Tenaanval

Tenaanval

Over bibliothecarissen, bibliotheken, leesbevordering en soms over kunst

Blogberichten

All of the posts under the "Blogberichten" category.

De prijsuitreiking en de Beste Bibliotheek

Drie weken geleden werd de prijs voor beste bibliotheek van Nederland uitgereikt aan de bibliotheek Hoogezand. Die prijsuitreiking was feestelijk en gezellig en heel goed georganiseerd maar helaas wel maar voor een klein publiek. In het verleden was die prijsuitreiking op het Landelijk Bibliotheekcongres en ook wel eens in het Beatrixtheater in Utrecht. Vorig jaar was het, net als dit jaar, bij NBDbiblion in huis. Toen was er een live-stream omdat er geen gasten bij mochten zijn. Nu was die live-stream er niet en dat voelt toch een beetje kaal, hoe gezellig die prijsuitreiking ook was. Komende week komt er een themanummer van Bibliotheekblad uit, helemaal gewijd aan de prijs, met de juryrapporten en zelfs portretten van de juryleden. Omdat ik één van die juryleden ben sta ik daar dus ook in. Om een klein beetje extra aandacht voor de prijs te vragen plaats ik hier graag het filmpje dat NBDbiblion heeft gemaakt van de feestelijke ceremonie.

Er werden dit keer twee prijzen uitgereikt: één voor de winnaar van de schrijfwedstrijd, waarin bibliotheekbezoekers waren uitgedaagd om te vertellen wat de bibliotheek voor ze betekent, en één voor de beste bibliotheek. Die schrijfwedstrijd had trouwens twee winnaars en er werden zes prijzen uitgereikt, want er waren twee categorieën: jeugd (tot en met 16 jaar) en volwassenen en in elke categorie waren er prijzen voor de nummers 3, 2 en 1. Vandaar dat je in het filmpje Gerdi Verbeet ziet, want die was de voorzitter van de jury van de schrijfwedstrijd en zij reikte dus ook de prijzen uit. De beste verhalen (en gedichten) zijn gebundeld in een boekje. Dat hebben bibliotheken cadeau gekregen namens de VOB (uitleenklaar uiteraard) en het is de moeite waard, het zijn soms echte liefdesverklaringen. Ik heb er twee verhalen uit Roermond in gevonden, erg ontroerend.

Als jury voor de verkiezing van Beste Bibliotheek hebben we alle genomineerde bibliotheken bezocht, wat overigens nog een hele klus was, alleen al omdat Terneuzen en Hoogezand zo’n beetje diametraal tegenover elkaar in het land liggen. Het waren interessante bezoekjes, niet alleen om met eigen ogen de bibliotheek te bekijken maar ook om te zien hoe verschillend de bibliotheken zich presenteerden. De jury kwam om een gesprek met de directeur te voeren, in sommige gevallen werd dat een gesprek met het hele MT in andere gevallen voelde het alsof alle medewerkers waren opgetrommeld om iets te doen. In die gevallen was het fijn dat er behalve een bezoek door de jury ook nog een tweede, onaangekondigd bezoekje was door het Bibliotheekblad. We aten Zeeuwse bolussen, kregen goodiebags en vroegen ons op de terugweg af of die ene klas nou net toevallig op bezoek was of dat dat opzet was. Toen de stembussen open gingen was het ook mooi om te zien hoe de verschillende bibliotheken omgingen met de publieksjury: er waren bibliotheken die maar foto’s bleven delen op social media van mensen die gestemd hadden, er werden artikelen in regionale kranten geschreven over de bibliotheek en de bibliotheek Hoogezand haalde zelfs radio 3FM.

Het publiek mocht dus ook stemmen en als ze wilden konden ze hun stem toelichten. Al die toelichtingen kregen wij als jury toegestuurd en dat was af en toe best bijzonder. Soms mailden mensen alleen maar HOOGEZAND of ALMELO! en soms waren er uitgebreide toelichtingen. Er was iemand die mailde dat hij op bibliotheek X gestemd had, als strategische keuze, om te voorkomen dat bibliotheek Y zou winnen want die had nauwelijks literatuur van betekenis in de collectie. Of die meneer die op bibliotheek Z had gestemd en na een lofzang over hoe geweldig die bibliotheek was opeens klaagde over het vele geklets aan de leestafel en zijn mail eindigde met ‘bibliotheek is voor mij een punt van rust in Nederland zolang er geen gillende kinderen worden uitgelaten’. Maar de overgrote meerderheid van de toelichtingen ging over hoe behulpzaam de medewerkers waren, hoe mooi het gebouw was, hoe ruim en netjes het er was en hoe fijn het was dat er taalmaatjes waren en lezingen, spreekuren of wat dan ook werden georganiseerd. En ja, de koffie werd soms ook genoemd.

Zowel die schrijfwedstrijd als de verkiezing van Beste Bibliotheek zorgden voor positieve verhalen over bibliotheken, en die kunnen niet vaak genoeg verteld worden. Dus wat mij betreft blijven die nog lang bestaan.

De bibliotheek is aardig

Op dit stukje zit ik al een poosje te broeden, eigenlijk al sinds ik de nieuwe reclames van de KRO/NCRV zag. Eerst dacht ik dat ik het niet goed gehoord had , maar de omroep zegt in hun spotjes op tv echt dat ze de wereld ‘liever’ willen maken. En dat vind ik geweldig. Het is heel gemakkelijk om daar cynisch over te gaan doen maar waarom zou je? Want ik zou het heel fijn vinden als de wereld wat liever zou zijn. Zeker op dit moment. Maar om daar nou hier een stukje over te schrijven, dat leek me een beetje overdreven.

Totdat ik een column las van Floor Rusman, die naar aanleiding van uitspraken van zanger Nick Cave over “small acts of kindness” filosofeert over aardig zijn. Dat het misschien geen eigenschap is die mensen in vervoering brengt maar dat het wel degelijk een belangrijke eigenschap is omdat het een grote impact op je humeur kan hebben als iemand aardig is. Volgens haar komt dat omdat mensen zich gezien voelen, als iemand aardig tegen ze is. Ze citeert daarbij Nick Cave: “Ik geloof dat onze positieve individuele acties, onze kleine daden van aardigheid, weerkaatsen door de wereld op manieren die we nooit zullen doorgronden.” Ze eindigt met een oproep om gewoon te beginnen met aardiger zijn: “Van aardigheid kun je een gewoonte maken, net als van sporten of mediteren.”

Daar werd ik heel vrolijk van, van die column. Want ik vind aardig zijn belangrijk en niet alleen Floor Rusman vindt dat maar Nick Cave ook! Heel veel mensen denken daar anders over, een vriend van me zei vroeger altijd, als ik iemand beschreef: “iedereen is aardig, vertel eens iets anders over die persoon”. Maar helemaal niet iedereen is aardig, zeker de laatste tijd niet, terwijl we dat juist nu zo goed kunnen gebruiken.

De bibliotheek is wel aardig. In elk klantenonderzoek komt dat weer naar voren: dat de medewerkers zo aardig zijn. En zo behulpzaam. Daar zijn wij van: van het mensen helpen en ze verder brengen. Dat is niet sexy, als die opmerkingen weer eens in zo’n onderzoek terug komen dan nemen we die voor kennisgeving aan en gaan we snel op zoek naar andere, positievere opmerkingen. Want iedereen is aardig. Maar helemaal niet iedereen is aardig. Daarom vinden mensen het juist zo fijn dat we dat in de bibliotheek wel zijn. Gewoon aardig. Niet aardig omdat dat moet van de cursus klantvriendelijkheid of omdat we je dan iets extra’s kunnen verkopen. Maar gewoon aardig.

Meestal dan. Ga ik hier nu dan een pleidooi houden voor meer aardigheid in de bibliotheek? Nee, dat niet. Behalve als uit je klantonderzoek blijkt dat de bezoekers jouw medewerkers NIET aardig vinden natuurlijk, dan moet je daar iets aan doen. Maar verder moeten we het vooral koesteren, dat aardig zijn. Vooral niks aan doen, geen programmaleiders of klankbordgroepen op zetten of trainingen voor maken of KPI’s voor verzinnen. Gewoon accepteren dat de bibliotheek aardig is. Dat we een plek in de stad zijn waar je niks moet maar wel van alles zou kunnen als je dat zou willen. Waar je gebruik kunt maken van het toilet, waar je een hele middag kunt zitten zonder dat iemand je komt vragen of ze iets voor je kunnen doen en waar de mensen aardig zijn. Dat lijkt me al meer dan genoeg.

Three things in human life are important: the first is to be kind; the second is to be kind; and the third is to be kind.” Henry James

Wraak van de bibliothecarissen

Die titel was niet de reden om dit boekje te bestellen, dat was ik sowieso al van plan, maar het maakte de bestelling wel extra leuk.* Tom Gauld is een Britse cartoonist die publiceert in The New Yorker, New Scientist en The Guardian. In die laatste krant publiceert hij wekelijks iets dat te maken heeft met het boekenvak of met bibliotheken. Ik volg hem al langer op Twitter en toen hij daar aankondigde dat er een boek met een verzameling van die literaire strips zou uitkomen heb ik dat meteen gereserveerd.

Het boek is nog leuker dan ik had verwacht. Elke cartoon krijgt één pagina, dat is soms een stripje, soms een enkel plaatje. Het stripje hierboven is de eerste pagina uit het boek, dat meteen de titel verklaart. Op de tweede staat een cartoon over Kafka en vlak daarna een stripje over schrijvers met een writer’s block. Om maar aan te geven dat het niet alleen over bibliothecarissen gaat. De tekeningen zijn vrij eenvoudig en heel duidelijk maar het draait om de grap, niet om de plaatjes. Het is geen boek om achter elkaar uit te lezen, ik neem aan dat je er dan snel genoeg van krijgt. Maar van regelmatig doorbladeren word ik heel erg vrolijk. Helemaal vrolijk werd ik toen ik boek voor het eerst open maakte en het envelopje zag dat voor in het boek geplakt zit. Want inderdaad: daar zat een boekkaartje in. Een aanrader, dit boek.

*Die wraak past niet alleen bij de naam, maar ook bij de uitgangspunten van dit blog, namelijk dat ik vind dat bibliothecarissen veel te weinig voor zichzelf opkomen.

Het vak van bibliothecaris

Voor de lezers die hier terecht kwamen dankzij het interview dat Karen Bertrams met mij had, voor de site van Probiblio, en die teleurgesteld waren toen ze een oud bericht over Ethan Hawke zagen hierbij een stukje dat wél over bibliotheekwerk gaat. Over dat bibliothecaris zijn een vak is en dat er daarom een volwaardige opleiding voor zou moeten zijn. Op minimaal HBO-niveau. Toen ik daar in 2015 voor het eerst een stuk over schreef werd daar zeer wisselend op gereageerd: de reacties onder het stuk zelf waren instemmend maar daar bleef het wel zo’n beetje bij. In ‘de echte wereld’ werd er op zijn vriendelijkst een beetje om gegrinnikt, meestal werd het niet serieus genomen en ik werd één keer echt uitgelachen toen ik het in een vergadering noemde, over wat er nodig was voor de toekomst van de branche. Nu overal steeds meer bibliothecarissen met pensioen gaan begint eindelijk breed door te dringen dat daarmee toch wel erg veel kennis verdwijnt.

Ja, de afgelopen jaren is er echt wel het een en ander op dat gebied gebeurd en ik weet inmiddels ook dat je niet zomaar een nieuwe hbo-opleiding uit de grond tovert. Sterker nog: dat is bijna onmogelijk door de ingewikkelde structuur van het hoger onderwijs. Dus we zijn aangewezen op modules waarin zo goed mogelijk verschillende losse trainingen bij elkaar gevoegd kunnen worden tot één deelcertificaat. Daarbij is het heel fijn dat NBD biblion een opleiding voor collectioneurs is gestart. Misschien een beetje vreemd dat een leverancier van bibliotheekmaterialen ook een opleiding verzorgd over hoe je die materialen aanschaft, maar ik klaag niet want hoera er is een serieuze cursus. Als er érgens kennis over collecties zit is het bij NBD biblion, dus ik heb alle vertrouwen in de kwaliteit er van.

Ik hoop dat er binnen die modules ook ergens zoiets als beroepseer aan de orde gaat komen. Dat plaatje hierboven, van Stephen Colbert die over ex-president Trump zegt dat “he’s going to get taken down by the librarians”, dat klopt natuurlijk niet. Want bij de National Archives werken geen bibliothecarissen maar archivarissen. Alleen: ‘archivists’ bekt niet zo lekker en iedereen begrijpt meteen wat Colbert bedoelt met zijn ‘They’re organised, they know where everything is’. Er zijn grote verschillen tussen archieven en bibliotheken, maar ‘organised’ zijn en weten waar alles is is wel een kernwaarde voor zowel bibliotheken als archieven. Een van de grootste verschillen tussen openbare bibliotheken en archieven is dat archieven een bewaarfunctie hebben en bibliotheken niet. Daar draait het om de toegankelijkheid, om het ’ter beschikking stellen van informatie’. Dat is bij archieven ook belangrijk, maar het bewaren is de hoofdtaak en de archivaris is daar een spil in. Ik kan me niet voorstellen dat er in archieven schamper wordt gedaan over regels die gevolgd moeten worden of dat ze daar hun eigen opleiding zouden laten opheffen. Daarbij helpt het natuurlijk dat er wettelijke voorschriften voor archieven zijn. In een bibliotheek zijn er heel veel mensen met andere dingen dan de collectie bezig, dus dat het technische deel van bibliotheekwerk minder centraal staat is best begrijpelijk. Maar het gebrek aan vakkennis begint soms schrijnende vormen aan te nemen. Zo las ik laatst een stukje van een bibliotheekmedewerker waarin ze uitlegde dat kinderen die A-boeken lezen in de midden- of bovenbouw van het basisonderwijs zitten. Het is echt basiskennis, om te weten hoe dat wel zit (want dat is ECHT NIET zo), dus dat vond ik tamelijk verontrustend.

Voor die collectioneurs-cursus van de NBD was zoveel belangstelling dat ze een tweede klasje gaan maken. Dat vind ik heel bemoedigend maar het is ook heel pragmatisch dat die cursus zo’n succes is: al die boeken komen niet vanzelf in de kast. Gebrek aan kennis en ervaring in de front-office valt veel minder op dus ik hoop dat ook op dat gebied snel trainingen komen. Binnenkort start Jannie van Vugt als coördinator Brancheopleiding bij de VOB. Ik heb veel vertrouwen in haar, ik ga er van uit dat de erkenning van het vak van bibliothecaris hiermee weer een stukje dichterbij is gekomen. En anders schrijf ik er gewoon weer een stukje over..

Ethan Hawke over creativiteit, of Waarom kunst belangrijk is #5

Ja, het is even schrikken om te zien dat Ethan Hawke ook een dagje ouder is geworden. Zeker als je nog steeds het beeld in je hoofd hebt van dat jongetje uit de film Dead Poets Society (daar was hij 18 heb ik net geleerd). Maar iedereen wordt ouder en hij zegt in dit filmpje hele zinnige dingen over kunst. Over dat er momenten zijn in ieders leven waarop kunst troost kan bieden, of hoop. “And that’s when art is not a luxury, it’s actually sustenance. We need it.”

Zijn verhaal gaat niet alleen over kunst, maar over creativiteit en dat ziet hij heel breed. Eigenlijk vindt hij alles waar mensen enthousiast van worden creativiteit. Dat hoeft niet persé tot een kunstwerk te leiden, hij vindt de legercarrière van zijn broer ook een vorm van creativiteit. Hawke doet hier een oproep om meer naar elkaar te luisteren en open voor elkaar te staan. Daarbij zal hebben meegespeeld dat hij deze Ted-Talk hield in juni 2020, midden in Corona tijd, maar het blijft een mooie oproep. Ik merk dat ik de neiging heb om er steeds zinnen uit te citeren, maar dat ga ik niet doen. Kijk zelf maar. Het kost je nog geen 10 minuten. En je wordt er blij van.

Een onbrandbaar boek

Als protest tegen de toenemende censuur in Amerikaanse (school-)bibliotheken, waar overheden boeken verbieden, verbannen en soms zelfs verbranden heeft uitgeverij Penguin het initiatief genomen om een onbrandbare editie te maken van een van de vaakst verboden boeken in de Verenigde Staten: The handmaid’s tale van Margaret Atwood. Voor wie het niet gelooft staat hier een lijstje met de materialen die gebruikt zijn om het boek echt onbrandbaar te maken.

Het is een eenmalige editie die op 7 juni a.s. geveild gaat worden via Sotheby’s. Op het moment dat ik dit schrijf is er 4 keer geboden en staat de teller op $ 42.000 maar zo te zien verwachten ze dat het een stuk meer gaat opbrengen. De opbrengst gaat in zijn geheel naar Pen America, een organisatie die zich bezig houdt met “freedom to write, recognizing the power of the word to transform the world“.

Prachtig filmpje vind ik, kijk haar nou staan op haar 82e. Mooie actie ook: ‘Because powerful words can not be extinguished’ Hup Margaret Atwood!

Een plekje in de bibliotheekgeschiedenis

Na zijn speurtocht naar de oorlogsdagboeken van de Bibliotheek Deventer had Mark Deckers blijkbaar de smaak te pakken want nu heeft hij uitgezocht wat er gebeurd is met de 11 Joodse medewerkers van Nederlandse openbare bibliotheken die eind 1940 uit hun functie gezet en later ontslagen werden omdat ze Joods waren. Het boek dat hij over hen schreef werd twee weken geleden gepresenteerd in de bibliotheek van Hilversum.

Het is een heel mooi boekje geworden. Dat is een cliché en dat bedoel ik niet letterlijk, maar Mark heeft die verdwenen bibliotheekmedewerkers weer een gezicht gegeven, hij heeft van een getal op een lijstje weer mensen gemaakt en dat vind ik mooi. Hij heeft enorm zijn best gedaan om ze allemaal recht te doen en om van iedereen zo veel mogelijk te weten te komen: van de directeur uit Groningen net zo veel als van de zaalwacht uit Dordrecht. Het is een gevarieerd gezelschap: hele jonge, of juist wat oudere ongetrouwde vrouwen naast die Groningse directeur die een nogal flamboyant type was en botste met zijn bestuur dat vond dat hij administratieve gaven miste. Ook wat er gebeurd is met de mensen nadat ze ontslagen zijn verschilt nogal: ze duiken onder, gaan in het verzet of komen in kampen terecht, ze overleven een kamp of worden al heel snel vermoord.

Op de site van het Bibliotheekblad staat een verslag van de boekpresentatie en daar staat ook de tekst van de toespraak die Anne Rube, voorzitter van de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB), bij die presentatie hield. Zij gaat in op de rol van de Centrale Vereniging, de voorganger van de VOB, in het proces. Hoe die aan de ene kant wel heel erg getrouw meewerkte met de bezetter maar aan de andere kant ook zorgde voor een compensatieregeling voor de ontslagen medewerkers. Het is gemakkelijk om vanuit het nu terugkijkend te roepen dat het anders had gemoeten, maar je krijgt af en toe wel buikpijn tijdens het lezen van Marks boek. Bijvoorbeeld als je leest over het bestuur van de bibliotheek van Steenwijk, dat in financiële problemen komt vanwege de tegemoetkoming die ze aan de ontslagen bibliotheekdirecteur betalen. En dan in de bestuursvergadering verklaart dat ‘Het belang van de leeszaal gaat boven dat van mej. De Vries.’ Het is heel pijnlijk maar wel heel goed voorstelbaar.

In sommige details komt het bibliotheekwerk opeens heel dichtbij, bijvoorbeeld in de discussie uit 1939 in het bestuur van de bibliotheek Hilversum over of ze een abonnement op het NSB-blad moeten nemen of niet, want alle stromingen moeten immers vertegenwoordigd zijn. En ik moest een beetje grinniken toen ik las over die bibliotheekopleiding die was ondergebracht bij de opleiding voor Maatschappelijk werk.

Kortom: verplichte kost voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van het bibliotheekwerk. Of eigenlijk ook voor iedereen die daar niet in geïnteresseerd is, want ik vind het een must om iets te weten over de geschiedenis van je eigen vak. Het allesomvattende boek van Paul Schneiders over de Nederlandse bibliotheekgeschiedenis herinner ik me als vrij afstandelijk, Mark brengt met dit boek die geschiedenis heel dichtbij. Niet alleen dat, hij geeft die 11 medewerkers de plek in de geschiedenis die ze verdienen.

Bibliobussen forever

De afgelopen week ontplofte dit blog bijna vanwege de overweldigende belangstelling voor mijn stukje over de AI’s en de NBD. Inmiddels is het aantal lezers weer op het oude peil dus nu is het tijd voor een stukje over dat andere onderwerp* waar ik graag over schrijf: bibliobussen. Niet dat er iets bijzonders is om me over op te winden maar gewoon omdat ik ze af en toe graag onder de aandacht breng. Want je bent fan van bibliobussen of niet. Het filmpje hierboven is zo’n voorbeeld van waarom bibliobussen zo geweldig zijn. Over dit initiatief bestaat een veel leuker filmpje van drie jaar geleden want die bussen zijn ooit ingesteld om analfabetisme in Afghanistan te bestrijden en het lezen te bevorderen. Maar sinds de Taliban weer aan de macht is mogen meisjes niet meer naar school, dus nu worden de bibliobussen in Kabul ingezet om vrouwen en meisjes toch nog enige toegang tot kennis en informatie te bieden. Want naar de bibliotheek mogen ze blijkbaar wel.

In Bremen hebben ze ook een bibliobus. De lokale omroep reed een dagje mee op die bus en maakte daar een reportage over, heel herkenbaar voor iedereen die wel eens op een bibliobus heeft gewerkt. Een heel vrolijk filmpje is het geworden. Het meest opmerkelijke feitje vond ik dat de chauffeur van de bus zelf geen auto heeft.

Nou we toch in Duitsland zijn: dankzij Twitter weet ik dat op de Markt in Bredstedt (Noord-Duitsland) één keer per maand een Deense bibliobus staat. Bredstedt ligt ongeveer 40 kilometer van de Deense grens dus ik vermoed dat daar nogal wat Denen wonen, of Duitsers die hun Deens willen oefenen.

Een paar weken geleden las ik over een wethouder in Den Haag die ‘mobiele bibliotheekjes’ wil gaan inzetten om het lezen in zijn stad te bevorderen. Dat bericht deelde ik op Twitter met de suggestie dat hij dan een bibliobus moest inzetten en daar kwamen nogal positieve reacties op. ‘We moeten daar naartoe, waar de lezers zijn’, zei wethouder Robert van Asten en dat is precies wat een bibliobus doet. Op de foto bij het nieuwsbericht staat de wethouder bij een kekke bakfiets vol boeken. Superleuk maar als hij het serieus meent, van dat leesoffensief, dan heb je aan zo’n fiets niet genoeg. In Den Haag hebben ze ervaring met bibliobussen: voordat de bibliotheekfilialen in Ypenburg, Leidscheveen en Wateringse Veld er waren stond daar de bibliobus (van ProBiblio, vandaar dat ik dat weet). Ik weet niet of Van Asten terug komt als wethouder maar ik ben heel benieuwd hoe serieus die opmerking was en of iemand dat idee van die mobiele bibliotheken gaat oppakken.

Misschien is het sowieso weer eens tijd om eens na te gaan denken over mobiele bibliotheken. In Zeeland hebben ze laten zien dat ook een bibliobus meer kan zijn dan alleen boeken, net zoals bibliotheken meer zijn dat. Misschien is het tijd voor een terugkeer van de bus.

*Het ene waar ik graag over schrijf is het vak van bibliothecaris dat miskend wordt. Of in dit geval: iets rechtzetten als er onzin over bibliotheken wordt geschreven.

Een AI is geen recensie

Nu zelfs Frits Spits (die ik hoog heb zitten) niet schijnt te begrijpen hoe Nederlandse openbare bibliotheken hun boeken aanschaffen voel ik me geroepen om dat hier uit te leggen. Want ook hij heeft een heel romantisch, maar zeer achterhaald en eenzijdig beeld van hoe bibliotheken collectioneren.

Voor wie het gemist had: NBD Biblion gaat de AI’s voortaan geautomatiseerd opstellen, met behulp van de artificial intelligence van Bookarang; dat programma bieden ze ook aan als selectiehulp voor lezers. Dat doet NBD biblion o.a. omdat ze een boek daarmee veel eerder kunnen aanbieden aan de bibliotheken: normaal gesproken wordt elk boek eerst naar een recensent gestuurd, die krijgt twee tot drie weken de tijd om daar een recensie van te maken en dan pas gaat het boek het aanbodproces in, dat ook een paar weken duurt. De bibliotheken zijn over deze verandering al geïnformeerd, zowel de directies als de collectiemedewerkers. In het verleden hebben de bibliotheken veel geklaagd over de dienstverlening van de NBD (zoals ik hen voor het gemak maar even blijf noemen) en dan met name over dat het zo lang duurde voordat nieuwe titels werden aangeboden. Er zat soms wel twee maanden tussen het moment dat een boek uitkwam en het moment dat het daadwerkelijk in de bibliotheek stond. Dat is vaak niet zo’n probleem maar bij bestsellers is het heel vervelend om steeds aan de lezers te moeten uitleggen dat nee helaas, het boek nog niet binnen is.

De bibliotheken wisten dit dus al maar de recensenten nog niet. Die kregen afgelopen maandag een mailtje van de NBD dat hun diensten erg gewaardeerd werden maar dat ze er mee gaan stoppen. Ik kreeg ook zo’n mailtje, want ik schrijf ook af en toe een recensie. Over architectuurboeken. Dat mailtje kwam voor een heel groot deel van de recensenten nogal uit de lucht vallen en een aantal van hen zocht woedend de publiciteit op. Met name het weblog Tzum, dat al eerder over deze plannen had geschreven, stookte het vuurtje graag op. Vanochtend zat Nina Nannini, de directeur van de NBD in het radioprogramma van Frits Spits, de Taalstaat, om hier over te praten. Dat fragment kun je hier terugzien. Frits Spits vraagt zich op een gegeven moment vol afgrijzen af of er dan geen enkele bibliotheekdirecteur is die zegt “Ik heb verstand van boeken en IK bepaal hier welke boeken wij aanschaffen.” Het is bijna aandoenlijk hoe naïef dat is. Dus daarom, speciaal voor Frits Spits, een toelichting:

Ik ben een bibliotheekdirecteur die van boeken houdt. Maar gelukkig heb ik een paar collega’s die veel meer verstand van boeken hebben dan ik en die ook beter weten wat er allemaal wel en niet in onze collectie staat. Die collega’s bekijken elke week een heel pak recensies van de NBD, van alle nieuwe boeken die in de afgelopen periode zijn uitgekomen. Let wel: ALLE nieuwe boeken. Dus niet alleen Nederlandse literatuur, maar ook kinderboeken, eerste leesboekjes, boeken over sport en mindfullness en autotechniek en postzegelalmanakken. En herdrukken en reisgidsen en oh ja, ook nog een heleboel vertalingen van thrillers en nieuwe uitgaves van de Zeven Zussen. Uit dat hele pakket (geen idee hoeveel boeken dat per week zijn maar het zijn er echt heel veel) maken die collega’s elke week een keuze. Bij het maken van die keuze spelen een aantal dingen mee: hoe past dit in de collectie, hebben we er al iets over, voegt dit iets toe, hoe is de kwaliteit, is het een bekende schrijver, gaat dit uitgeleend worden? Vooral bij die laatste vraag speelt de publiciteit een rol: zijn er al goede recensies over geschreven of is het op tv geweest? Als het goed is helpt de tekst van de recensie van de NBD bij het beantwoorden van die vragen. Maar het is dus niet zo dat als een recensent van de NBD iets een goed boek vindt, het automatisch wordt aangeschaft. Want er is maar beperkt behoefte aan boeken over het houden van kippen of het bakken van taarten dus als we daar voldoende, kwalitatief goede, boeken over hebben dan wordt het boek niet aangeschaft. We hebben maar een beperkt collectiebudget en ook maar beperkt ruimte in onze boekenkasten dus er moeten keuzes gemaakt worden.

Hierboven zie je een recensie van het laatste boek van Ronald Giphart. Deze werd gebruikt als voorbeeld van hoe zo’n ‘recensie door een computer’ er uit ziet. Voor de aardigheid heb ik afgelopen week eens aan mijn collega Louise (een van onze collectioneurs) gevraagd wat zij doet als er een nieuw boek van Ronald Giphart uitkomt. “Nou, dan bel ik eerst de boekhandel. Dan hebben we meteen één exemplaar zodra het uitgekomen is en als het dan wordt aangeboden bij de NBD dan bestel ik er nog twee of drie, een beetje afhankelijk van hoe de recensies in de krant waren. Want Giphart wordt hier in Roermond niet zo heel goed gelezen dus daar bestel ik er niet zo veel van.”* Ik heb er nog even nadrukkelijk naar gevraagd, maar in dit geval leest ze de recensie van de NBD inderdaad niet. Want Louise hoeft in dit geval niet te weten wat de mening van een redelijk anonieme recensent is, ze vertrouwt de literaire recensenten van de kranten.

Volgens mij is een van de oorzaken van de verwarring het gebruik van het woord recensie en recensent. Daarmee krijgen veel buitenstaanders meteen die associatie van een inhoudelijk kwaliteitsoordeel en hoge kunst. Maar deze recensies heten niet voor niks ‘aanschafinformatie’, in de branche afgekort tot AI. Deze recensies moeten vooral iets zeggen over de bruikbaarheid van het boek voor de openbare bibliotheken. Ik kan, als architectuurhistoricus, heel erg enthousiast zijn over een boek dat ik gelezen heb (bijvoorbeeld over architect Jan Sterenberg) maar ik wéét, als bibliothecaris, dat dit boek weinig uitgeleend gaat worden omdat de paar mensen die hier in geïnteresseerd zijn het boek zelf kopen. Dus ik doe mijn best om in 1100 posities te beschrijven dat het een belangrijk boek is, vanwege de architect en zijn positie in de Nederlandse architectuurwereld, maar ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat er niet veel bibliotheken zijn die dit boek zullen aanschaffen.

Afgelopen week vroeg een journalist me of ik onze collectievorming in zijn geheel aan een computer zou uitbesteden en mijn antwoord was heel nadrukkelijk “Nee”. Want de ervaring en de kennis van onze collectioneurs is onmisbaar. Op dit moment althans. Ik sluit niet uit dat dat in de toekomst ooit gaat veranderen maar als het aanschafproces helemaal geautomatiseerd wordt: wie loopt er dan naar de kast om te kijken hoe het boek er uit ziet, waarvan een herdruk wordt aangeboden? En wie ziet er dan dat op het boek dat volgens het systeem pas 10 keer is uitgeleend een lelijke koffievlek zit zodat er toch een lekker fris nieuw exemplaar wordt aangeschaft? Ik weet het niet hoor, voorlopig blijven mensen bij ons de aanschaf doen. Binnenkort dan alleen wel op basis van informatie die door een computer is aangeleverd.

*Voor het geval Ronald Giphart dit zelf leest: sorry

Stephen King en het verbieden van boeken

Afbeelding

Dit plaatje deelde ik vorige week al op Twitter en omdat het zo’n goed advies is van Stephen King deel ik het hier graag nog een keer. Ik kwam het tegen naar aanleiding van de berichten over die school in Tennessee waar het boek Maus op verzoek van de ouders uit de schoolbibliotheek werd gehaald en dat het naar aanleiding daarvan een bestseller op Amazon werd.

Dat in Amerikaanse scholen boeken verboden worden is niks nieuws, daar heb ik al vaker over geschreven. Het is in de Verenigde Staten zelfs zo’n bekend fenomeen dat ze al sinds 1982 jaarlijks een ‘banned books week‘ organiseren, in de laatste week van september. Dan vragen schrijvers, boekhandelaren en bibliotheken aandacht voor de boeken die het afgelopen jaar verwijderd werden uit bibliotheken op scholen. Want daar gaat het meestal om: ouders die actie voeren om te voorkomen dat hun kinderen kennis nemen van bepaalde boeken. Nou kan ik me dáár eerlijk gezegd nog wel iets bij voorstellen, maar het akelige van boeken uit een bibliotheek halen is dat die boeken daardoor door helemaal niemand meer gelezen kunnen worden. Al is dat misschien ook de bedoeling.

Uit mijn tijd bij de bibliobussen herinner ik me mijn gesprekken met die directeur van de reformatorische school die geen gebruik maakte van de bibliobus ondanks het feit dat we onder schooltijd zo’n beetje bij hem om de hoek stonden. Pas toen ik uitlegde dat we heus alle kinderboeken van de christelijke uitgeverijen aan boord hadden kreeg hij er belangstelling voor. Of ik dan kon zorgen dat er alleen christelijke boeken in die bus stonden? Nee? Of ik dan kon zorgen dat het personeel alleen de juiste boeken uitleende aan zijn leerlingen? “Nee ook niet. Wij gaan niks verbieden, van ons mag iedereen alles lezen. Maar als de leerlingen onder schooltijd naar de bibliobus komen dan is het uiteraard de verantwoordelijkheid van de school wat kinderen lezen. Dus als kinderen van een leerkracht een bepaald boek niet mogen lenen (om welke reden dan ook) dan vind ik dat prima.” Ik kreeg de indruk dat die directeur dat dan weer een heel raar uitgangspunt vond maar het hielp wel want de school kwam en ging driftig gebruik maken van de bus. Elk kind moest eerst zijn boeken aan de leerkracht laten zien voordat ze uitgeleend werden en alle Harry Potters werden linea recta terug gestuurd “Nee, je wéét dat wij dit soort boeken niet lezen.” Daar kun je het mee eens zijn of niet: het kind had het boek intussen wel in handen gehad en kwam soms na schooltijd terug om het alsnog te lenen. Of staande in de bus te lezen, als ze het ook van hun ouders niet mee mochten nemen. Zo’n beetje wat Stephen King hierboven aanraadt.

Dat ouders of leerkrachten niet willen dat hun kinderen Harry Potter lezen kan ik nog enigszins begrijpen want tovenarij is de duivel en zo. En als die ouders in Tennessee niet zouden willen dat hun kinderen Maus lezen omdat de Holocaust een heel gruwelijk gegeven is zou ik het ook nog snappen maar ze wilden het boek verbieden omdat er in gevloekt wordt en er een plaatje van een blote vrouw in staat. Ja daar vallen mijn schoenen wel van uit. De top 10 van boeken die in 2020 het vaakst uit bibliotheken of van literatuurlijsten gehaald zijn is sowieso een verbazingwekkende lijst: daar staan niet alleen boeken op waar sex in voorkomt maar ook To kill a mockingbird en Of mice and men vanwege ‘racial slurs and a negative effect on students’. Alsof het verbieden van boeken nog niet genoeg is las ik gisteren dat ze in Tennessee nu ook boeken aan het verbranden zijn. Dat is in de Verenigde Staten niet eens meer zo bijzonder, daar hebben ze al vaker boeken (en dvd’s) van Harry Potter verbrand. En ja, het zijn een paar gekkies die dat doen, maar ik blijf het vreselijke beelden vinden.

“Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen” is een quote van Heinrich Heine die in dit verband vaak gebruikt wordt. Dat schreef hij in 1823. Het heeft nog 110 jaar geduurd maar uiteindelijk heeft hij wel gelijk gekregen. Laten we het maar op gebrek aan historisch besef houden. Rare jongens, die Amerikanen.

get_footer() ?>