Het probleem van de vrouwen

Toen ik deze kaart (van de onovertroffen Kartoenfabriek) tegen kwam moest ik meteen weer denken aan het thema dat ik al eerder aansneed: hoe kan het dat in een vrouwenbranche als de onze alle invloedrijke functies vervuld worden door mannen?
De directeuren van de vier grote bibliotheken zijn mannen en onze branche wordt opnieuw ingericht door louter mannen. Ik weet niet hoe de verdeling man/vrouw is als je alle directeuren uit het land op een rijtje zet? Ik ken alleen de situatie in Noord- en Zuid-Holland uit eigen ervaring en zo uit mijn hoofd is de verdeling daar ongeveer fiftyfifty, met misschien een lichte voorsprong voor de vrouwen.
Hoe kan zoiets in een branche die zo vol zit met vrouwen?
Waarschijnlijk omdat mannen zich meer roeren of omdat ze plat gezegd “een grotere bek hebben”? Als je de verslagen van de ledenvergaderingen van de VOB leest zie je dat de mannen daar het hoogste woord hebben. Ik ben er zelf helaas nooit geweest, dus ik moet het met de verslagen doen, en met wat je zo in de wandelgangen hoort. Daar wordt soms een beetje meewarig gedaan over al die druktemakers. Zit daar dan het probleem? Slaan de vrouwen in de zaal die mannen geamuseerd gade en laten ze de jongens hun gang maar gaan? Want ik kan me niet voorstellen dat de discussies zo hoogstaand zijn dat de vrouwen te geïmponeerd zijn om mee te durven doen. Maar dat heeft wel tot gevolg dat de vrouwen zichzelf buitenspel laten zetten.
Of zou het een complot zijn? Dat alle mannen samenspannen om de vrouwen buiten hun clubjes te houden? Zoals vroeger op het schoolplein: toen de jongens hun stomme spelletjes gingen doen waarbij de meisjes werden buitengesloten?
’t Zal toch niet? Maar belangrijker is: hoe komen we daar van af? Want de situatie is te bizar voor woorden. Of zijn de vrouwen in de branche zo overgeëmancipeerd dat ze daar geen oog meer voor hebben?
Ik heb het antwoord niet maar ik ben wel nieuwsgierig naar het antwoord. In ieder geval is het wel zo dat mijn chef vrouw is en mijn afdelingshoofd ook. De directeur niet maar tot twee jaar terug was dat ook een vrouw. Bibliotheek Oosterschelde is ook een vrouw als directeur. Vlissingen en Zeeuws-Vlaanderen dan weer niet.
Hoe zich dat vertaalt naar landelijke zaken is een interessante vraag.
Genoeg uitstekende vrouwen in de branche maar wellicht minder ambitie? Of hebben de mannen meer armslag door andere ondersteuning aan het thuisfront? Is het misschien zo dat veel vrouwen in de branche meer richting pensioen kijken dan richting loopbaan?
Ik weet het niet, het stoort mij ook dat de vormgeving van de branche louter in handen is van mannen, geen goede uitstraling vind ik. Maar zelf heb ik nooit ervaren dat mannen de boventoon voeren, heb verschillende vrouwelijke directeuren meegemaakt en het MT in Rotterdam is gedeeld vrouw en man. Alle teamleiders op 1 na zijn vrouw, dus hier geen probleem op dat vlak
Bij de Universiteitsbibliotheken valt het nu wel mee: van de 13 hebben 5 een vrouw als directeur (en 7 een man, want eentje heeft net een vacature).
Idem reactie als Edwin. Absoluut ook geïnteresserd in de kwestie. In de praktijk zie ik het probleem iets minder, zeker in de academische wereld in Vlaanderen zijn is een vrouwelijk management niet uitzonderlijk. Idem in mijn vorige werkplek, zijnde museumbibliotheken in Vlaanderen en Nederland. De situatie lijkt me daar zo’n beetje 60/40 zelfs. Maar dit zijn persoonlijke ervaringen. Een snelle search levert weinig gender-related onderzoek op binnen bibliotheekbeleid en -management. Wie zoekt er nog een scriptie-onderwerp?
Ik sluit mij aan bij Saskia voor wat Vlaanderen betreft. Hier zal de verhouding eerder 50/50 of zelfs 60/40 zijn, en gelukkig maar. In de complottheorie geloof ik niet. Grappige kaart overigens 😉
Allen,
Bedankt voor jullie reacties. Goed om te lezen dat de situatie in Universiteitsbibliotheken een stuk normaler is.
In de openbare bibliotheken is er aan vrouwen geen gebrek, ook niet in leidinggevende posities, maar daar waar het er om spant ontbreken ze. Want teammanagers en directeuren van kleinere bibliotheken bepalen niet echt wat er op landelijk niveau gebeurd. Dat doen in Nederland louter mannen.
Hoe dat komt? Gebrek aan ambitie zal zeker meespelen, maar bij zo’n enorm vrouwenoverschot moeten er toch wel een páár ambitieuze vrouwen zijn? En dat geldt ook voor ondersteuning door het thuisfront.
Dat zou inderdaad een interessant afstudeeronderzoek zijn. Nog iemand ergens een ingang? Dat zou misschien ook kunnen helpen bij het aantrekkelijker maken van de branche voor nieuwe medewerkers.