Publieksparticipatie serieus nemen
Je ziet het steeds vaker: activiteiten waarbij het publiek mag meedoen door zijn mening te geven. Vorig jaar zag ik het in de Tate Britain bij de tentoonstelling van de genomineerden voor de Turner Prize. Daar was een hele wand waar mensen hun mening konden achterlaten op memootjes.
Ik vond het eerst een ontzettend leuk idee. Er werd veel gebruik van gemaakt en het was leuk om te lezen. Er waren hele flauwe reacties bij, maar ook hele serieuze en was grappig om te kijken welke kunstenaar de meeste reacties had gekregen. Later dacht ik er nog eens over na en vond ik het opeens een nogal makkelijke actie. Leeg. Want wat gebeurt er met al die reacties? Worden die gemonitord? Tellen die mee? Houdt de jury er rekening mee bij het bepalen van de winnaar? Hoeveel reacties zijn er eigenlijk? Het prikbord was half vol toen ik er was, was dat de oogst van een dag? Haalt een suppoost elke avond alle blaadjes van het prikbord af zodat ze elke ochtend met een schoon prikbord kunnen beginnen? En wat doen ze dan met die briefjes? In de prullenbak? Of bewaren ze die voor een diepteanalyse? Krijgen de kunstenaars die na afloop?
Je weet het niet. Niet dat ik een idee heb wat je met die reacties zou moeten doen, maar het heeft nu toch iets leegs. Het is nu alleen maar leuk. En dat lijkt me erg weinig voor zo’n groot instituut en zo’n prestigieuze prijs.
De winnaar van de Turner Prize 2012 werd overigens Elizabeth Price. Ook míjn favoriet…