De vijanden van de bibliotheek
The enemies of libraries is the twin dilemma posed by anti-intellectuals on one hand, and the small thinking hipster on the other, twitterde LISNews deze week. Het bleek een uitspraak te zijn van David Lankes, de Amerikaanse hoogleraar waar ik eerder over schreef.
And the superiority of the IT person, who ignores Libraries and Librarians completely werd daar op Twitter op gereageerd. Die laatste uitspraak zou ik niet voor mijn rekening willen nemen maar die eerste opmerking is wat mij betreft een hele treffende samenvatting van een van de belangrijkste bedreigingen van de bibliotheek: mensen die vanuit hun eigen vooroordelen over de bibliotheek oordelen. Hier in Nederland hebben we volgens mij niet zoveel last van anti-intellectuelen (die richten zich liever op de kunsten) maar des te meer van kleindenkende hipsters. En dan zeker ook van de kleindenkers binnen onze eigen branche. Over wethouders met weinig benul en adviseurs van buiten is al vaker geschreven maar zeker zo gevaarlijk zijn de bibliothecarissen die vanachter hun bureau dingen roepen, zonder veel besef van de realiteit.
Kunnen we daarom afspreken dat bibliotheekmensen pas iets over de toekomst van het vak mogen zeggen als ze minimaal twee ochtenden groepsbezoeken hebben gedraaid in hun eigen bibliotheek? Of een dagje op pad zijn geweest met de bibliobus? Of zorginstellingen hebben bezocht of laaggeletterden hebben ontvangen? En dan bedoel ik niet die ene stage tijdens de opleiding in 1981 en dat je zelf vijftien jaar geleden nog in de uitlening stond telt ook niet. Da’s te lang geleden: morgen terug naar de praktijk. Want die is inderdaad veranderd, maar op een andere manier dan een heleboel mensen schijnen te denken.
Ja er worden minder papieren boeken uitgeleend en dat zullen er in de toekomst vast nóg minder worden. En ja het is best een goed idee om te investeren in een digitale infrastructuur en we moeten zeker het ebook omarmen. Maar dat betekent niet dat het gebouw en de bibliothecarissen wel weg kunnen. Want er is nog steeds behoefte aan een gebouw, aan een plek en aan aardige mensen met kennis van zaken. En die behoefte zal niet veranderen. Wat mensen op die plek willen doen is door de jaren heen veranderd en dat zal in de toekomst ook wel weer veranderen, maar de behoefte aan een plek zal blijven. En of die plek nou altijd een prestigieus gebouw moet zijn is een interessante discussie, en ook of dat één heel groot gebouw in het centrum moet zijn of een heleboel kleine gebouwtjes kan per gemeente verschillen. Maar de behoefte aan een plek, die blijft. En iedereen die het tegendeel beweert heeft al heel lang niet meer met open ogen in een bibliotheek rondgelopen.
Goed stuk! Misschien kan er ergens geregeld worden dat iedereen met een beleidsfunctie met geplande regelmaat ook in de directe dienstverlening werkt. Zonder die ervaring loop je volgens mij nogal het risico erg ver verwijderd te raken van de bezoekers voor wie de bibliotheek elke dag waardevol werk verricht.
Prachtig gesproken, Ten Aanval!
Dank jullie.
@Ton,
Misschien een idee voor de volgende CAO? Of de volgende ronde functieprofielen?
telt bezoeken aan scholen ook mee, praten met bezoekers over wat hen opvalt in de bibliotheek? Ben het met je eens dat ‘wij’ als beleidsmakers meer op de werkvloer ons gezicht zouden moeten laten zien. Niet persé om dat klassenbezoek of die uitlening mee te draaien, het gaat om contact met publiek, met bezoekers, met gebruikers. Daarnaast ook op verjaardagen, feesten etc met mensen praten over hoe zij de bibliotheek zien en waar zij behoefte aan zouden hebben.
@Erna,
Bezoeken aan scholen tellen zeker mee, praten met bezoekers wordt al wat dubieuzer want dat zijn toch vaak praatjes voor de vaak. 🙂
Mijn punt is niet zozeer dat je aan bezoekers moet vragen waar ze behoefte aan hebben, maar dat je moet kijken naar hoe de bibliotheek daadwerkelijk gebruikt wordt en dan vooral buiten die uitlening om. Want is een teruglopende zaak, maar de bibliotheek is meer dan alleen een uitleenfunctie. En dat wil er bij beleidsmakers nog wel eens bij inschieten.