weg te vinden in deze (steeds ingewikkelder wordende) samenleving. Maar de bibliotheek is ook een plek, The last truly democratic space, where nobody moves you along volgens de Irish Times. Een bibliotheek is een plek waar je mag “hangen”, waar je niets hoeft te kopen en waar je je niet beter hoeft voor te doen dan je bent.

Of zoals Zadie Smith, in haar inmiddels beroemde artikel, schrijft: Neglected libraries get neglected, and this cycle, in time, provides the excuse to close them. Well-run libraries are filled with people because what a good library offers cannot be easily found elsewhere: an indoor public space in which you do not have to buy anything in order to stay. Dat is óók een taak van de bibliotheek, neutraal terrein zijn in een steeds drukkere commerciële wereld. We merken het in de Airport Library ook: mensen vinden het fantastisch dat er een rustpunt is op Schiphol, een plaats waar ze niks moeten en niks hoeven.

Dus daar zouden we veel meer energie in moeten steken vind ik. En dan niet door een koffieautomaat neer te zetten (ik durf de uitdrukking “goede koffie” niet meer te gebruiken na Ton’s briljante stuk) maar door de gelegenheid te bieden en het contact te zoeken. Mensen zoeken betrokkenheid en persoonlijke aandacht. Het vanzelfsprekende contact dat je vroeger aan de balie had is verdwenen door de invoering van  zelfbediening. Dus dat betekent dat we extra energie moeten steken in die persoonlijke aandacht. De foto hierboven heb ik afgelopen zaterdag gemaakt tijdens de open dag van de vernieuwde bibliotheek van Noordwijk. Een prachtige dag, gevuld met activiteiten: workshops, voorleessessies en muziek, alles zeer goed bezocht. Maar waar zaten constant mensen? Alleen of met zijn 2-en? Aan de leestafel. Jazztrio of niet…

Als je zorgt dat mensen zich betrokken voelen bij hun bibliotheek dan organiseren ze protestacties zoals in Vierlingsbeek. Dan bakken ze koek voor je of gaan ze bier drinken.

De ruilbibliotheken zijn geen bedreiging. Wij zijn onze eigen bedreiging: als we er gestrest op reageren of als we ze negeren. Als we vol blijven houden dat boeken uitlenen onze core-business is en als dat alleen maar kan als we ons strikt aan onze eigen certificeringsnormen, kwaliteitseisen, marketingmodellen en CAO-regels houden, dan worden ruilbibliotheken een bedreiging. Want dan worden die opeens een aantrekkelijk alternatief voor een service die blijkbaar over de hoofden van de mensen heen gaat. Mensen willen (weer) iets kleins, iets lokaals, iets van henzelf. En dat is toch wat een bibliotheek zou moeten zijn?

Actievoeren met cake

Mijn 11-jarige nichtje Roos heeft op haar school actie gevoerd tegen het sluiten van de bibliotheek in Sevenum. Ze heeft handtekeningenlijsten gedownload en is samen met haar vriendin alle klassen langs geweest om handtekeningen te verzamelen.

De coördinator van de bibliotheek nodigde haar uit om aanwezig te zijn bij een bijeenkomst met de wethouder. Op die bijeenkomst probeerden de aanwezigen de wethouder er van te overtuigen dat het geen goed idee is om een bibliotheek te sluiten waar het aantal uitleningen stijgt. Hij kreeg een koffer vol handtekeningen aangeboden en daarna mocht Roos (samen met een paar klasgenootjes) haar 207 handtekeningen ook aanbieden. Om het geheel een beetje aan te kleden had ze besloten om een paar cakejes te versieren. Een stuk origineler dan een spandoek, ben ik helemaal met haar eens.

De wethouder nam de cakejes mee naar het gemeentehuis en zou ze dinsdag delen met de andere wethouders en de burgemeester. Volgens de 7e groepers mocht hij ze alleen opeten als hij de bibliotheek niet zou sluiten.

Goeie actie van Roos! En goeie actie van de bibliotheek om de wethouder uit te nodigen en actief de inwoners van Sevenum te betrekken bij hun probleem.

Voor alle duidelijkheid: ik hoorde donderdagavond pas van deze actie. Toen waren de handtekeningen al opgehaald en de cakejes al versierd, ik heb hier niets mee te maken…..  🙂

Een trotse bibliotheekdirecteur

Geachte leden van de commissie,

Ik ben trots. Trots op wat Bibliotheek Bollenstreek heeft gerealiseerd sinds onze fusie van zeven bibliotheken in 2006. We hebben er één organisatie van gemaakt. Trots ben ik op ons project De taalcoach, waarbij de bibliotheek inburgeraars koppelt aan vrijwilligers om kennis te maken met de Nederlandse taal en cultuur. De gemeente Teylingen is na de gemeente Noordwijk de gemeente met de meeste taalkoppels in ons werkgebied. Ik ben trots op onze cursus 7Dingen voor sociale media. En het project Kunst van het Lezen, waarbij wij op drie basisscholen een schoolmediatheek hebben gerealiseerd in combinatie met het opleiden van leescoördinatoren. Ik denk aan onze verbouwingen in Voorhout, Noordwijkerhout en nu Noordwijk. Ga eens kijken wat we daar realiseren? Op 16 juni is de feestelijke opening.

En kent u onze app al? Op je smartphone direct zien welke boeken je in huis hebt, reserveren, verlengen. U kunt online 24*7 lid worden. U ontvangt een inleverattendering per e-mail of sms vlak voor uw uitleentermijn verstrijkt. U kunt een aanwinstenattendering ontvangen per e-mail met titels die passen binnen het door u zelf opgegeven interesseprofiel. We lenen e-readers uit met e-books of e-bookssticks. We geven workshops om mensen te informeren over e-readers, iPads en verschillen daartussen. We geven internetcursussen voor laaggeletterden. Voor het einde van dit jaar zijn we aangesloten op de landelijk digitale bibliotheek en kunnen wij streaming e-books uitlenen.

… en zo ging onze directeur nog even door tijdens de inspraakronde van de commissie Welzijn in Teylingen. Die gemeente heeft besloten om 3 ton te bezuinigen op het bibliotheekwerk waardoor wij gedwongen zijn om één van de drie vestigingen in Teylingen te sluiten. We zijn anderhalf jaar bezig geweest met het maken van berekeningen, het schrijven van nota’s en het uitleggen waarom we niet met minder geld hetzelfde kunnen blijven doen.

Een eerdere inspraakronde zorgde voor een patstelling want de Commissie Welzijn wilde niet dat we een vestiging sluiten maar ze wilden de bezuiniging ook niet aanpassen. In een laatste poging om duidelijk te maken wat de bibliotheek allemaal doet is onze directeur nog één keer gaan inspreken, met bovenstaand verhaal als begin. Hij eindigt met een rekensom waarin hij de commissie voorrekent dat we met een kleinere bezuiniging toch nog een kleine voorziening in stand kunnen houden.

Het verhaal maakte indruk, want de commissie gaf de wethouder opdracht om op zoek te gaan naar een oplossing. We zijn er nog niet uit, maar we hebben goede hoop op een positieve uitkomst.

En ik ben blij dat Hans gekozen heeft voor een positief verhaal. Niet wéér is gaan uitleggen wat de gemeenteraadsleden blijkbaar niet willen horen maar benadrukken wat we allemaal wél doen. Niet meer in de verdediging, maar in de aanval. “Kijk eens wat we allemaal doen. Weet je zeker dat je dit wil weggooien?” Goed om te merken dat het indruk heeft gemaakt op de raadsleden.

Bezuinigingen en laffe politici

Theodor Holman maakt zich in zijn Opheffer column in De Groene kwaad over het rapport van de Raad voor Cultuur. Over het oordeel dat de Raad velt over de orkesten althans.

Holman noemt de Raad laf. Omdat het te moeilijk is om een rechtvaardig oordeel te vellen heeft ze de orkesten alleen maar langs een economische meetlat gelegd en artistieke kwaliteit buiten beschouwing gelaten.  Het zou vermoedelijk veel beter te verkroppen zijn geweest als er was gezegd: ‘Lief orkest, wij – de Raad – vinden jullie niet om aan te horen, en daarom geven wij jullie geen subsidie.’ Dat is ook droevig, dat is ook zuur, maar daar zit iets eerlijks in. Nu voert hypocrisie de boventoon. De leden van de Raad laten zich gebruiken als ‘huurmoordenaars’ van de staatssecretaris. 

Marc Chavannes zet in het NRC het advies van de Raad van Cultuur in een breder perspectief. Hij  beschrijft hoe de overheid zichzelf na de Tweede Wereldoorlog de opdracht gaf om cultuur te spreiden, door het land en naar alle lagen van de samenleving. De laatste tien, twintig jaar is die vanzelfsprekendheid afgekalfd. Als jullie zo nodig naar de opera moeten, wordt Henk en Ingrid in de mond gelegd, dan dokken jullie maar zelf. 

Volgens Chavannes combineert de Raad een nieuwe kloekheid met een zeer forse bezuiniging, hij noemt het onderbuikbeleid. Die kloeke toon vindt houvast in een aantal modieuze begrippen – cultureel ondernemerschap, culture of asking, ketenbenadering, netwerken, ondernemende competenties, maatschappelijke impact – maar een allesomvattende visie ontbreekt.

Dat is een soort algemene trend aan het worden: politici die maar wat roepen, ook als het over bibliotheken gaat. Die modieuze kreten en begrippen uit de managementadvieswereld gebruiken en zonder kennis van zaken veel kapot maken. Die zonder visie, of met een halfbakken visie, onmogelijke eisen stellen. Wethouders die zeggen dat ze de bibliotheek heel belangrijk vinden en je intussen een dolk in je rug steken. Gemeentes die je een derde van je (toch al marginale) budget laten inleveren maar je vervolgens verplichten om toch drie vestigingen open te houden.  Zoals bij ons. En zoals in Eindhoven, waar nu alweer het tweede externe adviesbureau heeft uitgerekend dat het echt onmogelijk is om voor de helft van de subsidie uit te voeren wat de gemeente wil. Weer zo’n geval van grote woorden en brede gebaren. En geen visie en geen idee.

Sta dan ergens voor zou ik willen zeggen tegen die politici. Jíj hebt dat besluit genomen om te bezuinigen op de bibliotheek, leg het dan ook zelf uit. Zeg dan zelf tegen die ouderen dat ze voortaan hun eigen boeken maar moeten kopen, want wat kost dat tegenwoordig nou nog? En zeg dan zelf tegen al die schoolkinderen dat ze maar een iPad aan hun ouders moeten vragen, want alles is toch digitaal tegenwoordig? Dat zeggen ze wel tegen ons. Wees dan ook zo stoer om dat tegen je kiezers te zeggen.

Ik ben benieuwd hoe het in Eindhoven af gaat lopen. Ik neem aan dat de wethouder nu niet opeens de plannen bij zal stellen want dat is toegeven en dat schijnt onmogelijk te zijn voor politici. Voor de meeste politici althans. Voor de lafaards en de hypocrieten.

Flashmob voor een nieuwe bibliotheek

Hoe voer je actie voor een nieuwe bibliotheek? Door met z’n honderden hardop te gaan voorlezen op straat. Althans zo doen ze dat in Sankt Gallen, Zwitersland.

Weer eens heel iets anders: pleiten voor het bouwen van een bibliotheek in plaats van protesteren tegen de sluiting ervan. Sankt Gallen heeft geen centrale bibliotheek, alleen een aantal kleine, slecht uitgeruste wijkbibliotheekjes (en de wereldberoemde kloosterbiblio- theek natuurlijk). Na jaren onderhandelen lagen er eindelijk concrete plannen voor een nieuwe centrale bibliotheek maar die zijn gesneuveld in de bezuinigingen.

Deze flashmob is een onderdeel van een grote actie, het belangrijkste onderdeel daarvan is een handtekeningenactie die het Kanton oproept om de kwaliteit van het bibliotheekwerk in de regio te verbeteren, bestaande bibliotheken te fuseren en tot de bouw van een nieuwe Public Library te komen. De Zwitsers gebruiken die Engelse term om aan te geven dat het een voor hun nieuw concept is: eine Form von öffentlichen Bibliotheken, die sich durch ein umfassendes Angebot vom Krimi bis zur Studienliteratur und einen freien Zugang für die ganze Bevölkerung auszeichnet. Die Initiative begreift Bibliotheken im modernen Sinne nicht mehr als blosse Bücherausleihen, sondern als multimediale Informations-, Bildungs- und Begegnungszentren. 

Grappig om te horen dat ze onder andere de OBA als voorbeeld zien (als ik dat Zwitsers tenminste goed versta).

Mooie actie. Fijn ook, zo’n pleidooi vóór de bibliotheek en tegen bezuinigingen. Moderne Bibliotheken sind kein Luxus, sondern eine Notwendigkeit für unsere Gesellschaft und unsere Zukunft. Investitionen ins Bibliotheksnetz sind Investitionen in die Bildungsinfrastruktur und daher gut angelegt. 

Met dank aan @LibrarySchool voor de tip.

De kortzichtigheid van politici

 Libraries cater for the middle classes, not the deprived, schreef een Brits parlementslid op zijn blog en die constatering is voor hem reden om te pleiten voor een herschikking van het aantal openbare bibliotheken in het land.

Op het eerste gezicht heeft John Redwood daar best een punt: in de gemiddelde openbare bibliotheek is de collectie gericht op een dwarsdoorsnee van de plaatselijke leners en dat zijn in de praktijk meestal “middenklassers”. (*ik zet het woord tussen haakjes omdat het zo’n lelijk woord is en omdat dat in het Nederlands toch heel anders klinkt dan in het Engels maar dat moet maar even). De collectie van de bibliotheek is gericht op een gemiddelde inwoner van een gemeente, want het gaat om gemeenschapsgeld dat je aan een zo groot mogelijk publiek ten goede wil laten komen. Dat wil niet zeggen dat je er niet óók bent voor “de achtergestelden”  (zie *), beter gezegd: dat je er júist bent voor die achtergestelden.

Het ingewikkelde aan dat verhaal is dat de definitie van wie achtergesteld is en wie niet, niet zo helder is vast te stellen. Laaggeletterden, allochtonen, inwoners van een achterstandwijk? Niet iedereen die in een achterstandswijk woont is laaggeletterd.  Als je opgroeit in een villawijk met een taalachterstand omdat je Filippijnse au-pair slecht Nederlands spreekt, ben je dan achtergesteld of niet? Om het nog ingewikkelder te maken zijn “de” achtergestelden ook nog eens niet zo eenduidig te bereiken. Wat zou het handig zijn als je ergens een gebouwtje kon neerzetten met een bordje: “achtergestelden hier melden” en dat ze dan allemaal in grote getale uit zichzelf zouden komen toestromen. Maar zo werkt het nou eenmaal niet.

Daarom probeert de bibliotheek aan de ene kant een zo groot mogelijk publiek te bereiken en aan de andere kant in te spelen op de lokale problematiek en een specifieke doelgroep te bereiken. Die doelgroep kan overal anders zijn: in de ene gemeente zijn dat inburgeraars, in de andere gemeente taalzwakke autochtonen. Dat is een nogal genuanceerd verhaal dat bibliotheken niet altijd even helder vertellen, maar waar politici de laatste tijd ook niet erg gevoelig voor zijn. Want politici houden van eenduidigheid, van doen wat je zegt en zeggen wat je doet en van een rechte rug en vooral geen nuances want dat lijkt te veel op draaien, en dat is blijkbaar het foutste wat je als politicus kunt doen.

Wat me nog het meeste stoort is dat politici zich zo slecht kunnen verplaatsen in een ander. Het Britse parlementslid hierboven vertelt bijvoorbeeld hoe hij als eindexamenscholier naar de bibliotheek ging maar daar (toen al..) niks van zijn gading vond. Gelukkig hielp zijn school hem aan een pasje voor de universiteitsbibliotheek waar hij wel aan zijn trekken kwam. En dus kan de openbare bibliotheek wel weg want het was toen niks en het is nog steeds niks. Maar ik ga er van uit de Britse openbare bibliotheken zich niet richten op uitblinkende studenten, maar juist op die leerlingen die níet naar Oxford gaan en die (daarom) géén parlementslid worden.

Het is dezelfde kortzichtigheid als van die gemeente die opeens besluit dat ze geen gebouw subsidieert maar een functie en dat iedereen de bibliotheeksubsidie mag claimen die die functie kan uitoefenen. Ongetwijfeld geïnspireerd door de notitie die zij samen met adviesbureau BMC en nog negen andere plattelandsgemeentes heeft geproduceerd met als titel: Zomer in Nederland, Open oog voor toekomst-bestendig platteland, appèl aan bestuurlijk lef  Een ronkend boekje vol modellen en kwadranten en beleidscycli waarmee de lokale bestuurders kunnen laten zien dat zij wél bestuurlijk lef hebben. Om zich op die manier tegen hun voorgangers af te zetten.

Dit zijn politici die zich verschuilen achter het feit dat in geen enkele wet staat dat een gemeente verplicht is om een openbare bibliotheek te hebben. En die via de VNG ook flink lobbyen om dat vooral zo te houden. Die maar weinig sociaal gevoel hebben en die de samenleving zien als een project, dat je dus ook als zodanig moet managen. Die denken dat je alles kunt regelen met modellen en afspraken en risicoanalyses. En als het mis gaat gooi je er gewoon nog meer afspraken en modellen tegenaan. Als het dan nog niet goed is verklaar je het project mislukt, sluit je het af en begin je aan een nieuw project. Met een beter model en betere afspraken. Alleen werkt het in de samenleving niet zo, daar heb je te maken met echte mensen, niet met projectmedewerkers. En in de echte wereld heeft het ook echte gevolgen als iets wordt opgeheven. Misschien niet financieel, maar wel op ander gebied. Gevolgen die niet direct zichtbaar zijn maar waar een volgende generatie bestuurders voor mag opdraaien.

Het stoort me mateloos dat wij daar als branche zo weinig weerwoord op hebben. Ik snap heel goed dat je als plaatselijk bibliotheekdirecteur je eigen wethouder niet kortzichtig noemt. Tenminste niet in zijn gezicht. Want je wil de schade zoveel mogelijk beperkt houden en binnenkort moet je toch weer met die man om tafel. Maar op provinciaal en landelijk niveau zie ik ook weinig gebeuren. Misschien wordt er koortsachtig overlegd in achterkamertjes en fors gelobbyd in wandelgangen, maar ik ben bang van niet. Daar zal dat eigenbelang net zo’n rol bij spelen, maar af en toe bekruipt me toch ook wel het gevoel dat de branche zichzelf een beetje opgegeven heeft. Dat bij sommige mensen op het bovenlokale niveau het gevoel van urgentie plaats gemaakt heeft voor pragmatisme. Waarom wordt er nou nooit eens iemand woedend? Waarom zegt er nooit iemand dat ie zijn buik vol heeft van platitudes als “doel en middel niet verwarren? Waarom zijn we afhankelijk van Abdelkader Benali om een charmante actie te organiseren voor het behoud van de bibliotheek?

Ik weet het niet. Ik weet wel dat ik extra blij was met die ondernemer die zich aanbood bij een van onze gemeentes om mee te denken over mogelijkheden om de sluiting van een bibliotheekvesting te voorkomen. “Want ik vind het een kwestie van beschaving om als gemeente een bibliotheek te hebben”. Kijk, daar heb je iets aan….

Moe

Vanmiddag zag ik dat Edwin zich afvroeg of het wel terecht is dat al die kunstinstellingen nu moord en brand schreeuwen over de aangekondigde bezuinigingen. Een terechte vraag want misschien is het wel zo dat er bij sommige instellingen winst te halen valt door bv. efficiënter te werken. Ik weet niet of het zo is, maar je kunt je zoiets natuurlijk altijd afvragen.

De eerste reactie onder dat stuk was er een in de beste Geen Stijl traditie: kort door de bocht en met zo’n uitgesproken, ondoordachte mening dat ik het niet kon laten om te reageren. Achteraf gezien was die reactie misschien iets te snel maar hij kwam zó uit mijn hart dat ik hem hier nog maar eens herhaal:

Hoe het in Rotterdam is weet ik niet dus daar kan ik niks over zeggen. En ik weet ook niet hoeveel vet er in de diverse organisaties nog op de botten zit. Wat ik wel weet is dat sommige mensen een schrikbarend gebrek aan inlevingsvermogen hebben, vooral als het gaat over bibliotheekwerk op het platteland. Waarbij er dan van uit gegaan wordt dat iedereen een auto tot zijn beschikking heeft en niet alleen over internet beschikt maar er ook nog eens goed mee kan omgaan. “Ik haal alles binnen via internet dus waarom moet er nog zo’n duur gebouw staan?”, die redenatie. Daarbij wordt volledig voorbij gegaan aan jonge kinderen en minder mobiele ouderen die daarbij (weer) volledig afhankelijk worden gemaakt van anderen als het gaat om lezen en bibliotheekbezoek. En dat vind ik een hele slechte zaak. Dingen veranderen in het leven, dat is waar. Maar niet elke verandering is een verbetering. Ik begin steeds meer genoeg te krijgen van dat kort-door-de-bocht-geblaat, van die nieuwe flinkheid en van dat opportunisme dat elke discussie smoort.
“Dan moet je maar niet op het platteland gaan wonen”, is het fijn genuanceerde argument dat nog wel eens uit de kast wordt gehaald. En daar heb je niks aan.

Ik zet het hier nog een keer neer omdat ik het echt helemaal zat begin te worden. Dat ongenuanceerde, dat harde, dat ondoordachte. Niet specifiek tegen deze ene reaguurder want in tweede instantie bleken we elkaar toch wel te kunnen vinden. Maar het is een tendens in de maatschappij waar ik genoeg van begin te krijgen. “Ik heb een mening en dus heb ik gelijk. Want ik heb een grotere bek dan jij”. Bah. Waar is het mededogen gebleven en de nuance? We leven in een van de rijkste landen van de wereld maar we kunnen alleen nog maar op de korte termijn denken. Als mijn stoepje maar schoon is en ik mijn hypotheekrente maar kan af trekken is het prima, iedereen die dat niet kan is een loser want die heeft z’n zaakjes niet goed voor elkaar.

We maken overal een wedstrijd van en bejubelen de winnaars en verachten de verliezers. Soms krijg ik de indruk dat we daar als branche ook vrolijk aan meedoen. In de laatste Nieuwsbrief van Wim Keizer staat een verslag van een discussiemiddag in het Netwerk van directeuren over de keuze voor het winkel- of het verheffingsmodel als overlevingsstrategie. Die discussie leverde niet echt een winnaar op zo te lezen, maar de tendens is duidelijk.

Het mag duidelijk zijn waar mijn voorkeur naar uitgaat. Ik vind dat de bibliotheek in deze verwarrende en roerige tijden een baken van rust moet zijn. Standvastig moet zijn. Moet vast blijven houden aan zijn eigen boodschap en niet met alle winden mee moet waaien. (hoe de Airport Library daar in past leg ik een andere keer uit) Uiteraard bij de tijd moet zijn maar moet waken voor modieuze flauwekul. Het goede en het ware moet bewaken en koesteren en zeker niet mee moet blèren in al het populistisch rumoer.

Misschien ben ik wel extra moe omdat vandaag duidelijk werd wie er allemaal ontslagen gaan worden bij ProBiblio. Mensen die zich altijd met hart en ziel hebben ingezet voor het bibliotheekwerk maar die hun baan kwijt raken omdat “de bibliotheken” dat werk niet meer nodig vinden. Mensen die vandaag een beetje verdwaasd door de gangen liepen terwijl er elders gepraat wordt over strategie en toekomst maar waarbij het menselijke aspect uit het oog verloren wordt. Bah.

Ik ga naar de Schouwburg. Naar mijn theatercursus. Praten  over toneel en schoonheid. Ongesubsidieerd.

Formuledenken

“Het formuledenken was toen erg in zwang. Het idee was dat je een formule verzon en die je overal kon uitrollen. Maar dat werkte niet dus daar zijn we mee gestopt.” Aldus Jo Althoff, formulemanager van Rabobank Nederland.

Hij zei dat gisteren, tijdens de bestuurlijke conferentie over bibliotheekvoorzieningen in kleine kernen en wijken, over de Servicewinkels die op initiatief van de Rabobank een aantal jaar geleden overal in het land geopend werden. Volgens Althoff werkten de Servicewinkels niet. “Een heleboel kleintjes bij elkaar blijft een verzameling kleintjes. Het had geen vitaliteit, er werd niets gecreëerd, het had geen toegevoegde waarde.”

De les die de Rabobank hier uit geleerd heeft is: maak geen standaardformule maar kijk per locatie wat de vraag is en welke mogelijkheden er zijn. Welke partijen zijn er op locatie, wat willen de mensen daar, wat leeft er? Ga uit van de lokale situatie.

Deze boodschap dragen wij (als adviseurs kleine kernen) al jaren uit maar ik kan me voorstellen dat het beter overkomt als de Rabobank het zegt. Vandaar dat ik het hier nog maar eens herhaal. In deze tijden van bezuinigingen zijn bibliotheken weer op zoek naar alternatieven voor vaste vestigingen en ik merk weer de behoefte aan één modelletje. Dat dan lekker kan worden uitgerold en dan is het probleem maar weer opgelost. Maar de Rabobank zegt dus dat dat niet slim is. Doe er je voordeel mee zou ik zeggen….

get_footer() ?>