Een kijkje in andermans keuken
Afgelopen maandag was ik op een bijeenkomst, georganiseerd door Cubiss, met als titel “Aan de slag! met internationalisering”. Een interessante middag, al had ik gedacht dat het zou gaan over internationalisering in het algemeen. Ik was wel benieuwd of ik nog nuttige tips zou krijgen over hoe ik het beste de samenwerking kan zoeken met mijn Duitse buren. Maar eigenlijk ging de middag over hoe nuttig het is om op excursie naar het buitenland te gaan en over hoe je daar een subsidie voor kunt aanvragen bij Erasmus. Oneerbiedig samengevat dan.
En ja natuurlijk is het nuttig om buitenlandse voorbeelden te gaan bekijken. Het is altíjd nuttig om af en toe eens verder te kijken dan je eigen neus lang is. Maar stiekem denk ik soms ook dat zo’n reisje ter inspiratie vooral een leuk reisje is. Daar is helemaal niks mis mee en je steekt er toch altijd iets van op, van zo’n reisje, al is het maar van de verhalen uit de bus. Maar zoals iemand tijdens de bijeenkomst opmerkte: waarom moet dat altijd naar het buitenland? Er is in Nederland toch ook van alles te zien? Alleen weten we niet precies wie wat doet. Ja, de spectaculaire, prijswinnende nieuwe gebouwen, die kennen we allemaal wel en daar gaat iedereen zo voor en zo na wel naar toe. Maar moeten we echt naar het buitenland om te zien hoe een taalcafé werkt? Of wat een fablab is? Die hebben we hier ook, alleen zijn die misschien niet zo gemakkelijk te vinden. Nou ja, voor een Fablab bel je natuurlijk gewoon even naar Friesland. Maar weet jij precies waar je buren mee bezig zijn? Of de buren van je buren? Want daar is ook vast een heleboel inspiratie te halen. Maar op ander gebied misschien.
Een voordeel van kijken bij de buren is dat je bij zo’n excursie al je collega’s kunt meenemen. Want zo’n buitenlands reisje is toch meestal alleen weggelegd voor leidinggevenden. Ja, toen ik in Londen de Idea stores ging bekijken had ik ook geen collega’s bij me. Terwijl dat toch vaak heel leerzaam is: met zijn allen ergens naar toe. Ik herinner me de uitstapjes toen we (jaáááren geleden) in de Bollenstreek overstapten op selfservice. Om iedereen daar op voor te bereiden moesten alle collega’s uit de frontoffice verplicht mee op excursie naar een van de bibliotheken in de omgeving om te zien hoe de zelfbediening daar werkte en om van andere collega’s te horen hoe het beviel. Dat was heel geruststellend en heel leerzaam. Maar wat opviel was dat veel collega’s met verhalen over andere zaken terugkwamen: hoe in bibliotheek X de gereserveerde boeken op zo’n onhandige plek stonden, hoe slim dat ene bordje bij de balie van bibliotheek Y was en dat we nooit, nee echt nooit die lelijke bedrijfskleding van bibliotheek Z zouden willen dragen. En we sleepten stapels folders mee als voorbeeld van hoe wij het ook wilden in de toekomst.
Reisjes naar het buitenland zijn leuk en als ze goed georganiseerd worden (zoals de Roguesreisjes bijvoorbeeld) kom je ook echt met nieuwe inzichten thuis. Dat soort excursies zijn belangrijk als het gaat over de grote lijnen en de lange termijn want dan is het goed om alles weer eens van een afstandje te bekijken. Maar om geïnspireerd te worden hoef je echt niet naar het buitenland. En het is voor iedereen nuttig om eens bij iemand anders in de keuken te kijken, dat hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Het enige probleem is dat je niet alle interessante ontwikkelingen weet te vinden in het land. Als je een hele gerichte vraag hebt (wie heeft ervaring met..) volstaat een rondje bellen of een oproepje op Biebtobieb meestal wel maar als je niet weet dat iets bestaat kun je er ook niet naar vragen. Wist je bijvoorbeeld dat er in Nederland ook een bibliotheek is met een voorleeshond? Ik bedoel maar. Er zou een soort uitzendbureau moeten zijn waar ze dit soort leuke dingetjes wel weten. Waar ze je niet alleen precies kunnen vertellen welke bibliotheek dat is met die hond, maar ook waar de dichtstbijzijnde bibliotheek is met voorleesvrijwilligers of waar ze ook aan het worstelen zijn met een nieuwe meerjarenvisie. Handig lijkt me dat. Dat zou volgens mij een mooie impuls geven aan netwerkvorming en kennisdeling.
Dat we niet per se naar het buitenland hoeven voor inspiratie bewijst De Queeste, een reis die Brabantse bibliotheekdirecteuren dit najaar gaan maken. Hun motto is: de toekomst van de bibliotheek in Nederland ligt in je achtertuin. En zo is het maar net.
Overigens is deze foto hierboven de ene helft van een kunstwerk aan de Lek. De andere helft (aan de overkant) is er nooit gekomen. Welk verhaal daar bij hoort lees je hier.
Herkenbaar en ik deel jouw gevoel en idee om meer in NL de inspiratie op te zoeken.
Wat een mooie studiereis heb je in het verschiet: ben benieuwd welke inspiratie dit oplevert!
@Erica,
Die studiereis is voor Brabantse directeuren he. Weet niet of ze daar ook Limburgers bij willen hebben…
Het één sluit het ander niet uit. Soms kan een reis naar het buitenland heel gericht zijn, vorig jaar gingen er twee van onze medewerkers (geen leidinggevenden) naar de Next Library conference in Aarhus. Die conferentie is ook gericht op bibliothecarissen en veel minder op leidinggevenden. Onze mensen kwamen geïnspireerd terug, met ideeën en met namen van bibliothecarissen ‘all over the world’ die met dezelfde ontwikkelingen bezig waren. Zij voelden zich gesterkt en hebben ook af en toe nog contact om te sparren over hoe ze producten en dienstverlening ontwikkelen. Dat hebben ze overigens ook met collega’s uit de regio of uit heel Nederland. Dit najaar gaan er vier mensen naar Ierland naar de coderdojo happening daar. Geen leidinggevenden 😉 Hier gaan ze veel leren, en veel contacten en ideeën op doen. Bij ons proberen we de buitenlandse reizen zo functioneel mogelijk in te zetten. En dus betekent dat er ook inhoudelijke medewerkers reizen, en niet alleen het management. Het ‘mogen’ maken van een buitenlandse reis zien veel medewerkers ook als een vorm van erkenning en waardering.
Overigens gaan er ook regelmatig mensen van ons ‘bij de buren’ gluren, of dat nou dichtbij of veraf in het land is. Vaak gericht met een bepaalde vraag. En dat doe ik zelf ook met enige regelmaat. Even buurten bij een collega, dichtbij of veraf. En we ontvangen ook graag collega’s, we delen graag onze ideeën. Dus ik ben voor én én. Soms haal je iets makkelijk dichtbij en kun je zelfs samenwerken in de uitvoering. Soms is het goed om over de grenzen te kijken en daar een stuk inspiratie op te doen. Waar je het haalt maakt misschien niet eens zo veel uit, maar dat je er ruimte voor geeft en neemt, van hoog tot laag in je organisatie is veel belangrijker.
@Erna,
Volgens mij zijn we het eens, ik zeg namelijk niet dat het een het ander uitsluit. Ik benoem juist dat ik zonder collega’s op excursie ben geweest naar Londen en met bijna alle medewerkers van de bibliotheek in de omgeving ben gaan rondkijken. Dat is en/en.
Dat gebeurt op niet zo heel erg veel plaatsen, maar zoals jij de situatie beschrijft in de Kennemerwaard klinkt dat als een ideale regeling. Netwerkvorming en bijscholing in een. Chapeau.