Een lofzang op de bibliotheek
Mark Deckers schreef een paar weken geleden al over Geheugen, geschiedenis, beschaving van Mira Feticu. Mark zou Mark niet zijn als hij niet na een eerste stuk waarin hij inhoudelijk op het boekje ingaat nog een tweede stuk zou schrijven, met veel schema’s en cijfers waarin hij pleit voor ratio in het collectiebeleid. Ironisch genoeg precies dát waar Feticu zich in haar boek tegen afzet.
Inmiddels heb ik het boekje gelezen en ook ik heb er een dubbel gevoel bij. Maar anders dan Mark. Ik schrijf al meer dan 15 jaar op dit blog dat bibliothecarissen meer voor zichzelf en voor hun vak moeten opkomen dus ja, ik ben heel blij dat iemand een lofzang op de bibliothecaris schrijft. Maar ik ben ook al een flink aantal jaren manager en directeur en die komen er bij Feticu nogal bekaaid van af. Dus ik voel me ook een beetje persoonlijk aangesproken en ik merk de behoefte bij mezelf om het op te gaan nemen voor die managers.
Dat ga ik niet doen, althans niet voor die Haagse managers en directeuren want Feticu beschrijft de situatie zoals zij die ervaren heeft en dat is háár ervaring, daar kan ik niks aan afdoen. Ik heb wel het gevoel dat ik mijn eigen vak moet verdedigen tegen het ideaalbeeld dat zij heeft van wat een bibliothecaris zou moeten doen. Voor wie Marks verhaal, of de verschillende recensies die tot nu toe verschenen zijn nog niet gelezen heeft: Mira Feticu is een Roemeense schrijfster die, toen ze net in Nederland was, een taalstage ging lopen in de openbare bibliotheek van Den Haag en daar uiteindelijk tien jaar heeft gewerkt. In dit boekje (niet denigrerend bedoelt want het is een klein, mooi boekje) beschijft ze haar ervaringen met werken in de bibliotheek, afgewisseld met verhalen over bibliotheken en bibliothecarissen uit haar jeugd en uit de wereldgeschiedenis.
Feticu houdt van boeken. Ze houdt héél veel van boeken: “Ik heb moeite me mensen voor te stellen wier leven niet met boeken begint en eindigt” schrijft ze. Een bibliotheek is een plek met heel veel boeken die daar voor altijd blijven dus moet de bibliotheek wel de hemel op aarde zijn. En dat istie natuurlijk niet. Want elke eerstejaars student aan de bibliotheekacademie (die niet meer bestaat) leert dat een openbare bibliotheek geen bewaarfunctie heeft. Kun je stom vinden, maar dat is nou eenmaal zo. En dat weet de schrijfster na al die jaren in de bibliotheek eigenlijk ook wel, ze vindt alleen dat het anders zou moeten zijn. Daar komt ze een aantal keren op terug, op haar ideaalbeeld. Volgens haar is een bibliotheek “een ruimte van perfectie”.
Om toch nog even terug te komen op die managers: blijkbaar heeft Feticu niet door dat de situatie in Den Haag tamelijk uitzonderlijk is want dat is een gemeentebibliotheek. Het is een afdeling van de gemeente, vandaar die ambtelijke bemoeienis. Dat is bijna nergens anders in Nederland zo, de meeste bibliotheken zijn zelfstandige stichtingen. Wellicht is dat ook de reden dat de Haagse bibliotheek op wel meer vlakken dingen anders doet dan andere bibliotheken in ons land. Misschien ben ik trouwens ook wel gewoon een beetje beledigd omdat ze zich aan het einde van het boek afvraagt waarom er geen leesloketten zijn op stations, waarom we de berg niet naar Mohammed brengen. Heeft ze dan nog nooit gehoord van de Stationsbibliotheek (in verschillende vormen), van de bibliotheek op Schiphol of van de Strandbibliotheken? Daar heeft de bibliotheek Den Haag er nota bene twéé van gehad.
Ik stop met zeuren. Geheugen, geschiedenis, beschaving is een heel mooi boekje waarin een liefdevol beeld wordt geschetst van het uiterst diverse publiek dat in de bibliotheek komt: van daklozen en non-lezers tot arrogante vrouwen en krijsende of poepende kinderen, van consumentengidslezers tot obsessieve lezers. Het beschrijft ook heel mooi hoe bibliothecarissen veel meer doen dan alleen maar boeken opruimen: dat ze films uitzoeken voor de man in de rolstoel die elke week twintig films komt lenen, plaatjes van villa’s met zwembad uitprinten voor Dieter omdat hij dat vraagt en mensen helpen met hun DigiD die het gemeentehuis heeft doorgestuurd. Dat bibliothecarissen tranen afvegen, hulp bieden en een vriendelijk woord voor iedereen hebben.
“Dwing het personeel niet om de zoveelste cursus omgaan met klanten te volgen. Het personeel van de bibliotheek is allang ontzettend aardig voor de klanten. Geeft het liever een cursus omgaan met het boek en het beheren van een collectie.” Het zal Feticu plezier doen om te horen dat er tegenwoordig weer een cursus collectioneren georganiseerd wordt in de branche en dat die overtekend is. En dat de Rijksoverheid weer volop wil gaan investeren in bibliotheken. Met andere woorden: er breken betere tijden aan voor de bibliotheek. En dat werd hoog tijd.
Recente reacties