Brief van de minister

Het hele proces van bibliotheekvernieuwing lag de laatste weken stil in afwachting van de reactie van de minister op het rapport van de commissie Calff. Die brief is er sinds vorige week en ik heb hem nu een paar keer gelezen. Op de een of andere manier heb ik het gevoel dat het een hele belangrijke brief is maar hij blijft niet echt hangen, daarom heb ik het een paar keer geprobeerd. Hij begint heel aardig met een citaat van het weblog van Obama over datie bibliotheken van de 21e eeuw wil gaan bouwen. Volgens Plasterk sluit dat erg aan bij zijn visie op bibliotheken en ook op het onderwijs.
Hij benadrukt dat bibliotheken van oudsher een maatschappelijke voorziening van grote sociaal-culturele betekenis op het terrein van lezen, leren en informeren zijn. Daarna gaat hij 8 pagina’s door over de digitale bibliotheek, innovatie en ontvlechting. Belangrijk, dat weet ik wel. En veel mensen in de branche zitten er op te wachten maar ik vind het zo saai!
Het leukste (want het vreemdste) uit de hele brief vind ik nog wel de zin waarin hij zegt dat leden een roman van Arnon Grunberg of Mien van ’t Sant lenen. Niet alleen een open deur, maar hoe komt ie nou bij Mien van ’t Sant? Is zij het ultieme tegengestelde van Grunberg? Is ze de triviaalste auteur die de ambtenaren konden verzinnen? Of misschien de enige auteur van streekromans die ze kennen? Lezen ze ze misschien zelf Mien van ’t Sant? Of hadden ze een oma die Van ’t Sant las?
Mevrouw Van ’t Sant is 15 jaar geleden (op hoge leeftijd) overleden maar ze wordt nog steeds gelezen en uitgegeven. Ik weet niet hoe het met de uitleencijfers zit: is ze misschien de meest uitgeleende auteur van de afgelopen 50 jaar? Mijn gevoel zegt van niet.
Ik geloof overigens dat niemand echt heel erg blij is geworden van de brief van Plasterk. Hij is niet uitgesproken genoeg op sommige punten en juist heel erg sturend op andere. Maar dat is mijn indruk, voorlopig blijf ik me nog even verbazen over Mien van ’t Sant.
Ha Tenaanval,
Waarom zou het vreemder zijn om Mien van ’t Sant in een rapport te noemen dan Grunberg? Ik vermoed zo dat beiden een vergelijkbaar lezerspubliek hebben qua grootte. En zo niet dan zijn ze allebei in elk geval een aardig voorbeeld van populaire schrijvers. Zelf leen ik per dag vele Mien van ’t Sants uit en en per week hooguit één Grunberg. In je verbaasde reactie proef ik een beetje wat ik vaker merk: iets lacherigs t.a.v. de mensen die streekromans lezen. Maar misschien heb je het zo niet bedoeld… Dan komt het doordat ik mijn werk de laatste tijd iets te vaak moet verdedigen en daardoor wat overgevoelig ben geraakt, sorry.
Groet, schrvrdzs
Ha schrijver,
Ik denk dat je iets te overgevoelig bent. Ik begrijp heel goed dat ze tegenover Grunberg een ander soort schrijver willen zetten, want er worden in de bibliotheek niet alleen maar Grunbergs uitgeleend. En dan ligt een streekromanschrijfster voor de hand. Maar ik verbaas me zo over de keuze voor nou net deze schrijfster. Waarom niet Oosterbroek-Dutschun, Burgers-Drost of Van Manen-Pieters? Zou dat te hard-core streekroman zijn, zijn de ambtenaren bang dat die te onbekend zijn bij de kamerleden of zouden ze die schrijvers gewoon niet kennen omdat ze zelf alleen maar Grunberg kennen?
Dat zijn de dingen die ik me afvraag. Ik wil helemaal niet lacherig doen over streekromans. Al is het maar omdat ze altijd voor erg goede uitleencijfers zorgen.
Ha Tenaanval,
Excuses! Het is een kwestie van de emmer en de druppel, jij zorgde (ongewild) voor die druppel. Mijn naam zou de laatste tijd wel ‘Indeverdediging’ kunnen zijn , i.t.t. de jouwe.
Je brengt me nu wel even aan het twijfelen over mijn streekromantische kennis, want voor mijn gevoel is Mien van ’t Sant net zo hardcore als Annie Oosterbroek-Dutschun. Waarin zit hem het verschil? Ik moet tot mijn schande bekennen dat ik van beide dames niks gelezen heb…
Ik snap nog steeds niet goed waarom van ’t Sant noemen raarder is dan Grunberg noemen. Die laatste vind ik nou ook weer niet de meest voor de hand liggende literaire schrijver. Het is gewoon een van onze bekende schrijvers, meer niet. (Ik ben overigens wel een fan van hem.)
Groet, schrvrdzs
p.s. Waar vind ik trouwens precies die brief? De link gaat naar allerlei stukken over de bibliotheek. Wat moet ik daar kiezen?
Schrijver,
Klik op het eerste stuk (met drie bijlages). Hij heet Kamerbrief over beleidsreactie advies bibliotheekvernieuwing, datum 10-2-09.
Misschien overdrijf ik Mien van ’t Sant ook wel een beetje, maar mijn fantasie slaat gewoon op hol als ik die naam zie staan in een beleidsstuk. Ik zie dan voor me hoe die ambtenaren achter hun computer met die brief bezig zijn en willen aangeven dat er verschillende soorten boeken geleend worden in een bibliotheek. De naam van Grunberg is dan snel opgeschreven en ik vraag me af of die tegenhanger net zo snel te voorschijn popt of dat ze daar bij de koffieautomaat advies over hebben gevraagd bij collega’s.
Ha Tenaanval,
Dankjewel. Ik hoop eraan toe te komen het te lezen. Ik snap je verbazing aangaande Mv’tS nu beter. Als je die koffieautomaat eerder genoemd had zou ik het eerder begrepen hebben. Misschien heeft iemand wel zijn/haar (schoon)moeder of oma gebeld…
Groet, schvrdzs