Een terugblik

Binnenkort bestaat mijn blog alweer drie jaar. Wat begon als een verplicht onderdeel van de 23 dingen is intussen uitgegroeid tot mijn eigen vrijplaats. Hier verzamel ik leuke filmpjes, interessante feitjes en vooral ook: dit is een podium voor mijn opvattingen over het bibliotheekvak, de branche en vooral over het zelfbeeld van bibliothecarissen.
Dit is mijn 251e stuk en als ik terugkijk ben ik al die jaren vrij consequent geweest: mijn allereerste bericht ging (uiteraard) over ding 1 en over mijn naam. Wat ik daar zei geldt nog steeds: ik heb voor een strijdlustige naam gekozen omdat ik vind dat bibliothecarissen zich veel te vaak in een hoek laten drukken en zich veel te bang laten maken. Nergens voor nodig want bibliotheken zullen er altijd zijn en bibliothecarissen zullen altijd nodig zijn. En zelfs als je daar als bibliothecaris aan twijfelt moet je dat niet hardop zeggen, want als wij al niet in onszelf geloven zullen anderen dat al helemaal niet doen. Ok, dat stukje over bibliotheken die er altijd zullen zijn behoeft misschien enige nuance maar verder sta ik er nog helemaal achter.
Bij die eerste post dacht ik nog dat ik dit blog na een paar weken alweer zou opdoeken maar het derde stuk dat ik schreef ging al over de onzichtbaarheid van bibliotheken in de pers tijdens de Nationale Voorleesdagen. Toen merkte ik hoe lekker het is om je frustratie om te zetten in een stukje tekst. Door het op te schrijven dwing ik mezelf om goed na te denken waarover ik nou precies zo chagrijnig ben, wat me frustreert of juist vrolijk maakt. En dat helpt. Het scherpt mijn mening en het prikkelt mijn verstand.
Wat ook helpt is merken dat je stukken gelezen worden. Het aantal lezers stijgt volgens de statistieken langzaam maar gestaag en inmiddels heb ik een vaste schare lezers. Reacties krijg ik helaas maar zelden. Op Twitter zie ik de laatste tijd wel dat mijn stukken worden geretweet, dus dat zie ik dan maar als een soort van bevestiging. Bijzonder waren de reacties op het stuk Moe. Daar kwamen hier een paar reacties op, maar vooral buiten het blog om reageerden mensen: in de wandelgangen, per telefoon en ik kreeg er zelfs een mailtje over. Mooi om te merken dat ik blijkbaar een bepaalde snaar geraakt had.
Ook mooi is dat mijn boosheid rondom de onverschilligheid binnen de branche steeds meer gedeeld wordt. Althans dat gevoel heb ik. Drie jaar geleden werd er een beetje lacherig gereageerd als ik riep dat bibliothecarissen eens wat zelfbewuster moesten zijn en eens wat meer voor hun eigen vak moesten opkomen, maar die lacherigheid is er wel af. Ik krijg steeds meer bijval, dus misschien wordt mijn mening ooit nog eens breed gedragen en worden bibliothecarissen nog eens heel zelfbewust.
De eerste drie jaar zijn bijna om, als het aan mij ligt ga ik nog lang door. Met mijn nieuwe stap krijg ik meer ruimte om te schrijven, op dit blog of op andere plekken. En dat ga ik zeker doen. Tenaanval!
Hallo Jeanine, ik ben een van degenen die je altijd met interesse volgt en het over het algemeen ook met je eens is. In mijn huidige functie als invalbibliothecaris (weer in de front-office is echt heel leuk, probeer ik dat ook zoveel mogelijk uit te dragen en als je eens concrete hulp nodig hebt, hou ik me altijd aanbevolen. Wanneer ga je beginnen in de Bollenstreek?
Groeten en veel succes gewenst, Esther Valent
Ha Jeanine, ik las dit bericht vannacht nog op de telefoon, in bed, maar heb het reageren nog even uitgesteld. Ik ben blij dat je schrijft. Je bent een nuchtere ouwe rot (met alle respect!) en toch heb ik ook vaak het gevoel dat we in dezelfde dingen geloven (of niet geloven juist). Je schrijft dat allemaal op prettige wijze op, en ook nog eens regelmatig. Dat maakt dat je voor mij een interessante bron bent, die me ook nog eens aan het nadenken zet zo nu en dan. Blijf het dus vooral doen inderdaad. Chaaaaarge!
@ Esther,
Ik begin 1 februari in de Bollenstreek,dus ik ben aan het afbouwen. En ik heb zin om me weer in het strijdgewoel te begeven, niet echt in de frontoffice maar wel veel concreter tussen de mensen. Ik weet je te vinden als ik hulp nodig heb.
@ Edwin,
Dank je voor het compliment. Op het gevaar af dat het wel heel klef wordt: van jou als hard-core biebblogger vind ik dat toch wel extra mooi.
En die ouwe rot, ach ja, daar hoef je niks voor te doen, dat gaat vanzelf. 🙂
Ik heb je altijd met plezier gelezen en doe dat trouwens nog steeds, maar door de inmiddels wat gecompliceerde verhouding tussen mij en de bibliotheek heb ik besloten niet meer te reageren. Dit is dus een uitzondering 😉
Veel succes en veel blogplezier gewenst voor de toekomst!!
@ Voormalige Schrijver,
Ik ben vereerd dat je voor mij een uitzondering gemaakt hebt. Jammer dat je niet meer reageert, want je scherpe blik zorgde soms voor een nieuw perspectief en dat is heel gezond. Maar ik snap het wel (van dat niet reageren) dus daarom vind ik die uitzondering extra leuk. Dank je wel.
Geef mij één voorbeeld waar die zgn. scherpe blik van mij iets concreets teweeg heeft gebracht en ik begin weer te reageren 😉
@Schrijver,
Ja, dan blijf ik stil. Want ik kan geen concreet resultaat noemen. Neem tenminste aan dat je “o, zo had ik het nog niet bekeken” niet concreet genoeg vindt. Want die reactie kreeg je volgens mij wel met een zekere regelmaat.
En mijn spelfouten corrigeren telt zeker ook niet? 😉
Nee, telt allebei niet. Zie je wel dat het nergens goed voor was? Of maak je nu geen spelfouten meer? Ik let er eerlijk gezegd niet meer zo op 😉
Ik let wel beter op na jouw vermanende woorden. Als het je niet opvalt zijn het in elk geval geen knoeperds van fouten….
Ja, zet me maar weer lekker te kijk 😉 Ik deed het uitsluitend voor het imago van de bieb hoor. En ja, dát kan wat mij betreft nu niet meer stuk natuurlijk.